vrijdag, juni 29, 2007

Amazonecarnaval

Helaas helaas, we zitten weer hopeloos op de verkeerde plek dit weekend, want het gebeurt tot zondag allemaal in het Bumbódromo op het Tupinambarana-eiland in de Amazonerivier.

Zo’n 100.000 mensen zijn daar komen aanvaren en vliegen voor het jaarlijkse festival van Parintins. Nadat ik me er vorige week zaterdag in Manaus door meerdere locals van liet overtuigen 's avonds een kijkje te nemen bij ‘De Os’ in het lokale sambastadion, kreeg ik daar een voorproefje van hét feest van het Amazonewoud voorgeschoteld.

Waar het op neerkomt, is een wedstrijd tussen twee dansende ossen, Boi Caprichoso (De grillige os) en Boi Garantido (De Verzekerde Os). De aanhang beider ossen vult dat op de tribune aan met een curieus omslachtig dansje, een soort macarena maar dan anders.

Dit alles gaat gepaard met teksten die op het eerste gehoor weinig toevoegen: ‘Oe, oe, os, os, oe, oe, os, os, niemand danst beter dan die os.’ De os van Caprichoso is blauwwit en die van Garantido roodwit en na drie dagen is er een winnaar.

De rivaliteit is fel: als je gesprek in de taxi in Manaus even stilvalt, vraag de chauffeur dan of hij Caprichoso of Garantido is. De kwestie verdeelt hele families. In het algemeen kun je stellen dat Garantido meer van het volk (povão) is en Caprichoso van de middenklasse, zo begreep ik.

Het feestelijke gebeuren wordt opgeluisterd met een pittige drumband, praalwagens en dansers met indianentooien, wat het geheel ook leuk maakt voor neutrale toeschouwers.

Voor de oorsprong van de traditie verwijs ik gemakshalve naar de Wikipedia. Het verhaal is toch enkel aankleding van wat in essentie rechttoe rechtaan plattelandsvertier is voor een hoop paraderende jongens en meisjes van Portugees-indiaanse bloede (de caboclos, het lokale ras – mooie vrouwen in Manaus!).

Mannenspoor Karrenspoor in het Amazonewoud, na een paar biertjes was het best aanstekelijk. Een vriend van me in Rio kent zelfs geen mooier feest en is er dit jaar weer bij. Willem, laat even weten hoe het was.

dinsdag, juni 26, 2007

Weekendje wachten in Manaus

Terug uit Manaus. Vijfduizend kilometer gereisd voor een interview dat in het water viel, okidoki!

Niet dat ik er erg rouwig om ben dat ik de Amazone voor het eerst heb mogen zien, maar het is wat lullig voor de krant.

Deze liet me immers uitvliegen voor een gesprek met de gevangen wetenschapper Marc van Roosmalen. Ik kan me niets verwijten; zo’n beetje het enige wat ik gedurende drie dagen in en rond de gevangenis níet heb gedaan om tot hem te komen, is met een stormram naar binnen beuken.

De directeur had me de vrijdagmiddag na aankomst al ‘nee’ gezegd, maar het is hier altijd zaak te blijven aandringen. De Belangen kunnen altijd in je voordeel kantelen (denk aan het interview met serieverkachter Johan S. vorig jaar, toen de politie me als tolk bij het verhoor liet aanschuiven).

Regels zijn hier weliswaar strikt en ruim in aantal, maar als het de juiste mensen uitkomt ook erg buigzaam. Het lukte via de bewakers nog bijna als familielid binnen te glippen (de man is net als ik hoogblond), totdat de directeur toevallig langsliep.

Marc's advocaten zeiden dat de cliënt de pers nog niet te woord wilde staan. Het kostte me alleen moeite op het woord van deze types Jacobse en Van Es af te gaan, die gewoon net zo lang met me solden (bel dan, bel hem, bel haar, bel zus, bel zo, ik bel je terug) tot ik gisteren terug moest vliegen.

Volgens de familie van Marc zijn het malafide figuren. Ze vroegen gelijk 30.000 euro over te maken voor de verdediging, een exorbitant bedrag voor deze zaak, aldus andere advocaten (‘met 4000 euro was hij al vrij geweest’).

De cliënt is nog niet vrij, omdat ze niet meteen om voorlopige vrijlating hebben gevraagd, een standaardhandeling waarmee witteboordencriminelen standaard weten te voorkomen dat ze in de cel belanden bij de shampoo- en kippendieven zónder geld voor advocaten.

