Uit de Financiële Telegraaf van vanochtend.
-------------------------------------------------------------------------------------
São Paulo is sinds zes jaar een megastad zonder billboards. Door de 'Wet Schone Stad' (Lei Cidade Limpa) zijn reclame-uitingen vrijwel overal taboe in de straten van de financiële hoofdstad van Brazilië.
Een ramp voor reclamemakers, maar 90% van de 11,3 miljoen inwoners steunt de gemeentelijke strijd tegen 'visuele vervuiling'. Reden voor de nieuwe burgemeester Haddad om vanaf 1 januari door te gaan met de wet van zijn voorganger Kassab (beide komen uit de grote Libanese gemeenschap van São Paulo).
"Het was alsof ik mijn stad opnieuw leerde kennen in 2007", zo juicht de advocate Sara Santos (24) dit toe. "Hele pleinen en parken waren tot dan onzichtbaar door reclame en politieke campagnes, die gelukkig ook onder de wet vallen."
Een minderheid van de 'paulistanos' vindt echter dat de stad, die verder overigens allesbehalve schoon is, aan charme heeft ingeboet. De betonzee São Paulo is door de wet nog grauwer geworden, treuren zij.
Ook kleine middenstanders klagen over de strenge regels. Zo mag een kleine winkel (tot tien meter breed) een naambord van hooguit 1,5 vierkante meter op de gevel dragen. Uithangborden zijn verboden. Per overtreding geldt een boete van € 3800. De wet wordt on-Braziliaans strak gehandhaafd, vooral in de rijkere, centrale wijken.
"Waardeloos, want ik heb geen geld om via media te adverteren", moppert Edivaldo Satunino terwijl hij een stel verwijderde uithangborden laat zien in het berghok van zijn kapperszaak. "Ik ben nu helemaal aangewezen op mond-op-mondreclame. Optreden tegen wildgroei prima, maar dit is veel te radicaal."
Op straatmeubilair, zoals bushokjes en digitale klokken, mag er wèl worden geadverteerd. Ook voor bepaalde evenementen, zoals het WK Voetbal in 2014, gelden uitzonderingen. Maar billboards en mascottes van FIFA-sponsoren worden alleen gedoogd rond en richting het Itaquerão-stadion, dat 1,5 jaar voor de openingswedstrijd nog in volle aanbouw is.
De reclame-industrie, die massaal op digitaal adverteren is overgestapt, zoekt intussen door naar mazen in de wet. Zo zie je vooral in weekenden veel 'levende reclamezuilen' op straat: scholieren en werklozen die bereid zijn om voor € 15 de hele dag een bord omhoog te houden. Dit is niet verboden.
Marcelo verdient € 15 per dag als 'levende reclamezuil'
Verder vechten adverteerders de 'Lei Cidade Limpa' nog steeds aan via justitie. In 2007 oordeelde het Braziliaanse hof dat de wet door de grondwettelijke beugel kan.
Maar onlangs was er een succesje voor de tegenstanders, toen twee 77-jarige dames uit São Paulo in beroep gingen tegen een boete van €25.000 wegens reclameborden in hun achtertuin. Een lokale rechter vond deze straf "buitenproportioneel".
maandag, december 24, 2012
dinsdag, december 04, 2012
Argentinië smult van Nina
Uit de krant van vanochtend.
------------------------------------------------------------------------------------
Argentinië ligt aan de voeten van 'La Holandesa'. Het sexy Aalsmeerse model Nina Schreuders (23) brak afgelopen weken door in de populairste tv-show van het land van Máxima.
"Ik kan het nog steeds niet geloven", vertelt de groenogige brunette in een trendy bar in de zonovergoten hoofdstad Buenos Aires. Een tafel achter haar zitten drie Argentijnse playboy's aandachtig naar haar ultrakorte broekje en doorschijnende blouse te kijken. "Mochten ze willen", lacht de diva na het afwimpelen van hun zoveelste aanval.
Na een paar geslaagde vakanties in Argentinië verhuisde Schreuders in 2010 van de polder naar de pampa. "Ik zat in een sleur in Nederland. Bovendien moet je in Europa een halve anorexiapatiënt zijn om hogerop te komen als model. Ik heb meer volle vormen en dat wordt hier wèl gewaardeerd."
Toch kon ze tot voor kort nog betrekkelijk rustig over straat in haar hippe buurtje Palermo Soho. Alles veranderde toen een vriendin haar uitnodigde voor een opname van Showmatch en haar voorstelde aan de bekende presentator Marcelo Tinelli. "Hij vroeg of ik één van zijn danseressen wilde worden. Ik ben helemaal geen danseres, dus het was best eng in het begin. 80% van de Argentijnen kijkt naar die show!"
Voorlopig hoogtepunt was een aflevering met een gastoptreden van sint en piet, waarin 'La Holandesa' liet zien dat ze vlot Spaans heeft geleerd. "Ik probeerde Tinelli uit te leggen dat sinterklaas geen Hollandse kerstman is, maar dat is geloof ik niet echt gelukt."
Omgerekend krijgt de oud-havoscholiere 1600 euro per maand om vier keer per week live op te draven in Showmatch. "Daar kan ik goed van leven hier. En ik krijg allerlei extraatjes. Ik word zelfs betaald om uit te gaan in bepaalde nachtclubs."
Ook de gevreesde Argentijnse roddelpers heeft 'Nina Francisca' (haar tweede naam bekt in het Spaans lekkerder dan 'Schreuders') inmiddels ontdekt. Volgens de paparazzi beleefde ze onlangs een hete nacht met de Uruguayaanse topvoetballer Diego Forlán. Ook speculeren ze druk over haar kansen om de 52-jarige Tinelli te veroveren, de meest gewilde vrijgezel van Argentinië.
"Hij is mijn baas, kom nou! En met Forlán heb ik alleen een avondje gezoend. Ik heb überhaupt nog nooit een serieuze relatie gehad. Ik woon alleen met mijn kat Miú en dat is voorlopig prima zo."
Nederland missen doet ze helemaal niet. "De mensen zijn hier warmer en er wordt veel meer op straat geleefd. Buenos Aires is een heerlijke stad."
Al te ver vooruit kijken wil ze verder niet. Komende zomermaanden duikt ze in het glamourcircuit van de Uruguayaanse badplaats Punta del Este, het Saint-Tropez van Zuid-Amerika. "Ik ga lekker genieten van dit succes. Dit moet je doen als je jong bent. Terug naar school gaan, dat kan altijd nog."
------------------------------------------------------------------------------------
Argentinië ligt aan de voeten van 'La Holandesa'. Het sexy Aalsmeerse model Nina Schreuders (23) brak afgelopen weken door in de populairste tv-show van het land van Máxima.
"Ik kan het nog steeds niet geloven", vertelt de groenogige brunette in een trendy bar in de zonovergoten hoofdstad Buenos Aires. Een tafel achter haar zitten drie Argentijnse playboy's aandachtig naar haar ultrakorte broekje en doorschijnende blouse te kijken. "Mochten ze willen", lacht de diva na het afwimpelen van hun zoveelste aanval.
Na een paar geslaagde vakanties in Argentinië verhuisde Schreuders in 2010 van de polder naar de pampa. "Ik zat in een sleur in Nederland. Bovendien moet je in Europa een halve anorexiapatiënt zijn om hogerop te komen als model. Ik heb meer volle vormen en dat wordt hier wèl gewaardeerd."
Toch kon ze tot voor kort nog betrekkelijk rustig over straat in haar hippe buurtje Palermo Soho. Alles veranderde toen een vriendin haar uitnodigde voor een opname van Showmatch en haar voorstelde aan de bekende presentator Marcelo Tinelli. "Hij vroeg of ik één van zijn danseressen wilde worden. Ik ben helemaal geen danseres, dus het was best eng in het begin. 80% van de Argentijnen kijkt naar die show!"
Voorlopig hoogtepunt was een aflevering met een gastoptreden van sint en piet, waarin 'La Holandesa' liet zien dat ze vlot Spaans heeft geleerd. "Ik probeerde Tinelli uit te leggen dat sinterklaas geen Hollandse kerstman is, maar dat is geloof ik niet echt gelukt."
Omgerekend krijgt de oud-havoscholiere 1600 euro per maand om vier keer per week live op te draven in Showmatch. "Daar kan ik goed van leven hier. En ik krijg allerlei extraatjes. Ik word zelfs betaald om uit te gaan in bepaalde nachtclubs."
Ook de gevreesde Argentijnse roddelpers heeft 'Nina Francisca' (haar tweede naam bekt in het Spaans lekkerder dan 'Schreuders') inmiddels ontdekt. Volgens de paparazzi beleefde ze onlangs een hete nacht met de Uruguayaanse topvoetballer Diego Forlán. Ook speculeren ze druk over haar kansen om de 52-jarige Tinelli te veroveren, de meest gewilde vrijgezel van Argentinië.
"Hij is mijn baas, kom nou! En met Forlán heb ik alleen een avondje gezoend. Ik heb überhaupt nog nooit een serieuze relatie gehad. Ik woon alleen met mijn kat Miú en dat is voorlopig prima zo."
Nederland missen doet ze helemaal niet. "De mensen zijn hier warmer en er wordt veel meer op straat geleefd. Buenos Aires is een heerlijke stad."
Al te ver vooruit kijken wil ze verder niet. Komende zomermaanden duikt ze in het glamourcircuit van de Uruguayaanse badplaats Punta del Este, het Saint-Tropez van Zuid-Amerika. "Ik ga lekker genieten van dit succes. Dit moet je doen als je jong bent. Terug naar school gaan, dat kan altijd nog."
woensdag, november 21, 2012
'Zonnesmid' maakt afvaljuweel voor Máxima
Uit De Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
In zijn zelfgemaakte 'zonnesmederij' staat afvalkunstenaar Jan Eric Visser een juweel te branden onder de tropenzon van São Paulo. "Voor prinses Máxima. Ik heb al het materiaal op straat gevonden, van het brandglas tot het goudpapier. Afval is het nieuwe goud", vertelt de excentrieke Rotterdammer in de tuin van het Museu da Casa Brasileira.
Prins Willem-Alexander, die deze week met prinses Máxima in het kielzog van een Nederlandse handelsdelegatie een werkbezoek brengt aan Brazilië, kan het sieraad vandaag, als hij de expositie komt bekijken, zó meenemen.
Binnen bezoeken nieuwsgierige Brazilianen nu al dagen de tentoonstelling 'My waste is your waste', die volgend jaar verhuist naar het Museum of the Image (MOTI) in Breda.
Nadat de bezoekers bij de ingang langs een hoop vuilnis zijn geschuifeld, kunnen ze zich in een 'live atelier' uitleven op de lege blikjes, melkpakken en afgedankte telefoonkabels.
'Zonnesmid' Jan Eric Visser
Drie Nederlandse en drie Braziliaanse afvalartiesten geven het goede voorbeeld door er speelgoed, meubelen en sieraden van te maken.
Een Braziliaanse vrouw poseert trots met haar nieuwe afvalring. "Ik ga thuis meteen in mijn vuilniszak kijken wat er voor waardevols in zit!"
Curator Joanna van der Zanden is in haar nopjes. "We willen mensen leren anders tegen afval aan te kijken, als materiaal dat een tweede kans verdient." Om dat te bereiken zijn ook de Arnhemse afvaldesigner Klaas Kuiken en de Haagse afvalarchitect Damian van der Velden naar Brazilië meegereisd.
Het rijke en moderne São Paulo wordt wel het 'New York van Zuid-Amerika' genoemd. Maar op het gebied van afvalverwerking valt er voor de Brazilianen nog een wereld te winnen. De stad van elf miljoen inwoners weet maar een magere 2% van zijn huisvuil te recyclen.
"We verspillen zo een enorme rijkdom", vindt Rodrigo Bueno, een beeldend kunstenaar die dagelijks de straten van São Paulo afspeurt op zoek naar bruikbaar afval. "Ik ben verslaafd aan afval. Mijn hele meubilair thuis is ervan gemaakt", lacht de Braziliaan terwijl hij trots een kapotte stoel laat zien die hij tot plantenbak heeft omgetoverd.
Volgens de Rotterdamse 'zonnesmid' Visser berust het begrip 'afval' op een misvatting. "Wat is afval? Dingen die zijn weggegooid. Maar hoezo 'weg'? Waarheen dan?"
Een vuilnishoop is volgens hem "een brevet van collectief onvermogen. Er is geen dier dat zijn eigen nest bevuilt, maar de mens wel", aldus de kunstenaar die zijn vuilniszakken als zijn "muze" beschouwt.
------------------------------------------------------------------------------------
In zijn zelfgemaakte 'zonnesmederij' staat afvalkunstenaar Jan Eric Visser een juweel te branden onder de tropenzon van São Paulo. "Voor prinses Máxima. Ik heb al het materiaal op straat gevonden, van het brandglas tot het goudpapier. Afval is het nieuwe goud", vertelt de excentrieke Rotterdammer in de tuin van het Museu da Casa Brasileira.
Prins Willem-Alexander, die deze week met prinses Máxima in het kielzog van een Nederlandse handelsdelegatie een werkbezoek brengt aan Brazilië, kan het sieraad vandaag, als hij de expositie komt bekijken, zó meenemen.
Binnen bezoeken nieuwsgierige Brazilianen nu al dagen de tentoonstelling 'My waste is your waste', die volgend jaar verhuist naar het Museum of the Image (MOTI) in Breda.
Nadat de bezoekers bij de ingang langs een hoop vuilnis zijn geschuifeld, kunnen ze zich in een 'live atelier' uitleven op de lege blikjes, melkpakken en afgedankte telefoonkabels.
'Zonnesmid' Jan Eric Visser
Drie Nederlandse en drie Braziliaanse afvalartiesten geven het goede voorbeeld door er speelgoed, meubelen en sieraden van te maken.
Een Braziliaanse vrouw poseert trots met haar nieuwe afvalring. "Ik ga thuis meteen in mijn vuilniszak kijken wat er voor waardevols in zit!"
Curator Joanna van der Zanden is in haar nopjes. "We willen mensen leren anders tegen afval aan te kijken, als materiaal dat een tweede kans verdient." Om dat te bereiken zijn ook de Arnhemse afvaldesigner Klaas Kuiken en de Haagse afvalarchitect Damian van der Velden naar Brazilië meegereisd.
Het rijke en moderne São Paulo wordt wel het 'New York van Zuid-Amerika' genoemd. Maar op het gebied van afvalverwerking valt er voor de Brazilianen nog een wereld te winnen. De stad van elf miljoen inwoners weet maar een magere 2% van zijn huisvuil te recyclen.
"We verspillen zo een enorme rijkdom", vindt Rodrigo Bueno, een beeldend kunstenaar die dagelijks de straten van São Paulo afspeurt op zoek naar bruikbaar afval. "Ik ben verslaafd aan afval. Mijn hele meubilair thuis is ervan gemaakt", lacht de Braziliaan terwijl hij trots een kapotte stoel laat zien die hij tot plantenbak heeft omgetoverd.
Volgens de Rotterdamse 'zonnesmid' Visser berust het begrip 'afval' op een misvatting. "Wat is afval? Dingen die zijn weggegooid. Maar hoezo 'weg'? Waarheen dan?"
Een vuilnishoop is volgens hem "een brevet van collectief onvermogen. Er is geen dier dat zijn eigen nest bevuilt, maar de mens wel", aldus de kunstenaar die zijn vuilniszakken als zijn "muze" beschouwt.
dinsdag, november 20, 2012
Interview Guido Mantega
Uit De Financiële Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
Bemoedigende woorden voor Nederlandse bedrijven die kansen in Brazilië willen verzilveren, maar aanhikken tegen het moeilijke ondernemersklimaat in het land van de samba. „We zijn keihard bezig om de belastingen en bureaucratie te verminderen”, verzekert minister van Financiën Guido Mantega in een e-mail-interview met deze krant.
De drukbezette Mantega (63) zou gisteren in de hoofdstad Brasília een ontmoeting hebben met kroonprins Willem-Alexander en kroonprinses Máxima, die de enorme Nederlandse handelsmissie begeleiden.
De minister liet echter om onbekende redenen verstek gaan, waardoor de prins en prinses de formaliteiten met zijn stand-in Nelson Barbosa moesten afwikkelen.
Desondanks, zei Mantega voorafgaand aan het bezoek, is Nederland voor de Brazilianen „een zeer belangrijke handelspartner. Het is één van de grootste buitenlandse investeerders en onze vierde exportbestemming. Ik hoop dat de missie excellente resultaten oplevert. In tijden van crisis in Europa is het belangrijk dat we de wederzijdse investeringen op voeren.”
Volgens de in het Italiaanse Genua geboren minister kan Nederland een grote rol spelen in de voorbereidingen voor het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016). „Primair op het gebied van havens, vliegvelden, duurzaamheid en toerisme.” Ook in de booming olie-en gassector ziet de linkse econoom goede mogelijkheden voor onze bedrijven.
In september 2010 was Mantega wereldnieuws door als eerste te spreken van een wereldwijde ’valuta-oorlog’. Vooral de ’monetaire tsunami’die van de geldpers van de Federal Reserve blijft rollen, irriteert de voormalige directeur van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES.
De waarde van de Braziliaanse real liep hierdoor op, waardoor de Braziliaanse goederenexport ook duurder en daarmee minder aantrekkelijk werd. „Brazilië is voorstander van vrije wisselkoersen. Maar we kunnen niet lijdzaam toezien hoe we onze markt verliezen aan landen die doelbewust hun munt verzwakken om aan de crisis te ontsnappen.”
Ruim twee jaar later heeft de kleine, machtige Braziliaan zijn oorlog voorlopig gewonnen. De Braziliaanse munt is ruim 20% gedaald ten opzichte van de dollar. Dat is mede te danken aan een belasting op speculatief buitenlands kapitaal (IOF) en een forse daling van de Braziliaanse rente (nu 7,25%).
Maar Mantega benadrukt „dat directe buitenlandse investeringen en aankopen van aandelen niet zijn belast. Die blijven zeer welkom.”
Het historisch lage rentepeil is volgens de minister ’een blijvertje’ en zal de Braziliaanse economie ingrijpend veranderen. „Goedkoper krediet stimuleert ondernemerschap en het doen van investeringen.”
Ook op andere fronten is het ondernemersklimaat aan de beterende hand, stelt Mantega. „Voor kleinere bedrijven (tot €1,4 miljoen jaaromzet, red.) hebben we de belastingen flink verlaagd en versimpeld, via het Simples-programma.”
Dit jaar komt daar een belastingverlaging van €17 miljard overheen. „We snijden in de werkgeverslasten van veertig sectoren en volgend jaar wordt elektriciteit 20% goedkoper.” Ook andere ingewikkelde belastingen als de ICMS, PIS en Cofins gaan onder het mes, belooft de regering.
Een ander teken dat president Dilma Rousseff het bedrijfsleven gunstiger is gezind dan haar voorganger (en Mantega’s vorige baas) Lula, is een nieuw privatiseringspakket voor het Braziliaanse spoor- en wegennet ter waarde van €50 miljard.
Binnenkort zijn tientallen vliegvelden en havens aan de beurt, sectoren die dan ook goed vertegenwoordigd zijn in de Nederlandse handelsmissie. Voor volgend jaar rekent Mantega op minstens 4% groei, vooral dankzij een verwachte toename van 8 tot 10% van de investeringen.
------------------------------------------------------------------------------------
Bemoedigende woorden voor Nederlandse bedrijven die kansen in Brazilië willen verzilveren, maar aanhikken tegen het moeilijke ondernemersklimaat in het land van de samba. „We zijn keihard bezig om de belastingen en bureaucratie te verminderen”, verzekert minister van Financiën Guido Mantega in een e-mail-interview met deze krant.
De drukbezette Mantega (63) zou gisteren in de hoofdstad Brasília een ontmoeting hebben met kroonprins Willem-Alexander en kroonprinses Máxima, die de enorme Nederlandse handelsmissie begeleiden.
De minister liet echter om onbekende redenen verstek gaan, waardoor de prins en prinses de formaliteiten met zijn stand-in Nelson Barbosa moesten afwikkelen.
Desondanks, zei Mantega voorafgaand aan het bezoek, is Nederland voor de Brazilianen „een zeer belangrijke handelspartner. Het is één van de grootste buitenlandse investeerders en onze vierde exportbestemming. Ik hoop dat de missie excellente resultaten oplevert. In tijden van crisis in Europa is het belangrijk dat we de wederzijdse investeringen op voeren.”
Volgens de in het Italiaanse Genua geboren minister kan Nederland een grote rol spelen in de voorbereidingen voor het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016). „Primair op het gebied van havens, vliegvelden, duurzaamheid en toerisme.” Ook in de booming olie-en gassector ziet de linkse econoom goede mogelijkheden voor onze bedrijven.
