maandag, februari 23, 2009

São steekt Rio naar de kroon

Langere versie van een stukje in de krant van vandaag.
-------------------------------------------------------------------------------------
De rivaliteit tussen São Paulo en Rio is overgeslagen naar het sambastadion. De carnavalparade van São Paulo doet steeds minder onder voor de beroemde evenknie in Rio.

“We zijn op weg het beste carnaval van Brazilië te worden”, blufte burgemeester Kassab dit weekend bij de opening van het bal.

In beide steden staan de optochten dit jaar in het teken van de financiële crisis. Plastic verentooien, versoberde praalwagens; door de hoge materiaalkosten (dure dollar) en afgehaakte sponsoren moesten de architecten van de sambascholen hun plannen omgooien.

Niet dat iemand in São Paulo’s sambastadion Anhembi wakker lag van de gehanteerde kaasschaaf. “Iedereen heeft er last van. En veel veren maken nog geen goede samba”, zei Marcio Leite, een directeur van een sambaschool (Rosas de Ouro) die voor de verandering helemaal geen struisvogelveren had geïmporteerd.

Sambascholen in Rio hebben zo’n drie keer meer te besteden dan die in São Paulo. Maar kwalitatief ontlopen de optochten elkaar weinig, zo constateerde deze krant in Anhembi.

Sambadame in Anhembi: 'Meer met minder'

Beide parades hebben ook hetzelfde euvel: elke school doet grofweg hetzelfde kunstje en herhaalt tot vervelens toe het eigen sambaliedje, en dat ruim een uur lang.

“In zijn ijver om zich met Rio te meten, is het carnaval van São Paulo gegroeid, maar ook zijn identiteit kwijtgeraakt”, stelde een carnavalshistorica in een lokale krant. “Het is repetitief geworden, een beetje saai.”

Rio is sinds het in 1960 als hoofdstad werd afgelost door Brasilia in veel opzichten voorbijgestreefd door het rijke São Paulo. Een aanval op de suprematie van Rio's carnavalsparade moest er nog bijkomen.

Overigens mag het carnaval op straat in São Paulo niet in de schaduw staan van Rio. Terwijl de strandmetropool vier dagen op zijn kop staat, is het hier buiten het sambastadion een tamelijk dooie boel.

maandag, februari 09, 2009

'Hurricane Hugo' wijkt voor niemand

Uit De Telegraaf.
-------------------------------------------------------------------------------------
Zijn ‘one man revolution’ duurt al tien jaar en liefst plakt hij er nog tien of twintig aan vast. Hugo Chávez vraagt de Venezolanen zondag opnieuw of hij eindeloos president mag blijven. Intussen zet de val van de olieprijs de bijl aan de wortel van zijn olie-socialisme.

Het grauwe Caracas is weer rood gekleurd dezer dagen. Het ‘sí!’ schalt door de straten en ook in de metro klinkt het jawoord uit de speakers. Tot in overheidsgebouwen hangen pro-Chavez-posters.

Dat mag niet volgens de kieswet, maar ach, er mag hier zoveel niet. Politiek leeft als nooit tevoren in Venezuela en dat heeft de mistroostige hoofdstad van misschien wel het mooiste land van Zuid-Amerika in ieder geval wat kleur gegeven.

"Mijn hart zegt het me, de wind zegt het me, jullie blik zegt het me. We moeten en we zullen winnen op 15 februari”, oreerde Chavez (54) afgelopen week tijdens een feestelijke herdenking van zijn mislukte staatsgreep in 1992.

‘Hurricane’ Hugo vreest dat het einde van zijn tweede en – in principe – laatste termijn in 2012 tevens het einde van zijn ‘Bolivariaanse’ revolutie zou inluiden.

Groot was dan ook zijn teleurstelling toen de kiezers eind 2007 een stokje staken voor een aanpassing van de grondwet die hem onbeperkt herkiesbaar had gemaakt. Maar volgens peilingen gaat het Chavez zondag wèl lukken. En mocht het ‘nee’ toch winnen, dan kan hij het volgend jaar gewoon weer proberen, zo zei hij alvast.

De verslaving aan referenda van de Venezolaanse president is begrijpelijk, want meer dan de helft van de bevolking ziet het nog steeds in hem zitten. Afgelopen tien jaar is het aantal Venezolanen dat armoede lijdt gedaald van 50 naar 30 procent. Mede dankzij sociale ‘missies’ in arme buurten verklaarde Unesco het land in 2005 “vrij van analfabetisme”, wat betekent dat meer dan 96 procent van de bevolking ouder dan 15 jaar kan lezen en schrijven.

Sloppenbewoners die het bestaan van oogartsen voorheen alleen van soaps op televisie kenden, worden nu gratis geopereerd door Cubaanse artsen. En de gesubsidieerde supermarkten van de staat houden het dure dagelijkse leven nog een beetje betaalbaar.