Het schijnt dat De Volkskrant me gisteren heeft afgelost bij de gevangenispoort en tot dusver ook niet verder komt dan eindeloos soebatten en wachten. Wel balen. Hij komt naar verwachting binnen een week voorlopig vrij en loopt dan recht in de armen van de concurrent.

Hij overleeft het allemaal wel. De gevangenis heeft een slechte naam, maar ze laten de bekende gringo - zeker na mijn horzelige aanwezigheid - niks overkomen.

Bijgaand een foto van de advocaat met de aardbeientaart voor de jarige Marc. Hij ‘autoriseerde’ mij niet deze kiek te nemen. Tsja, de compositie is dan ook niet optimaal. Even later glipte Marc langs om zijn taart op te halen, te snel om er een foto van te nemen.

Ook alvast een toeristisch plaatje van badderende locals in de Rio Negro, vlak voordat deze samen met de Solimões in de Amazone opgaat.

Heb zondagmiddag nog aardig wat van de - hete en weinig bezoekenswaardige - stad gezien en wat nieuwe guarana-derivaten ingeslagen. De zaterdagavond stond in het teken van een wonderlijk koeiencarnaval in het lokale Sambodroom, waarover later meer.
-------------------------------------------------------------------------------
door Kieran Kaal
MANAUS, maandag

De Tilburgse wetenschapper Marc van Roosmalen, dit weekend zestig geworden in een gevaarlijke Braziliaanse gevangenis, heeft het overgrote deel van zijn veertien jaar celstraf gekregen voor het weggooien van steigerpijpen waarmee hij kooien voor weesaapjes in zijn tuin had gebouwd.

Volgens familieleden heeft de eigenzinnige bioloog zich omringd met malafide advocaten.

Een afgebladderd luik op bukhoogte vormt de ingang van de gevangenis in de broeierige Amazonestad Manaus, waar de voormalige ‘Held van de Planeet’ zijn tragische val beleeft. Binnen sijpelt in de gang naar de directeurskamer urine onder een deur door.

Directeur Vieira de Lima staat paf als hij hoort over de illustere gast binnen zijn muren. “Bij de liefde van God, echt waar? Dan ben ik goed de klos als hem iets overkomt.”

Een dag later is de wereldberoemde ‘soortenjager’, de ontdekker van de Prins-Bernhard-aap, jarig en heeft hij een eigen plekje met matras in de kerk van de gevangenis. Zijn jonge Braziliaanse vrouw brengt een aardbeientaart samen met de advocaat, die de pers mijdt en “nog” niet toelaat tot zijn cliënt. De Telegraaf vangt enkel een glimp op van de magere, maar niet ziek ogende gevangene.

Betrokkenen stellen dat hij allang vrij had kunnen zijn. “De advocaten hebben bij het in beroep niet meteen voorlopige vrijlating aangevraagd. Ze hebben er financieel belang bij om de zaak moeilijker te maken dan hij is”, zegt zijn zoon Vasco van Roosmalen (31).

Lokale advocaten die buiten de zaak staan, vinden het vreemd dat Dr. Van Roosmalen, die door zijn titel recht heeft op een voorkeursbehandeling, nog niet is overgeplaatst naar een gevangenis met een zachter regime. Buitenlandse Zaken zet zich niet in voor zijn zaak, omdat de genaturaliseerde Braziliaan sinds 1997 formeel Nederlander af is.

De buitengewoon hoge strafmaat zit hem, naast één jaar cel voor het zonder vergunning houden van apen en één voor illegaal transport van orchideeën, vooral in twaalf jaar cel voor het “misbruik van staatseigendommen.” Dat zijn in de eerste plaats de doe-het-zelf kooien die hij als oud-ambtenaar na de inbeslagname van de ‘gestolen’ apen heeft zoekgemaakt. Met een solide verdediging was de straf nooit zo hoog uitgevallen, aldus betrokkenen.

Echtgenote Vivian Garcia (27) zegt dat de natuurbeschermer onder “continue dreiging” van vooral vijandige houthandelaren leefde. Maar volgens het Braziliaanse milieuorgaan Ibama moet “ook een onderzoeker van internationale faam zich aan de regels houden bij het gebruik van genetisch erfgoed.”