In september 2010 was Mantega wereldnieuws door als eerste te spreken van een wereldwijde ’valuta-oorlog’. Vooral de ’monetaire tsunami’die van de geldpers van de Federal Reserve blijft rollen, irriteert de voormalige directeur van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES.
De waarde van de Braziliaanse real liep hierdoor op, waardoor de Braziliaanse goederenexport ook duurder en daarmee minder aantrekkelijk werd. „Brazilië is voorstander van vrije wisselkoersen. Maar we kunnen niet lijdzaam toezien hoe we onze markt verliezen aan landen die doelbewust hun munt verzwakken om aan de crisis te ontsnappen.”
Ruim twee jaar later heeft de kleine, machtige Braziliaan zijn oorlog voorlopig gewonnen. De Braziliaanse munt is ruim 20% gedaald ten opzichte van de dollar. Dat is mede te danken aan een belasting op speculatief buitenlands kapitaal (IOF) en een forse daling van de Braziliaanse rente (nu 7,25%).
Maar Mantega benadrukt „dat directe buitenlandse investeringen en aankopen van aandelen niet zijn belast. Die blijven zeer welkom.”
Het historisch lage rentepeil is volgens de minister ’een blijvertje’ en zal de Braziliaanse economie ingrijpend veranderen. „Goedkoper krediet stimuleert ondernemerschap en het doen van investeringen.”
Ook op andere fronten is het ondernemersklimaat aan de beterende hand, stelt Mantega. „Voor kleinere bedrijven (tot €1,4 miljoen jaaromzet, red.) hebben we de belastingen flink verlaagd en versimpeld, via het Simples-programma.”
Dit jaar komt daar een belastingverlaging van €17 miljard overheen. „We snijden in de werkgeverslasten van veertig sectoren en volgend jaar wordt elektriciteit 20% goedkoper.” Ook andere ingewikkelde belastingen als de ICMS, PIS en Cofins gaan onder het mes, belooft de regering.
Een ander teken dat president Dilma Rousseff het bedrijfsleven gunstiger is gezind dan haar voorganger (en Mantega’s vorige baas) Lula, is een nieuw privatiseringspakket voor het Braziliaanse spoor- en wegennet ter waarde van €50 miljard.
Binnenkort zijn tientallen vliegvelden en havens aan de beurt, sectoren die dan ook goed vertegenwoordigd zijn in de Nederlandse handelsmissie. Voor volgend jaar rekent Mantega op minstens 4% groei, vooral dankzij een verwachte toename van 8 tot 10% van de investeringen.
woensdag, november 14, 2012
Column Candomblé
In november staat Brazilië traditioneel stil bij zijn slavernijverleden. Dit jaar zal president Dilma Rousseff dat doen door nieuwe rasquota te lanceren om onder meer het aantal zwarte ambtenaren op te krikken.
Verder gaan volgers van Afro-Braziliaanse religies de straat op voor hun godsdienstvrijheid. Die zou onder druk staan door de snelle opkomst van intolerante pinksterkerken.
Met name de Universele Kerk van Gods Rijk (ook actief in Nederland) voert een heksenjacht tegen afro-religies als candomblé en umbanda. Zo mag de evangelische aanhang niet naar een populaire soapserie kijken omdat deze de 'duivelse' candomblé zou ophemelen.
Laatst bezocht ik in Salvador, de zwartste stad van Brazilië, een candomblétempel om te zien wat er waar was van die enge verhalen.
In een arme buitenwijk werd ik ontvangen door priester Bruno, een donkere jongeman met fonkelende ogen die dwars door me heen leken te kijken. Er hing een loodzware energie in zijn tempel, die vol trommels stond.
"Candomblé is een feestgeloof", legde hij uit. "Die energie is van de aanwezige 'orixás', de natuurgoden die we vereren."
Een lokale Nederlandse journalist had me gewaarschuwd dat Bruno plots bezeten kan raken door zo'n god of geest. "Hij begint dan heel anders te praten en grote hoeveelheden bier en wijn te drinken. Maar zodra de orixá zijn lichaam verlaat, is hij weer broodnuchter. Heel maf."
Zeg dat wel. Niets menselijks is deze dorstige goden kennelijk vreemd.
Maar gelukkig behield Bruno zijn zelfcontrole in mijn bijzijn. Hij vertelde dat hij op zijn 14e, tijdens een religieuze drumsessie, voor het eerst bezeten raakte.
"Iedereen, van Eskimo's tot Afrikanen, wordt 'geregeerd' door drie orixás. Maar lang niet iedereen is vatbaar voor incorporatie."
Uiteindelijk draait candomblé, dat gebruik maakt van dierenoffers, om liefde en energie. "Er is niets 'duivels' aan. Dat is sowieso een fictief begrip."
De strijd van de steenrijke pinksterkerken tegen de afro-religies is een ongelijke. Terwijl al 22% van de Brazilianen zich evangelisch noemt, zitten candomblé en umbanda stabiel onder de 1%.
Bruno: "Wij proberen niemand te bekeren. Maar iedereen is welkom bij ons."
Verder gaan volgers van Afro-Braziliaanse religies de straat op voor hun godsdienstvrijheid. Die zou onder druk staan door de snelle opkomst van intolerante pinksterkerken.
Met name de Universele Kerk van Gods Rijk (ook actief in Nederland) voert een heksenjacht tegen afro-religies als candomblé en umbanda. Zo mag de evangelische aanhang niet naar een populaire soapserie kijken omdat deze de 'duivelse' candomblé zou ophemelen.
Laatst bezocht ik in Salvador, de zwartste stad van Brazilië, een candomblétempel om te zien wat er waar was van die enge verhalen.
In een arme buitenwijk werd ik ontvangen door priester Bruno, een donkere jongeman met fonkelende ogen die dwars door me heen leken te kijken. Er hing een loodzware energie in zijn tempel, die vol trommels stond.
"Candomblé is een feestgeloof", legde hij uit. "Die energie is van de aanwezige 'orixás', de natuurgoden die we vereren."
Een lokale Nederlandse journalist had me gewaarschuwd dat Bruno plots bezeten kan raken door zo'n god of geest. "Hij begint dan heel anders te praten en grote hoeveelheden bier en wijn te drinken. Maar zodra de orixá zijn lichaam verlaat, is hij weer broodnuchter. Heel maf."
Zeg dat wel. Niets menselijks is deze dorstige goden kennelijk vreemd.
Maar gelukkig behield Bruno zijn zelfcontrole in mijn bijzijn. Hij vertelde dat hij op zijn 14e, tijdens een religieuze drumsessie, voor het eerst bezeten raakte.
"Iedereen, van Eskimo's tot Afrikanen, wordt 'geregeerd' door drie orixás. Maar lang niet iedereen is vatbaar voor incorporatie."
Uiteindelijk draait candomblé, dat gebruik maakt van dierenoffers, om liefde en energie. "Er is niets 'duivels' aan. Dat is sowieso een fictief begrip."
De strijd van de steenrijke pinksterkerken tegen de afro-religies is een ongelijke. Terwijl al 22% van de Brazilianen zich evangelisch noemt, zitten candomblé en umbanda stabiel onder de 1%.
Bruno: "Wij proberen niemand te bekeren. Maar iedereen is welkom bij ons."
zondag, november 11, 2012
Repo over de Nederlandse consul van Salvador
Uit De Telegraaf van gisteren.
-----------------------------------------------------------------------------------
Precies een halve eeuw geleden emigreerde consul en tabaksbaron Hans Leusen naar Brazilië om een stuk Atlantisch regenwoud plat te leggen. Nu probeert de 75-jarige Venloënaar hetzelfde bedreigde bos van de ondergang te redden. "Ik ben geen spijtoptant. Ik deed toen wat iedereen deed."
In 1962 krijgt de dan net afgestudeerde tropisch landbouwingenieur een baan aangeboden door een Duitse tegelfabrikant. "Hij had veel zwart geld verdiend bij de bouw van Brasília (de Braziliaanse hoofdstad, red) en hiervoor vijfhonderd hectare bosland gekocht", vertelt Leusen in Salvador de Bahia, de strandmetropool waar hij al 24 jaar onze consul is. "Hij zocht iemand die dat kon ontginnen."
De Nederlander ziet het avontuur wel zitten. In zijn eentje verhuist hij van Limburg naar een boshut in de zuidelijke deelstaat Paraná. Zijn gezelschap is daar jarenlang beperkt tot spinnen, slangen en vijftig Braziliaanse houthakkers die het vuile werk opknappen.
Schuldig voelt de Nederlander zich allerminst om de klus. "Het waren gewoon andere tijden. Ontbossen stond nog gelijk aan vooruitgang, de Braziliaanse regering moedigde het aan," vertelt de diplomaat terwijl we het ontboste achterland van Salvador in rijden.
Toch stopt hij er in 1965 mee. "Ik had prachtige muziek gehoord waarin de schoonheid van vrouwen uit Bahia werd bezongen. Ik was vrijgezel en wilde dat wel eens met eigen ogen zien."
De verhuizing naar Salvador (Bahia's hoofdstad) levert hem twee grote passies op: zijn vrouw Emilie en Bahiaanse sigaren. Hij rolt binnen bij het Zwitserse sigarenconcern Dannemann (van het Nederlandse merk Ritmeester) en is daar al sinds 1981 tot president.
Onder zijn leiding begint het bedrijf op grote schaal vers Atlantisch regenwoud te planten bij de tabaksplantages. Er is namelijk nog maar 7% over van het bos dat ooit de gehele Braziliaanse kustlijn bedekte en een nog grotere biodiversiteit bezit dan het Amazonewoud.
"De natuur is hier ook altijd gul voor het bedrijf geweest," zo verklaart de consul zijn 'bekering'. Dankzij de vruchtbare bodems horen de sigaren van Bahia bij de beste ter wereld. "Cuba heeft de Rolls Royce van de sigaren, maar wij maken de Cadillac", lacht hij terwijl hij één van zijn topsigaren (de Robusto) opsteekt op de Dannemann-fabriek in het pittoreske plaatsje São Félix.
Een deel van zijn verdiensten steekt de Nederlander in zijn consulschap. "Ik ben honorair consul en als je dat goed wilt doen, dan kost het geld. Je krijgt een vergoeding, maar veel kosten gaan buiten 's lands schatkist om. Ik doe dit puur voor de show en de eer om mijn land te dienen."
Apetrots is hij op zijn roze consulaatsgebouw in hartje Salvador, een 17e-eeuws pand met een majestueus uitzicht over de Allerheiligenbaai van de vroegere hoofdstad. "Het ligt aan het oudste plein van Brazilië, een historische plek voor Nederland. In 1625 tekenden we hier de overgave aan de Portugezen."
Salvador had toen een jaar onder Hollandse controle gestaan. "Helaas kwam Piet Heyn twee weken te laat om onze vloot te versterken. Schitterend toch dat we nu weer terug zijn op dit plein?"
Het consulaat doet ook dienst als expositieruimte van Leusens stichting Amei. Het staat vol indianenvoorwerpen en er hangt een foto waarop de blonde Hollander als een indiaan is beschilderd.
De consul leefde vorig jaar twee maanden bij de Huni Kuin-stam in een uithoek van de Amazone. Hij steunt de indianen bij het op schrift stellen van eeuwenoude kennis van hun medicijnmannen.
De expeditie werd hem bijna fataal. Hij werd doodziek van het drinken van een hallucinerend plantensap ('ayahuasca') en tijdens de lange terugreis naar de bewoonde wereld liep hij een levensgevaarlijke infectie op. "Zo zie je maar dat elk avontuur zijn grenzen kent. Toch was het een erg verrijkende trip."
De indianen, "die alleen een paar potten en pannen bezitten", hebben de consul geïnspireerd tot een minder materialistische levensstijl. "Ik ben al mijn spullen aan het weggeven. Ik wil alles ontmantelen."
Sinds kort woont hij een deel van de week in een sloppenwijk van Salvador, één van de meest gewelddadige grote steden van Brazilië. "Het is hier lekker levendig op straat", vertelt de Limburger in zijn bescheiden huisje aan een smalle steeg.
Gevaarlijk vindt hij zijn ongebruikelijke pied-à-terre niet. "Ik heb hier toch geen waardevolle spullen." De hele week in zijn 'favela' wonen gaat echter niet. "Omdat ik hier geen gasten kan ontvangen en internet slecht werkt."
Salvador is in 2014 één van de speelsteden van het WK Voetbal. Leusen maakt dat niet meer als consul mee, want hij heeft de ambassadeur net laten weten dat hij er volgend jaar mee stopt na 25 jaar.
Na vijftig jaar in Brazilië is hij "teleurgesteld" in zijn tweede thuisland. De Zuid-Amerikaanse reus had allang een echte wereldmacht kunnen zijn. "Maar dat willen de Brazilianen helemaal niet. Ze hebben alles gekregen van Onze-Lieve-Heer: goud, ijzererts, zon, olie, goede bodems. Het land is de laatste tien jaar ook wel rijker geworden, puur dankzij de Chinese vraag naar grondstoffen."
Onderwijs, corruptie en wetteloosheid blijven echter bedroevend. "Politici hebben hier nooit begrepen dat je voor wezenlijke vooruitgang je hele bevolking moet scholen. Brazilië beschikt alleen over een goed opgeleide bovenlaag."
De Brazilianen zouden het liefst een muur om hun land zetten. "Zodat ze lekker kunnen blijven rotzooien volgens hun eigen regels. Brazilië zal een economisch gesloten land blijven. Het moet wel, want het is niet concurrerend."
Wat hem al die tijd in Brazilië heeft gehouden, is vrijheid. "Voor een avonturier is het een ideaal land. Teruggaan naar Nederland is geen optie, daar is het leven mij te voorspelbaar."
Na de dood van zijn vrouw Emilie, ruim twintig jaar geleden, is de einzelgänger uit Venlo niet hertrouwd. "Ik kan goed alleen zijn, ik ben een echte ik-persoon. Nu wil ik iets nalaten, aan de natuur en de indianen."
Op de Dannemann-fabriek
Gringo's herbebossen Brazilië
-----------------------------------------------------------------------------------
Precies een halve eeuw geleden emigreerde consul en tabaksbaron Hans Leusen naar Brazilië om een stuk Atlantisch regenwoud plat te leggen. Nu probeert de 75-jarige Venloënaar hetzelfde bedreigde bos van de ondergang te redden. "Ik ben geen spijtoptant. Ik deed toen wat iedereen deed."
In 1962 krijgt de dan net afgestudeerde tropisch landbouwingenieur een baan aangeboden door een Duitse tegelfabrikant. "Hij had veel zwart geld verdiend bij de bouw van Brasília (de Braziliaanse hoofdstad, red) en hiervoor vijfhonderd hectare bosland gekocht", vertelt Leusen in Salvador de Bahia, de strandmetropool waar hij al 24 jaar onze consul is. "Hij zocht iemand die dat kon ontginnen."
De Nederlander ziet het avontuur wel zitten. In zijn eentje verhuist hij van Limburg naar een boshut in de zuidelijke deelstaat Paraná. Zijn gezelschap is daar jarenlang beperkt tot spinnen, slangen en vijftig Braziliaanse houthakkers die het vuile werk opknappen.
Schuldig voelt de Nederlander zich allerminst om de klus. "Het waren gewoon andere tijden. Ontbossen stond nog gelijk aan vooruitgang, de Braziliaanse regering moedigde het aan," vertelt de diplomaat terwijl we het ontboste achterland van Salvador in rijden.
Toch stopt hij er in 1965 mee. "Ik had prachtige muziek gehoord waarin de schoonheid van vrouwen uit Bahia werd bezongen. Ik was vrijgezel en wilde dat wel eens met eigen ogen zien."
De verhuizing naar Salvador (Bahia's hoofdstad) levert hem twee grote passies op: zijn vrouw Emilie en Bahiaanse sigaren. Hij rolt binnen bij het Zwitserse sigarenconcern Dannemann (van het Nederlandse merk Ritmeester) en is daar al sinds 1981 tot president.
Onder zijn leiding begint het bedrijf op grote schaal vers Atlantisch regenwoud te planten bij de tabaksplantages. Er is namelijk nog maar 7% over van het bos dat ooit de gehele Braziliaanse kustlijn bedekte en een nog grotere biodiversiteit bezit dan het Amazonewoud.
"De natuur is hier ook altijd gul voor het bedrijf geweest," zo verklaart de consul zijn 'bekering'. Dankzij de vruchtbare bodems horen de sigaren van Bahia bij de beste ter wereld. "Cuba heeft de Rolls Royce van de sigaren, maar wij maken de Cadillac", lacht hij terwijl hij één van zijn topsigaren (de Robusto) opsteekt op de Dannemann-fabriek in het pittoreske plaatsje São Félix.
Een deel van zijn verdiensten steekt de Nederlander in zijn consulschap. "Ik ben honorair consul en als je dat goed wilt doen, dan kost het geld. Je krijgt een vergoeding, maar veel kosten gaan buiten 's lands schatkist om. Ik doe dit puur voor de show en de eer om mijn land te dienen."
Apetrots is hij op zijn roze consulaatsgebouw in hartje Salvador, een 17e-eeuws pand met een majestueus uitzicht over de Allerheiligenbaai van de vroegere hoofdstad. "Het ligt aan het oudste plein van Brazilië, een historische plek voor Nederland. In 1625 tekenden we hier de overgave aan de Portugezen."
Salvador had toen een jaar onder Hollandse controle gestaan. "Helaas kwam Piet Heyn twee weken te laat om onze vloot te versterken. Schitterend toch dat we nu weer terug zijn op dit plein?"
Het consulaat doet ook dienst als expositieruimte van Leusens stichting Amei. Het staat vol indianenvoorwerpen en er hangt een foto waarop de blonde Hollander als een indiaan is beschilderd.
De consul leefde vorig jaar twee maanden bij de Huni Kuin-stam in een uithoek van de Amazone. Hij steunt de indianen bij het op schrift stellen van eeuwenoude kennis van hun medicijnmannen.
De expeditie werd hem bijna fataal. Hij werd doodziek van het drinken van een hallucinerend plantensap ('ayahuasca') en tijdens de lange terugreis naar de bewoonde wereld liep hij een levensgevaarlijke infectie op. "Zo zie je maar dat elk avontuur zijn grenzen kent. Toch was het een erg verrijkende trip."
De indianen, "die alleen een paar potten en pannen bezitten", hebben de consul geïnspireerd tot een minder materialistische levensstijl. "Ik ben al mijn spullen aan het weggeven. Ik wil alles ontmantelen."
Sinds kort woont hij een deel van de week in een sloppenwijk van Salvador, één van de meest gewelddadige grote steden van Brazilië. "Het is hier lekker levendig op straat", vertelt de Limburger in zijn bescheiden huisje aan een smalle steeg.
Gevaarlijk vindt hij zijn ongebruikelijke pied-à-terre niet. "Ik heb hier toch geen waardevolle spullen." De hele week in zijn 'favela' wonen gaat echter niet. "Omdat ik hier geen gasten kan ontvangen en internet slecht werkt."
Salvador is in 2014 één van de speelsteden van het WK Voetbal. Leusen maakt dat niet meer als consul mee, want hij heeft de ambassadeur net laten weten dat hij er volgend jaar mee stopt na 25 jaar.
Na vijftig jaar in Brazilië is hij "teleurgesteld" in zijn tweede thuisland. De Zuid-Amerikaanse reus had allang een echte wereldmacht kunnen zijn. "Maar dat willen de Brazilianen helemaal niet. Ze hebben alles gekregen van Onze-Lieve-Heer: goud, ijzererts, zon, olie, goede bodems. Het land is de laatste tien jaar ook wel rijker geworden, puur dankzij de Chinese vraag naar grondstoffen."
Onderwijs, corruptie en wetteloosheid blijven echter bedroevend. "Politici hebben hier nooit begrepen dat je voor wezenlijke vooruitgang je hele bevolking moet scholen. Brazilië beschikt alleen over een goed opgeleide bovenlaag."
De Brazilianen zouden het liefst een muur om hun land zetten. "Zodat ze lekker kunnen blijven rotzooien volgens hun eigen regels. Brazilië zal een economisch gesloten land blijven. Het moet wel, want het is niet concurrerend."
Wat hem al die tijd in Brazilië heeft gehouden, is vrijheid. "Voor een avonturier is het een ideaal land. Teruggaan naar Nederland is geen optie, daar is het leven mij te voorspelbaar."
Na de dood van zijn vrouw Emilie, ruim twintig jaar geleden, is de einzelgänger uit Venlo niet hertrouwd. "Ik kan goed alleen zijn, ik ben een echte ik-persoon. Nu wil ik iets nalaten, aan de natuur en de indianen."
