Ook uit De Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------
Lang gevreesde sloppenwijken van Rio de Janeiro zijn tegenwoordig in trek bij buitenlanders die vluchten voor de torenhoge huren in de strandbuurten van de Braziliaanse metropool.
"Huizen zijn hier bijna tien keer goedkoper dan in Copacabana. Bovendien voel ik me hier veiliger dan daar beneden", zo vertelt antropoloog Elise Roodenburg over de pal achter het strand gelegen favela Morro da Babilônia (Babylonische Heuvel).
De Nederlandse kocht onlangs een 2-kamerwoning in de sloppenwijk, compleet met een stukje regenwoud vol aapjes en toekans. Huizen kosten volgens haar tussen € 15.000 en € 60.000 op de mooi gelegen rots.
De Babylonische Heuvel was in 2009 één van de eerste favelas waar de lokale 'vredespolitie' de macht overnam van een zwaarbewapende drugsbende. Vijf jaar later is bijna een kwart van de duizend sloppenwijken van Rio met meer of minder succes 'gepacificeerd'.
De favela van Roodenburg is opgeknapt door de bezetting. Schietpartijen die routine waren, zijn nu uitzondering. Voorzieningen als riolering, elektra en vuilnisophaal zijn verbeterd. "Het gevoel van veiligheid komt door de sterke sociale controle. Favelas zijn gezellige dorpjes in de anonieme grote stad."
Voor rijke Brazilianen staan sloppen echter synoniem aan misdaad en misère. Zijn die gringos soms levensmoe?
"Buitenlanders zijn minder huiverig voor favelas," zegt Jaïr Halevi, een jonge Nederlandse ondernemer die voor € 220 per maand een kamer huurt in een sloppenwijk met uitzicht op Copacabana. "Het is hier top, de pacificatie is geslaagd. Alleen de klim naar huis is wel pittig. Soms pak ik een motortaxi aan de voet van de heuvel."
Jaïr Halevi op zijn sloppenheuvel
Door de nieuwkomers zit het prijsniveau in favelas flink in de lift. Dat geldt bovenal voor Vidigal, een sloppenwijk achter Oranjestandplaats Ipanema die in trek is bij buitenlanders. Honderden hebben er een huis gekocht, onder wie oud-voetballer David Beckham en rapper Kanye West.
"De huren zijn 200% tot 300% gestegen sinds de pacificatie" (in 2012), verzucht de voorzitter van de lokale bewonersvereniging Marcelo da Silva. De Braziliaan vindt het wrang dat de wijk daardoor onbetaalbaar wordt voor veel oorspronkelijke bewoners. "Net nu de overheid iets aan de voorzieningen doet na al die bendeoorlogen."
Volgens critici is de vredespolitie slechts bedoeld om strategisch gelegen sloppen in toom te houden tijdens het komende WK en de Olympische Spelen (2016). Rio's autoriteiten ontkennen dat de bezetting tijdelijk is.
Roodenburg is niet bang dat haar wijk na 2016 weer in criminele handen valt. Ze heeft zelfs plannen voor een eigen makelaarsbedrijfje voor sloppenwijken. "Een soort Funda voor favelas. Zoiets bestaat nog niet en ik ken veel mensen die iets willen kopen."
Mogelijke adder onder het gras is dat er geen plek in het kadaster is voor woningbezit in informele wijken. Maar als een stuk grond minstens vijf jaar bewoond is, kan een aankoop wél worden geformaliseerd via de lokale bewonersvereniging en Rio's deelstaatbestuur. "Het komt dan in een minikadaster dat rechtsgeldig is", verzekert de Nederlandse favelamakelaar in spe.
zaterdag, mei 31, 2014
BV Nederland scoort op WK
Uit DFT van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
De BV Nederland heeft al voor de aftrap van het WK gescoord. Van de € 9 miljard die Brazilië investeert in de organisatie, stromen tientallen miljoenen euro's naar een reeks Nederlandse bedrijven.
Zo verzorgt Philips de verlichting in negen van de twaalf WK-stadions. Rond het veld wordt innovatieve sportverlichting (ArenaVision) ingezet om beelden in HDTV, 3D en super slow motion mogelijk te maken. "De trend is dat de kwaliteit van tv-beelden steeds beter wordt. Daar hoort ook betere verlichting bij", vertelt ceo Henk de Jong van Philips Latijns-Amerika.
Paradepaardje van het Amsterdamse elektronicaconcern zijn de LED-lichtbundels die het onder het doorzichtige dak van het mythische Maracanã-stadion heeft geplakt. Zo kunnen bij de WK-duels in Rio de kleuren van de spelende landen op het veld worden geprojecteerd.
De Jong: "Een prachtig visitekaartje dat over het hele continent uitstraalt. Latijns-Amerika is een kansrijke vervangingsmarkt. De revolutionaire omschakeling van conventionele naar computergestuurde verlichting is hier pas net begonnen.”
Chemiebedrijf AkzoNobel zette op zijn beurt zeven WK-stadions in de verf, waaronder het dak van het Maracanã. Deels gaat het om sierverf en deels om coatings die daken, muren en stoeltjes beschermen tegen corrosie en brand.
Door vertraging bij de stadionbouw ging de klus niet overal van een leien dakje. “Bottleneck was São Paulo. Daar is de buitenkant van het stadion pas op het nippertje geschilderd,” verzekert directeur Jaap Kuiper van de decoratieve verfdivisie in Latijns-Amerika.
Het Maracanã-stadion
Kuiper vindt de gescoorde publiciteit meer waard dan de paar miljoen euro die de WK-opdrachten opleveren. De sierverf van AkzoNobel, goed voor 50% van de omzet in de belangrijke Braziliaanse groeimarkt, is verwikkeld in een felle reclameoorlog met de Duitse concurrent BASF. “Het is een nek-aan-nekrace. We controleren nu beide 30% van de Braziliaanse markt.”
Ook het gras van de Arena de São Paulo heeft een oranje tintje. De Brabantse tapijt- en kunstgrasproducent Desso mocht een zogeheten GrassMaster aanleggen in het stadion waar op 12 juni de openingswedstrijd wordt gespeeld. Via de gepatenteerde Nederlandse uitvinding wordt natuurgras versterkt met kunstvezels, wat het veld stabieler, sneller en meer resistent maakt.
