Column uit De Telegraaf van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------------------
Het is op zondagen een feest om rond te hangen op de Avenida Paulista, een dan autovrije boulevard vol geurige eetstandjes en straatmuzikanten. Op een terras waar het lekkerste broodje van São Paulo wordt geserveerd, hengelt een aanhanger van ’de Braziliaanse Trump’ naar een praatje over de presidentsverkiezingen die in oktober worden gehouden in het Zuid-Amerikaanse land.
Een buitenkansje, want in mijn kennissenkring ontmoet ik zelden iemand die deze Jair Bolsonaro verdedigt. Toch gaat de conservatieve kandidaat aan kop in de peilingen sinds oud-president Lula definitief uit de race lijkt door een gevangenisstraf wegens corruptie.
Mijn amigo op het terras hoort bij de groep waaronder Bolsonaro het meest populair is: blanke jongemannen die hun middelbare school hebben afgemaakt. De blonde student ziet geen probleem in de vele omstreden uitspraken van de oud-legerkapitein.
Brazilianen houden volgens Bolsonaro niet van homo’s, indianen zouden ’stinken’ en een ’oerlelijk’ vrouwelijk Kamerlid ’verdiende’ het niet om te worden verkracht. „Soms overdrijft hij een beetje”, zo krijg ik uitgelegd. „Net als Trump. Waar het om gaat, is dat alleen Bolsonaro Brazilië weer veilig kan maken.”
Nu het ergste van de economische crisis voorbij lijkt, is de criminaliteit de grootste zorg van de kiezers. Bolsonaro wil het absurde stedelijke geweld (zestigduizend moorden per jaar!) met geweld bestrijden. Zo moet de politie meer ’bandieten’ vermoorden.
Door wapenbezit grotendeels vrij te geven, kunnen ’goede burgers’ daarbij een handje helpen. „Dan bedenken boeven zich wel twee keer voor ze wat uithalen. Want anders is het bam, bam, bam”, lacht de student terwijl hij een denkbeeldige trekker overhaalt.
Als ik weinig enthousiast reageer, bekoelt de sfeer op het terras. „Ach, jullie journalisten begrepen ook niets van de opkomst van Trump. Je merkt het wel in oktober.”
vrijdag, mei 18, 2018
Abonneren op:
Posts (Atom)