Op de Dannemann-fabriek
Gringo's herbebossen Brazilië
vrijdag, oktober 19, 2012
Column over grote Venezolaanse borsten
Uit De Telegraaf van vandaag.
-----------------------------------------------------------------------------------
Er is geen land dat meer mondiale misstitels in de wacht heeft gesleept dan Venezuela. Terecht wat mij betreft. Vorige week viel het me in de zwoele hoofdstad Caracas opnieuw op hoe verbluffend mooi de Venezolaanse vrouwen zijn.
Mijn aandacht werd daarbij vooral getrokken door de wel erg forse boezem waarover de gemiddelde Venezolaanse beschikt. Zelfs sommige piepjonge meisjes vormden hierop geen uitzondering.
Hoewel ik naar Venezuela was gereisd om de presidentsverkiezingen te volgen, had ik op mijn laatste dag een paar uur over om een onderzoekje te doen naar het fenomeen.
Op een borstkliniek in de wijk Las Mercedes werd ik hartelijk ontvangen door de 29-jarige medewerker Carolina Ilarreta. "Vergis je niet, het zijn allemaal siliconen hoor", lachte ze.
Gezien haar decolleté wist ze waarover ze sprak. "Ik heb ze ook ja, twee maal 305 milliliter. Ik wilde ze al toen ik veertien was, maar dat mocht niet van mijn ouders. Je kunt gewoon niet achter blijven, het is een wedloop."
Het onderwerp bleek totaal geen taboe. Ook andere vrouwen lieten zich zonder schroom ondervragen.
"We zijn erg koket en feminien", zo verklaarde de rondborstige boekhoudster Laura Salazar (27) waarom jaarlijks 40.000 Venezolaanse vrouwen de operatie ondergaan.
"Mannen kijken hier eerst naar je borsten, dan naar je gezicht en daarna naar je billen. De ingreep is goedkoop en gemakkelijk. Bij mij was het in 45 minuten gepiept."
Siliconen en benzine zijn zowat de enige betaalbare producten in het dure Zuid-Amerikaanse olieland. Terwijl in Nederland een richtprijs van 4750 euro geldt voor een borstvergroting, zijn Venezolaanse vrouwen tot drie keer goedkoper uit.
Bovendien horen de lokale plastisch chirurgen bij de beste ter wereld. Operaties kunnen in tientallen termijnen worden afbetaald. Dit alles maakt Venezuela tot een populaire bestemming voor 'scalpeltoerisme'.
Sommige chirurgen behandelen ook jonge meisjes, mits de ouders toestemming geven. Een borstvergroting geldt in Venezuela als een vrij gebruikelijk cadeau voor de vijftiende verjaardag.
"Een zieke kapitalistische gewoonte", aldus de net herkozen president Hugo Chávez. Maar de socialist legt de siliconencultuur voorlopig geen strobreed in de weg.
-----------------------------------------------------------------------------------
Er is geen land dat meer mondiale misstitels in de wacht heeft gesleept dan Venezuela. Terecht wat mij betreft. Vorige week viel het me in de zwoele hoofdstad Caracas opnieuw op hoe verbluffend mooi de Venezolaanse vrouwen zijn.
Mijn aandacht werd daarbij vooral getrokken door de wel erg forse boezem waarover de gemiddelde Venezolaanse beschikt. Zelfs sommige piepjonge meisjes vormden hierop geen uitzondering.
Hoewel ik naar Venezuela was gereisd om de presidentsverkiezingen te volgen, had ik op mijn laatste dag een paar uur over om een onderzoekje te doen naar het fenomeen.
Op een borstkliniek in de wijk Las Mercedes werd ik hartelijk ontvangen door de 29-jarige medewerker Carolina Ilarreta. "Vergis je niet, het zijn allemaal siliconen hoor", lachte ze.
Gezien haar decolleté wist ze waarover ze sprak. "Ik heb ze ook ja, twee maal 305 milliliter. Ik wilde ze al toen ik veertien was, maar dat mocht niet van mijn ouders. Je kunt gewoon niet achter blijven, het is een wedloop."
Het onderwerp bleek totaal geen taboe. Ook andere vrouwen lieten zich zonder schroom ondervragen.
"We zijn erg koket en feminien", zo verklaarde de rondborstige boekhoudster Laura Salazar (27) waarom jaarlijks 40.000 Venezolaanse vrouwen de operatie ondergaan.
"Mannen kijken hier eerst naar je borsten, dan naar je gezicht en daarna naar je billen. De ingreep is goedkoop en gemakkelijk. Bij mij was het in 45 minuten gepiept."
Siliconen en benzine zijn zowat de enige betaalbare producten in het dure Zuid-Amerikaanse olieland. Terwijl in Nederland een richtprijs van 4750 euro geldt voor een borstvergroting, zijn Venezolaanse vrouwen tot drie keer goedkoper uit.
Bovendien horen de lokale plastisch chirurgen bij de beste ter wereld. Operaties kunnen in tientallen termijnen worden afbetaald. Dit alles maakt Venezuela tot een populaire bestemming voor 'scalpeltoerisme'.
Sommige chirurgen behandelen ook jonge meisjes, mits de ouders toestemming geven. Een borstvergroting geldt in Venezuela als een vrij gebruikelijk cadeau voor de vijftiende verjaardag.
"Een zieke kapitalistische gewoonte", aldus de net herkozen president Hugo Chávez. Maar de socialist legt de siliconencultuur voorlopig geen strobreed in de weg.
Repo Braziliaanse beurs
Uit de Financiële Telegraaf.
-----------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de Braziliaanse economie al tien jaar stabiel in de lift zit, is de Bovespa-beurs door de grote afhankelijkheid van commodities nog net zo turbulent als vroeger. Toch trekt de op twee na grootste effectenbeurs ter wereld steeds meer buitenlands kapitaal.
"Vijf jaar geleden was het buitenland goed voor 32% van de investeringen en nu voor 40%. Europa is afgelopen 1,5 jaar net zo belangrijk geworden als de VS (beide goed voor 40% van die 40%), omdat Europese beleggers alternatieven zoeken vanwege de crisis," zegt Bovespa-woordvoerder Lucy Pamboukdjian in de voormalige koffiebeurs in hartje São Paulo.
Daarom is het volgens analisten jammer dat de hoofdindex van de Bovespa nog zo zwaar op grondstoffen leunt. Er noteren tegenwoordig meer Braziliaanse bedrijven die hun geld verdienen op de snel groeiende interne markt (zoals modeketens, warenhuizen en een creditcardaanbieder), maar commodities slokken nog altijd 40% van de index op (in marktwaarde, 25% qua aantal noteringen).
Vooral ijzerertsreus Vale en staatoliegigant Petrobras zijn zeer gevoelig voor schokgolven in de wereldeconomie. "In de afgelopen twaalf maanden schommelde de hoofdindex tussen 49.000 en 69.000 punten, mede door de onzekere situatie in Europa", weet financieel adviseur Tom Waslander van Brasilpar in São Paulo.
Volgens de Nederlander hindert dit de diversificatie en de toetreding van middelgrote bedrijven tot de Bovespa, die vandaag rond de 59.000 punten noteert en dit jaar pas drie beursgangen (IPO's) telde.
"De grilligheid maakt het erg lastig om een IPO te plannen. Er zijn veel goede Braziliaanse bedrijven die hiervoor in aanmerking komen, bij voorbeeld in de snel groeiende consumptieve sector. Maar zij stellen hun lancering uit tot de beurs in een stabiele of stijgende fase zit."
In het topjaar 2007 verwelkomde de Bovespa, waar 361 bedrijven zijn genoteerd, nog 64 nieuwkomers. Maar sinds de index in mei 2008 een record van 73.516 scoorde, kwam de klad erin, met maximaal elf IPO's in een jaar.
Hieraan was niet alleen de kredietcrisis debet, meent Waslander, maar ook de toegenomen scepsis rond Brazilië zelf. "Veel IPO's uit de hypejaren 2006 en 2007 hebben investeerders slechte resultaten opgeleverd." Bovendien groeide de BRIC-economie vorig jaar met slechts 2,7%, terwijl in 2012 een magere 1,5% dreigt.
Maar op de Bovespa-beurs is er sinds kort weer reden voor optimisme. Om de economie een slinger te geven kondigde president Dilma Rousseff onlangs een grot privatisering aan voor de gebrekkige infrastructurele sector. Het bedrijfsleven mag via aanbestedingen voor € 53 miljard aan weg en spoor vertimmeren.
Binnenkort volgen méér aanbestedingen om de ondermaatse Braziliaanse vliegvelden en havens te moderniseren. Ook voor Nederland liggen hier kansen. Een zware Braziliaanse regeringsdelegatie was laatst op bezoek om Schiphol en de Rotterdamse haven te interesseren voor deze klussen.
Volgens analisten geeft Rousseff met het pakket aan dat de private sector in de aanloop naar het WK Voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016) een grotere rol zal krijgen in de Braziliaanse economie. "Dit zal ook de Bovespa een boost geven", hoopt Pamboukdjian, die kansen ziet voor beursgenoteerde bedrijven in de bouw- en tolwegsector.
Een tweede factor die de koersen op kan stuwen, is de historisch lage rente, die is gedaald naar 7,25%. Meer Brazilianen zullen gaan beleggen nu de tijd van torenhoge spaarrentes voorbij lijkt, zo is het idee. Momenteel heeft pas 0,5% van de bevolking aandelen.
"Brazilië heeft geen beleggingscultuur zoals de VS, China of Chili," vertelt een andere Bovespa-woordvoerder. "Ons beursverleden is een aaneenschakeling van crashes en schandalen. Dat heeft de bevolking wantrouwend gemaakt."
Sinds 2001 horen de regels van de Bovespa echter tot de meest rigide ter wereld. Bijna de helft (180) van de 361 genoteerde bedrijven valt onder de 'Novo Mercado' (samengevoegd in de aparte IGC-index), die hoge eisen stelt op het gebied van 'corporate governance'.
Om het vertrouwen van Braziliaanse families te winnen kan iedereen tegenwoordig binnenlopen in het statige Bovespa-gebouw. Op de beursvloer, die sinds 2008 volledig geautomatiseerd is, zijn de hoekmannen vervangen door financiële voorlichters.
-----------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de Braziliaanse economie al tien jaar stabiel in de lift zit, is de Bovespa-beurs door de grote afhankelijkheid van commodities nog net zo turbulent als vroeger. Toch trekt de op twee na grootste effectenbeurs ter wereld steeds meer buitenlands kapitaal.
"Vijf jaar geleden was het buitenland goed voor 32% van de investeringen en nu voor 40%. Europa is afgelopen 1,5 jaar net zo belangrijk geworden als de VS (beide goed voor 40% van die 40%), omdat Europese beleggers alternatieven zoeken vanwege de crisis," zegt Bovespa-woordvoerder Lucy Pamboukdjian in de voormalige koffiebeurs in hartje São Paulo.
Daarom is het volgens analisten jammer dat de hoofdindex van de Bovespa nog zo zwaar op grondstoffen leunt. Er noteren tegenwoordig meer Braziliaanse bedrijven die hun geld verdienen op de snel groeiende interne markt (zoals modeketens, warenhuizen en een creditcardaanbieder), maar commodities slokken nog altijd 40% van de index op (in marktwaarde, 25% qua aantal noteringen).
Vooral ijzerertsreus Vale en staatoliegigant Petrobras zijn zeer gevoelig voor schokgolven in de wereldeconomie. "In de afgelopen twaalf maanden schommelde de hoofdindex tussen 49.000 en 69.000 punten, mede door de onzekere situatie in Europa", weet financieel adviseur Tom Waslander van Brasilpar in São Paulo.
Volgens de Nederlander hindert dit de diversificatie en de toetreding van middelgrote bedrijven tot de Bovespa, die vandaag rond de 59.000 punten noteert en dit jaar pas drie beursgangen (IPO's) telde.
"De grilligheid maakt het erg lastig om een IPO te plannen. Er zijn veel goede Braziliaanse bedrijven die hiervoor in aanmerking komen, bij voorbeeld in de snel groeiende consumptieve sector. Maar zij stellen hun lancering uit tot de beurs in een stabiele of stijgende fase zit."
In het topjaar 2007 verwelkomde de Bovespa, waar 361 bedrijven zijn genoteerd, nog 64 nieuwkomers. Maar sinds de index in mei 2008 een record van 73.516 scoorde, kwam de klad erin, met maximaal elf IPO's in een jaar.
Hieraan was niet alleen de kredietcrisis debet, meent Waslander, maar ook de toegenomen scepsis rond Brazilië zelf. "Veel IPO's uit de hypejaren 2006 en 2007 hebben investeerders slechte resultaten opgeleverd." Bovendien groeide de BRIC-economie vorig jaar met slechts 2,7%, terwijl in 2012 een magere 1,5% dreigt.
Maar op de Bovespa-beurs is er sinds kort weer reden voor optimisme. Om de economie een slinger te geven kondigde president Dilma Rousseff onlangs een grot privatisering aan voor de gebrekkige infrastructurele sector. Het bedrijfsleven mag via aanbestedingen voor € 53 miljard aan weg en spoor vertimmeren.
Binnenkort volgen méér aanbestedingen om de ondermaatse Braziliaanse vliegvelden en havens te moderniseren. Ook voor Nederland liggen hier kansen. Een zware Braziliaanse regeringsdelegatie was laatst op bezoek om Schiphol en de Rotterdamse haven te interesseren voor deze klussen.
Volgens analisten geeft Rousseff met het pakket aan dat de private sector in de aanloop naar het WK Voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016) een grotere rol zal krijgen in de Braziliaanse economie. "Dit zal ook de Bovespa een boost geven", hoopt Pamboukdjian, die kansen ziet voor beursgenoteerde bedrijven in de bouw- en tolwegsector.
Een tweede factor die de koersen op kan stuwen, is de historisch lage rente, die is gedaald naar 7,25%. Meer Brazilianen zullen gaan beleggen nu de tijd van torenhoge spaarrentes voorbij lijkt, zo is het idee. Momenteel heeft pas 0,5% van de bevolking aandelen.
"Brazilië heeft geen beleggingscultuur zoals de VS, China of Chili," vertelt een andere Bovespa-woordvoerder. "Ons beursverleden is een aaneenschakeling van crashes en schandalen. Dat heeft de bevolking wantrouwend gemaakt."
Sinds 2001 horen de regels van de Bovespa echter tot de meest rigide ter wereld. Bijna de helft (180) van de 361 genoteerde bedrijven valt onder de 'Novo Mercado' (samengevoegd in de aparte IGC-index), die hoge eisen stelt op het gebied van 'corporate governance'.
Om het vertrouwen van Braziliaanse families te winnen kan iedereen tegenwoordig binnenlopen in het statige Bovespa-gebouw. Op de beursvloer, die sinds 2008 volledig geautomatiseerd is, zijn de hoekmannen vervangen door financiële voorlichters.
zaterdag, oktober 06, 2012
Toekomst Chávez onzeker
Uit de krant van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
Na veertien jaar socialistische revolutie is de kans morgen groter dan ooit dat het tijdperk van de Venezolaanse president Hugo Chávez Frias wordt afgesloten.
Volgens een deel van de sterk uiteenlopende peilingen voor de verkiezingen wordt het een nek-aan-nekrace met tegenstrever Henrique Capriles Radonski (40).
Bij enquêteur Consultores 21, de beste voorspeller van de parlementsverkiezingen van 2010, leidt Capriles met 49% van de stemmen, 3% meer dan de doorgaans oppermachtige Chávez. Maar bij het regeringsgezinde Hinterlaces staat de president 16% voor.
„Natuurlijk wint Chávez”, zegt Luis Lopez (65) uit Ciudad Caribia, een ’socialistische stad’ die uit de grond wordt gestampt in de groene bergen achter het internationale vliegveld van de hoofdstad Caracas.
Trots laat de voormalige dakloze, die bij aardverschuivingen in 2010 zijn krot kwijtraakte, zijn gratis driekamerwoning zien, compleet met meubels, huishoudelijke apparaten en een poster van Chávez.
Het appartement ligt in een idyllische wijk met speeltuinen, een staatssupermarkt met goedkoop voedsel, sportveldjes, moestuinen, scholen en een kosteloze kliniek met Cubaanse artsen.
„We zijn El Comandante eeuwig dankbaar. Hij heeft ons allemaal uit de stront getrokken. We stemmen hier morgen 100% 'rojo, rojito'” (rood).
Luis Lopez (65): Chávez eeuwig dankbaar.
Chávez (58), die voorlopig hersteld lijkt van kanker, wil komende jaren honderdduizend arme Venezolanen verwelkomen in het paradepaardje van zijn revolutie. Het is onderdeel van zijn belofte om de hele bevolking voor 2019 een waardige woning te bezorgen, waarvoor zeker drie miljoen huizen moeten worden gebouwd.
Ook voor tientallen andere sociale projecten (Misiones) heeft hij extra oliemiljarden in petto. „Geloven jullie echt dat die onbenul de Misiones in stand zou houden?” zo schold Chávez zijn tegenstander Henrique Capriles donderdag nog maar eens uit onder luid gejuich van zijn uit het hele land opgetrommelde rode aanhang.
„Kiezers zijn bang om hun sociale rechten of baan te verliezen als ze niet op Chávez stemmen”, zegt Guillermo Barrios van Manifiesta, een organisatie die Venezolanen op het hart drukt dat hun stem van morgen geheim blijft. „Ze hebben de Lista Tascón nog in hun achterhoofd.”
Op deze zwarte lijst van de overheid belandden 3,5 miljoen Venezolanen toen ze in 2004 voor een referendum tegen Chávez tekenden. De vraag was destijds of Chávez moest worden afgezet. Honderdduizenden verloren daarna hun baan bij de almaar uitdijende overheid.
„David wint altijd van Goliath”, hoopt de energieke Capriles, een succesvolle gouverneur en jurist van Joods-Antilliaans bloed die de harten van veel vrouwelijke kiezers sneller laat kloppen.
De gouverneur van Miranda, een deelstaat die Caracas overlapt, belooft de populaire Misiones te continueren, maar hamert daarnaast op de mislukkingen van de ’Bolivariaanse’ revolutie van Chávez. Zo is het Venezolaanse moordcijfer verdrievoudigd sinds 1998 en is het land nu nog afhankelijker van olie dan voorheen.
Terwijl de eigen infrastructuur in verval is, doet de president grote oliegiften aan bondgenoten als Cuba. Capriles, kleinzoon van een Poolse Holocaust-overlever, wil korte metten maken met die cadeaus, wat een ramp zou zijn voor de gebroeders Castro.
Verder spreekt hij veel kiezers aan met zijn oproep tot vrede en verzoening in Venezuela, dat onder Chávez volledig verdeeld is geraakt. De president pookte het vuur in de debatloze campagne als vanouds op met scheldpartijen aan het adres van zijn rivaal ('nazi', 'varken', 'nobody', 'fascist', 'politieke analfabeet'). Capriles negeerde de beledigingen.
Netzai Barrame (13) is blij met haar verhuizing naar Ciudad Caribia. "Hier kan ik rustig spelen op straat, in Caracas kon dat niet."
------------------------------------------------------------------------------------
Na veertien jaar socialistische revolutie is de kans morgen groter dan ooit dat het tijdperk van de Venezolaanse president Hugo Chávez Frias wordt afgesloten.
Volgens een deel van de sterk uiteenlopende peilingen voor de verkiezingen wordt het een nek-aan-nekrace met tegenstrever Henrique Capriles Radonski (40).
Bij enquêteur Consultores 21, de beste voorspeller van de parlementsverkiezingen van 2010, leidt Capriles met 49% van de stemmen, 3% meer dan de doorgaans oppermachtige Chávez. Maar bij het regeringsgezinde Hinterlaces staat de president 16% voor.
„Natuurlijk wint Chávez”, zegt Luis Lopez (65) uit Ciudad Caribia, een ’socialistische stad’ die uit de grond wordt gestampt in de groene bergen achter het internationale vliegveld van de hoofdstad Caracas.
Trots laat de voormalige dakloze, die bij aardverschuivingen in 2010 zijn krot kwijtraakte, zijn gratis driekamerwoning zien, compleet met meubels, huishoudelijke apparaten en een poster van Chávez.
Het appartement ligt in een idyllische wijk met speeltuinen, een staatssupermarkt met goedkoop voedsel, sportveldjes, moestuinen, scholen en een kosteloze kliniek met Cubaanse artsen.
„We zijn El Comandante eeuwig dankbaar. Hij heeft ons allemaal uit de stront getrokken. We stemmen hier morgen 100% 'rojo, rojito'” (rood).