Een bekende vindt dat Van Roosmalen het zijn vijanden ook zelf makkelijk heeft gemaakt. “Je kunt niet door het bos lopen en doen wat je wil. Marc zou eens moeten erkennen dat hij niet in zijn eigen wereld woont.”



donderdag, juni 21, 2007

Limo in Rio


Tsja, weer even een lauwe hap uit de krant van vanochtend. Voor wie niet bekend is met Wakker Nl: dit is nou typisch zo'n stukje voor het Stan Huygens Journaal.

Mijn donderdag ging goeddeels op aan het versieren en opzetten van een reisje naar Manaus morgenochtend vroeg. Voor het eerst naar de Amazone! Een apenkenner in de gevangenis opzoeken. Het zijn mooie tijden.

Al belooft de vliegreis wederom een puinhoop te worden, want de helft van de Braziliaanse vluchten is deze week minstens een uur vertraagd. Ergens begin volgende week terug.
---------------------------------------------------------------------------------
BRAZILIAANS AVONTUUR

„We hebben de limousine gisteren in zes uur van São Paulo naar Rio de Janeiro gereden. Hij liep als een trein!”

De acht meter lange Chevrolet Grand Blazer van Maurice en Arles Melet trok veel bekijks langs het tjokvolle strand van Flamengo. Het was het startschot voor een unieke verhuurservice van de broers uit Leiden: Rio Limo.

Om de glanzende zwarte slee op maat te krijgen lieten ze een fabrieksmodel open zagen en 2,5 meter extra blik tussen voor- en achterdeuren inpassen. Met ijskoude champagne, kaviaar, 3000 watt muziek aan boord en een dak dat open kan, kunnen de ‘cariocas’ vanaf nu hun eigen exclusieve feestjes bouwen op de weg.

Het idee en het startkapitaal komen van Arles (34) – werkzaam in Londen, maar wild van Rio – en Maurice (21) trekt ter plaatse aan de touwtjes.

Maar limousinehuur, is dat wel zo’n goed plan in een arme stad waar carjacking aan de orde van de dag is?

Maurice: „Een limo als deze vind je nergens in Rio, een dief raakt hem onmogelijk kwijt. En we kunnen de wagen van afstand volgen en blokkeren.”

Geld genoeg in de stad, denken de broers. Zeker in de luxe wijk Barra, het klein-Miami van Rio, dat de thuishaven wordt. De Braziliaanse chauffeur komt voor 700 euro voorrijden, “alleen niet in sloppenwijken.”

Maurice heeft het ondernemersvuur al jong te pakken. “Je kunt wel risico’s blijven verzinnen, maar een mooi idee moet je gewoon uitvoeren.”


woensdag, juni 20, 2007

Darwin over Brazilië: verrukkelijk poepland


In São Paulo loopt een mooie tentoonstelling over Charles Darwin, die in 1832 in Brazilië was.

De jonge Charles had een hekel aan slavernij en voelde zich hier daarom niet op zijn gemak. Nadat de Beagle na een paar maanden onderzoek is afgemeerd, luidt de vernietigende conclusie in Darwin's dagboek.

“A land also of slavery, and therefore of moral debasement...On the 19th of August we finally left the shores of Brazil, I thank God, I shall never again visit a slave-country.”

Maar Charles was ook verrukt over de soortenrijkdom in de Braziliaanse bossen. 68 soorten kevers in het regenwoud in Rio! Net als ik woonde hij een tijdje aan de baai van Botafogo.

During the remainder of my stay at Rio, I resided in a cottage at Botofogo Bay. It was impossible to wish for anything more delightful than thus to spend some weeks in so magnificent a country.

In England any person fond of natural history enjoys in his walks a great advantage, by always having something to attract his attention; but in these fertile climates, teeming with life, the attractions are so numerous, that he is scarcely able to walk at all.


Charles schroomde ook niet “de stoffige laarzen van een Braziliaanse bureaucraat te kussen” om toestemming te krijgen voor tochten in Rio's achterland. Daar beleeft de Brit - toen nog zonder de koloniale witte baard - een schokkende ontmoeting.

“I was crossing a ferry with a negro, who was uncommonly stupid. In endeavouring to make him understand, I talked loud, and made signs, in doing which I passed my hand near his face. He, I suppose, thought I was in a passion, and was going to strike him; for instantly, with a frightened look and half-shut eyes, he dropped his hands.

