Uit de krant van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
“Je kunt hier dagenlang onopgemerkt dood op straat liggen.” Het was voor de diplomatenvrouw even wennen aan de residentie in de villawijk Morumbi in São Paulo.
Ze kijkt uit op een tientallen meters hoge muur van de overbuurman. Ook een blokje om lopen om de buren te leren kennen heeft weinig zin. Als er al een stoep naast de weg ligt, is het een mijnenveld. Met de auto ben je immers ook zo in de supermarkt.
Waar Zuid-Amerikaanse metropolen als Rio en Buenos Aires borrelen van het leven op straat, vormt São Paulo een extreme uitzondering. De bewoners zijn vies van hun eigen openbare ruimte.
Ok, de stad is geen toppunt van schoonheid en een strand heeft ze ook al niet. Maar het klimaat is lekker en er groeit zo randje tropen toch aardig wat groen in de betonnen jungle.
Het kan de ‘paulistanos’ niet bekoren. Verschanst in anonieme woontorens, kruipen ze bumper aan bumper van parkeergarage naar parkeergarage de stad door.
De jongste trend: privébossen achter de hekken planten, teneinde de bewoners de tocht naar zo'n eng publiek park te besparen.
Het stadsbestuur doet zo nu en dan een poging om de bevolking samen de straat op te krijgen. De meest geslaagde is een jaarlijks spektakel dat deze maand voor de vijfde maal werd georganiseerd, de Virada Cultural.
Dit is een 24-urige cultuurmarathon van achthonderd optredens door de hele stad. Plots liepen er vier miljoen mensen op straat!
Het verlaten centrum bleek over onvermoede charmes te beschikken. Historische gebouwen begonnen spontaan te glimmen van zoveel aandacht.
Er was veel politie op de been en voor de verandering functioneerde het openbaar vervoer ’s nachts. Van pleinvrees was spontaan niets meer te merken. Voor herhaling vatbaar, burgemeester!
Wie zich wil vergapen aan de overweldigende lelijkheid van São Paulo, kan van 30 mei tot en met 23 augustus terecht in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. De tentoonstelling heet ‘Brazil Contemporary’.
vrijdag, mei 15, 2009
Narconijlpaarden
Column van een tijdje terug.
-------------------------------------------------------------------------------------
Het zal je gebeuren als nijlpaard. Eerst zet een of andere halve zool met te veel geld je ongevraagd op een vliegtuig naar Colombia. Ben je net een beetje gewend aan je nieuwe thuisland, openen ze de jacht op je als ongewenst vreemdeling. Muchas gracias!
Het is allemaal de schuld van Pablo Escobar, de schatrijke drugsbaron die zijn landgoed Napoles zo nodig moest omtoveren in een safaripark. Ver van de Serengeti liet hij Afrikaanse olifanten, giraffes, leeuwen en vier nijlpaarden ronddartelen tussen zijn cokevliegtuigjes, dinosaurusbeelden en jetski’s.
Met de dood van Escobar in 1993 werd het leven van de dieren nogmaals op zijn kop gezet. De meesten vonden onderdak in dierentuinen, maar twee hippo’s pasten daarvoor. Het eigenzinnige duo was met geen stok uit de tropische meertjes van het dode baasje te krijgen.
In de jaren die volgden raakte de hacienda in verval en konden de roze kolossen zich uitleven tussen de overwoekerde ruïnes. Door familie-uitbreiding zijn de Colombiaanse nijlpaarden tegenwoordig met een stuk of twintig. Het is alleen gedaan met hun rust, want het landgoed is anderhalf jaar geleden veranderd in een pretpark.
Een verliefd stel hippo’s besloot al die polonaise aan het lijf niet af te wachten en maakte zich nog voor de opening uit de voeten. Het paar stoomde vrolijk op naar de Rio Magdalena – zeg maar de Rijn van Colombia – en kreeg onderweg een kalfje.
Helaas loopt het avontuur niet goed af. Paps en mams verloren elkaar uit het oog en het mannetje, schoon aan de haak zo’n anderhalve ton zwaar, leefde een tijdje triest alleen onder een brug.
Daar kreeg het temperamentvolle Afrikaanse dier het aan de stok met vissers die een rotherrie maken met motorboten. Ook koeien die zich op ‘zijn’ territorium wagen, zijn hun leven niet zeker. Reden voor boeren om het vuur op hem te openen.
Een club natuurbeschermers heeft nu opdracht gekregen om het dolende trio in de kraag te vatten. Ze zetten daartoe ijzeren kooien vol gras, bananen, sla, kool en wortels in struikgewas op de oever.
Wie een mooi plekje weet voor de arme ‘narconijlpaarden’, kan zich melden via www.fvsn.org.
-------------------------------------------------------------------------------------
Het zal je gebeuren als nijlpaard. Eerst zet een of andere halve zool met te veel geld je ongevraagd op een vliegtuig naar Colombia. Ben je net een beetje gewend aan je nieuwe thuisland, openen ze de jacht op je als ongewenst vreemdeling. Muchas gracias!
Het is allemaal de schuld van Pablo Escobar, de schatrijke drugsbaron die zijn landgoed Napoles zo nodig moest omtoveren in een safaripark. Ver van de Serengeti liet hij Afrikaanse olifanten, giraffes, leeuwen en vier nijlpaarden ronddartelen tussen zijn cokevliegtuigjes, dinosaurusbeelden en jetski’s.
Met de dood van Escobar in 1993 werd het leven van de dieren nogmaals op zijn kop gezet. De meesten vonden onderdak in dierentuinen, maar twee hippo’s pasten daarvoor. Het eigenzinnige duo was met geen stok uit de tropische meertjes van het dode baasje te krijgen.
In de jaren die volgden raakte de hacienda in verval en konden de roze kolossen zich uitleven tussen de overwoekerde ruïnes. Door familie-uitbreiding zijn de Colombiaanse nijlpaarden tegenwoordig met een stuk of twintig. Het is alleen gedaan met hun rust, want het landgoed is anderhalf jaar geleden veranderd in een pretpark.
Een verliefd stel hippo’s besloot al die polonaise aan het lijf niet af te wachten en maakte zich nog voor de opening uit de voeten. Het paar stoomde vrolijk op naar de Rio Magdalena – zeg maar de Rijn van Colombia – en kreeg onderweg een kalfje.
Helaas loopt het avontuur niet goed af. Paps en mams verloren elkaar uit het oog en het mannetje, schoon aan de haak zo’n anderhalve ton zwaar, leefde een tijdje triest alleen onder een brug.
Daar kreeg het temperamentvolle Afrikaanse dier het aan de stok met vissers die een rotherrie maken met motorboten. Ook koeien die zich op ‘zijn’ territorium wagen, zijn hun leven niet zeker. Reden voor boeren om het vuur op hem te openen.
Een club natuurbeschermers heeft nu opdracht gekregen om het dolende trio in de kraag te vatten. Ze zetten daartoe ijzeren kooien vol gras, bananen, sla, kool en wortels in struikgewas op de oever.
Wie een mooi plekje weet voor de arme ‘narconijlpaarden’, kan zich melden via www.fvsn.org.
Abonneren op:
Posts (Atom)