Van andere beloften van Chavez, zoals het bestrijden van corruptie en het decentraliseren van het bestuur, is minder terecht gekomen. Venezuela is na Haïti het meest corrupte land van Latijns-Amerika en de centrale overheid is opgezwollen tot een reusachtige banenmachine voor getrouwen van de Socialistische Eenheidspartij PSUV.

“De geschiedenis zal Chavez één ding nageven”, zegt Teodoro Petkoff, een oud-bondgenoot die zich heeft afgekeerd van zijn autoritaire ‘je-bent-voor-me-of-tegen-me’-stijl.

“Hij heeft ervoor gezorgd dat politici de pijn van de armoede weer voelen. De sociale kwestie staat weer bovenaan de politieke agenda en dat was in de twintig jaar vóór hem wel anders.”

De oppositie voert evenwel aan dat de daling van de armoede geen kunst is in een oliebonanza zoals Venezuela (de negende olieproducent ter wereld) die afgelopen jaren beleefde.

Toen Chavez aan de macht kwam, deed een vat Venezolaanse olie acht dollar. Vorig jaar lag die prijs gemiddeld elf keer hoger. De inkomsten uit olie dekken meer dan de helft van de overheidsuitgaven en de export is er voor maar liefst 94 procent van afhankelijk (69 procent in 1998).

Het moge duidelijk zijn dat de vrije val van de olieprijs rampzalig is voor het land. De prijs van een vat Venezolaanse olie is onder de veertig dollar gedoken, terwijl de overheidsbegroting dit jaar nog uitgaat van zestig dollar. Bovendien stokt de productie van het inefficiënte staatsoliebedrijf PDVSA. Buitenlandse investeringen zijn opgedroogd.

De Venezolaanse economie brengt verder weinig voort: 80 procent van het voedsel wordt geïmporteerd. De centrale bank heeft nog veertig miljard dollar aan reserves, maar alom wordt verwacht dat de regering na 15 februari de buikriem moet aanhalen.

“Hij zal impopulaire maatregelen moeten nemen en dat kan hem de kop kosten”, aldus de Nederlandse Venezuela-kenner ‘Alpha’, wiens kritische weblog Free Opinion Venezuela onlangs tot beste van Nederland werd gekozen. Hij is het land net ontvlucht en wil anoniem blijven wegens doodsbedreigingen en een eventuele terugkeer.

“Je maakt in vijf jaar Venezuela meer mee dan een Amsterdamse hoofdagent in veertig jaar. Ik ken wel honderd gevallen van overvallen en schietpartijen in mijn naaste omgeving. Mijn huis in Valencia was omgebouwd tot een fort. En nog probeerden ze met kettingen de ijzeren poort eruit te rijden.”

De Venezolaanse misdaadcijfers laten zien dat armoede en criminaliteit niet hand in hand hoeven te gaan. Dag in dag uit worden er 35 mensen vermoord, drie keer zoveel als tien jaar terug. Volgens critici is dat deels te wijten aan de strijdlustige manier waarop de oud-militair Chavez politiek bedrijft.

De president vergelijkt de Israëlische aanval op de Gaza-strook met de Holocaust en prompt vliegt er in Caracas een synanoge in brand. Chavistische pistoleros intimideren politieke tegenstanders.

“In zijn tv-show ‘Alo Presidente’ zei Chavez eens dat hij brood zou stelen als hij zonder geld zou zitten. Dat soort uitspraken hebben een uitwerking op een bevolking die het niet zo breed heeft”, laat ‘Alpha’ weten vanuit Spanje. Door de zwakte van de – veelal Chavez-gezinde – justitie is de kans op straf bovendien klein.

Volgens een Nederlandse ondernemer (“als je mijn naam noemt, knoop ik je aan de hoogste boom”, lacht hij) die Chavez persoonlijk kent, is er in tien jaar in wezen niet zo gek veel veranderd in Venezuela.

“De president is een hele aanstekelijke, grappige man en ik geloof dat hij met de beste intenties aan de macht is gekomen. Maar ook zijn regering lijdt aan de Venezolaanse ziekte: het is allemaal potverteren. Alleen is het land nu nog crimineler, corrupter en chaotischer dan voorheen.”

“Ok, de 20 procent van de bevolking die vóór Chavez aan de touwtjes trok, was een corrupte bende. Maar ze gaven het land wel enige structuur. Nu zijn het de Bolivariaanse partijmannen die hun zakken vullen. En het is gedaan met die betrekkelijke orde.”

De oude elite van Venezuela zit intussen in Miami te wachten op Chavez’ aftocht. Hun Cubaanse stadsgenoten die voor de Castro's zijn gevlucht, weten dat een revolutie zo maar een halve eeuw kan duren.