I shall never forget my feelings of surprise, disgust, and shame, at seeing a great powerful man afraid even to ward off a blow, directed, as he thought, at his face. This man had been trained to a degradation lower than the slavery of the most helpless animal.”
(Charles Darwin, Voyage of the Beagle (1839), Chapter II)

Soit, verstandige man die Darwin. En? Nou, officieel is de slavernij hier in 1888 – onder Britse druk – dan wel afgeschaft, maar Charles zou zich hier nog steeds opvreten, want slavernij is, weliswaar verkapt, springlevend.

Niet alleen onder de suikerrietkappers in São Paulo, maar ook in mijn supermarktje. Ik doe mijn inkopen vaak bij een soort Lidl, zo dichtbij en goedkoop dat je de stank en het gewurm door een meterbreed gangpad voor lief neemt.

De keten heet Cariocão en wordt gerund door een norse Portugees, die zijn kont afveegt met arbeidsregels. Laatst stond de groentejongen om 19u te werken terwijl hij om 5.30u was begonnen.

Collega van de avonddienst ziek? Ok, werk jij dan maar 15 uurtjes, aldus de Portugees. ‘Krijg je dan overuren betaald?’, vroeg ik. ‘Nee.’ ‘Wat doe je hier dan nog?’ Geen alternatief, je begrijpt.

Ik weet na een jaartje shop talking in de Lidl dat dit schering en inslag is. ‘Help me aan iets anders. Wat dan ook’, vraagt de donkere caissière me dan ook telkens.

Ze komt uit Pavuna, zoals kleine luyden met dit soort banen steevast uit de verre buitenwijken komen. Ze verdient het absurd lage minimumloon van 375 reais (150 euri) en pakt per dag vier bussen voor het werk, waarvan ze er twee vergoed krijgt. Dat betekent dat van de 375 reais die ze met zo’n 200 uur werk verdient, elke maand 80 reais aan vervoer opgaan.

Mijn kosten als ik een maandje boodschappen doe bij de Lidl: 300 reais. Dag minimumloon. Geen wonder dat je hier met 'creatieve' mensen te maken krijgt.

Ok, dit is de Lidl. Maar heus representatief voor de hondse wijze waarop de Braziliaanse arbeider wordt behandeld. Darwin denkt in het citaat met een ‘uncommonly stupid’ persoon van doen te hebben, maar die indruk maken deze groenteman en caissière niet (sommige collega’s wel overigens).

Gewoon jonge mensen die op een dood spoor opgroeien en er niet afkomen. Ze doen er trouwens niet minder vrolijk om.

Hoe dan ook, Darwin's humanistische blik op Brazilië is een aanrader.

maandag, juni 18, 2007

Fietsen in Rio - nu ook binnen

Ben me druk aan het inlezen voor een interview met de burgemeester van Rio morgen. Spannend, groter vis mocht ik hier nog niet aan de tand voelen.

Ter afleiding dit stuk dat een paar dagen geleden in de Financiële Telegraaf stond. Overigens is buiten fietsen hier randje winter nog altijd best prettig (zie De vraagbaak -->Fietsen in wereldsteden --> Rio).

------------------------------------------------------------------------------------
Wielerbaanarchitect Sander Douma streek zeven weken geleden met zestig kilometer aan Siberische latten, driehonderd spanten en 450.000 Hollandse spijkers neer in Rio de Janeiro. Of de oud-renner uit Stompetoren snel een baan in elkaar kon timmeren voor de Pan-Amerikaanse Spelen die hier in juli beginnen? Het kunststukje, zijn twaalfde wereldwijd, is klaar. “Een wielerbaan is als een vrouw. Hij wordt mooi door het goed proportioneren van de rondingen.”

Een maand voor de opening van de spelen zijn de stadions op het oud-Formule-1-circuit aan de Lagune van Jacarepaguá nog één krioelende bouwput. Het is een race tegen de klok voor de organisatie, die toch al onder vuur ligt vanwege het met ruim 700% overschrijden van de begroting, tot 1,15 miljard euro.

Terwijl de laatste hand werd gelegd aan de buitenkant van Rio’s eerste velodroom, waren Nederlandse en Braziliaanse timmermannen binnen elke dag van zeven tot zeven met de baan in de weer. De Arbo-wet? “Je moet je een beetje aanpassen,” lacht Douma. “Veel veiligheidsvoorschriften in Nederland zijn toch overdreven. Het is prettig werken hier.”

Volgens de kwieke zestiger, die ook de olympische baan van Athene ontwierp, ging het licht voor de klus – prijskaartje: 700.000 euro – begin dit jaar op groen. De bureaucratische veldslag om elf containers materiaal en gereedschap langs de Braziliaanse douane te loodsen, moest toen nog beginnen.