Het WK leverde ook de adviestak van Amsterdam ArenA werk op. Nederlandse expertise inzake stadionmanagement wordt ingezet om de arena's van de speelsteden Salvador en Natal rendabel te maken, ook na het WK.
Volgens het Braziliaanse Kamerlid Romário is Natals futuristische Arena das Dunas, een ruimteschip midden in een arme provinciestad zonder grote voetbalclub, gedoemd om een 'witte olifant' te worden.
"Nee hoor, Romário gaat ongelijk krijgen. Mede dankzij onze partner uit Amsterdam", kaatst stadionwoordvoerder Arthur Couto tijdens een rondleiding.
De Braziliaan vertelt dat de capaciteit na het WK wordt teruggebracht van 42.000 naar 32.000. "Zo'n groot complex voor evenementen had Natal nog niet. Het zal naast voetbal worden gebruikt voor congressen en concerten. Daar hebben we in Brazilië onze eigen Toppers voor. Verder komen er winkels, restaurants en een sportschool. Het stadion wordt een ontmoetingsplek voor de hele stad", hoopt Couto.
Ook bij de opknapbeurt van de verouderde Braziliaanse vliegvelden bliezen meerdere Nederlandse bedrijven een partijtje mee. Met een prijskaartje van € 3,2 miljard was dit de grootste kostenpost voor de WK-organisatie. De stadions slokten samen € 2,7 miljard op van het budget.
Met het oog op de verwachte 600.000 WK-toeristen begon de Braziliaanse regering in 2012 met het privatiseren van enkele strategische luchthavens. Na decennia wanbeheer door het staatsbedrijf Infraero was het 'p-woord' noodgedwongen niet langer taboe voor de linkse Arbeiderspartij van president Dilma Rousseff.
Ingenieursbedrijf Arcadis werd na de aanbesteding van het internationale vliegveld van São Paulo (Guarulhos) projectmanager bij de bouw van een nieuwe internationale terminal (T3). Na anderhalf jaar werd de 200.000 vierkante meter grote hal deze maand opgeleverd.
De nieuwe terminal in São Paulo
“We hebben een recordtempo moeten hanteren. Er werkten op de piek bijna tienduizend man mee aan de bouw, onder wie 150 van Arcadis", vertelt financieel directeur Eric de Kruif trots. De moderne terminal doet volgens hem niet onder voor Europese topvliegvelden en zet daarmee een nieuwe standaard voor de Braziliaanse luchtvaart.
De bagageafhandeling op Guarulhos werd uitbesteed aan Vanderlande Industries. Het logistiek concern uit Brabant kreeg dezelfde klus op de geprivatiseerde vliegvelden van Rio (Galeão) en Brasília. Samen zijn de opdrachten goed voor € 65 miljoen, aldus ceo Govert Hamers. "Er worden komende jaren nog diverse Braziliaanse vliegvelden gemoderniseerd. Ook daar willen we graag een bijdrage aan leveren."
Het Amsterdamse designbureau Mijksenaar ontwierp de nieuwe bewegwijzering voor Guarulhos. Het ziet het WK net als Arcadis en Vanderlande als vliegwiel voor meer opdrachten in de op zes na grootste economie ter wereld.
Ten slotte biedt het WK een mooie kans voor Heineken om de bittere smaak van een matig 2013 weg te spoelen. Mede door lastenverzwaringen kromp de Braziliaanse biermarkt, de op twee na grootste ter wereld, vorig jaar licht. De Braziliaanse regering tilde een nieuwe accijnsverhoging onlangs over het WK. Heineken, dat met een 9%-marktaandeel al jaren nummer vier is in Brazilië, verwacht dat de winterse WK-maand een zomerse omzet genereert dankzij dorstige voetbalfans.
----------------------------------------------------------------------------------
De BV Nederland heeft al voor de aftrap van het WK gescoord. Van de € 9 miljard die Brazilië investeert in de organisatie, stromen tientallen miljoenen euro's naar een reeks Nederlandse bedrijven.
Zo verzorgt Philips de verlichting in negen van de twaalf WK-stadions. Rond het veld wordt innovatieve sportverlichting (ArenaVision) ingezet om beelden in HDTV, 3D en super slow motion mogelijk te maken. "De trend is dat de kwaliteit van tv-beelden steeds beter wordt. Daar hoort ook betere verlichting bij", vertelt ceo Henk de Jong van Philips Latijns-Amerika.
Paradepaardje van het Amsterdamse elektronicaconcern zijn de LED-lichtbundels die het onder het doorzichtige dak van het mythische Maracanã-stadion heeft geplakt. Zo kunnen bij de WK-duels in Rio de kleuren van de spelende landen op het veld worden geprojecteerd.
De Jong: "Een prachtig visitekaartje dat over het hele continent uitstraalt. Latijns-Amerika is een kansrijke vervangingsmarkt. De revolutionaire omschakeling van conventionele naar computergestuurde verlichting is hier pas net begonnen.”
Chemiebedrijf AkzoNobel zette op zijn beurt zeven WK-stadions in de verf, waaronder het dak van het Maracanã. Deels gaat het om sierverf en deels om coatings die daken, muren en stoeltjes beschermen tegen corrosie en brand.
Door vertraging bij de stadionbouw ging de klus niet overal van een leien dakje. “Bottleneck was São Paulo. Daar is de buitenkant van het stadion pas op het nippertje geschilderd,” verzekert directeur Jaap Kuiper van de decoratieve verfdivisie in Latijns-Amerika.
Het Maracanã-stadion
Kuiper vindt de gescoorde publiciteit meer waard dan de paar miljoen euro die de WK-opdrachten opleveren. De sierverf van AkzoNobel, goed voor 50% van de omzet in de belangrijke Braziliaanse groeimarkt, is verwikkeld in een felle reclameoorlog met de Duitse concurrent BASF. “Het is een nek-aan-nekrace. We controleren nu beide 30% van de Braziliaanse markt.”