Luis Lopez (65): Chávez eeuwig dankbaar.
Chávez (58), die voorlopig hersteld lijkt van kanker, wil komende jaren honderdduizend arme Venezolanen verwelkomen in het paradepaardje van zijn revolutie. Het is onderdeel van zijn belofte om de hele bevolking voor 2019 een waardige woning te bezorgen, waarvoor zeker drie miljoen huizen moeten worden gebouwd.
Ook voor tientallen andere sociale projecten (Misiones) heeft hij extra oliemiljarden in petto. „Geloven jullie echt dat die onbenul de Misiones in stand zou houden?” zo schold Chávez zijn tegenstander Henrique Capriles donderdag nog maar eens uit onder luid gejuich van zijn uit het hele land opgetrommelde rode aanhang.
„Kiezers zijn bang om hun sociale rechten of baan te verliezen als ze niet op Chávez stemmen”, zegt Guillermo Barrios van Manifiesta, een organisatie die Venezolanen op het hart drukt dat hun stem van morgen geheim blijft. „Ze hebben de Lista Tascón nog in hun achterhoofd.”
Op deze zwarte lijst van de overheid belandden 3,5 miljoen Venezolanen toen ze in 2004 voor een referendum tegen Chávez tekenden. De vraag was destijds of Chávez moest worden afgezet. Honderdduizenden verloren daarna hun baan bij de almaar uitdijende overheid.
„David wint altijd van Goliath”, hoopt de energieke Capriles, een succesvolle gouverneur en jurist van Joods-Antilliaans bloed die de harten van veel vrouwelijke kiezers sneller laat kloppen.
De gouverneur van Miranda, een deelstaat die Caracas overlapt, belooft de populaire Misiones te continueren, maar hamert daarnaast op de mislukkingen van de ’Bolivariaanse’ revolutie van Chávez. Zo is het Venezolaanse moordcijfer verdrievoudigd sinds 1998 en is het land nu nog afhankelijker van olie dan voorheen.
Terwijl de eigen infrastructuur in verval is, doet de president grote oliegiften aan bondgenoten als Cuba. Capriles, kleinzoon van een Poolse Holocaust-overlever, wil korte metten maken met die cadeaus, wat een ramp zou zijn voor de gebroeders Castro.
Verder spreekt hij veel kiezers aan met zijn oproep tot vrede en verzoening in Venezuela, dat onder Chávez volledig verdeeld is geraakt. De president pookte het vuur in de debatloze campagne als vanouds op met scheldpartijen aan het adres van zijn rivaal ('nazi', 'varken', 'nobody', 'fascist', 'politieke analfabeet'). Capriles negeerde de beledigingen.
Netzai Barrame (13) is blij met haar verhuizing naar Ciudad Caribia. "Hier kan ik rustig spelen op straat, in Caracas kon dat niet."
vrijdag, oktober 05, 2012
Bezoekje aan de best presterende beurs ter wereld
Uit de Financiële Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Met een 212%-stijging van de hoofdindex (IBC) is de beurs van Caracas dit jaar de best presterende ter wereld. Maar woordvoerder Hugo Londoño is de eerste om zijn spectaculaire groeicijfer te relativeren.
"Het hoge percentage wordt vertekend door het lage volume. De handel staat hier al jaren op een laag pitje," vertelt hij in het spookachtig stille gebouw van de Bolsa de Valores de Caracas (BVC), de hoofdstad van Venezuela.
Met een spottend lachje somt hij een reeks minder imposante cijfers op. Het aantal beursnoteringen daalde van 66 naar 41 sinds 2000 en het aantal beursmedewerkers van honderd naar 35. Een handelsdag duurt van 9u tot 13u en telt gemiddeld vijftien aandelentransacties. Er zijn ook dagen dat de beurs morsdood is. De koersgrafiek bestaat dan uit een kaarsrecht horizontaal streepje.
De Venezolaanse beursmisère is een gevolg van de socialistische revolutie van president Hugo Chávez, die al sinds 1999 aan de macht is. "Als hij komende zondag de verkiezingen wint, dan betekent dat het einde voor de beurs. Dan raken we nog meer noteringen kwijt door nationalisaties en kapitaalcontroles", sombert de zegsman in zijn kantoor op een verdieping die het bedrijf BVC deelt met de Finse ambassade.
De enige overgebleven Venezolaanse effectenbeurs heeft een beurswaarde van 39,5 miljard bolívares (9,2 miljard dollar volgens de officiële koers, 4 miljard dollar volgens de zwarte koers) en is dertig keer zo klein als de beurs van buurland Brazilië.
Dat de IBC dit jaar door het dak gaat, komt vooral door gestegen aandelen van banken en verzekeraars, samen goed voor 82% van de beursgraadmeter. Andere belangrijke noteringen zijn die van papiermaker Manpa, staalproducent Sivensa en chemieconcern Corimon.
De laatste weken kregen Venezolaanse aandelen en obligaties een extra impuls door een stijging in de peilingen van Chávez' tegenstander Henrique Capriles. Investeerders lopen warm voor de succesvolle gouverneur, die zich centrum-links noemt en de Venezolaanse economie wil omvormen tot een meer marktvriendelijk 'Braziliaans' model.
Chávez blijft favoriet door zijn grote populariteit onder de armen, maar Capriles staat niet ver achter en in één peiling nipt voor. "Als hij wint, is Venezuela komend jaar mogelijk de beste investering in opkomende markten", denkt hoofdeconoom Alejandro Grisanti van Barclays Capital Latijns-Amerika.
De rente op 16-jarig Venezolaans staatspapier daalde deze week naar 10,5%, het laagste niveau in vier jaar. Chávez pleegde weliswaar nog nooit een default, maar blijft voor beleggers een onzekere factor door zijn anti-kapitalistische taal.
Met een gunstiger investeringsklimaat hoopt Capriles zeker drie basispunten van de rente af te knabbelen als hij gekozen wordt. Speerpunt daarbij zou de sukkelende olie-industrie worden, die goed is voor 95% van de export van het land met 's werelds grootste olievoorraden.
Onder Chávez is staatsoliebedrijf PDVSA veranderd in een enorme melkkoe en banenmachine voor politieke vertrouwelingen, waardoor de productie is teruggevallen van 3,5 miljoen vaten per dag in 1998 tot 2,7 miljoen in 2011 (volgens cijfers van BP).
Capriles denkt de productie te kunnen verdubbelen via een meer op technische kwaliteiten gericht personeelsbeleid en meer samenwerking met buitenlandse bedrijven. Dat biedt kansen voor twee van de weinige overgebleven Nederlandse concerns in Venezuela, oliereus Shell en olie-opslagbedrijf Vopak.
----------------------------------------------------------------------------------
Met een 212%-stijging van de hoofdindex (IBC) is de beurs van Caracas dit jaar de best presterende ter wereld. Maar woordvoerder Hugo Londoño is de eerste om zijn spectaculaire groeicijfer te relativeren.
"Het hoge percentage wordt vertekend door het lage volume. De handel staat hier al jaren op een laag pitje," vertelt hij in het spookachtig stille gebouw van de Bolsa de Valores de Caracas (BVC), de hoofdstad van Venezuela.
Met een spottend lachje somt hij een reeks minder imposante cijfers op. Het aantal beursnoteringen daalde van 66 naar 41 sinds 2000 en het aantal beursmedewerkers van honderd naar 35. Een handelsdag duurt van 9u tot 13u en telt gemiddeld vijftien aandelentransacties. Er zijn ook dagen dat de beurs morsdood is. De koersgrafiek bestaat dan uit een kaarsrecht horizontaal streepje.
De Venezolaanse beursmisère is een gevolg van de socialistische revolutie van president Hugo Chávez, die al sinds 1999 aan de macht is. "Als hij komende zondag de verkiezingen wint, dan betekent dat het einde voor de beurs. Dan raken we nog meer noteringen kwijt door nationalisaties en kapitaalcontroles", sombert de zegsman in zijn kantoor op een verdieping die het bedrijf BVC deelt met de Finse ambassade.
De enige overgebleven Venezolaanse effectenbeurs heeft een beurswaarde van 39,5 miljard bolívares (9,2 miljard dollar volgens de officiële koers, 4 miljard dollar volgens de zwarte koers) en is dertig keer zo klein als de beurs van buurland Brazilië.
Dat de IBC dit jaar door het dak gaat, komt vooral door gestegen aandelen van banken en verzekeraars, samen goed voor 82% van de beursgraadmeter. Andere belangrijke noteringen zijn die van papiermaker Manpa, staalproducent Sivensa en chemieconcern Corimon.
De laatste weken kregen Venezolaanse aandelen en obligaties een extra impuls door een stijging in de peilingen van Chávez' tegenstander Henrique Capriles. Investeerders lopen warm voor de succesvolle gouverneur, die zich centrum-links noemt en de Venezolaanse economie wil omvormen tot een meer marktvriendelijk 'Braziliaans' model.
Chávez blijft favoriet door zijn grote populariteit onder de armen, maar Capriles staat niet ver achter en in één peiling nipt voor. "Als hij wint, is Venezuela komend jaar mogelijk de beste investering in opkomende markten", denkt hoofdeconoom Alejandro Grisanti van Barclays Capital Latijns-Amerika.
De rente op 16-jarig Venezolaans staatspapier daalde deze week naar 10,5%, het laagste niveau in vier jaar. Chávez pleegde weliswaar nog nooit een default, maar blijft voor beleggers een onzekere factor door zijn anti-kapitalistische taal.
Met een gunstiger investeringsklimaat hoopt Capriles zeker drie basispunten van de rente af te knabbelen als hij gekozen wordt. Speerpunt daarbij zou de sukkelende olie-industrie worden, die goed is voor 95% van de export van het land met 's werelds grootste olievoorraden.
Onder Chávez is staatsoliebedrijf PDVSA veranderd in een enorme melkkoe en banenmachine voor politieke vertrouwelingen, waardoor de productie is teruggevallen van 3,5 miljoen vaten per dag in 1998 tot 2,7 miljoen in 2011 (volgens cijfers van BP).
Capriles denkt de productie te kunnen verdubbelen via een meer op technische kwaliteiten gericht personeelsbeleid en meer samenwerking met buitenlandse bedrijven. Dat biedt kansen voor twee van de weinige overgebleven Nederlandse concerns in Venezuela, oliereus Shell en olie-opslagbedrijf Vopak.
woensdag, oktober 03, 2012
Column Libertad
Uit de krant van gisteren.
----------------------------------------------------------------------------------
"Vrijheid, vrijheid, vrijheid!" Alle passagiers brullen mee in het afgeladen metrostel in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. "Chávez, makker, je laatste week is aangebroken!"
Ik word aangesproken door Garcilaso (35), een vroeg grijzende uitgever die ook op weg is naar de laatste grote bijeenkomst van oppositiekandidaat Capriles voor de presidentsverkiezingen van komende zondag.
"Dit is zo'n emotionele dag voor mij. Met Capriles kunnen we Chávez eindelijk verslaan. Nog zes jaar is gewoon onvoorstelbaar, we willen onze vrijheid terug."
Even later verzamelen honderdduizenden Venezolanen zich op de Avenida Bolívar. Terwijl ijs- en frisdrankverkopers profiteren van de verzengende Caribische hitte, schreeuwt de menigte zich de kelen schor: "Libertad, libertad, libertad!"
Vijf vrouwen zijn op een iets te dun dakje geklommen om aan het gedrang te ontsnappen. Tussen wat elektriciteitsdraden door proberen ze een glimp op te vangen van het podium waarop hun held ieder ogenblik kan verschijnen.
"Er hebben hier nog nooit zoveel mensen gestaan, het volk is wakker", zegt Juana (68) terwijl ze zich onder een parasol verschuilt. "Het verschil is dat wij hier allemaal vrijwillig staan, terwijl Chávez aanhangers dwingt of betaalt om naar hem te luisteren."
Het vijftal somt de bekende klachten op over de al veertien jaar durende socialistische revolutie van Chávez. Zijn machtsmisbruik, de torenhoge moordcijfers en inflatie, de persbreidel, de import- en dollarbeperkingen, de stroom die om de haverklap uitvalt.
Mari (42) stemde zes jaar geleden nog voor Chávez. "Maar ik kan met mijn middenklasse-inkomen niet eens fatsoenlijk voedsel kopen voor mijn kinderen. Alles is zo duur geworden."
Marielis (33) is bang voor een bloedbad op zondag. "De chavistas zijn tot alles in staat als ze verliezen."
Dan komt Capriles (40) op, de energieke oud-gouverneur van de deelstaat Miranda die nog nooit een verkiezing verloor. "Volgend jaar is RCTV weer te zien", scoort hij met een nieuwtje over de populaire tv-zender die door Chávez van de kabel werd gehaald.
"Ik zal regeren voor alle Venezolanen", zo belooft hij het diep verdeelde land te verzoenen.
Het is wat de dames willen horen. "Rust en vrede, dát is vrijheid. Nog maar één weekje wachten."
----------------------------------------------------------------------------------
"Vrijheid, vrijheid, vrijheid!" Alle passagiers brullen mee in het afgeladen metrostel in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. "Chávez, makker, je laatste week is aangebroken!"
Ik word aangesproken door Garcilaso (35), een vroeg grijzende uitgever die ook op weg is naar de laatste grote bijeenkomst van oppositiekandidaat Capriles voor de presidentsverkiezingen van komende zondag.
"Dit is zo'n emotionele dag voor mij. Met Capriles kunnen we Chávez eindelijk verslaan. Nog zes jaar is gewoon onvoorstelbaar, we willen onze vrijheid terug."
Even later verzamelen honderdduizenden Venezolanen zich op de Avenida Bolívar. Terwijl ijs- en frisdrankverkopers profiteren van de verzengende Caribische hitte, schreeuwt de menigte zich de kelen schor: "Libertad, libertad, libertad!"
Vijf vrouwen zijn op een iets te dun dakje geklommen om aan het gedrang te ontsnappen. Tussen wat elektriciteitsdraden door proberen ze een glimp op te vangen van het podium waarop hun held ieder ogenblik kan verschijnen.
"Er hebben hier nog nooit zoveel mensen gestaan, het volk is wakker", zegt Juana (68) terwijl ze zich onder een parasol verschuilt. "Het verschil is dat wij hier allemaal vrijwillig staan, terwijl Chávez aanhangers dwingt of betaalt om naar hem te luisteren."
Het vijftal somt de bekende klachten op over de al veertien jaar durende socialistische revolutie van Chávez. Zijn machtsmisbruik, de torenhoge moordcijfers en inflatie, de persbreidel, de import- en dollarbeperkingen, de stroom die om de haverklap uitvalt.
Mari (42) stemde zes jaar geleden nog voor Chávez. "Maar ik kan met mijn middenklasse-inkomen niet eens fatsoenlijk voedsel kopen voor mijn kinderen. Alles is zo duur geworden."
Marielis (33) is bang voor een bloedbad op zondag. "De chavistas zijn tot alles in staat als ze verliezen."
Dan komt Capriles (40) op, de energieke oud-gouverneur van de deelstaat Miranda die nog nooit een verkiezing verloor. "Volgend jaar is RCTV weer te zien", scoort hij met een nieuwtje over de populaire tv-zender die door Chávez van de kabel werd gehaald.
"Ik zal regeren voor alle Venezolanen", zo belooft hij het diep verdeelde land te verzoenen.
Het is wat de dames willen horen. "Rust en vrede, dát is vrijheid. Nog maar één weekje wachten."
zaterdag, september 29, 2012
Brazilië ontdekt stroopwafel
Uit de Financiële Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
De stroopwafel is in opmars in Brazilië. Een groeiend aantal Nederlanders probeert via de oer-Hollandse koek zijn brood te verdienen in het aan zoet verslingerde Zuid-Amerikaanse land.
Banketbakker Pim van Noort (25) uit Leiden heeft net de eerste verse stroopwafelkraam van São Paulo geopend, genaamd Leidenaar Doces Holandeses.
"Mijn Braziliaanse schoonfamilie vond stroopwafels zo lekker dat we besloten samen deze investering te doen" (van € 40.000).
Van Noort leerde het bakken thuis aan de hand van een 110 jaar oud kookboek met koekrecepten. "Ik wilde niet betalen voor een stroopwafelrecept en heb er zeker duizend geproefd om het onder de knie te krijgen. Dat heeft me aardig wat kilo's opgeleverd", lacht de gezette Zuid-Hollander.
De kraam verkoopt naast verse wafels (€ 1,50) ook poffertjes (tien voor € 1,15), moorkoppen (€ 1), soesjes (€ 0,40), appeltaart (€ 2) en tompoucen (€2). De snacks zijn gemaakt van Braziliaanse ingrediënten en iets zoeter dan in Nederland.
Van Noort: "Daar houden Brazilianen van. In een glas vruchtensap gooien ze zo een halve kilo suiker."
Toch kent de zaak geen droomstart: de klandizie valt voorlopig tegen. "Het is nog wennen voor de Brazilianen, vooral aan de kaneelsmaak van de wafel. Niet iedereen vindt die lekker," verklaart zijn schoonvader en compagnon Gesiel Correia da Silva.
Daarnaast is de locatie, een slecht draaiende shopping mall langs de stinkende Tietê-rivier, ongelukkig gekozen. "We gaan snel verhuizen. En in november openen we onze tweede kraam in Campinas" (een nabijgelegen industriestad).
Ook in andere Braziliaanse steden schieten er stroopwafelfabriekjes uit de grond. Willem Vos (46) uit Waalwijk en zijn Braziliaanse vrouw kunnen er in het zuidelijk gelegen Porto Alegre van leven.
"We bakken thuis in de kelder en verkopen aan delicatessenwinkels, tankstations en supermarkten. Het gaat zo goed dat ik mijn andere baan heb opgezegd."
Toch is Vos niet helemaal tevreden over zijn Moinho Wafers. "Het is lastig om roomboter te vinden in Brazilië. Ik bak met margarine en dat doet toch wat af aan de smaak."
Drieduizend kilometer noordelijker poogt Hans (51) uit Utrecht de tropische strandstad Salvador aan de stroopwafel te krijgen.
"Ik reisde mijn Braziliaanse vakantieliefde achterna. Niemand zat hier te wachten op mijn werkervaring, dus ik moest iets voor mezelf beginnen. Mijn vrouw kwam met dit idee. Ik kocht een stroopwafelrecept in Nederland en begon gewoon lekker te smeren."
In zijn minifabriek Holanda Waffle staat voor € 12.000 aan machines uit Nederland.
"Eigenlijk is dit te kleinschalig. Ik bak tegen de vijfhonderd stroopwafels per dag en dat is best slopend. Helaas heb ik geen geld voor een geautomatiseerde bakkerijlijn, die kost algauw een ton. Maar er zit een stijgende lijn in mijn omzet" (€ 800 per maand).
Hoewel de Utrechter worstelt met de Braziliaanse margarine en het meel, is zijn sambastroopwafel nauwelijks te onderscheiden van de Nederlandse evenknie. Alleen de strooplaag is iets dunner, om te voorkomen dat het een kliederboel wordt in de verpakking. Salvador is warmer dan São Paulo en Porto Alegre.
Braziliaanse bedrijven mengen zich intussen ook in de 'stroopwafeloorlog'. Sinds vorig jaar ligt de Waffle Caramelo van voedingsconcern Cacau Show in de schappen van menig supermarkt, een uit Nederland geïmporteerde stroopwafel.
Van Noort maakt er zich geen zorgen over. "Dat is goed voor de naamsbekendheid. Brazilië is groot genoeg voor wat concurrentie."
Pim van Noort met zijn Braziliaanse schoonfamilie
------------------------------------------------------------------------------------
De stroopwafel is in opmars in Brazilië. Een groeiend aantal Nederlanders probeert via de oer-Hollandse koek zijn brood te verdienen in het aan zoet verslingerde Zuid-Amerikaanse land.
Banketbakker Pim van Noort (25) uit Leiden heeft net de eerste verse stroopwafelkraam van São Paulo geopend, genaamd Leidenaar Doces Holandeses.
"Mijn Braziliaanse schoonfamilie vond stroopwafels zo lekker dat we besloten samen deze investering te doen" (van € 40.000).
Van Noort leerde het bakken thuis aan de hand van een 110 jaar oud kookboek met koekrecepten. "Ik wilde niet betalen voor een stroopwafelrecept en heb er zeker duizend geproefd om het onder de knie te krijgen. Dat heeft me aardig wat kilo's opgeleverd", lacht de gezette Zuid-Hollander.
De kraam verkoopt naast verse wafels (€ 1,50) ook poffertjes (tien voor € 1,15), moorkoppen (€ 1), soesjes (€ 0,40), appeltaart (€ 2) en tompoucen (€2). De snacks zijn gemaakt van Braziliaanse ingrediënten en iets zoeter dan in Nederland.
