Uit De Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
Delmo de Oliveira (51) stond mee te juichen op Copacabana toen Rio in 2009 de Olympische Spelen kreeg toegewezen. De feeststemming was van korte duur voor de bewoner van Vila Autódromo, een visserskolonie naast het olympisch dorp.
"We horen al zeven jaar hetzelfde dreigement", roept de kalende Braziliaan om boven het gebrom van een graafmachine uit te komen. "'No amor ou na dor': goedschiks of kwaadschiks vertrekken."
Het lijkt wel of er een bom is gevallen op het ooit vredige dorp. Slechts vijf procent van de huizen staat overeind. Tussen het puin wonen nog dertig van de oorspronkelijke achthonderd families.
Ruïnes in Vila Autódromo
"Ze kunnen beter weggaan", zegt opzichter Robson Souza bij de entree tot Vila Autódromo. Zijn bouwbedrijf legt daar de laatste hand aan het internationale perscentrum voor de spelen. "Als Braziliaans burger doet het me pijn om te zeggen, maar deze mensen zijn ingehaald door de vooruitgang."
De eerste vissers die hier in 1967 neerstreken langs de Lagune van Jacarépagua deelden het idyllische plekje slechts met capibara's en kaaimannen. Ze bouwden het dorp zelf op en kregen in de jaren tachtig een eigendomstitel vanwege het 'sociale belang'.
Dat botst sinds 2009 echter met grote commerciële belangen. Het rijke westelijke stadsdeel dat Vila Autódromo gaandeweg heeft opgeslokt, Barra da Tijuca, wordt het kloppende hart van de Olympische Spelen.
De gemeente Rio besteedde de bouw van het olympisch dorp uit aan een consortium met de lokale vastgoedmiljardair Carlos Carvalho (91). De visserskolonie valt binnen de concessie van deze 'koning van Barra', zo blijkt uit gegevens van Rio's rekenkamer.
Carvalho doet het luxe atletendorp (Ilha Pura) na augustus in de verkoop. De nabijheid van arme Brazilianen zou volgens hem ten koste gaan van de "goede smaak" rond zijn exclusieve 'Pure Eiland'.
Welkom in Vila Autódromo: een vredige, nette gemeenschap sinds 1967
"De arbeiders mogen het bouwen en schoon houden. Zolang ze maar ver weg wonen", mokt De Oliveira over wat hij ziet als een 'klassenstrijd'.
De gemeente voert andere redenen op. Vila Autódromo hindert een toegangsweg en het zou deels in beschermd gebied liggen. Bewoners die vertrekken, krijgen een schadevergoeding of een alternatieve woning in de omgeving. Hun huis wordt dan meteen gesloopt.
De spanning liep vorig jaar hoog op toen burgemeester Eduardo Paes enkele huizen per decreet liet ontzetten. De oproerpolitie gebruikte pepperspray en rubberkogels tegen bewoners die zich verzetten.
Paes nam afgelopen weken gas terug. Hij zit niet te wachten op escalatie van het conflict onder de ogen van de wereldpers. De overgebleven dertig families hoeven niet weg. Hij belooft het restant van Vila Autódromo alsnog op te knappen voor augustus.
Voorlopig is van fairplay nog steeds geen sprake, klinkt het in het dorp. "Bulldozers rijden 'per ongeluk' lantaarnpalen omver. Water en licht vallen om de haverklap uit. Onze bushalte is opgeheven," zegt Delmo's broer Delto (49).
Niettemin is de massagetherapeut zijn huis aan het verbouwen. Zijn toekomst ligt in Vila Autódromo. "We laten ons niet wegpesten na een halve eeuw."
Delto de Oliveira
zaterdag, april 02, 2016
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten