Een van mijn Telegraaf-stukjes over de Braziliaanse presidentsverkiezingen van morgen.
---------------------------------------------------------------------------------
Kaneelkleurig, sinaasappel, honingachtig, rood; het klinkt als een verzameling theesoorten maar het zijn vier van de 134 huidskleuren die de Brazilianen zich toedichtten bij de volkstelling van 1976.
Tegenwoordig wordt de regenboognatie in grofweg drie hokjes verdeeld door het landelijke statistiekbureau: blank (48%), halfbloed (43%) en zwart (8%). Wel zo overzichtelijk.
Gekleurde Brazilianen zijn licht in de meerderheid maar leverden nooit de president. In de huidige verkiezingsrace leek dit te gaan veranderen door de opkomst van de donkere Marina Silva.
Het getinte kleurtje van de kandidate was nauwelijks noemenswaardig in de campagne. Dat was in de VS en Zuid-Afrika wel anders bij de opkomst van Obama en Mandela. In het meer gemengde Brazilië, dat nooit officiële segregatie heeft gekend, liggen raskwesties minder gevoelig.
Het gekke is dat huidskleur plots wel een verkiezingsthema is nu er twee lelieblanke kandidaten zijn overgebleven voor de beslissende tweede ronde van komende zondag. Sinds het verrassende afvallen van Silva doet de herkiesbare presidente Dilma Rousseff zich voor als beschermvrouwe van gekleurde Brazilianen.
„Ik ben eigenlijk een beetje donker”, zei de dochter van een Bulgaar en een blanke Braziliaanse in Salvador, het hart van Afro-Brazilië. Konden de overwegend donkere locals geen plekje voor haar regelen in de beroemde lokale drumband Olodum?
Rousseff gaat in sommige tekeningen op haar campagnesite getooid met flitsende afro- en rastakapsels. Intussen wordt oppositiekandidaat Aécio Neves in verkiezingsspotjes weggezet als blanke rijkeluiszoon zonder hart voor het arme donkere noorden.
Voorlopig plukt ’donkere Dilma’ de vruchten van het tweespalt zaaien. Dankzij een grote voorsprong in het noorden ligt ze in de peilingen iets voor op Neves.
zaterdag, oktober 25, 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)