Van Noort: "Daar houden Brazilianen van. In een glas vruchtensap gooien ze zo een halve kilo suiker."
Toch kent de zaak geen droomstart: de klandizie valt voorlopig tegen. "Het is nog wennen voor de Brazilianen, vooral aan de kaneelsmaak van de wafel. Niet iedereen vindt die lekker," verklaart zijn schoonvader en compagnon Gesiel Correia da Silva.
Daarnaast is de locatie, een slecht draaiende shopping mall langs de stinkende Tietê-rivier, ongelukkig gekozen. "We gaan snel verhuizen. En in november openen we onze tweede kraam in Campinas" (een nabijgelegen industriestad).
Ook in andere Braziliaanse steden schieten er stroopwafelfabriekjes uit de grond. Willem Vos (46) uit Waalwijk en zijn Braziliaanse vrouw kunnen er in het zuidelijk gelegen Porto Alegre van leven.
"We bakken thuis in de kelder en verkopen aan delicatessenwinkels, tankstations en supermarkten. Het gaat zo goed dat ik mijn andere baan heb opgezegd."
Toch is Vos niet helemaal tevreden over zijn Moinho Wafers. "Het is lastig om roomboter te vinden in Brazilië. Ik bak met margarine en dat doet toch wat af aan de smaak."
Drieduizend kilometer noordelijker poogt Hans (51) uit Utrecht de tropische strandstad Salvador aan de stroopwafel te krijgen.
"Ik reisde mijn Braziliaanse vakantieliefde achterna. Niemand zat hier te wachten op mijn werkervaring, dus ik moest iets voor mezelf beginnen. Mijn vrouw kwam met dit idee. Ik kocht een stroopwafelrecept in Nederland en begon gewoon lekker te smeren."
In zijn minifabriek Holanda Waffle staat voor € 12.000 aan machines uit Nederland.
"Eigenlijk is dit te kleinschalig. Ik bak tegen de vijfhonderd stroopwafels per dag en dat is best slopend. Helaas heb ik geen geld voor een geautomatiseerde bakkerijlijn, die kost algauw een ton. Maar er zit een stijgende lijn in mijn omzet" (€ 800 per maand).
Hoewel de Utrechter worstelt met de Braziliaanse margarine en het meel, is zijn sambastroopwafel nauwelijks te onderscheiden van de Nederlandse evenknie. Alleen de strooplaag is iets dunner, om te voorkomen dat het een kliederboel wordt in de verpakking. Salvador is warmer dan São Paulo en Porto Alegre.
Braziliaanse bedrijven mengen zich intussen ook in de 'stroopwafeloorlog'. Sinds vorig jaar ligt de Waffle Caramelo van voedingsconcern Cacau Show in de schappen van menig supermarkt, een uit Nederland geïmporteerde stroopwafel.
Van Noort maakt er zich geen zorgen over. "Dat is goed voor de naamsbekendheid. Brazilië is groot genoeg voor wat concurrentie."
Pim van Noort met zijn Braziliaanse schoonfamilie
vrijdag, september 21, 2012
Column Cesium-137
Uit De Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Ricardo is een grijzende taxichauffeur uit Goiânia, een Braziliaanse boomtown waar deze maand een bizarre ramp wordt herdacht. Als oud-politieman was hij 25 jaar geleden getuige van wat de Brazilianen zien als het 'grootste nucleaire ongeluk ter wereld buiten een kerncentrale'. "Het is een wonder dat ik nog leef."
Hoofdschuddend begint hij te vertellen over de gebeurtenissen in september 1987. In een verlaten kliniek voor radiotherapie in het centrum van Goiânia is een bestralingsapparaat blijven staan. Als de bewaker zich op een dag ziek meldt, slepen twee inbrekers het weg.
Ze verkopen hun buit, compleet met een capsule vol zwaar radioactief cesium-137, aan de onfortuinlijke schroothandelaar Devair. Deze raakt zo gefascineerd door het blauwige licht dat het cesiumpoeder in het donker uitstraalt, dat hij de capsule open ramt om een ring voor zijn vrouw te maken van het materiaal.
"Ik liet me betoveren door de glans van de dood", zou de inmiddels overleden Devair later zeggen.
Hij doet de radioactieve korrels aan meerdere mensen kado. Een broer tekent er een kruis mee op zijn borst. Broer 2 laat er zijn dochtertje Leide (6) mee spelen, waarna ze het goedje binnen krijgt bij het eten. Broer 3 is buschauffeur en stelt honderden passagiers bloot aan de straling.
Intussen worden steeds meer mensen ziek in Devairs omgeving. Na twee weken trekt zijn vrouw aan de bel. Ze stopt de gebroken capsule in een plastic zak en stapt in een volle stadsbus. Ze meldt zich bij de medische autoriteiten en er wordt groot alarm geslagen.
Ricardo is één van de dienders die de opdracht krijgt om de wijk van Devair af te zetten en slachtoffers te isoleren in een stadion. Hij wordt zonder bescherming naar de haard van de ramp gestuurd.
Terwijl inwoners van Goiânia als paria's worden behandeld in de rest van Brazilië, overlijden Leide en de vrouw van Devair als eersten aan de bestraling. Het dodental is sindsdien opgelopen tot 104, aldus de Vereniging van Cesiumslachtoffers.
Honderden van hen vechten via justitie nog steeds voor een schadevergoeding.
Ricardo is 'schoon' volgens artsen. "Maar het ongeluk achtervolgt me nog steeds. Sommige mensen mijden me. Iemand vroeg me zelfs een keer of ik licht geef in het donker."
----------------------------------------------------------------------------------
Ricardo is een grijzende taxichauffeur uit Goiânia, een Braziliaanse boomtown waar deze maand een bizarre ramp wordt herdacht. Als oud-politieman was hij 25 jaar geleden getuige van wat de Brazilianen zien als het 'grootste nucleaire ongeluk ter wereld buiten een kerncentrale'. "Het is een wonder dat ik nog leef."
Hoofdschuddend begint hij te vertellen over de gebeurtenissen in september 1987. In een verlaten kliniek voor radiotherapie in het centrum van Goiânia is een bestralingsapparaat blijven staan. Als de bewaker zich op een dag ziek meldt, slepen twee inbrekers het weg.
Ze verkopen hun buit, compleet met een capsule vol zwaar radioactief cesium-137, aan de onfortuinlijke schroothandelaar Devair. Deze raakt zo gefascineerd door het blauwige licht dat het cesiumpoeder in het donker uitstraalt, dat hij de capsule open ramt om een ring voor zijn vrouw te maken van het materiaal.
"Ik liet me betoveren door de glans van de dood", zou de inmiddels overleden Devair later zeggen.
Hij doet de radioactieve korrels aan meerdere mensen kado. Een broer tekent er een kruis mee op zijn borst. Broer 2 laat er zijn dochtertje Leide (6) mee spelen, waarna ze het goedje binnen krijgt bij het eten. Broer 3 is buschauffeur en stelt honderden passagiers bloot aan de straling.
Intussen worden steeds meer mensen ziek in Devairs omgeving. Na twee weken trekt zijn vrouw aan de bel. Ze stopt de gebroken capsule in een plastic zak en stapt in een volle stadsbus. Ze meldt zich bij de medische autoriteiten en er wordt groot alarm geslagen.
Ricardo is één van de dienders die de opdracht krijgt om de wijk van Devair af te zetten en slachtoffers te isoleren in een stadion. Hij wordt zonder bescherming naar de haard van de ramp gestuurd.
Terwijl inwoners van Goiânia als paria's worden behandeld in de rest van Brazilië, overlijden Leide en de vrouw van Devair als eersten aan de bestraling. Het dodental is sindsdien opgelopen tot 104, aldus de Vereniging van Cesiumslachtoffers.
Honderden van hen vechten via justitie nog steeds voor een schadevergoeding.
Ricardo is 'schoon' volgens artsen. "Maar het ongeluk achtervolgt me nog steeds. Sommige mensen mijden me. Iemand vroeg me zelfs een keer of ik licht geef in het donker."
zaterdag, september 08, 2012
Suriname boos op Duitsland: 'Dan bergen we jullie WO II-wrak zelf wel'
Uit de Financiële Telegraaf van vandaag.
---------------------------------------------------------------------------------
Suriname gooit de handdoek in de ring: omdat Duitsland blijft weigeren om een WO II-wrak in de haven van Paramaribo te bergen, gaat Suriname de klus zelf ter hand nemen. Grote kans dat daarbij een Nederlands bergingsbedrijf wordt ingeschakeld.
De Duitsers lieten het vrachtschip (Goslar genaamd) na het bezetten van Nederland op 10 mei 1940 zinken om het uit handen te houden van het koloniale gezag over Suriname. Doordat de Goslar op een zandbank belandde, wordt het zicht op de Suriname-rivier sindsdien ontsierd door een grote hoop roestend schroot.
"Het zou rechtvaardig zijn als Duitsland zijn rotzooi zou opruimen. Maar we zullen er zelf voor moeten opdraaien, wat miljoenen gaat kosten," bromt de verantwoordelijke directeur Malvin Foen A Foe van het ministerie van Openbare Werken.
Dat ook Suriname nooit veel haast maakte met de berging, komt doordat de Goslar precies tussen twee vaargeulen ligt. Schepen, die vanuit het binnenland veel aluminium vervoeren via de rivier, konden er altijd makkelijk langs varen.
"Het wrak is door corrosie echter aan het scheuren. Als er een stuk loskomt, kan het richting de vaargeulen verzakken", vertelt Bernice Mahabier, die de Goslar in de gaten houdt namens de Maritieme Dienst.
Suriname heeft bovendien grote plannen met de haven van Paramaribo, die met hulp van het Nederlandse bouwbedrijf Ballast Nedam een flinke opknapbeurt heeft gekregen. De Surinaamse hoofdstad wil een hub worden voor de scheepvaart langs de noordkust van Zuid-Amerika en het zuidelijke Caribische gebied. "Als we grotere schepen binnen krijgen, moet het wrak uiteindelijk toch weg," weet Mahabier.
Duitsland voelt zich niet geroepen om hierbij te helpen. De vorige Surinaamse regering vroeg Berlijn nog een keer om "verantwoordelijkheid" te nemen voor zijn oorlogsverleden.
Daarop speelde de Duitse regering de zwarte piet door naar de Duitse rederij Hapag-Lloyd, de rechtsopvolger van de vroegere eigenaar van de Goslar (Norddeutsche Lloyd). Hapag-Lloyd weigert op haar beurt te betalen omdat het zinken op bevel van het Duitse Rijk gebeurde.
"We zouden een dure Duitse procedure moeten starten, met een onzekere uitkomst", zo legt Foen A Foe zich neer bij de gepeperde rekening.
De berging wordt waarschijnlijk gecombineerd met voor volgend jaar gepland baggerwerk in de Surinamerivier. Belangrijke kandidaat hiervoor is Boskalis. De Sliedrechtse baggerreus is eigenaar van berger Smit Internationale en doet via bauxietwinning en dijkenbouw al goede zaken doet met de regering-Bouterse. Foen A Foe heeft het bedrijf gepolst voor de operatie.
Niet iedereen in Paramaribo is blij met het toekomstige afscheid van het wrak, dat volgens volksverhalen vol spoken en schatten zou zitten.
"Laat het toch lekker liggen", mijmert een oude man terwijl hij een bakje nasi verorbert op de gezellige rivierkade met uitzicht op de Goslar. "Het is een mooi oorlogsmonument. Het Van Beekeiland zou een toeristische attractie moeten worden."
Die bijnaam voor de Goslar verwijst naar de Nederlandse politiecommissaris die op 10 mei 1940 opdracht kreeg om de bemanning te arresteren. Van Beek treuzelde daarbij net te lang. De Duitsers brachten snel hun hele kolenvoorraad naar de bakboordzijde en lieten het schip vollopen door een luik te openen. Daarna werden ze geïnterneerd.
Malvin Foen A Foe: "De Duitsers zouden hun rotzooi zelf moeten opruimen."
---------------------------------------------------------------------------------
Suriname gooit de handdoek in de ring: omdat Duitsland blijft weigeren om een WO II-wrak in de haven van Paramaribo te bergen, gaat Suriname de klus zelf ter hand nemen. Grote kans dat daarbij een Nederlands bergingsbedrijf wordt ingeschakeld.
De Duitsers lieten het vrachtschip (Goslar genaamd) na het bezetten van Nederland op 10 mei 1940 zinken om het uit handen te houden van het koloniale gezag over Suriname. Doordat de Goslar op een zandbank belandde, wordt het zicht op de Suriname-rivier sindsdien ontsierd door een grote hoop roestend schroot.
"Het zou rechtvaardig zijn als Duitsland zijn rotzooi zou opruimen. Maar we zullen er zelf voor moeten opdraaien, wat miljoenen gaat kosten," bromt de verantwoordelijke directeur Malvin Foen A Foe van het ministerie van Openbare Werken.
Dat ook Suriname nooit veel haast maakte met de berging, komt doordat de Goslar precies tussen twee vaargeulen ligt. Schepen, die vanuit het binnenland veel aluminium vervoeren via de rivier, konden er altijd makkelijk langs varen.
"Het wrak is door corrosie echter aan het scheuren. Als er een stuk loskomt, kan het richting de vaargeulen verzakken", vertelt Bernice Mahabier, die de Goslar in de gaten houdt namens de Maritieme Dienst.
Suriname heeft bovendien grote plannen met de haven van Paramaribo, die met hulp van het Nederlandse bouwbedrijf Ballast Nedam een flinke opknapbeurt heeft gekregen. De Surinaamse hoofdstad wil een hub worden voor de scheepvaart langs de noordkust van Zuid-Amerika en het zuidelijke Caribische gebied. "Als we grotere schepen binnen krijgen, moet het wrak uiteindelijk toch weg," weet Mahabier.
Duitsland voelt zich niet geroepen om hierbij te helpen. De vorige Surinaamse regering vroeg Berlijn nog een keer om "verantwoordelijkheid" te nemen voor zijn oorlogsverleden.
Daarop speelde de Duitse regering de zwarte piet door naar de Duitse rederij Hapag-Lloyd, de rechtsopvolger van de vroegere eigenaar van de Goslar (Norddeutsche Lloyd). Hapag-Lloyd weigert op haar beurt te betalen omdat het zinken op bevel van het Duitse Rijk gebeurde.
"We zouden een dure Duitse procedure moeten starten, met een onzekere uitkomst", zo legt Foen A Foe zich neer bij de gepeperde rekening.
De berging wordt waarschijnlijk gecombineerd met voor volgend jaar gepland baggerwerk in de Surinamerivier. Belangrijke kandidaat hiervoor is Boskalis. De Sliedrechtse baggerreus is eigenaar van berger Smit Internationale en doet via bauxietwinning en dijkenbouw al goede zaken doet met de regering-Bouterse. Foen A Foe heeft het bedrijf gepolst voor de operatie.
Niet iedereen in Paramaribo is blij met het toekomstige afscheid van het wrak, dat volgens volksverhalen vol spoken en schatten zou zitten.
"Laat het toch lekker liggen", mijmert een oude man terwijl hij een bakje nasi verorbert op de gezellige rivierkade met uitzicht op de Goslar. "Het is een mooi oorlogsmonument. Het Van Beekeiland zou een toeristische attractie moeten worden."
Die bijnaam voor de Goslar verwijst naar de Nederlandse politiecommissaris die op 10 mei 1940 opdracht kreeg om de bemanning te arresteren. Van Beek treuzelde daarbij net te lang. De Duitsers brachten snel hun hele kolenvoorraad naar de bakboordzijde en lieten het schip vollopen door een luik te openen. Daarna werden ze geïnterneerd.
Malvin Foen A Foe: "De Duitsers zouden hun rotzooi zelf moeten opruimen."
woensdag, augustus 29, 2012
Blinde vlek voor linkse terreur in Argentinië
Column uit De Telegraaf van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de taxichauffeur zich centimeter voor centimeter door de ochtendspits van Buenos Aires wurmt, begin ik door alle vertraging te vrezen voor mijn afspraak. Maar gelukkig word ik opgewacht door twee geduldige Argentijnen, die hun verhaal graag kwijt willen aan een buitenlandse journalist.
Gonzalo Quiroga en Marcelo Alpern zijn nabestaanden van slachtoffers van links terreurgeweld dat Argentinië begin jaren zeventig teisterde. Een grote maar vergeten groep. Volgens een ngo die opkomt voor hun rechten, CELTYV genaamd, werden zeker 1355 Argentijnen (van wie 70% burger was) vermoord door guerrillabendes als de Montoneros.
Het Argentijnse leger reageerde in 1976 met een meedogenloze staatsgreep.
De huidige linkse regering van president Cristina Kirchner, die in de jaren zeventig sympathiseerde met de Montoneros, doet veel voor de tienduizenden slachtoffers van de dictatuur (1976-1983). Ze krijgen schadevergoedingen en zien tevreden toe hoe honderden oud-militairen achter de tralies belanden.
Vanaf eind oktober komt ook de Argentijnse Nederlander Julio Poch voor de rechter, hoewel er drie jaar na zijn arrestatie nog geen spat bewijs is voor zijn vermeende betrokkenheid bij de 'vluchten des doods' van de junta.
Die andere groep slachtoffers staat echter in de kou. "Mijn vader had een fabriek en ontsloeg een deel van zijn personeel in 1976. Hij werd voor mijn ogen doodgeschoten. De Montoneros eisten de moord op, maar er is nooit enig onderzoek naar gedaan," vertelt de 43-jarige architect Alpern kalm.
Quiroga begint te huilen terwijl hij in zijn geheugen graaft. Zijn vader was de bekende magistraat Jorge Vicente Quiroga. "Hij was op een zondag in 1974 met een vriend op weg naar een voetbalwedstrijd. Ze werden op straat neergeknald door twee guerrillero's. Papa was antiterreurrechter geweest."
Volgens de Argentijnse regering en justitie gaat het om 'gangbare misdaden' die verjaard zijn, anders dan de 'misdaden tegen de menselijkheid' van het Videla-regime. Het Hof liet deze maand weten dat er om die reden ook geen vervolging komt van Montoneros die in 1976 een politiekantine opbliezen in Buenos Aires. Hierbij vielen 23 doden.
"Natuurlijk verdedigen we de vreselijke daden van de dictatuur niet. Maar zo'n bomaanslag over één kam scheren met gewone delicten is belachelijk", zegt CELTYV-voorzitter Victoria Villarruel.
"De guerrilla pleegde systematisch aanvallen op de burgerbevolking. Met als doel om de democratie omver te werpen. Deze terroristen worden nu in schoolboekjes neergezet als romantische helden. Er wordt in Argentinië een halve waarheid vertelt."
-------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de taxichauffeur zich centimeter voor centimeter door de ochtendspits van Buenos Aires wurmt, begin ik door alle vertraging te vrezen voor mijn afspraak. Maar gelukkig word ik opgewacht door twee geduldige Argentijnen, die hun verhaal graag kwijt willen aan een buitenlandse journalist.
Gonzalo Quiroga en Marcelo Alpern zijn nabestaanden van slachtoffers van links terreurgeweld dat Argentinië begin jaren zeventig teisterde. Een grote maar vergeten groep. Volgens een ngo die opkomt voor hun rechten, CELTYV genaamd, werden zeker 1355 Argentijnen (van wie 70% burger was) vermoord door guerrillabendes als de Montoneros.
Het Argentijnse leger reageerde in 1976 met een meedogenloze staatsgreep.
De huidige linkse regering van president Cristina Kirchner, die in de jaren zeventig sympathiseerde met de Montoneros, doet veel voor de tienduizenden slachtoffers van de dictatuur (1976-1983). Ze krijgen schadevergoedingen en zien tevreden toe hoe honderden oud-militairen achter de tralies belanden.
Vanaf eind oktober komt ook de Argentijnse Nederlander Julio Poch voor de rechter, hoewel er drie jaar na zijn arrestatie nog geen spat bewijs is voor zijn vermeende betrokkenheid bij de 'vluchten des doods' van de junta.
Die andere groep slachtoffers staat echter in de kou. "Mijn vader had een fabriek en ontsloeg een deel van zijn personeel in 1976. Hij werd voor mijn ogen doodgeschoten. De Montoneros eisten de moord op, maar er is nooit enig onderzoek naar gedaan," vertelt de 43-jarige architect Alpern kalm.
Quiroga begint te huilen terwijl hij in zijn geheugen graaft. Zijn vader was de bekende magistraat Jorge Vicente Quiroga. "Hij was op een zondag in 1974 met een vriend op weg naar een voetbalwedstrijd. Ze werden op straat neergeknald door twee guerrillero's. Papa was antiterreurrechter geweest."
