Uit De Telegraaf van vandaag.
---------------------------------------------------------------------------------
Blowers in Uruguay paffen, een jaar na de complete legalisering van cannabis, nog steeds massaal via de zwarte markt. De verkoop van staatswiet via apotheken is vertraagd en gebruikers hikken aan tegen het wietregister. Drinkers en sigarettenrokers hoeven zich toch ook niet bij de overheid te melden?, zo redeneert menig marihuanaliefhebber.
Het gebruik van de drug is al sinds de jaren zeventig toegestaan in het Zuid-Amerikaanse gidslandje. De nieuwe wietwet reguleert ook de productie en de distributie.
De legale kweek loopt via drie kanalen. Ten eerste mogen volwassenen tot zes wietplanten in de eigen vensterbank zetten. Slechts twee- van de geschatte tienduizend thuistelers haalden de vereiste vergunning op bij het postkantoor. Maart was de deadline; de rest riskeert nu inbeslagname en een boete.
Ook voor de tweede optie, teelt via een cannabisclub, loopt het niet echt storm. Het land van 170.000 veelblowers telt twintig van deze kweekcollectieven. De leden (15 tot 45 per club) mogen samen 99 wietplanten houden, puur voor eigen consumptie.
Damian Collazo op de plantage van de cannabisclub De Vrijheid Koesteren, Uruguay Groeit (CLUC)
Een van de clubs heet De Vrijheid Koesteren, Uruguay Groeit (CLUC). De plantage gaat schuil achter een onopvallend rijtjeshuis in de hoofdstad Montevideo. In de huiskamer zitten vier leden onder genot van een stickie de oogst te verkruimelen op een doordeweekse ochtend.
"We kweken zestien soorten. Alles is organisch," vertelt het hoofd van de plantage Damian Collazo trots. Voor 23 euro krijgt ieder lid dertig gram per maand, aldus de agronomiestudent. "En de kwaliteit is beter dan op straat. Daar krijg je slecht spul uit Paraguay."
Later dit jaar komt wiet ook beschikbaar via de Uruguayaanse staat, zo belooft de regering van de nieuwe president Tabaré Vázquez. Alleen meerderjarige ingezetenen kunnen dan veertig gram per maand afhalen bij de apotheek. Prijs: een dollar per gram.
Inschrijving in het wietregister is evenwel verplicht. In een recente peiling zei tweevijfde van de blowers daar niets voor te voelen.
Verwerking van de oogst
dinsdag, april 21, 2015
zaterdag, april 04, 2015
Mokken en nietsdoen - Guantanamo-gevangenen ontevreden in Uruguay
Uit De Telegraaf van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------
Het kleine Uruguay zit in zijn maag met zes Guantanamo-gevangenen die het vorig jaar opving op verzoek van president Obama. De ex-terreurverdachten klagen steen en been en weigeren te werken.
Stank voor dank, vinden de Zuid-Amerikanen. „We nemen absoluut niemand meer op uit Guantanamo”, aldus de Uruguayaanse minister van Buitenlandse Zaken Nin Novoa. Dat belooft wat voor Nederland, dat door de VS ook is gevraagd gedetineerden uit de beruchte gevangenis op te nemen.
Het leek een droomverhuizing voor de mannen uit Syrië (vier), Tunesië en Palestina. Na een twaalfjarig verblijf in het beruchte strafkamp werden ze in december als vluchtelingen verwelkomd in Montevideo, de charmante hoofdstad van het vredige Uruguay. Ze wonen daar gratis in een huis van de lokale vakcentrale en krijgen 600 dollar zakgeld per maand.
Chagrijn is echter troef in het pand. In de statige hal zit de Syriër Jihad Dhiab (43) mokkend te skypen op de gemeenschappelijke computer. Als een sympathiserende latina hem een boek komt aanbieden om zijn Spaans te oefenen, grist hij het cadeau zonder bedankje uit haar handen.