Douma zweert voor zijn binnenbanen bij het hout van de Siberische lariks. ”De boom heeft door de trage groei in de kou dunne jaarringen, wat de nerven in het hout fijner maakt. En het schaarse zonlicht maakt de stam kaarsrecht, waardoor de latten langer zijn.”

Een computer helpt Douma bij het bepalen van de verhoudingen van de 250-meterbaan. “Het belangrijkste is dat de overgang van de bocht naar het rechte stuk vloeiend is. En ik heb de bochten ditmaal vrij steil en iets langer gemaakt, dat rijdt lekker.”

Aangezien de geboren Fries geen woord Portugees spreekt, werd hij in Rio wegwijs gemaakt door de Nederlander Peter van Voorst Vader. De oud-directeur van Shell en de Braziliaanse fastfoodketen Bob’s vindt het “jammer” dat de bouw van het velodroom op haastwerk is uitgelopen.

“Het stadion is ongeschikt voor evenementen ná de spelen. En baanwielrennen is in Brazilië niet groot genoeg om het budgetneutraal mee uit te baten.”

Douma is alweer bezig met de volgende steden die interesse hebben in zijn ambachtelijke exportproduct, het Bulgaarse Plovdiv en Teheran, in Iran. “Het is prachtig om banen aan te leggen in landen zonder wielercultuur. Dat geeft mijn sport en die landen weer een zetje.”

vrijdag, juni 15, 2007

Wie heeft de langste?

Wereldnieuws net op het Braziliaanse journaal. Niet de Nijl, maar de Amazone is de langste rivier ter wereld!

De meest waterrijke was hij al.

Peruaanse en Braziliaanse onderzoekers bevestigen nu eerdere aannames dat het stroompje niet ontspringt op de Huagra-berg in Peru, zoals lang gedacht, maar op de zuidelijker gelegen Mismi. Waarmee de Amazone zou worden opgerekt van 6516 naar 6800 kilometer.

De Nijl heeft er 6695. Ben benieuwd wat Egyptisch-Soedanese wetenschappers hierop verzinnen.

Overigens is het de wetenschappers nog niet duidelijk waar precies op de Mismi de bron ligt. Er zijn twee kandidaat-bronnen. Een volgende expeditie in de droogtetijd (oktober) moet uitwijzen welke de meest substantiële is.

donderdag, juni 14, 2007

Indianen googlen op leven en dood


Stukje in Wakker Nederland van vandaag over bedreigde indianen die de hulp van Google Earth inroepen. Op de foto de Suruí (vage peniskoker heeft die man!)
----------------------------------------------------------------------------------
Indianen hebben de mogelijkheden van het alziende oog van Google Earth ontdekt. De Braziliaanse Suruí-stam gaat in zee met het Amerikaanse bedrijf om criminele houthakkers en mijnwerkers in het eigen reservaat te kunnen bespioneren.

Opperhoofd Almir Suruí reisde uit de diepten van het Amazonewoud naar Silicon Valley om Google te vragen zijn gebied via hoogwaardige satellietbeelden scherper in beeld te brengen. Google reageert gewillig en hoopt dat meer stammen volgen om zichzelf en het regenwoud te beschermen.

De Suruí leerden met hulp van de ngo Amazon Conservation Team al hoe ze de coördinaten van ontboste en vervuilde plekken in hun reservaat kunnen vastleggen op handzame GPS-apparaatjes.

Ook aan laptops ontbreekt het niet. Het idee is dat indringers met beelden van hogere resolutie eerder tegen de lamp lopen.

Volgens de universitair geschoolde Almir zijn de laatste vijf jaar elf stamhoofden vermoord in het gebied en dreigt hij zelf de volgende te worden.

De Braziliaanse grondwet reserveert 11 % van het land voor circa 700.000 overgebleven indianen, maar meer dan 60 % van dit gebied wordt op leven en dood betwist door grootgrondbezitters en allerhande illegale gelukszoekers.
----------------------------------------------------------------------------------
Ter aanvulling een meer uitgebreide reactie van Google die ik net binnen krijg.

“We have offered to assist Chief Almir in the creation of Google Earth layers that tell the story of the Surui's struggle to preserve their land and culture.

We have also offered to incorporate higher resolution imagery of the region if it is available from our third party imagery data providers. If you look at the Surui land today in Google Earth, you'll see their "island" of healthy green rain forest is surrounded almost completely by clear-cut, barren land.