Ook het gras van de Arena de São Paulo heeft een oranje tintje. De Brabantse tapijt- en kunstgrasproducent Desso mocht een zogeheten GrassMaster aanleggen in het stadion waar op 12 juni de openingswedstrijd wordt gespeeld. Via de gepatenteerde Nederlandse uitvinding wordt natuurgras versterkt met kunstvezels, wat het veld stabieler, sneller en meer resistent maakt.
Het WK leverde ook de adviestak van Amsterdam ArenA werk op. Nederlandse expertise inzake stadionmanagement wordt ingezet om de arena's van de speelsteden Salvador en Natal rendabel te maken, ook na het WK.
Volgens het Braziliaanse Kamerlid Romário is Natals futuristische Arena das Dunas, een ruimteschip midden in een arme provinciestad zonder grote voetbalclub, gedoemd om een 'witte olifant' te worden.
"Nee hoor, Romário gaat ongelijk krijgen. Mede dankzij onze partner uit Amsterdam", kaatst stadionwoordvoerder Arthur Couto tijdens een rondleiding.
De Braziliaan vertelt dat de capaciteit na het WK wordt teruggebracht van 42.000 naar 32.000. "Zo'n groot complex voor evenementen had Natal nog niet. Het zal naast voetbal worden gebruikt voor congressen en concerten. Daar hebben we in Brazilië onze eigen Toppers voor. Verder komen er winkels, restaurants en een sportschool. Het stadion wordt een ontmoetingsplek voor de hele stad", hoopt Couto.
Ook bij de opknapbeurt van de verouderde Braziliaanse vliegvelden bliezen meerdere Nederlandse bedrijven een partijtje mee. Met een prijskaartje van € 3,2 miljard was dit de grootste kostenpost voor de WK-organisatie. De stadions slokten samen € 2,7 miljard op van het budget.
Met het oog op de verwachte 600.000 WK-toeristen begon de Braziliaanse regering in 2012 met het privatiseren van enkele strategische luchthavens. Na decennia wanbeheer door het staatsbedrijf Infraero was het 'p-woord' noodgedwongen niet langer taboe voor de linkse Arbeiderspartij van president Dilma Rousseff.
Ingenieursbedrijf Arcadis werd na de aanbesteding van het internationale vliegveld van São Paulo (Guarulhos) projectmanager bij de bouw van een nieuwe internationale terminal (T3). Na anderhalf jaar werd de 200.000 vierkante meter grote hal deze maand opgeleverd.
De nieuwe terminal in São Paulo
“We hebben een recordtempo moeten hanteren. Er werkten op de piek bijna tienduizend man mee aan de bouw, onder wie 150 van Arcadis", vertelt financieel directeur Eric de Kruif trots. De moderne terminal doet volgens hem niet onder voor Europese topvliegvelden en zet daarmee een nieuwe standaard voor de Braziliaanse luchtvaart.
De bagageafhandeling op Guarulhos werd uitbesteed aan Vanderlande Industries. Het logistiek concern uit Brabant kreeg dezelfde klus op de geprivatiseerde vliegvelden van Rio (Galeão) en Brasília. Samen zijn de opdrachten goed voor € 65 miljoen, aldus ceo Govert Hamers. "Er worden komende jaren nog diverse Braziliaanse vliegvelden gemoderniseerd. Ook daar willen we graag een bijdrage aan leveren."
Het Amsterdamse designbureau Mijksenaar ontwierp de nieuwe bewegwijzering voor Guarulhos. Het ziet het WK net als Arcadis en Vanderlande als vliegwiel voor meer opdrachten in de op zes na grootste economie ter wereld.
Ten slotte biedt het WK een mooie kans voor Heineken om de bittere smaak van een matig 2013 weg te spoelen. Mede door lastenverzwaringen kromp de Braziliaanse biermarkt, de op twee na grootste ter wereld, vorig jaar licht. De Braziliaanse regering tilde een nieuwe accijnsverhoging onlangs over het WK. Heineken, dat met een 9%-marktaandeel al jaren nummer vier is in Brazilië, verwacht dat de winterse WK-maand een zomerse omzet genereert dankzij dorstige voetbalfans.
Ook prostituees vol in voorbereiding op WK
Brazilianen zitten in de aanloop naar het WK massaal op Engelse les. Onder hen zijn duizenden prostituees die zich opmaken voor de verwachte komst van 600.000 buitenlandse voetbaltoeristen in juni.
'Lívia Porsche' (26), een studente uit het achterland van São Paulo die onder deze schuilnaam werkt als escort, volgt privélessen bij een Amerikaanse kennis. "Die investering haal ik er makkelijk uit," licht de wulpse brunette telefonisch toe. "Ik verhoog mijn uurtarief naar € 150 voor het WK. Ik wil minstens € 6000 verdienen in Rio en São Paulo. Ik leer ook een beetje Spaans, Italiaans en Frans voor de klanten.”
Op een lijst die zestig landen rangschikt naar Engelse taalbeheersing (EPI) staat het Portugees sprekende Brazilië op de 38e plaats met een 'lage vaardigheid’. In de meest internationaal georiënteerde stad van het land, São Paulo, spreekt maar 14% van de taxichauffeurs wat Engels, zo becijferde de lokale VVV (SPTuris) een tijdje geleden.
Om de lage scores op te krikken, worden gratis cursussen Engels en Spaans aangeboden via onder andere het ministerie van Toerisme. Ruim honderdduizend taxichauffeurs, obers en hotelmedewerkers maken gebruik van de welkome bijscholing.
Daarnaast worden er in enkele speelsteden speciale cursussen voor prostituees gegeven. Zo kunnen ze in Belo Horizonte Engels leren via de regionale hoerenvakbond. In São Paulo biedt de luxueuze hoerendisco Bahamas Club uitkomst. Manager Renato Frizzi zette de cursus ‘May I have a Seat’ op.
"We schatten dat de klandizie 60% toeneemt tijdens het WK. Dat is vergelijkbaar met de Formule I van São Paulo, maar dan een maand lang. Belangrijk dat de meisjes zich goed voorbereiden op het contact met buitenlandse gasten."