Volgens de Argentijnse regering en justitie gaat het om 'gangbare misdaden' die verjaard zijn, anders dan de 'misdaden tegen de menselijkheid' van het Videla-regime. Het Hof liet deze maand weten dat er om die reden ook geen vervolging komt van Montoneros die in 1976 een politiekantine opbliezen in Buenos Aires. Hierbij vielen 23 doden.
"Natuurlijk verdedigen we de vreselijke daden van de dictatuur niet. Maar zo'n bomaanslag over één kam scheren met gewone delicten is belachelijk", zegt CELTYV-voorzitter Victoria Villarruel.
"De guerrilla pleegde systematisch aanvallen op de burgerbevolking. Met als doel om de democratie omver te werpen. Deze terroristen worden nu in schoolboekjes neergezet als romantische helden. Er wordt in Argentinië een halve waarheid vertelt."
dinsdag, augustus 14, 2012
'Kolendialoog' blijkt lege huls
Uit de Financiële Telegraaf van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------------------
Doordat energiebedrijven afspraken aan hun laars lappen, tasten stroomgebruikers in het duister over de herkomst van hun elektriciteit. In 2010 beloofde de energiebranche via de zogeheten ’kolendialoog’ meer openheid te geven over de import van steenkool, waarmee 30% van de Nederlandse stroom wordt opgewekt. Maar terwijl de dialoog deze maand afloopt, weigeren deelnemende bedrijven nog altijd te vertellen waar hun Colombiaanse steenkool precies vandaan komt.
Goedkope steenkool uit Colombia, waar rond sommige mijnen mensenrechten worden geschonden, vormt ruim een derde van de Nederlandse kolenimport. Uit gegevens van de havens van Amsterdam en Rotterdam blijkt dat er in ons land veel kolen worden gestookt van Drummond, een Amerikaans bedrijf dat later dit jaar in de VS terechtstaat voor betrokkenheid bij massamoord in Colombia.
Nuon is één van de klanten van Drummond, maar wil hier niets over kwijt. „We geven geen informatie over onze leveranciers. Dat zou onze inkooppositie verzwakken”, aldus een woordvoerster.
RWE/Essent wil alleen kwijt dat 66% van de gebruikte kolen uit Colombia komt. Verder wijst een woordvoerder erop dat er via de kolendialoog wel wordt gewerkt aan betere arbeidsomstandigheden in Colombia en dat Drummond nog niet is veroordeeld.
„Schande dat Nederland nog steeds zijn ogen sluit voor misstanden in Colombia”, zegt mensenrechtenadvocaat Terrence Collingsworth. De Amerikaan sleept Drummond in december voor de rechter namens de nabestaanden van zeker honderd vermoorde Colombianen. Volgens Collingsworth hebben tien Colombiaanse paramilitairen verklaard dat Drummond hen tussen 1999 en 2005 betaalde voor het vermoorden van vakbondsleden en ’lastige’ dorpelingen rond de Drummondmijn.
Collingsworth zal $8 miljard claimen namens de families, een bedrag dat is gebaseerd op de $1,6 miljard die het Japanse bedrijf Itochu vorig jaar betaalde voor een 20%-aandeel in de Colombiaanse poot van Drummond. „We vinden dat een bedrijf dat medeplichtig is aan massamoord hier geen zaken meer mag doen. Een boycot van Nederlandse stroomgebruikers zou helpen om Drummond out of business te krijgen.”
Terrence Collingsworth
Drummond is met concurrent Cerrejón (een lokale joint venture van de mijnbouwreuzen BHP Billiton, Xtrata en Anglo American) goed voor het leeuwendeel van de Colombiaanse kolenproductie, die dit jaar 14% groeit tot 97 miljoen ton. Ook Cerrejón kwam eerder in opspraak wegens mensenrechtenschendingen, maar volgens Colombiaanse vakbondsleiders heeft dit bedrijf zijn leven gebeterd.
„Cerrejón respecteert de vakbonden tegenwoordig, Drummond nog steeds niet”, zegt de Colombiaanse woordvoerder Carlos Bustos van de internationale mijnwerkerskoepel ICEM. „In die zin zijn kolen van Cerrejón schoon in sociaal opzicht en die van Drummond vuil. Het is dus belangrijk dat Nederlandse bedrijven open zijn over hun leveranciers.”
Colombia is het gevaarlijkste land ter wereld voor vakbonden. Het aantal vermoorde leden is de afgelopen jaren wel gedaald, tot 29 in 2011 en voorlopig twaalf in 2012.
„Het vermoorden van vakbondsleden gebeurt nauwelijks meer in de kolensector. Maar doodsbedreigingen zijn aan de orde van de dag”, vertelt Ever Causado van een onafhankelijke vakbond (Sintramienergetica) voor Drummond-personeel. „Drummond werkt ons op alle mogelijke manieren tegen. Wie staakt, wordt meestal ontslagen.”
Het gesloten familiebedrijf uit Alabama, dat geen commentaar geeft op aantijgingen, lijkt weinig last te hebben van zijn dubieuze reputatie. Drummond mikt dit jaar op een productiegroei van 32% in Colombia en gaat ook een nieuwe exporthaven bouwen.
-------------------------------------------------------------------------------------
Doordat energiebedrijven afspraken aan hun laars lappen, tasten stroomgebruikers in het duister over de herkomst van hun elektriciteit. In 2010 beloofde de energiebranche via de zogeheten ’kolendialoog’ meer openheid te geven over de import van steenkool, waarmee 30% van de Nederlandse stroom wordt opgewekt. Maar terwijl de dialoog deze maand afloopt, weigeren deelnemende bedrijven nog altijd te vertellen waar hun Colombiaanse steenkool precies vandaan komt.
Goedkope steenkool uit Colombia, waar rond sommige mijnen mensenrechten worden geschonden, vormt ruim een derde van de Nederlandse kolenimport. Uit gegevens van de havens van Amsterdam en Rotterdam blijkt dat er in ons land veel kolen worden gestookt van Drummond, een Amerikaans bedrijf dat later dit jaar in de VS terechtstaat voor betrokkenheid bij massamoord in Colombia.
Nuon is één van de klanten van Drummond, maar wil hier niets over kwijt. „We geven geen informatie over onze leveranciers. Dat zou onze inkooppositie verzwakken”, aldus een woordvoerster.
RWE/Essent wil alleen kwijt dat 66% van de gebruikte kolen uit Colombia komt. Verder wijst een woordvoerder erop dat er via de kolendialoog wel wordt gewerkt aan betere arbeidsomstandigheden in Colombia en dat Drummond nog niet is veroordeeld.
„Schande dat Nederland nog steeds zijn ogen sluit voor misstanden in Colombia”, zegt mensenrechtenadvocaat Terrence Collingsworth. De Amerikaan sleept Drummond in december voor de rechter namens de nabestaanden van zeker honderd vermoorde Colombianen. Volgens Collingsworth hebben tien Colombiaanse paramilitairen verklaard dat Drummond hen tussen 1999 en 2005 betaalde voor het vermoorden van vakbondsleden en ’lastige’ dorpelingen rond de Drummondmijn.
Collingsworth zal $8 miljard claimen namens de families, een bedrag dat is gebaseerd op de $1,6 miljard die het Japanse bedrijf Itochu vorig jaar betaalde voor een 20%-aandeel in de Colombiaanse poot van Drummond. „We vinden dat een bedrijf dat medeplichtig is aan massamoord hier geen zaken meer mag doen. Een boycot van Nederlandse stroomgebruikers zou helpen om Drummond out of business te krijgen.”
Terrence Collingsworth
Drummond is met concurrent Cerrejón (een lokale joint venture van de mijnbouwreuzen BHP Billiton, Xtrata en Anglo American) goed voor het leeuwendeel van de Colombiaanse kolenproductie, die dit jaar 14% groeit tot 97 miljoen ton. Ook Cerrejón kwam eerder in opspraak wegens mensenrechtenschendingen, maar volgens Colombiaanse vakbondsleiders heeft dit bedrijf zijn leven gebeterd.
„Cerrejón respecteert de vakbonden tegenwoordig, Drummond nog steeds niet”, zegt de Colombiaanse woordvoerder Carlos Bustos van de internationale mijnwerkerskoepel ICEM. „In die zin zijn kolen van Cerrejón schoon in sociaal opzicht en die van Drummond vuil. Het is dus belangrijk dat Nederlandse bedrijven open zijn over hun leveranciers.”
Colombia is het gevaarlijkste land ter wereld voor vakbonden. Het aantal vermoorde leden is de afgelopen jaren wel gedaald, tot 29 in 2011 en voorlopig twaalf in 2012.
„Het vermoorden van vakbondsleden gebeurt nauwelijks meer in de kolensector. Maar doodsbedreigingen zijn aan de orde van de dag”, vertelt Ever Causado van een onafhankelijke vakbond (Sintramienergetica) voor Drummond-personeel. „Drummond werkt ons op alle mogelijke manieren tegen. Wie staakt, wordt meestal ontslagen.”
Het gesloten familiebedrijf uit Alabama, dat geen commentaar geeft op aantijgingen, lijkt weinig last te hebben van zijn dubieuze reputatie. Drummond mikt dit jaar op een productiegroei van 32% in Colombia en gaat ook een nieuwe exporthaven bouwen.
zaterdag, augustus 04, 2012
Brazilië wil einde aan 'pizzacultuur'
Uit De Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
'Alles eindigt toch met pizza,' verzuchten Brazilianen vaak over de straffeloosheid van hun corrupte politieke systeem. Deze week begon het megaproces dat het einde moet inluiden van die 'pizzacultuur' (een begrip dat ontstond in de jaren zestig nadat een conflict bij voetbalclub Palmeiras werd gesust met een avondje pizza eten).
Bijna veertig oud-ministers, oud-parlementariërs en zakenlieden staan voor het hof in Brasília terecht wegens een groot omkoopschandaal. Ze riskeren tot 45 jaar celstraf.
'De rechtszaak van de eeuw' wordt komende anderhalve maand live op tv uitgezonden. Het zogeheten Mensalão-schandaal is vooral pijnlijk voor de Arbeiderspartij (PT) van president Dilma Rousseff en haar voorganger 'Lula'.
Die kwam in 2002 aan de macht met de belofte de Braziliaanse politiek op te schonen, maar eenmaal op het pluche begon de PT-top op grote schaal stemmen te kopen in het parlement. "De meest brutale verduistering van publiek geld die Brazilië ooit heeft gekend", aldus het OM in de 50.000 pagina's tellende aanklacht.
Volgens procureur-generaal Roberto Gurgel lag er voor achttien parlementariërs iedere maand een vette envelop klaar in hotels of een bankfiliaal op de 9e verdieping van een winkelcentrum in Brasilia. Het smeergeld, miljoenen euro's in totaal, werd doorgesluisd via bankrekeningen van een obscure reclamemaker uit Belo Horizonte. Deze ontving daartoe schijnopdrachten en nepleningen via de regering en een staatsbank.
Het brein achter de 'criminele organisatie' zou Lula's toenmalige superminister José Dirceu zijn geweest. Dirceu werd na het uitlekken van het Mensalão (Grote Maandelijkse) in 2005 opgevolgd door huidig president Rousseff, die net als Lula zegt dat ze van niets wist. Beide zijn geen verdachte, maar moesten wel een getuigenverklaring afleggen bij het OM.
Het is bijzonder dat justitie en politie de zaak tot op het bot hebben uitgespit. Corruptie-affaires in het parlement worden gewoonlijk afgehandeld via interne 'ethische' commissies waarin Kamerleden elkaar de hand boven het hoofd houden.
"Brazilië is niet zozeer crimineler maar wel straffelozer als andere landen. Het is hoog tijd dat dit verandert", meent de Movimento 31 de Julho, een beweging van boze Brazilianen die afschrikwekkende straffen eist van de hof.
"Het is makkelijker om het Higgs-deeltje te ontdekken dan een hoge Braziliaanse politicus die achter de tralies zit", reageert een krantenlezer die daar weinig vertrouwen in heeft.
----------------------------------------------------------------------------------
'Alles eindigt toch met pizza,' verzuchten Brazilianen vaak over de straffeloosheid van hun corrupte politieke systeem. Deze week begon het megaproces dat het einde moet inluiden van die 'pizzacultuur' (een begrip dat ontstond in de jaren zestig nadat een conflict bij voetbalclub Palmeiras werd gesust met een avondje pizza eten).
Bijna veertig oud-ministers, oud-parlementariërs en zakenlieden staan voor het hof in Brasília terecht wegens een groot omkoopschandaal. Ze riskeren tot 45 jaar celstraf.
'De rechtszaak van de eeuw' wordt komende anderhalve maand live op tv uitgezonden. Het zogeheten Mensalão-schandaal is vooral pijnlijk voor de Arbeiderspartij (PT) van president Dilma Rousseff en haar voorganger 'Lula'.
Die kwam in 2002 aan de macht met de belofte de Braziliaanse politiek op te schonen, maar eenmaal op het pluche begon de PT-top op grote schaal stemmen te kopen in het parlement. "De meest brutale verduistering van publiek geld die Brazilië ooit heeft gekend", aldus het OM in de 50.000 pagina's tellende aanklacht.
Volgens procureur-generaal Roberto Gurgel lag er voor achttien parlementariërs iedere maand een vette envelop klaar in hotels of een bankfiliaal op de 9e verdieping van een winkelcentrum in Brasilia. Het smeergeld, miljoenen euro's in totaal, werd doorgesluisd via bankrekeningen van een obscure reclamemaker uit Belo Horizonte. Deze ontving daartoe schijnopdrachten en nepleningen via de regering en een staatsbank.
Het brein achter de 'criminele organisatie' zou Lula's toenmalige superminister José Dirceu zijn geweest. Dirceu werd na het uitlekken van het Mensalão (Grote Maandelijkse) in 2005 opgevolgd door huidig president Rousseff, die net als Lula zegt dat ze van niets wist. Beide zijn geen verdachte, maar moesten wel een getuigenverklaring afleggen bij het OM.
Het is bijzonder dat justitie en politie de zaak tot op het bot hebben uitgespit. Corruptie-affaires in het parlement worden gewoonlijk afgehandeld via interne 'ethische' commissies waarin Kamerleden elkaar de hand boven het hoofd houden.
"Brazilië is niet zozeer crimineler maar wel straffelozer als andere landen. Het is hoog tijd dat dit verandert", meent de Movimento 31 de Julho, een beweging van boze Brazilianen die afschrikwekkende straffen eist van de hof.
"Het is makkelijker om het Higgs-deeltje te ontdekken dan een hoge Braziliaanse politicus die achter de tralies zit", reageert een krantenlezer die daar weinig vertrouwen in heeft.
dinsdag, juli 31, 2012
Liever ambtenaar
Column uit De Telegraaf van gisteren.
------------------------------------------------------------------------------------
Een slimme Braziliaanse econome vertelt me in een sambabar over haar nieuwe carrièreplannen.
“Ik word belastinginspecteur. Vijfduizend euro startsalaris, regelmatige werktijden en vroeg met pensioen, wat wil je nog meer?"
Er verschijnt een spottende grijns op haar gezicht. Toen ik haar leerde kennen, had deze getalenteerde twintiger nog hele andere ambities. Ze zou een briljante schrijver of ondernemer worden en zeker geen stoffige ambtenaar.
De verleiding is echter groot. Maar liefst drie op de vijf Braziliaanse jongeren dromen van een baan bij de overheid, liefst als rijksambtenaar.
Die populariteit is makkelijk te verklaren. Dankzij de nieuwe Informatiewet (vergelijkbaar met onze Wob) liggen alle ambtenarensalarissen sinds kort op straat. Hieruit blijkt dat de overheid tot ruim twee keer zo veel betaalt als het bedrijfsleven, voor vergelijkbare functies.
Daarbij komt dat rijksambtenaren een baan voor het leven hebben. Ook krijgen ze pensioenen (100% van hun laatst verdiende loon) die zelfs naar Europese begrippen riant zijn.
De tweedeling op de arbeidsmarkt is compleet. In het bureaucratische bolwerk Brasília is het inkomen per hoofd dubbel zo hoog als in São Paulo, de economische motor van het land. Zouden inwoners van New York het pikken als Washington twee keer zo rijk zou zijn?
Toch zijn de apparatsjiks in Brasília niet tevreden. Ze zijn al weken aan het staken voor nog hogere lonen. Maar president Dilma Rousseff geeft geen krimp.
De populaire 'Dilma' vindt het tijd om de buikriem aan te halen, zeker gezien de magere economische groei (2%) die dit jaar wordt verwacht. Ze baalt ervan dat de middeleeuwse Braziliaanse bureaucratie 70% van haar budget opslokt.
Daarmee is haar land wereldwijd bijna lantaarndrager qua goede besteding van belastingcenten, aldus de Wereldbank. Allemaal geld dat juist hard nodig is voor betere wegen, vliegvelden, scholen en riolering.
"Je kunt beter vóór de Braziliaanse staat werken, want anders werkt ze je tegen", zo kiest de bevriende econome eieren voor haar geld.
Eén horde scheidt haar nog van een levenslange loopbaan bij de Braziliaanse fiscus. Er zijn tweehonderd medekandidaten voor de vacature. Ze studeert zich suf voor een loodzwaar toelatingsexamen. Ik vind het zonde van haar talent.
------------------------------------------------------------------------------------
Een slimme Braziliaanse econome vertelt me in een sambabar over haar nieuwe carrièreplannen.
“Ik word belastinginspecteur. Vijfduizend euro startsalaris, regelmatige werktijden en vroeg met pensioen, wat wil je nog meer?"
Er verschijnt een spottende grijns op haar gezicht. Toen ik haar leerde kennen, had deze getalenteerde twintiger nog hele andere ambities. Ze zou een briljante schrijver of ondernemer worden en zeker geen stoffige ambtenaar.
De verleiding is echter groot. Maar liefst drie op de vijf Braziliaanse jongeren dromen van een baan bij de overheid, liefst als rijksambtenaar.
Die populariteit is makkelijk te verklaren. Dankzij de nieuwe Informatiewet (vergelijkbaar met onze Wob) liggen alle ambtenarensalarissen sinds kort op straat. Hieruit blijkt dat de overheid tot ruim twee keer zo veel betaalt als het bedrijfsleven, voor vergelijkbare functies.
Daarbij komt dat rijksambtenaren een baan voor het leven hebben. Ook krijgen ze pensioenen (100% van hun laatst verdiende loon) die zelfs naar Europese begrippen riant zijn.
De tweedeling op de arbeidsmarkt is compleet. In het bureaucratische bolwerk Brasília is het inkomen per hoofd dubbel zo hoog als in São Paulo, de economische motor van het land. Zouden inwoners van New York het pikken als Washington twee keer zo rijk zou zijn?
Toch zijn de apparatsjiks in Brasília niet tevreden. Ze zijn al weken aan het staken voor nog hogere lonen. Maar president Dilma Rousseff geeft geen krimp.
De populaire 'Dilma' vindt het tijd om de buikriem aan te halen, zeker gezien de magere economische groei (2%) die dit jaar wordt verwacht. Ze baalt ervan dat de middeleeuwse Braziliaanse bureaucratie 70% van haar budget opslokt.
Daarmee is haar land wereldwijd bijna lantaarndrager qua goede besteding van belastingcenten, aldus de Wereldbank. Allemaal geld dat juist hard nodig is voor betere wegen, vliegvelden, scholen en riolering.
"Je kunt beter vóór de Braziliaanse staat werken, want anders werkt ze je tegen", zo kiest de bevriende econome eieren voor haar geld.
Eén horde scheidt haar nog van een levenslange loopbaan bij de Braziliaanse fiscus. Er zijn tweehonderd medekandidaten voor de vacature. Ze studeert zich suf voor een loodzwaar toelatingsexamen. Ik vind het zonde van haar talent.
vrijdag, juli 13, 2012
Column Dollarhonden
Uit De Telegraaf van vandaag.
-----------------------------------------------------------------------------------
Ik ben aan het daten met een knappe Argentijnse scheikundige die in Brazilië werkt. Leuk, al merk ik wel dat Argentijnen zwaarder op de hand zijn dan Brazilianen.
Laatst mailde ze me vanuit Buenos Aires. "Help, het is hier een hel. Het lijkt wel alsof je als Argentijn nooit gelukkig kunt zijn."
Was de tangostad getroffen door een verwoestende tsunami of terreuraanslag?
Nee. Ze baalde slechts van een bericht van haar bank. Het was niet mogelijk om haar tegoed naar Brazilië over te maken of in te wisselen voor buitenlandse valuta. Ze maakt zich zoals veel Argentijnen grote zorgen om haar spaargeld.