The stark contrast at their boundary is dramatic, and conveys vividly what is at stake.”

woensdag, juni 13, 2007

Braziliaanse Bronson

Om te beginnen met een zinsnede van mijn favoriete en de meest melige journalist van Brazilië, Macaco (‘Aap’) Simão: ‘In Brazilië is zelfs Charles Bronson een bandiet.’

De besnorde man in kwestie (zie foto) is Zuleido Veras, voor vrienden ‘Charles Bronson’ (de bekende boevenverdelger) of ‘De Mexicaan’.

Als baas van het bouwbedrijf Gautama – ja, Zuleido heeft een boeddhatempeltje in zijn miljoenenvilla – is hij de spil in een klassieke bouwfraude die zich als een olievlek over de politiek verspreidt.

Op de andere foto (beneden) staat één van Bronson’s tientallen frauduleuze werken: een brug die niets met helemaal niets verbindt.

Hij staat in Maranhão, één van de noordoostelijke Braziliaanse deelstaten waar maffiose clans als de Zuleido's al graaiend het brute potentieel van dit land smoren.



maandag, juni 11, 2007

Zoek de mulat

Ziehier de 18e-jarige eeneiige tweeling Alex (l.) en Alan (r.) Teixeira da Cunha, zonen van een zwarte vader en een blanke moeder.

Het geval wil dat beide broers willen studeren op de Universiteit van Brasilia, die 20% van haar studieplekken reserveert voor zwarten, indianen en mulatten (halfbloeden) reserveert.

De jongens stuurden een fotootje naar de ballotagecommissie. Alan werd als kleurling beoordeeld. Doch Alex werd te bleek bevonden. Totdat hij beroep aantekende en de keuzeheren onder enige mediadruk overstag gingen.

Alan is overigens tegen de in zijn ogen “racistische” kleurquota. In voortrekken op basis van (laag) gezinsinkomen ziet hij wel heil.

Zie verder mijn stukje dat vorige week in De Telegraaf stond.
----------------------------------------------------------------------------------
Brazilië staat bekend om zijn relaxte raciale verhoudingen. Niemand ligt er wakker van het gebruik van het woord ’negão' (neger) en expliciet racisme is schaars.
Maar zwarten vormen wel het grote merendeel van de Braziliaanse onderklasse.

Om dat te veranderen is de regering van president Lula voorstander van het voortrekken van zwarten (en indianen) aan de poort van de gewilde gratis openbare universiteiten, ongeacht hun individuele prestaties. Studenten in spe moeten dus letterlijk kleur bekennen.

Critici zien dat als een miskenning van de etnische smeltkroes waarin Brazilië is veranderd door eeuwenlang ’biologisch carnaval’ tussen indianen, Europese kolonisten en zwarte slaven. Bijna vier op de tien Brazilianen beschouwt zich als halfbloed.

Eigenlijk is dat weinig, zo leerde een leuk onderzoek deze week. Daarin werd het dna van Afro-Brazilianen onder de loep genomen en wat bleek: de Braziliaanse genencocktail is nog steviger geschud dan de gemêleerde gezichten op straat doen vermoeden.

Zo is het erfelijk materiaal van de zwarte sambazanger Neguinho da Beija-Flor (’Negertje van de Kolibrie’) tot zijn stomme verbazing voor twee derde Europees, minder dan een derde Afrikaans en een vleugje indiaans. Een blanke neger dus, genetisch gesproken!

Een koffiebruine turnster kwam met de verhouding 40-40-20 uit de bus als ’prototype Braziliaan’. Een rastazanger scoorde met 85,1 procent Afrikaanse genen het hoogst onder de bekende zwarte Brazilianen.

Zijn reactie: „Als ik 100 procent neger was geweest, had ik een schadevergoeding voor de slavernij kunnen vragen. Maar helaas ben ik ook zoon van de schuldigen.”

Proefpersonen die zich in hun zwarte soul aangetast voelden, kregen van onderzoeksleider Sérgio Pena – werkend met een foutmarge van 5 tot 10 procent – te horen dat huidskleur genetisch net zo belangrijk is als de kleur van een auto. „Het verschil tussen blank en zwart is als dat tussen een gele Fiat en een rode Fiat.”

Genetisch gezien snijdt het goedbedoelde hokjesdenken van links Brazilië geen hout. In de praktijk is het op zijn minst gevoelig voor willekeur, misbruik en irritatie onder studenten.