Naast vaktermen leren ze ook praktische zinnen als 'Please take a shower', voegt Frizzi lachend toe. "In Brazilië zijn we gewend om twee keer per dag te douchen. Andere nationaliteiten hebben niet de gewoonte om dagelijks te douchen, zoals sommige Europeanen en Indiërs."
Desondanks werkt Keila, een jonge twintiger die tippelt rond de ruige club Love Story in São Paulo, liever met ‘gringos’ dan met Braziliaanse klanten. “Ze zijn meestal netter, respectvoller. Ik hoop dat ik een buitenlandse vriend ontmoet tijdens de Copa. Veel Engels spreek ik niet. Ik kan wel 'I love you' zeggen."
Het landelijke toerismebureau Embratur strijdt al jaren tegen het promoten van sekstoerisme in Brazilië. Zo maande het Adidas laatst om twee WK-shirts met seksuele toespelingen ('Looking to score') uit de handel te halen. Het Duitse bedrijf gaf gehoor aan de eis.
'Lívia Porsche' ziet het probleem niet, mits de prostituees meerderjarig zijn uiteraard. “De seksindustrie in Brazilië is groter dan gemiddeld. Het hoort gewoon bij de cultuur. Al hoeft er wat mij betreft geen reclame voor worden gemaakt. Dat doen we zelf wel.”
'Lívia Porsche' (26), een studente uit het achterland van São Paulo die onder deze schuilnaam werkt als escort, volgt privélessen bij een Amerikaanse kennis. "Die investering haal ik er makkelijk uit," licht de wulpse brunette telefonisch toe. "Ik verhoog mijn uurtarief naar € 150 voor het WK. Ik wil minstens € 6000 verdienen in Rio en São Paulo. Ik leer ook een beetje Spaans, Italiaans en Frans voor de klanten.”
Op een lijst die zestig landen rangschikt naar Engelse taalbeheersing (EPI) staat het Portugees sprekende Brazilië op de 38e plaats met een 'lage vaardigheid’. In de meest internationaal georiënteerde stad van het land, São Paulo, spreekt maar 14% van de taxichauffeurs wat Engels, zo becijferde de lokale VVV (SPTuris) een tijdje geleden.
Om de lage scores op te krikken, worden gratis cursussen Engels en Spaans aangeboden via onder andere het ministerie van Toerisme. Ruim honderdduizend taxichauffeurs, obers en hotelmedewerkers maken gebruik van de welkome bijscholing.
Daarnaast worden er in enkele speelsteden speciale cursussen voor prostituees gegeven. Zo kunnen ze in Belo Horizonte Engels leren via de regionale hoerenvakbond. In São Paulo biedt de luxueuze hoerendisco Bahamas Club uitkomst. Manager Renato Frizzi zette de cursus ‘May I have a Seat’ op.
"We schatten dat de klandizie 60% toeneemt tijdens het WK. Dat is vergelijkbaar met de Formule I van São Paulo, maar dan een maand lang. Belangrijk dat de meisjes zich goed voorbereiden op het contact met buitenlandse gasten."
Naast vaktermen leren ze ook praktische zinnen als 'Please take a shower', voegt Frizzi lachend toe. "In Brazilië zijn we gewend om twee keer per dag te douchen. Andere nationaliteiten hebben niet de gewoonte om dagelijks te douchen, zoals sommige Europeanen en Indiërs."
Desondanks werkt Keila, een jonge twintiger die tippelt rond de ruige club Love Story in São Paulo, liever met ‘gringos’ dan met Braziliaanse klanten. “Ze zijn meestal netter, respectvoller. Ik hoop dat ik een buitenlandse vriend ontmoet tijdens de Copa. Veel Engels spreek ik niet. Ik kan wel 'I love you' zeggen."
Het landelijke toerismebureau Embratur strijdt al jaren tegen het promoten van sekstoerisme in Brazilië. Zo maande het Adidas laatst om twee WK-shirts met seksuele toespelingen ('Looking to score') uit de handel te halen. Het Duitse bedrijf gaf gehoor aan de eis.
'Lívia Porsche' ziet het probleem niet, mits de prostituees meerderjarig zijn uiteraard. “De seksindustrie in Brazilië is groter dan gemiddeld. Het hoort gewoon bij de cultuur. Al hoeft er wat mij betreft geen reclame voor worden gemaakt. Dat doen we zelf wel.”
zaterdag, mei 24, 2014
Serie 'Scoren in Brazilië': Holambra
Uit de Financiële Telegraaf.
----------------------------------------------------------
Dat ondernemen in Brazilië vaak een lange adem vergt, weten oudere inwoners van de Nederlandse oud-kolonie Holambra als weinig anderen. Na veel vallen en opstaan is het pittoreske plaatsje in het achterland van São Paulo uitgegroeid tot spil van de Braziliaanse bloemenhandel. Sleutel voor het huidige succes is de lokale bloemenveiling die 25 jaar geleden werd opgericht.
'Welkom in Holambra, een stukje Holland in Brazilië', staat er op een bord bij de ingang van het stadje van 12.000 inwoners op anderhalf uur rijden van wereldstad São Paulo. Het gevoel van thuiskomen wordt versterkt door de 'Hollandse' stadspoort, oranje bloembakken, molentjes en huizen met trapgeveltjes langs de weg.
Het is allemaal uit het niets opgebouwd. In 1948 belandden de eerste migranten hier in een dorre woestenij. Een bittere teleurstelling voor de leden van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB) die de naoorlogse crisis in Nederland wilden ontvluchten.
Met mooie verhalen waren ze gelokt door de Nederlandse en Braziliaanse regering. Deze had behoefte aan producenten van zuivel en voedsel rond de snel groeiende steden São Paulo en Campinas. Bij aankomst in het beloofde land bleek het meegebrachte Hollandse stamboekvee niet te gedijen in de tropen. Geen gewas wilde de eerste jaren wortel schieten in de arme bodems rond Holambra.
Zo'n twee derde van de 850 pioniers keerde terug naar het moederland of trok door naar andere Nederlandse koloniën in Brazilië. "Het begin was heel zwaar. Maar in de jaren zestig begonnen de bloemen het beter te doen", vertelt bestuursvoorzitter Kees Schoenmaker van Grupo Terra Viva, de grootste bloemen- en plantenproducent van Brazilië.