Het huis in Montevideo waar de oud-gevangenen wonen
Dhiab loopt op krukken als gevolg van zijn hongerstakingen in Guantanamo. Dat weerhield hem er onlangs niet van om, gehuld in een oranje overall en zonder geldig reisdocument, op te duiken in buurland Argentinië. „Het voelt alsof we van de ene in de andere gevangenis zijn beland”, foeterde hij namens de groep op een persconferentie.
De Arabieren willen ieder een eigen woning en financiële steun om hun families naar Uruguay over te brengen. Ook vragen ze om de bouw van een moskee in Montevideo. De havenstad van 1,3 miljoen inwoners telt geen driehonderd moslims.
Tot werken voelen de gasten zich nog niet in staat. De vakcentrale bood hun tevergeefs banen aan in onder meer de bouw en de horeca. „Ze komen alleen buiten om vuilnis op de stoep te zetten”, zegt de naast hun huis werkende parkeerwachter Manuel Portela.
De moeizame aanpassing is een domper voor de vorige Uruguayaanse president José Mujica. Het brein achter het humanitaire gebaar kwam laatst op bezoek om het zestal te porren. Werk is de beste weg tot integratie, aldus de ex-guerrillero die zelf dertien jaar in een kerker overleefde door zijn eigen urine te drinken.
De uitkering loopt maximaal drie jaar, verzekerde Mujica. „Als ze dan nog niet werken, gaan ze naar de knoppen.”
-------------------------------------------------------------------------
Het kleine Uruguay zit in zijn maag met zes Guantanamo-gevangenen die het vorig jaar opving op verzoek van president Obama. De ex-terreurverdachten klagen steen en been en weigeren te werken.
Stank voor dank, vinden de Zuid-Amerikanen. „We nemen absoluut niemand meer op uit Guantanamo”, aldus de Uruguayaanse minister van Buitenlandse Zaken Nin Novoa. Dat belooft wat voor Nederland, dat door de VS ook is gevraagd gedetineerden uit de beruchte gevangenis op te nemen.
Het leek een droomverhuizing voor de mannen uit Syrië (vier), Tunesië en Palestina. Na een twaalfjarig verblijf in het beruchte strafkamp werden ze in december als vluchtelingen verwelkomd in Montevideo, de charmante hoofdstad van het vredige Uruguay. Ze wonen daar gratis in een huis van de lokale vakcentrale en krijgen 600 dollar zakgeld per maand.
Chagrijn is echter troef in het pand. In de statige hal zit de Syriër Jihad Dhiab (43) mokkend te skypen op de gemeenschappelijke computer. Als een sympathiserende latina hem een boek komt aanbieden om zijn Spaans te oefenen, grist hij het cadeau zonder bedankje uit haar handen.
Het huis in Montevideo waar de oud-gevangenen wonen
Dhiab loopt op krukken als gevolg van zijn hongerstakingen in Guantanamo. Dat weerhield hem er onlangs niet van om, gehuld in een oranje overall en zonder geldig reisdocument, op te duiken in buurland Argentinië. „Het voelt alsof we van de ene in de andere gevangenis zijn beland”, foeterde hij namens de groep op een persconferentie.
De Arabieren willen ieder een eigen woning en financiële steun om hun families naar Uruguay over te brengen. Ook vragen ze om de bouw van een moskee in Montevideo. De havenstad van 1,3 miljoen inwoners telt geen driehonderd moslims.
Tot werken voelen de gasten zich nog niet in staat. De vakcentrale bood hun tevergeefs banen aan in onder meer de bouw en de horeca. „Ze komen alleen buiten om vuilnis op de stoep te zetten”, zegt de naast hun huis werkende parkeerwachter Manuel Portela.
De moeizame aanpassing is een domper voor de vorige Uruguayaanse president José Mujica. Het brein achter het humanitaire gebaar kwam laatst op bezoek om het zestal te porren. Werk is de beste weg tot integratie, aldus de ex-guerrillero die zelf dertien jaar in een kerker overleefde door zijn eigen urine te drinken.
De uitkering loopt maximaal drie jaar, verzekerde Mujica. „Als ze dan nog niet werken, gaan ze naar de knoppen.”
Abonneren op:
Posts (Atom)