De crisissfeer is terug, een goede tien jaar nadat het land failliet ging. De regering komt dollars te kort, vooral door de stokkende olieproductie die tot meer energie-import noopt. En lenen is voor Argentinië nog duurder dan voor Griekenland en Spanje.
Geen dollar te veel mag het land dus nog verlaten. Veel Argentijnen sparen in dollars omdat ze hun peso niet vertrouwen, maar dat mag sinds afgelopen maandag niet meer. Om het goede voorbeeld te geven, wisselde president Cristina Kirchner haar dollartegoed (drie miljoen) vorige week voor peso's.
Ook de volledig gedollariseerde woningmarkt moet plots in peso's leren rekenen. Alleen Argentijnen die naar het buitenland reizen, kunnen via de fiscus nog beperkt dollars kopen. Of ze moeten duurdere (30%) zwarte dollars kopen, met het risico om bij de douane te worden betrapt door speciaal getrainde dollarhonden.
Dollarhonden van de AFIP, de Argentijnse belastingdienst
Ook de import is aan banden gelegd. Iedere dollar die een bedrijf over de grens uitgeeft, moet worden terugverdiend. Zo exporteren BMW en Nissan respectievelijk Argentijnse rijst en wijn om hun auto's het land in te krijgen.
Boze Argentijnen gingen de laatste tijd meermaals met potten en pannen de straat op om te protesteren tegen het dollarbeleid. Sparen in peso's is immers geen pretje bij een inflatie van 24% en circa twee keer zo lage rentetarieven. Bovendien zorgt het afknijpen van import en woningmarkt voor een recessie en nog meer inflatie, zo voorspellen economen.
Een devaluatie van de peso lijkt onvermijdelijk. Ook wordt gevreesd dat de regering uiteindelijk beslag legt op de bestaande particuliere dollartegoeden.
Mijn knappe scheikundige wordt er niet vrolijk van. "Maar wat kan ik nu nog doen? Al mijn geld langzaam oppinnen is geen optie, want waar laat ik het dan? Thuis kun je ook worden beroofd. Zo heb je hier altijd wel iets om je zorgen over te maken."
-----------------------------------------------------------------------------------
Ik ben aan het daten met een knappe Argentijnse scheikundige die in Brazilië werkt. Leuk, al merk ik wel dat Argentijnen zwaarder op de hand zijn dan Brazilianen.
Laatst mailde ze me vanuit Buenos Aires. "Help, het is hier een hel. Het lijkt wel alsof je als Argentijn nooit gelukkig kunt zijn."
Was de tangostad getroffen door een verwoestende tsunami of terreuraanslag?
Nee. Ze baalde slechts van een bericht van haar bank. Het was niet mogelijk om haar tegoed naar Brazilië over te maken of in te wisselen voor buitenlandse valuta. Ze maakt zich zoals veel Argentijnen grote zorgen om haar spaargeld.
De crisissfeer is terug, een goede tien jaar nadat het land failliet ging. De regering komt dollars te kort, vooral door de stokkende olieproductie die tot meer energie-import noopt. En lenen is voor Argentinië nog duurder dan voor Griekenland en Spanje.
Geen dollar te veel mag het land dus nog verlaten. Veel Argentijnen sparen in dollars omdat ze hun peso niet vertrouwen, maar dat mag sinds afgelopen maandag niet meer. Om het goede voorbeeld te geven, wisselde president Cristina Kirchner haar dollartegoed (drie miljoen) vorige week voor peso's.
Ook de volledig gedollariseerde woningmarkt moet plots in peso's leren rekenen. Alleen Argentijnen die naar het buitenland reizen, kunnen via de fiscus nog beperkt dollars kopen. Of ze moeten duurdere (30%) zwarte dollars kopen, met het risico om bij de douane te worden betrapt door speciaal getrainde dollarhonden.
Dollarhonden van de AFIP, de Argentijnse belastingdienst
Ook de import is aan banden gelegd. Iedere dollar die een bedrijf over de grens uitgeeft, moet worden terugverdiend. Zo exporteren BMW en Nissan respectievelijk Argentijnse rijst en wijn om hun auto's het land in te krijgen.
Boze Argentijnen gingen de laatste tijd meermaals met potten en pannen de straat op om te protesteren tegen het dollarbeleid. Sparen in peso's is immers geen pretje bij een inflatie van 24% en circa twee keer zo lage rentetarieven. Bovendien zorgt het afknijpen van import en woningmarkt voor een recessie en nog meer inflatie, zo voorspellen economen.
Een devaluatie van de peso lijkt onvermijdelijk. Ook wordt gevreesd dat de regering uiteindelijk beslag legt op de bestaande particuliere dollartegoeden.
Mijn knappe scheikundige wordt er niet vrolijk van. "Maar wat kan ik nu nog doen? Al mijn geld langzaam oppinnen is geen optie, want waar laat ik het dan? Thuis kun je ook worden beroofd. Zo heb je hier altijd wel iets om je zorgen over te maken."
donderdag, juni 21, 2012
Braziliaanse topbank kiest voor Amsterdam
Co-productie met collega Edwin van der Schoot in de Financiële Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Latijns-Amerika komt eraan. Niet alleen KPN-belager Carlos Slim rammelt met de geldbuidel, ook de Braziliaan André Esteves heeft een eerste stap gezet richting het oude continent met een beursnotering van zijn naar Goldman Sachs gemodelleerde zakenbank BTG Pactual.
Vooralsnog worden de stukken in alle luwte op Euronext-voorportaal Alternext verhandeld, maar binnen een jaar staat promotie naar de echte Amsterdamse beursvloer op de agenda.
Toen BTG Pactual eind april naar de Braziliaanse Bovespa-beurs ging, volgde in alle stilte tevens een proefnotering inAmsterdam. Op Beursplein 5 worden vooralsnog slechts enkele tientallen stukken per dag verhandeld. Bepaald geen hemelbestormende taferelen.
„Willen we ook nog niet”, zegt een van de bestuurders, de Brit Steve Jacobs, verantwoordelijk voor het fondsbeheer.
De ex-UBS-man legt uit dat de belangrijkste reden om naar Amsterdam te gaan een praktische was. „De eigendomsstructuur van BTG is gestapeld. Juridisch is het praktisch om een notering in Amsterdam te hebben, in verband met de minder zware eisen die hier gesteld worden.”
„Als we promoveren naar Euronext, dan zal Amsterdam zeker de standplaats blijven”, zegt Jacobs. Een fonds dat een Europese beursnotering wil, moet drie jaar conform de International Financial Reporting Standards (IFRS) de jaarrekening presenteren. BTG Pactual doet dat sinds 2010.
Daarmee kan na presentatie van de jaarrekening van 2012 de sprong naar Euronext Amsterdam volgen. Jacobs wil daar niet op vooruitlopen: „Eerst moet de notering in Brazilië voldoende liquide worden.” Twee insiders weten echter: „Dat gebeurt volgend jaar al.”
BTG zou niet alleen voor Banking and Trading Group staan maar ook voor ’Better Than Goldman’. „Je kunt zeggen dat BTG Pactual de Goldman Sachs van Zuid-Amerika is”, vertelt een Europese zakenbankier in São Paulo met een Goldmanverleden. „Ze zijn groot geworden door het partnermodel, waarmee ze financieel toptalent weten te lokken.”
De beste medewerkers worden beloond met een stukje eigendom van de bank. Grootaandeelhouder André Esteves (24% aandeel), zelf in 1989 begonnen als analist bij rechtsvoorganger BTG, werkt met ruim vijftig kleinere partners. Samen hebben ze nog altijd 75% van de bank, met een snelgroeiende marktkapitalisatie van ruim €9 miljard (ter vergelijking: ING staat op €19 miljard, Goldman Sachs op €39 miljard).
BTG-topman André Esteves (credit: Exame)
Net als bij Goldman Sachs is een groot deel van hun inkomen prestatieafhankelijk. De concurrentie is dan ook keihard op de werkvloer. Een anekdote wil dat de BTG-bankier die als eerste het pand verlaat op een werkdag, wordt getrakteerd op een sarcastisch applaus van zijn collega’s.
BTG Pactual had afgelopen jaren het geluk dat de bankencrisis voorbij ging aan thuismarkt Zuid-Amerika. „Voor de komende jaren telt dat wij in tegenstelling tot Europese banken nog kunnen groeien”, zegt Jacobs.
Daarbij is het nadrukkelijk de bedoeling om verder te groeien in oceaanoverspannende transacties, hetzij met Latijns-Amerikaanse partijen als kopers, hetzij met Nederlandse bedrijven die in Amerika investeren. „Recentelijk hebben wij ook veel Nederlands pensioengeld in Zuid-Amerika geïnvesteerd.”
Een vraagteken is BTG Pactuals grote afhankelijkheid van topman Esteves. De bank bestaat sinds 1986, maar werd pas een speler van formaat nadat de 43-jarige wiskundige uit Rio de Janeiro in 2002 de macht greep.
Alles wat de eerzuchtige workaholic uit een eenvoudig middenklassengezin aanraakt, verandert sindsdien in goud, geholpen door een groeispurt van de Braziliaanse economie. „Ik ben niet goed in geld uitgeven, maar wel in geld verdienen”, aldus de sober levende ’selfmade’ miljardair die zijn kinderen zelf naar school brengt in zijn oude Mercedes.
In 2006 verkocht hij de bank voor €2,5miljard aan het Zwitserse UBS, om deze in 2009 voor €2 miljard terug te kopen in het oog van de kredietcrisis. Vorig jaar betaalden staatsfondsen van China, Singapore en Abu Dhabi samen €1,4 miljard voor 18% van de bank.
BTG Pactual is in Brazilië inmiddels verreweg de grootste adviseur bij beursgangen, fusies en overnames. De bank investeerde zelf €3,2 miljard in zo’n dertig bedrijven. „Wij zijn een ouderwetse zakenbank, we investeren ook zelf in de fondsen waar onze klanten in stappen”, zegt Jacobs.
De winst van BTG Pactual steeg afgelopen twee jaar met 46%, tot ruim €800 miljoen.
----------------------------------------------------------------------------------
Latijns-Amerika komt eraan. Niet alleen KPN-belager Carlos Slim rammelt met de geldbuidel, ook de Braziliaan André Esteves heeft een eerste stap gezet richting het oude continent met een beursnotering van zijn naar Goldman Sachs gemodelleerde zakenbank BTG Pactual.
Vooralsnog worden de stukken in alle luwte op Euronext-voorportaal Alternext verhandeld, maar binnen een jaar staat promotie naar de echte Amsterdamse beursvloer op de agenda.
Toen BTG Pactual eind april naar de Braziliaanse Bovespa-beurs ging, volgde in alle stilte tevens een proefnotering inAmsterdam. Op Beursplein 5 worden vooralsnog slechts enkele tientallen stukken per dag verhandeld. Bepaald geen hemelbestormende taferelen.
„Willen we ook nog niet”, zegt een van de bestuurders, de Brit Steve Jacobs, verantwoordelijk voor het fondsbeheer.
De ex-UBS-man legt uit dat de belangrijkste reden om naar Amsterdam te gaan een praktische was. „De eigendomsstructuur van BTG is gestapeld. Juridisch is het praktisch om een notering in Amsterdam te hebben, in verband met de minder zware eisen die hier gesteld worden.”
„Als we promoveren naar Euronext, dan zal Amsterdam zeker de standplaats blijven”, zegt Jacobs. Een fonds dat een Europese beursnotering wil, moet drie jaar conform de International Financial Reporting Standards (IFRS) de jaarrekening presenteren. BTG Pactual doet dat sinds 2010.
Daarmee kan na presentatie van de jaarrekening van 2012 de sprong naar Euronext Amsterdam volgen. Jacobs wil daar niet op vooruitlopen: „Eerst moet de notering in Brazilië voldoende liquide worden.” Twee insiders weten echter: „Dat gebeurt volgend jaar al.”
BTG zou niet alleen voor Banking and Trading Group staan maar ook voor ’Better Than Goldman’. „Je kunt zeggen dat BTG Pactual de Goldman Sachs van Zuid-Amerika is”, vertelt een Europese zakenbankier in São Paulo met een Goldmanverleden. „Ze zijn groot geworden door het partnermodel, waarmee ze financieel toptalent weten te lokken.”
De beste medewerkers worden beloond met een stukje eigendom van de bank. Grootaandeelhouder André Esteves (24% aandeel), zelf in 1989 begonnen als analist bij rechtsvoorganger BTG, werkt met ruim vijftig kleinere partners. Samen hebben ze nog altijd 75% van de bank, met een snelgroeiende marktkapitalisatie van ruim €9 miljard (ter vergelijking: ING staat op €19 miljard, Goldman Sachs op €39 miljard).
BTG-topman André Esteves (credit: Exame)
Net als bij Goldman Sachs is een groot deel van hun inkomen prestatieafhankelijk. De concurrentie is dan ook keihard op de werkvloer. Een anekdote wil dat de BTG-bankier die als eerste het pand verlaat op een werkdag, wordt getrakteerd op een sarcastisch applaus van zijn collega’s.
BTG Pactual had afgelopen jaren het geluk dat de bankencrisis voorbij ging aan thuismarkt Zuid-Amerika. „Voor de komende jaren telt dat wij in tegenstelling tot Europese banken nog kunnen groeien”, zegt Jacobs.
Daarbij is het nadrukkelijk de bedoeling om verder te groeien in oceaanoverspannende transacties, hetzij met Latijns-Amerikaanse partijen als kopers, hetzij met Nederlandse bedrijven die in Amerika investeren. „Recentelijk hebben wij ook veel Nederlands pensioengeld in Zuid-Amerika geïnvesteerd.”
Een vraagteken is BTG Pactuals grote afhankelijkheid van topman Esteves. De bank bestaat sinds 1986, maar werd pas een speler van formaat nadat de 43-jarige wiskundige uit Rio de Janeiro in 2002 de macht greep.
Alles wat de eerzuchtige workaholic uit een eenvoudig middenklassengezin aanraakt, verandert sindsdien in goud, geholpen door een groeispurt van de Braziliaanse economie. „Ik ben niet goed in geld uitgeven, maar wel in geld verdienen”, aldus de sober levende ’selfmade’ miljardair die zijn kinderen zelf naar school brengt in zijn oude Mercedes.
In 2006 verkocht hij de bank voor €2,5miljard aan het Zwitserse UBS, om deze in 2009 voor €2 miljard terug te kopen in het oog van de kredietcrisis. Vorig jaar betaalden staatsfondsen van China, Singapore en Abu Dhabi samen €1,4 miljard voor 18% van de bank.
BTG Pactual is in Brazilië inmiddels verreweg de grootste adviseur bij beursgangen, fusies en overnames. De bank investeerde zelf €3,2 miljard in zo’n dertig bedrijven. „Wij zijn een ouderwetse zakenbank, we investeren ook zelf in de fondsen waar onze klanten in stappen”, zegt Jacobs.
De winst van BTG Pactual steeg afgelopen twee jaar met 46%, tot ruim €800 miljoen.
vrijdag, juni 15, 2012
Oranje Duitser
Column uit de krant van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de EK-koorts in Nederland flink geluwd is na twee Oranje-debacles, wordt er in Brazilië juist volop genoten van het toernooi.
Alle wedstrijden zijn live te zien op een open zender en het valt me op dat de Braziliaanse commentatoren lyrisch zijn over de kwaliteit van het Europese voetbal. "Ik hoop dat alle Braziliaanse coaches en voetballers meekijken vandaag. Zo kan het dus ook. Hoeveel mislukte passes heeft u gezien? Hoe vaak is de bal zomaar over de zijlijn getrapt?" aldus de watertandende analist Neto bij het duel Rusland-Polen.
Terwijl Europa economisch terrein verliest op de rest van de wereld, zijn 'we' qua voetbal machtiger dan ooit. "Het EK is een WK zonder Brazilië, Argentinië en misschien Uruguay", schreef een Braziliaanse krant.
Op de laatste twee WK's leverde het oude continent zeven van de acht halvefinalisten en beide kampioenen. Ook zijn Europese topclubs tegenwoordig minder afhankelijk van Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse spelers dan tien jaar geleden.
Het Braziliaanse voetbal zit in een dip. De 'goddelijke kanaries' van de Seleção spelen de laatste tijd tamelijk fantasieloos met veel lange halen naar voren.
De Braziliaanse competitie is al helemaal niet om aan te zien. Daarin wordt zo traag en chaotisch gevoetbald dat oudjes als Romário en Seedorf (die zou azen op een overstap van AC Milan naar Botafogo in Rio de Janeiro) makkelijk tot hun 40e mee kunnen.
Naast de snelheid en de intensiteit van het Europese voetbal genieten de Brazilianen ook van de vele historisch beladen duels op het EK. Al weten ze over het algemeen niet het fijne van die rivaliteiten.
Zo werd ik voor de wedstrijd Nederland-Duitsland op straat aangesproken door een Braziliaanse batterijverkoper. "Batterij nodig, alemão?"( Duitser), zei hij terwijl ik me toch echt in een oranje kloffie had gehuld. Hij bedoelde het niet kwaad, want 'Duitser' is in São Paulo de bijnaam voor iedere blonde Europeaan.
Enfin, over twee jaar kan het Europese voetbal op het WK in Brazilië in het hol van de leeuw zijn hegemonie bevestigen. Laten we hopen dat de Duitsers van Oranje dat klusje wel weten te klaren.
-------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de EK-koorts in Nederland flink geluwd is na twee Oranje-debacles, wordt er in Brazilië juist volop genoten van het toernooi.
Alle wedstrijden zijn live te zien op een open zender en het valt me op dat de Braziliaanse commentatoren lyrisch zijn over de kwaliteit van het Europese voetbal. "Ik hoop dat alle Braziliaanse coaches en voetballers meekijken vandaag. Zo kan het dus ook. Hoeveel mislukte passes heeft u gezien? Hoe vaak is de bal zomaar over de zijlijn getrapt?" aldus de watertandende analist Neto bij het duel Rusland-Polen.
Terwijl Europa economisch terrein verliest op de rest van de wereld, zijn 'we' qua voetbal machtiger dan ooit. "Het EK is een WK zonder Brazilië, Argentinië en misschien Uruguay", schreef een Braziliaanse krant.
Op de laatste twee WK's leverde het oude continent zeven van de acht halvefinalisten en beide kampioenen. Ook zijn Europese topclubs tegenwoordig minder afhankelijk van Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse spelers dan tien jaar geleden.
Het Braziliaanse voetbal zit in een dip. De 'goddelijke kanaries' van de Seleção spelen de laatste tijd tamelijk fantasieloos met veel lange halen naar voren.
De Braziliaanse competitie is al helemaal niet om aan te zien. Daarin wordt zo traag en chaotisch gevoetbald dat oudjes als Romário en Seedorf (die zou azen op een overstap van AC Milan naar Botafogo in Rio de Janeiro) makkelijk tot hun 40e mee kunnen.
Naast de snelheid en de intensiteit van het Europese voetbal genieten de Brazilianen ook van de vele historisch beladen duels op het EK. Al weten ze over het algemeen niet het fijne van die rivaliteiten.
Zo werd ik voor de wedstrijd Nederland-Duitsland op straat aangesproken door een Braziliaanse batterijverkoper. "Batterij nodig, alemão?"( Duitser), zei hij terwijl ik me toch echt in een oranje kloffie had gehuld. Hij bedoelde het niet kwaad, want 'Duitser' is in São Paulo de bijnaam voor iedere blonde Europeaan.
Enfin, over twee jaar kan het Europese voetbal op het WK in Brazilië in het hol van de leeuw zijn hegemonie bevestigen. Laten we hopen dat de Duitsers van Oranje dat klusje wel weten te klaren.
donderdag, juni 14, 2012
Flop dreigt op milieutop Rio
Uit de Financiële Telegraaf van vandaag.
---------------------------------------------------------------------------------
Na Kopenhagen, Cancún en Durban dreigt ook Rio+20, de VN-top over 'groene economie' die gisteren is begonnen, een flop te worden.
"De onderhandelingen lopen zo stroef dat Rio+20 op korte termijn geen gevolgen zal hebben voor het Nederlandse bedrijfsleven", zegt oud-VN-klimaatchef en huidig KPMG-adviseur (klimaat en duurzaamheid) Yvo de Boer in een interview met deze krant.
Er worden 50.000 deelnemers en ruim honderd regeringsleiders verwacht, maar Barack Obama, Angela Merkel, James Cameron en Mark Rutte laten Rio links liggen. De demissionaire staatssecretarissen Atsma (Milieu) en Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) schuiven volgende week wel aan in de Braziliaanse strandmetropool.
De Boer: "De top komt op een ongelukkig moment, want er is vooral door de crisis in Europa weinig animo om afspraken over duurzaamheid te maken."