De West-Friese Braziliaan is één van de elf kinderen van een pionier die in 1959 de oversteek naar Zuid-Amerika waagde met een lading gladiolenkralen en tulpenbollen. Bloemen maakten aanvankelijk geen deel uit van de plannen van de coöperatie. Maar mede dankzij uit Nederland geïmporteerde bollen en materieel begon de productie snel te groeien.
De distributie over het enorme Brazilië werd daardoor steeds complexer voor de coöperatie van Holambra. "We bedienden in de tweede helft van de jaren tachtig de Braziliaanse markt met honderd eigen trucks. Het werd op een gegeven moment onmogelijk om dat goed administratief te beheersen", zo legt veilingdirecteur André van Kruijssen uit waarom de coöperatie in 1989 het Aalsmeerse veilingmodel kopieerde.
Het was opnieuw pionieren. De eerste maanden werd mondeling afgeteld en boden klanten door hun hand op te steken. Daarna werd er een oude veilingklok uit Nederland gehaald. "De klok werd geschonken door Veiling Oost Nederland uit Bemmel (nu Plantion in Ede, red). Ook Bloemenveiling Aalsmeer (nu FloraHolland, red) heeft Veiling Holambra flink geholpen afgelopen 25 jaar", weet Van Kruijssen.
Het bleek voor Brazilianen wel wennen aan het open, transparante veilingsysteem van de Hollanders. Het was heel anders dan de informele handel op de rommelige bloemenmarkt van São Paulo (CEAGESP) waaraan ze gewend waren.
De basis van de veilingcoöperatie bestond uit bloementelers met een Nederlandse achtergrond. Ze stelden naar Nederlands model de verplichting in om 100% van hun productie aan te bieden, de zogeheten veilingplicht. Daar stonden enkele voordelen tegenover: geen gedoe met de handel en distributie, gemiddeld hogere prijzen en de betalingstermijn die de veiling garandeerde. Wanbetaling en lange betalingstermijnen zijn bekende obstakels voor ondernemers in Brazilië.
In 1995 kwam de overkoepelende Coöperatie Landbouw en Veeteelt Holambra (CAPH) echter zelf in betalingsnood. Leden waren forse leningen aangegaan tijdens de Braziliaanse hyperinflatie van begin jaren negentig. Schulden verdampten immers snel. Maar door de introductie van een sterkere Braziliaanse munt (real) in 1994 moesten ze ineens voor het volle pond worden terugbetaald.
“Daar zijn we nu nog mee bezig", zegt Schoenmaker terwijl hij wat speculaasjes op tafel zet in zijn kantoor tussen de kassen op de megaplantage. “We hebben een nieuwe coöperatie opgericht. Zo'n 1% van de jaaromzet gaat naar de oude schuldeisers. Dit zit het functioneren van de in 2001 opgerichte Coöperatie Veiling Holambra niet in de weg.”
Kees Schoenmaker (r.) en André van Kruijssen
Sinds begin deze eeuw sluiten ook steeds meer bloementelers van Braziliaanse afkomst zich bij de coöperatie aan. Gelokt door het sterke merk en de gemiddeld hogere prijzen laat zelfs een rozenkweker uit de 3000 kilometer noordelijker gelegen deelstaat Ceará al zijn bloemen naar Holambra rijden. Circa 40% van de driehonderd coöperatieleden heeft nog een oorspronkelijk Nederlandse achtergrond.
Inmiddels heeft Veiling Holambra een marktaandeel van 45% verworven in de Braziliaanse handel in bloemen en kamerplanten (inclusief twee concurrerende coöperaties komt Holambra uit op een 55%-aandeel). De dubbele groeicijfers (13%; huidige jaaromzet: € 160 miljoen) zorgen tegenwoordig voor jaloerse blikken bij collega's van Nederlandse bloemenveilingen.
"Maar qua technologie en logistiek lopen we nog vijftien jaar achter op FloraHolland in Aalsmeer," zegt vicevoorzitter Geraldo de Bruijn van Veiling Holambra. "We hebben André binnengehaald om die achterstand in vijf jaar in te halen", vervolgt de kweker van kamerplanten over zijn anderhalf jaar geleden in Nederland geworven directeur. “We hadden een buitenstaander nodig om de boel op te schudden. Het ging hier allemaal veel te traag."
Vanuit het nieuwe veilinggebouw in de buurgemeente São Antônio de Posse - het oude veilinggebouw in hartje Holambra barstte uit zijn voegen - vertelt Van Kruijssen over zijn groeistrategie. Beneden op de veilingvloer wordt iedere 1,5 seconde een lading ruikers verkocht via drie klokken op LED-schermen en 60% van de omzet wordt inmiddels gerealiseerd door bemiddeling. Om de groeiende bemiddeling te digitaliseren en innoveren is inmiddels een webshop geopend. Ook de eerste kwekers en handelaren gaan inmiddels over op verkoop en beheersing van de processen middels webshop-systemen.
Veiling Holambra is bezig met een automatiseringsslag en opent volgende maand een nieuw ‘cash and carry’-groothandelscentrum naast de veiling. "Het wordt een aanvulling op de bemiddeling en het kloksysteem. Dat is door zijn snelheid erg efficiënt voor handel in bederfelijke producten als snijbloemen. Maar bij de verkoop van minder bederfelijke planten als cactussen, begonia's en palmen komt minder haast kijken. We openen daarom een extra marktplaats zodat klanten alles in één keer kunnen kopen."
Volgens Van Kruijssen zit er nog veel rek in de Braziliaanse markt. De lokale consument spendeert slechts $13 dollar per jaar aan bloemen en planten. Maar de trend is dat de opkomende middenklasse vaker een ruiker voor zichzelf koopt. Bloemen en planten maken sinds tien jaar hun intrede in het assortiment van supermarkten.
Om een slaatje uit het WK te kunnen slaan, mikt de coöperatie in de aanloop op planten in de groengele kleuren van de Braziliaanse selectie. “Zakelijk gezien is het dus gunstiger als Brazilië wereldkampioen wordt. Maar mijn hart ligt natuurlijk bij Oranje op het WK", aldus de relatieve nieuwkomer Van Kruijssen.
Bij de Nederlandse migranten van het eerste uur ligt dat anders. Want hoewel Holambra er steeds meer Nederlands uitziet om toeristen te trekken (mede dankzij kortingen op de onroerende zaakbelasting voor huiseigenaren die Hollandse geveltjes bouwen), is het stadje afgelopen twintig jaar in rap tempo Braziliaans geworden. In het lokale telefoonboek is nog ongeveer 15% van de achternamen Nederlands.
Kees Schoenmaker: "De coöperatie leefde hier decennialang in isolement. Het was niet eens nodig om Portugees te spreken. Door de groei van de veiling werd het echter onvermijdelijk om de Brazilianen erbij te betrekken."
De geboren West-Fries zal op het WK voor Brazilië juichen. "Natuurlijk! Ik hou van dit land. En hier verdienen we ons geld."
----------------------------------------------------------
Dat ondernemen in Brazilië vaak een lange adem vergt, weten oudere inwoners van de Nederlandse oud-kolonie Holambra als weinig anderen. Na veel vallen en opstaan is het pittoreske plaatsje in het achterland van São Paulo uitgegroeid tot spil van de Braziliaanse bloemenhandel. Sleutel voor het huidige succes is de lokale bloemenveiling die 25 jaar geleden werd opgericht.
'Welkom in Holambra, een stukje Holland in Brazilië', staat er op een bord bij de ingang van het stadje van 12.000 inwoners op anderhalf uur rijden van wereldstad São Paulo. Het gevoel van thuiskomen wordt versterkt door de 'Hollandse' stadspoort, oranje bloembakken, molentjes en huizen met trapgeveltjes langs de weg.
Het is allemaal uit het niets opgebouwd. In 1948 belandden de eerste migranten hier in een dorre woestenij. Een bittere teleurstelling voor de leden van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB) die de naoorlogse crisis in Nederland wilden ontvluchten.
Met mooie verhalen waren ze gelokt door de Nederlandse en Braziliaanse regering. Deze had behoefte aan producenten van zuivel en voedsel rond de snel groeiende steden São Paulo en Campinas. Bij aankomst in het beloofde land bleek het meegebrachte Hollandse stamboekvee niet te gedijen in de tropen. Geen gewas wilde de eerste jaren wortel schieten in de arme bodems rond Holambra.
Zo'n twee derde van de 850 pioniers keerde terug naar het moederland of trok door naar andere Nederlandse koloniën in Brazilië. "Het begin was heel zwaar. Maar in de jaren zestig begonnen de bloemen het beter te doen", vertelt bestuursvoorzitter Kees Schoenmaker van Grupo Terra Viva, de grootste bloemen- en plantenproducent van Brazilië.
De West-Friese Braziliaan is één van de elf kinderen van een pionier die in 1959 de oversteek naar Zuid-Amerika waagde met een lading gladiolenkralen en tulpenbollen. Bloemen maakten aanvankelijk geen deel uit van de plannen van de coöperatie. Maar mede dankzij uit Nederland geïmporteerde bollen en materieel begon de productie snel te groeien.
De distributie over het enorme Brazilië werd daardoor steeds complexer voor de coöperatie van Holambra. "We bedienden in de tweede helft van de jaren tachtig de Braziliaanse markt met honderd eigen trucks. Het werd op een gegeven moment onmogelijk om dat goed administratief te beheersen", zo legt veilingdirecteur André van Kruijssen uit waarom de coöperatie in 1989 het Aalsmeerse veilingmodel kopieerde.
Het was opnieuw pionieren. De eerste maanden werd mondeling afgeteld en boden klanten door hun hand op te steken. Daarna werd er een oude veilingklok uit Nederland gehaald. "De klok werd geschonken door Veiling Oost Nederland uit Bemmel (nu Plantion in Ede, red). Ook Bloemenveiling Aalsmeer (nu FloraHolland, red) heeft Veiling Holambra flink geholpen afgelopen 25 jaar", weet Van Kruijssen.
Het bleek voor Brazilianen wel wennen aan het open, transparante veilingsysteem van de Hollanders. Het was heel anders dan de informele handel op de rommelige bloemenmarkt van São Paulo (CEAGESP) waaraan ze gewend waren.
De basis van de veilingcoöperatie bestond uit bloementelers met een Nederlandse achtergrond. Ze stelden naar Nederlands model de verplichting in om 100% van hun productie aan te bieden, de zogeheten veilingplicht. Daar stonden enkele voordelen tegenover: geen gedoe met de handel en distributie, gemiddeld hogere prijzen en de betalingstermijn die de veiling garandeerde. Wanbetaling en lange betalingstermijnen zijn bekende obstakels voor ondernemers in Brazilië.
In 1995 kwam de overkoepelende Coöperatie Landbouw en Veeteelt Holambra (CAPH) echter zelf in betalingsnood. Leden waren forse leningen aangegaan tijdens de Braziliaanse hyperinflatie van begin jaren negentig. Schulden verdampten immers snel. Maar door de introductie van een sterkere Braziliaanse munt (real) in 1994 moesten ze ineens voor het volle pond worden terugbetaald.
“Daar zijn we nu nog mee bezig", zegt Schoenmaker terwijl hij wat speculaasjes op tafel zet in zijn kantoor tussen de kassen op de megaplantage. “We hebben een nieuwe coöperatie opgericht. Zo'n 1% van de jaaromzet gaat naar de oude schuldeisers. Dit zit het functioneren van de in 2001 opgerichte Coöperatie Veiling Holambra niet in de weg.”
Kees Schoenmaker (r.) en André van Kruijssen
Sinds begin deze eeuw sluiten ook steeds meer bloementelers van Braziliaanse afkomst zich bij de coöperatie aan. Gelokt door het sterke merk en de gemiddeld hogere prijzen laat zelfs een rozenkweker uit de 3000 kilometer noordelijker gelegen deelstaat Ceará al zijn bloemen naar Holambra rijden. Circa 40% van de driehonderd coöperatieleden heeft nog een oorspronkelijk Nederlandse achtergrond.