Na ruim een jaar touwtrekken hebben de onderhandelaars nog geen concrete afspraak gemaakt. Toch vindt de in Oostenrijk geboren Nederlander de reis naar Rio niet overbodig. "Rio+20 wordt geen landingsbaan, maar wel een lanceringsbasis voor vergroening van de wereldeconomie."
Volgens een nieuw VN-rapport is daar haast bij geboden. Terwijl er nu al 50% meer grondstoffen worden verbruikt dan de natuur op eigen houtje kan herstellen, is er in 2030 nog 30% meer water, 45% meer energie en 50% meer voedsel nodig. De middenklasse groeit komende twintig jaar met drie miljard mensen.
Yvo de Boer
Nieuw aan de top in Rio is dat het bedrijfsleven ditmaal mee mag praten. De Boer: "Bedrijven wachten op een duidelijk investeringsperspectief. Er is een politiek kader nodig dat duurzaamheid concurrerend maakt. Milieukosten moeten op een meer consistente manier worden doorberekend in de prijzen van producten."
Volgens die logica zou goedkoop rundvlees uit Brazilië bij voorbeeld duurder moeten worden omdat er Amazonewoud voor wordt omgehakt. Verder becijfert KPMG dat de marktprijs van Aziatisch staal in een groene economie ruim 40% hoger zou liggen vanwege het grote waterverbruik van de staalindustrie.
Er wordt in Rio gesproken over andere rekenwijzen voor het BNP van landen en bedrijfsresultaten. Niet-financiële 'prestaties' als milieuvervuiling en mensenrechtenschendingen zouden hierin mee moeten tellen.
Ook gaan de 193 VN-lidstaten in conclaaf over een vervolg op de Milleniumdoelen na 2015. Daarvoor in de plaats komen moeten 26 duurzame ontwikkelingsdoelen komen, over onder meer het gebruik van schone energie, de bescherming van oceanen (die worden leeggevist en verzuren door stijgende CO2-emissies) en armoedebestrijding.
De Boer verwacht echter geen concrete milieutargets van Rio+20, laat staan bindende afspraken. De EU en Afrikaanse landen pleiten voor het oprichten van een Wereldmilieuorganisatie die net als de Wereldhandelsorganisatie sancties kan opleggen aan landen die milieuafspraken schenden. Dat is voor de VS en China, samen goed voor de helft van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, echter onbespreekbaar.
Eurocommissaris (Klimaat) Connie Hedegaard heeft wel hoop op een akkoord over het gestaag afbouwen van subsidies op fossiele brandstoffen (momenteel 400 miljard dollar per jaar wereldwijd). Dit zegt zij in de Braziliaanse zakenkrant Valor Econômico.
Subsidies op benzine zorgen er in gastland Brazilië bij voorbeeld voor dat ethanol de laatste tijd niet meer concurrend is. Steeds meer automobilisten mijden de groene brandstof bij de pomp.
---------------------------------------------------------------------------------
Na Kopenhagen, Cancún en Durban dreigt ook Rio+20, de VN-top over 'groene economie' die gisteren is begonnen, een flop te worden.
"De onderhandelingen lopen zo stroef dat Rio+20 op korte termijn geen gevolgen zal hebben voor het Nederlandse bedrijfsleven", zegt oud-VN-klimaatchef en huidig KPMG-adviseur (klimaat en duurzaamheid) Yvo de Boer in een interview met deze krant.
Er worden 50.000 deelnemers en ruim honderd regeringsleiders verwacht, maar Barack Obama, Angela Merkel, James Cameron en Mark Rutte laten Rio links liggen. De demissionaire staatssecretarissen Atsma (Milieu) en Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) schuiven volgende week wel aan in de Braziliaanse strandmetropool.
De Boer: "De top komt op een ongelukkig moment, want er is vooral door de crisis in Europa weinig animo om afspraken over duurzaamheid te maken."
Na ruim een jaar touwtrekken hebben de onderhandelaars nog geen concrete afspraak gemaakt. Toch vindt de in Oostenrijk geboren Nederlander de reis naar Rio niet overbodig. "Rio+20 wordt geen landingsbaan, maar wel een lanceringsbasis voor vergroening van de wereldeconomie."
Volgens een nieuw VN-rapport is daar haast bij geboden. Terwijl er nu al 50% meer grondstoffen worden verbruikt dan de natuur op eigen houtje kan herstellen, is er in 2030 nog 30% meer water, 45% meer energie en 50% meer voedsel nodig. De middenklasse groeit komende twintig jaar met drie miljard mensen.
Yvo de Boer
Nieuw aan de top in Rio is dat het bedrijfsleven ditmaal mee mag praten. De Boer: "Bedrijven wachten op een duidelijk investeringsperspectief. Er is een politiek kader nodig dat duurzaamheid concurrerend maakt. Milieukosten moeten op een meer consistente manier worden doorberekend in de prijzen van producten."
Volgens die logica zou goedkoop rundvlees uit Brazilië bij voorbeeld duurder moeten worden omdat er Amazonewoud voor wordt omgehakt. Verder becijfert KPMG dat de marktprijs van Aziatisch staal in een groene economie ruim 40% hoger zou liggen vanwege het grote waterverbruik van de staalindustrie.
Er wordt in Rio gesproken over andere rekenwijzen voor het BNP van landen en bedrijfsresultaten. Niet-financiële 'prestaties' als milieuvervuiling en mensenrechtenschendingen zouden hierin mee moeten tellen.
Ook gaan de 193 VN-lidstaten in conclaaf over een vervolg op de Milleniumdoelen na 2015. Daarvoor in de plaats komen moeten 26 duurzame ontwikkelingsdoelen komen, over onder meer het gebruik van schone energie, de bescherming van oceanen (die worden leeggevist en verzuren door stijgende CO2-emissies) en armoedebestrijding.
De Boer verwacht echter geen concrete milieutargets van Rio+20, laat staan bindende afspraken. De EU en Afrikaanse landen pleiten voor het oprichten van een Wereldmilieuorganisatie die net als de Wereldhandelsorganisatie sancties kan opleggen aan landen die milieuafspraken schenden. Dat is voor de VS en China, samen goed voor de helft van de mondiale uitstoot van broeikasgassen, echter onbespreekbaar.
Eurocommissaris (Klimaat) Connie Hedegaard heeft wel hoop op een akkoord over het gestaag afbouwen van subsidies op fossiele brandstoffen (momenteel 400 miljard dollar per jaar wereldwijd). Dit zegt zij in de Braziliaanse zakenkrant Valor Econômico.
Subsidies op benzine zorgen er in gastland Brazilië bij voorbeeld voor dat ethanol de laatste tijd niet meer concurrend is. Steeds meer automobilisten mijden de groene brandstof bij de pomp.
woensdag, mei 16, 2012
Column Rio+20
De voorbereidingen voor Rio+20, de VN-top over duurzaamheid die op 13 juni begint, lopen uiterst stroef.
Er ontstond afgelopen week ophef om de absurde hotelprijzen in Rio de Janeiro, de strandstad die komende jaren ook het WK Voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016) op bezoek krijgt. Rio heeft maar 25.000 kamers te bieden aan de 50.000 deelnemers aan de top, waardoor een overnachting algauw 600 euro doet.
De Braziliaanse president Dilma Rousseff greep geïrriteerd in nadat het Europees Parlement had gemeld dat het niemand naar Rio stuurt vanwege de woekerprijzen. Ze dwong de hotels tot kortingen van zeker 20% op hun resterende kamers.
Verder wordt de bevolking van Rio gevraagd om kamers te verhuren aan de buitenlandse gasten. En het sambastadion van Rio zal tijdelijk veranderen in een camping. Ook een optie is overnachten in één van Rio's talrijke liefdesmotels, al betekent dat slapen in een rond bed met spiegels aan het plafond.
Een andere kopzorg voor 'Dilma' is de omstreden nieuwe boswet die het parlement haar uitgerekend nu in de maag heeft gesplitst. Volgens milieuclubs zet de wet, die een groot pardon voor illegale houtkap bevat, de bijl aan het Amazonewoud.
Daar kan de gastvrouw van Rio+20 toch moeilijk mee aankomen. Ze heeft tot eind volgende week om de boswet te vetoën. Dat zou echter een oorlogsverklaring zou zijn aan de machtige Braziliaanse boeren in het parlement.
Ten derde is het nog maar de vraag of Rio+20 iets concreets gaat opleveren. De Britse premier Cameron en de Duitse bondskanselier Merkel hebben zich al afgemeld omdat ze te druk zijn met de crisis in Europa. Ook de Amerikaanse president Obama laat waarschijnlijk verstek gaan.
Vergroening van de wereldeconomie heeft voor hen even geen prioriteit. De gewenste afspraken over duurzaam gebruik van energie, drinkwater, voedsel en oceanen lijken ver weg. "De onderhandelingen gaan erg langzaam, het is erg frustrerend", moppert de coördinator van de top, de Fransman Brice Lalonde, in de Braziliaanse pers.
Terwijl Europa en Afrika bij voorbeeld pleiten voor een nieuwe, sterkere milieupoot binnen de VN, is vooral Washington fel gekant tegen het creëren van meer milieubureaucratie.
Toch houden de Brazilianen de moed erin. Ook in 1992 organiseerde Rio een VN-top waarvan vooraf weinig werd verwacht. Tegenwoordig geldt deze Earth Summit als een mijlpaal van duurzame ontwikkeling.
Er ontstond afgelopen week ophef om de absurde hotelprijzen in Rio de Janeiro, de strandstad die komende jaren ook het WK Voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016) op bezoek krijgt. Rio heeft maar 25.000 kamers te bieden aan de 50.000 deelnemers aan de top, waardoor een overnachting algauw 600 euro doet.
De Braziliaanse president Dilma Rousseff greep geïrriteerd in nadat het Europees Parlement had gemeld dat het niemand naar Rio stuurt vanwege de woekerprijzen. Ze dwong de hotels tot kortingen van zeker 20% op hun resterende kamers.
Verder wordt de bevolking van Rio gevraagd om kamers te verhuren aan de buitenlandse gasten. En het sambastadion van Rio zal tijdelijk veranderen in een camping. Ook een optie is overnachten in één van Rio's talrijke liefdesmotels, al betekent dat slapen in een rond bed met spiegels aan het plafond.
Een andere kopzorg voor 'Dilma' is de omstreden nieuwe boswet die het parlement haar uitgerekend nu in de maag heeft gesplitst. Volgens milieuclubs zet de wet, die een groot pardon voor illegale houtkap bevat, de bijl aan het Amazonewoud.
Daar kan de gastvrouw van Rio+20 toch moeilijk mee aankomen. Ze heeft tot eind volgende week om de boswet te vetoën. Dat zou echter een oorlogsverklaring zou zijn aan de machtige Braziliaanse boeren in het parlement.
Ten derde is het nog maar de vraag of Rio+20 iets concreets gaat opleveren. De Britse premier Cameron en de Duitse bondskanselier Merkel hebben zich al afgemeld omdat ze te druk zijn met de crisis in Europa. Ook de Amerikaanse president Obama laat waarschijnlijk verstek gaan.
Vergroening van de wereldeconomie heeft voor hen even geen prioriteit. De gewenste afspraken over duurzaam gebruik van energie, drinkwater, voedsel en oceanen lijken ver weg. "De onderhandelingen gaan erg langzaam, het is erg frustrerend", moppert de coördinator van de top, de Fransman Brice Lalonde, in de Braziliaanse pers.
Terwijl Europa en Afrika bij voorbeeld pleiten voor een nieuwe, sterkere milieupoot binnen de VN, is vooral Washington fel gekant tegen het creëren van meer milieubureaucratie.
Toch houden de Brazilianen de moed erin. Ook in 1992 organiseerde Rio een VN-top waarvan vooraf weinig werd verwacht. Tegenwoordig geldt deze Earth Summit als een mijlpaal van duurzame ontwikkeling.
woensdag, april 11, 2012
Nederland dreigt slag in Colombia te missen
Uit de (digitale) krant van vandaag.
-----------------------------------------------------------------------------------
Door koudwatervrees voor guerrillageweld, ofwel het 'Tanja-effect', dreigt Nederland de slag te missen in Colombia, een grondstofrijke, investeringsvriendelijke groeieconomie met 47 miljoen inwoners.
"Colombia is minder op de radar dan BRIC-landen als Brazilië, maar je mist de boot als je hier te lang wacht", zegt Jan Bestebreurtje, voorzitter van de Netherlands-Latin American Business Council (NLABC) en al sinds 1968 actief in de Colombiaanse koffiehandel.
Wat betreft ondernemersklimaat hoort Colombia volgens de Wereldbank tot de topdrie van Zuid-Amerika, vlak achter Chili en Peru en ver voor Brazilië. De economie groeit stabiel rond 5% per jaar (5,3% in 2011) en de inflatie (3,7% vorig jaar) en de staatsschuld (32% van het BNP) zijn laag. Door een reeks vrijhandelsakkoorden (dat met de EU wacht nog op ratificatie) en fiscale prikkels piekten de buitenlandse investeringen in 2011 op 12,5 miljard euro.
Nederland nam daarbij de zesde plek in. "We blijven achter bij landen als Duitsland, Spanje en Zweden, die grote handelskantoren openen in Bogotá," vertelt Bestebreurtje in een chique café in het rijke noorden van de hoofdstad waar 60% van het nationaal inkomen wordt verdiend.
Booming Bogotá
"Colombia is veel méér dan Tanja Nijmeijer", zo verwijst hij naar het Nederlandse lid van de FARC-guerrilla. "Maar ik moet Nederlandse ondernemers telkens weer uitleggen dat het geweld zich tegenwoordig ver van de stedelijke centra afspeelt."
Den Haag beschouwt Colombia niet langer als ontwikkelingsland en focust op economische samenwerking. Multinationals als Unilever, DSM en Akzo investeerden flink in het land, maar het Nederlandse mkb blijft achter.
Ten onrechte, vindt ook directeur Menno Smits van het Friese ingenieursbureau Oranjewoud, dat vorig jaar de Colombiaanse branchegenoot Geoingenieria overnam. "De steden zijn veilig en het zakendoen word je als buitenlander gemakkelijk gemaakt. Ook het opleidingsniveau van het personeel valt me enorm mee."
Kansrijke sectoren zijn vooral mijnbouw, olie, waterbeheer en tuinbouw. De Colombiaanse regering investeert komende vier jaar ruim zes miljard euro in waterhuishouding. Baggeraars en dijkenbouwers zijn nodig om 's lands grootste rivier, de Magdalena, beter bevaarbaar te maken en minder gevoelig voor overstromingen. Wegtransport is namelijk een crime in het bergachtige land.
Er wordt ook fors geïnvesteerd in havens, één van de redenen waarom de Rotterdamse Kamer van Koophandel in april een handelsmissie organiseert naar Colombia (en Peru).
Verder is de geplande verduurzaming van de land- en tuinbouw interessant voor Nederland, zo stelt Derk Norde, directeur van de lokale poot van adviesbureau Access Latin America. Colombia is door zijn gunstige klimaat en bodems één van 's werelds grootste producenten van bloemen (nummer 2 achter Nederland), bananen (2), koffie (3) en palmolie (2).
"Maar pas op, het is nog steeds een land met valkuilen. Sommige plattelandsregio's waar palmolie wordt geproduceerd, zoals Chocó en Córdoba, zijn te gevaarlijk om in te investeren. Daar zijn de guerrilla en de vroegere paramilitairen nog te machtig."
Ook corruptie in met name de publieke sector blijft een obstakel. En mede doordat Colombia de grootste cocaïneproducent ter wereld is, gaat er veel fout en speculatief geld rond in de economie.
"Als buitenlander moet je extra letten op de herkomst van kapitaal. Je kunt je niet compromitteren, want daar komt vroeg of laat heibel van."
Zoals in ieder Zuid-Amerikaans land staat of valt zakendoen in Colombia bij goede lokale contacten. Nederlandse ondernemers in Bogotá raden daarom aan om via een overname of joint venture de markt te betreden.
Bestebreurtje: "Zet een Colombiaanse man met politieke connecties aan het roer. En kies in je tweede managementlaag voor vrouwen. Die zijn meer gefocust en rechtdoorzee dan mannen en ze drinken minder. En ze zijn één van de redenen waarom Colombia typisch zo'n land is waarop je meteen verliefd wordt."
-----------------------------------------------------------------------------------
Door koudwatervrees voor guerrillageweld, ofwel het 'Tanja-effect', dreigt Nederland de slag te missen in Colombia, een grondstofrijke, investeringsvriendelijke groeieconomie met 47 miljoen inwoners.
"Colombia is minder op de radar dan BRIC-landen als Brazilië, maar je mist de boot als je hier te lang wacht", zegt Jan Bestebreurtje, voorzitter van de Netherlands-Latin American Business Council (NLABC) en al sinds 1968 actief in de Colombiaanse koffiehandel.
Wat betreft ondernemersklimaat hoort Colombia volgens de Wereldbank tot de topdrie van Zuid-Amerika, vlak achter Chili en Peru en ver voor Brazilië. De economie groeit stabiel rond 5% per jaar (5,3% in 2011) en de inflatie (3,7% vorig jaar) en de staatsschuld (32% van het BNP) zijn laag. Door een reeks vrijhandelsakkoorden (dat met de EU wacht nog op ratificatie) en fiscale prikkels piekten de buitenlandse investeringen in 2011 op 12,5 miljard euro.
Nederland nam daarbij de zesde plek in. "We blijven achter bij landen als Duitsland, Spanje en Zweden, die grote handelskantoren openen in Bogotá," vertelt Bestebreurtje in een chique café in het rijke noorden van de hoofdstad waar 60% van het nationaal inkomen wordt verdiend.
Booming Bogotá
"Colombia is veel méér dan Tanja Nijmeijer", zo verwijst hij naar het Nederlandse lid van de FARC-guerrilla. "Maar ik moet Nederlandse ondernemers telkens weer uitleggen dat het geweld zich tegenwoordig ver van de stedelijke centra afspeelt."
Den Haag beschouwt Colombia niet langer als ontwikkelingsland en focust op economische samenwerking. Multinationals als Unilever, DSM en Akzo investeerden flink in het land, maar het Nederlandse mkb blijft achter.
Ten onrechte, vindt ook directeur Menno Smits van het Friese ingenieursbureau Oranjewoud, dat vorig jaar de Colombiaanse branchegenoot Geoingenieria overnam. "De steden zijn veilig en het zakendoen word je als buitenlander gemakkelijk gemaakt. Ook het opleidingsniveau van het personeel valt me enorm mee."
Kansrijke sectoren zijn vooral mijnbouw, olie, waterbeheer en tuinbouw. De Colombiaanse regering investeert komende vier jaar ruim zes miljard euro in waterhuishouding. Baggeraars en dijkenbouwers zijn nodig om 's lands grootste rivier, de Magdalena, beter bevaarbaar te maken en minder gevoelig voor overstromingen. Wegtransport is namelijk een crime in het bergachtige land.
Er wordt ook fors geïnvesteerd in havens, één van de redenen waarom de Rotterdamse Kamer van Koophandel in april een handelsmissie organiseert naar Colombia (en Peru).
Verder is de geplande verduurzaming van de land- en tuinbouw interessant voor Nederland, zo stelt Derk Norde, directeur van de lokale poot van adviesbureau Access Latin America. Colombia is door zijn gunstige klimaat en bodems één van 's werelds grootste producenten van bloemen (nummer 2 achter Nederland), bananen (2), koffie (3) en palmolie (2).
"Maar pas op, het is nog steeds een land met valkuilen. Sommige plattelandsregio's waar palmolie wordt geproduceerd, zoals Chocó en Córdoba, zijn te gevaarlijk om in te investeren. Daar zijn de guerrilla en de vroegere paramilitairen nog te machtig."
Ook corruptie in met name de publieke sector blijft een obstakel. En mede doordat Colombia de grootste cocaïneproducent ter wereld is, gaat er veel fout en speculatief geld rond in de economie.
"Als buitenlander moet je extra letten op de herkomst van kapitaal. Je kunt je niet compromitteren, want daar komt vroeg of laat heibel van."
Zoals in ieder Zuid-Amerikaans land staat of valt zakendoen in Colombia bij goede lokale contacten. Nederlandse ondernemers in Bogotá raden daarom aan om via een overname of joint venture de markt te betreden.
Bestebreurtje: "Zet een Colombiaanse man met politieke connecties aan het roer. En kies in je tweede managementlaag voor vrouwen. Die zijn meer gefocust en rechtdoorzee dan mannen en ze drinken minder. En ze zijn één van de redenen waarom Colombia typisch zo'n land is waarop je meteen verliefd wordt."
Abonneren op:
Posts (Atom)