Inmiddels heeft Veiling Holambra een marktaandeel van 45% verworven in de Braziliaanse handel in bloemen en kamerplanten (inclusief twee concurrerende coöperaties komt Holambra uit op een 55%-aandeel). De dubbele groeicijfers (13%; huidige jaaromzet: € 160 miljoen) zorgen tegenwoordig voor jaloerse blikken bij collega's van Nederlandse bloemenveilingen.
"Maar qua technologie en logistiek lopen we nog vijftien jaar achter op FloraHolland in Aalsmeer," zegt vicevoorzitter Geraldo de Bruijn van Veiling Holambra. "We hebben André binnengehaald om die achterstand in vijf jaar in te halen", vervolgt de kweker van kamerplanten over zijn anderhalf jaar geleden in Nederland geworven directeur. “We hadden een buitenstaander nodig om de boel op te schudden. Het ging hier allemaal veel te traag."
Vanuit het nieuwe veilinggebouw in de buurgemeente São Antônio de Posse - het oude veilinggebouw in hartje Holambra barstte uit zijn voegen - vertelt Van Kruijssen over zijn groeistrategie. Beneden op de veilingvloer wordt iedere 1,5 seconde een lading ruikers verkocht via drie klokken op LED-schermen en 60% van de omzet wordt inmiddels gerealiseerd door bemiddeling. Om de groeiende bemiddeling te digitaliseren en innoveren is inmiddels een webshop geopend. Ook de eerste kwekers en handelaren gaan inmiddels over op verkoop en beheersing van de processen middels webshop-systemen.
Veiling Holambra is bezig met een automatiseringsslag en opent volgende maand een nieuw ‘cash and carry’-groothandelscentrum naast de veiling. "Het wordt een aanvulling op de bemiddeling en het kloksysteem. Dat is door zijn snelheid erg efficiënt voor handel in bederfelijke producten als snijbloemen. Maar bij de verkoop van minder bederfelijke planten als cactussen, begonia's en palmen komt minder haast kijken. We openen daarom een extra marktplaats zodat klanten alles in één keer kunnen kopen."
Volgens Van Kruijssen zit er nog veel rek in de Braziliaanse markt. De lokale consument spendeert slechts $13 dollar per jaar aan bloemen en planten. Maar de trend is dat de opkomende middenklasse vaker een ruiker voor zichzelf koopt. Bloemen en planten maken sinds tien jaar hun intrede in het assortiment van supermarkten.
Om een slaatje uit het WK te kunnen slaan, mikt de coöperatie in de aanloop op planten in de groengele kleuren van de Braziliaanse selectie. “Zakelijk gezien is het dus gunstiger als Brazilië wereldkampioen wordt. Maar mijn hart ligt natuurlijk bij Oranje op het WK", aldus de relatieve nieuwkomer Van Kruijssen.
Bij de Nederlandse migranten van het eerste uur ligt dat anders. Want hoewel Holambra er steeds meer Nederlands uitziet om toeristen te trekken (mede dankzij kortingen op de onroerende zaakbelasting voor huiseigenaren die Hollandse geveltjes bouwen), is het stadje afgelopen twintig jaar in rap tempo Braziliaans geworden. In het lokale telefoonboek is nog ongeveer 15% van de achternamen Nederlands.
Kees Schoenmaker: "De coöperatie leefde hier decennialang in isolement. Het was niet eens nodig om Portugees te spreken. Door de groei van de veiling werd het echter onvermijdelijk om de Brazilianen erbij te betrekken."
De geboren West-Fries zal op het WK voor Brazilië juichen. "Natuurlijk! Ik hou van dit land. En hier verdienen we ons geld."
Chaos rond Oranjestadion
Zie ook Telegraaf TV.
---------------------------------------------------------------------------------
Oranjefans die naar Brazilië afreizen, moeten rekening houden met ongemak rond wedstrijden. Ruim drie weken voor het duel Nederland-Australië is de omgeving van het WK-stadion in Porto Alegre nog een grote bouwput.
Het Beira-Rio stadion zelf is bijna klaar voor de wedstrijd op 18 juni, waarvoor tot dusver drieduizend Oranjefans en maar liefst 14.000 Australiërs een kaartje kochten. Buiten is de verkeerschaos echter compleet door het gebrek aan bestrating en een viaduct dat nog in de steigers staat. "Er wordt hard gewerkt om alles af te krijgen. Dat moet lukken voor het WK", zo houdt lokaal woordvoerder Milani de moed erin.
Aanvankelijk werden voor het WK tien mobiliteitswerken gepland voor de dichtslibbende zuidelijke havenstad van 1,5 miljoen inwoners. Uiteindelijk blijkt de opknapbeurt van de stadionomgeving de enige klus die mogelijk klaar komt voor het toernooi. Om files op speeldagen te verlichten, zullen ambtenaren een middagje vrij krijgen.
Afgelopen zondag kregen toeschouwers bij de inwijding van de Arena de São Paulo, waar Oranje op 23 juni Chili treft, een hagelbui over zich heen door het lekkende dak. Ook mobiele telefoons werkten slecht in het stadion waar op 12 juni het WK begint.
Is dit viaduct echt binnen drie weken af? Het stadion ligt op de achtergrond.
---------------------------------------------------------------------------------
Oranjefans die naar Brazilië afreizen, moeten rekening houden met ongemak rond wedstrijden. Ruim drie weken voor het duel Nederland-Australië is de omgeving van het WK-stadion in Porto Alegre nog een grote bouwput.
Het Beira-Rio stadion zelf is bijna klaar voor de wedstrijd op 18 juni, waarvoor tot dusver drieduizend Oranjefans en maar liefst 14.000 Australiërs een kaartje kochten. Buiten is de verkeerschaos echter compleet door het gebrek aan bestrating en een viaduct dat nog in de steigers staat. "Er wordt hard gewerkt om alles af te krijgen. Dat moet lukken voor het WK", zo houdt lokaal woordvoerder Milani de moed erin.
Aanvankelijk werden voor het WK tien mobiliteitswerken gepland voor de dichtslibbende zuidelijke havenstad van 1,5 miljoen inwoners. Uiteindelijk blijkt de opknapbeurt van de stadionomgeving de enige klus die mogelijk klaar komt voor het toernooi. Om files op speeldagen te verlichten, zullen ambtenaren een middagje vrij krijgen.
Afgelopen zondag kregen toeschouwers bij de inwijding van de Arena de São Paulo, waar Oranje op 23 juni Chili treft, een hagelbui over zich heen door het lekkende dak. Ook mobiele telefoons werkten slecht in het stadion waar op 12 juni het WK begint.
Is dit viaduct echt binnen drie weken af? Het stadion ligt op de achtergrond.
WK-serie Reiskrant: Manaus, Brasília, Cuiabá
In de vierde aflevering van onze zesdelige WK-serie verkennen we Manaus, Brasília en Cuiabá, hete speelsteden in het diepe Braziliaanse binnenland. Gelukkig worden ze alle drie omringd door verkoelende natuur, zoals de jungle-archipel Anavilhanas (bij Manaus) en de groene oases vol watervallen en tafelbergen Chapada dos Veadeiros (bij Brasília) en Chapada dos Guimarães (bij Cuiabá).
---------------------------------------------------------------------------------
Na een lange vlucht over een zee van oneindig groen landen we in Manaus, de merkwaardig gelegen hoofdstad van de deelstaat Amazonas. Waarom zou je een miljoenenstad bouwen midden in de grootste tropische jungle op aarde?
Dat wordt toegelicht tijdens een rondleiding door het imponerende Amazonetheater in het centrum van Manaus. Het roze koepelgebouw stamt uit 1896, toen Manaus nog één van de rijkste steden ter wereld was dankzij het Braziliaanse rubbermonopolie.
We vergapen ons binnen aan het bizar luxe interieur vol Italiaans marmer en kroonluchters van Muranoglas. De lokale rubberbaronnen waren zo rijk dat ze hun was in Parijs lieten doen, vertelt de gids. Totdat een Britse biopiraat (Henry Wickham) het Braziliaanse feestje verstoorde door een lading rubberzaden het land uit te smokkelen. Bezoek het theater als het even kan op zondag, want dan geeft het beroemde Filharmonisch Amazoneorkest regelmatig optredens.
Het Amazonetheater (credit: Werner Zotz)
Na een pitstop op een gezellig terras naast het theater lopen we door naar de centrale markt bij de Rio Negro (Zwarte Rivier). Kramen liggen er vol exotisch fruit en reusachtige zoetwatervissen als de pirarucu, een malse meerval die wel drie meter groot kan worden.
Een gerimpeld marktvrouwtje probeert ons een zak gemalen kattennagels aan te smeren. Werkt goed tegen aids en kanker, zo weet het etiket te melden. We slaan een rondje over maar drinken verderop wel een vermeend potentieverhogend sapje met guaranábessen en koekoekseieren. Bij ijssalon Glacial kun je je op de markt ook verlekkeren aan typische Amazonesmaken als açaí, cupuaçu en bacuri.
Kattennagels tegen aids en kanker
Een dag later pakken we een stadsbus naar het rivierstrand van de rijke wijk Ponta Negra. Locals zoeken hier massaal verkoeling in het frisse water van de Rio Negro. De joekels van kaaimannen die hier volgens lokale media sporadisch opduiken, boezemen kennelijk weinig angst in. Wie liever op het droge blijft, kan zich op de levendige boulevard weer tegoed doen aan allerlei sapjes en vishapjes.
Ook vertrekken in Ponta Negra bootjes naar de Meeting of the Waters, de samenkomst van de donkere Rio Negro en de zandkleurige Amazone. Door het verschil in temperatuur en dichtheid duurt het kilometers voordat het water zich mengt. Goede kans dat er onderwijl hongerige rivierdolfijnen opduiken die komen profiteren van de verwarring onder de vissen.
De zee van groen rond Manaus (credit: Rui Faquina, Embratur)
Tweeduizend kilometer ten zuiden van de oerwoudstad ligt de savannestad Brasília. De Braziliaanse hoofdstad werd tussen 1955 en 1960 uit het niets uit de grond gestampt en is een feest voor liefhebbers van moderne architectuur.
Om ons een beetje te oriënteren op de als een vliegtuig ontworpen stad beklimmen we eerst de tv-toren bij de hotelbuurt. Je hebt er een weids uitzicht over de zogeheten Monumentale As met in de verte de Twin Towers van het Braziliaanse parlement.
Weer beneden denken we hier wel even naartoe te wandelen, maar dat valt nog vies tegen onder de verzengende zon van vandaag.
Afstanden zijn groter dan ze lijken in deze autostad pur sang en de zesbaans snelweg dwars door het stadscentrum is ook niet bevorderlijk voor ons wandelplezier op het naastgelegen stoepje. Via twee creaties van de beroemde architect Oscar Niemeyer (een op een bloem lijkende kathedraal en een piramidevormig theater) belanden we met de tong op de schoenen bij het parlement op het Plein van de Drie Machten, het hart van de Braziliaanse republiek.
Tip: verken de uitgestrekte stad per comfortabele dubbeldekker. Bij de tv-toren vertrekt er om de paar uur een city tour die stopt bij de meeste bezienswaardigheden. Het is alleen jammer dat de route de Dom Bosco-kerk overslaat. Het vlakbij de metro gelegen (halte 102 Sul) kerkgebouw is een apart bezoekje waard vanwege de mooie blauwe glas-in-lood-ramen.
De Dom Bosco-kerk
Een van de gezelligste plekken om 's avonds te vertoeven in de ambtenarenstad is Pontão. Dit is een trendy horecagebied op de oever van het lokale Paranoá-meer, waar tout hip en rijk Brasília te vinden is in tientallen bars en restaurants.
Weer duizend kilometer ten westen van Brasília ligt Cuiabá, de booming hoofdstad van sojadeelstaat Mato Grosso. Het centrale Volksplein (Praça do Povo) heeft gezellige horecagelegenheden waar je je op de terrassen kunt vergapen aan prachtig lokaal vrouwelijk schoon.
Verder is er weinig te doen in Cuiabá zelf. We raden bezoekers daarom aan om te verblijven in het zeventig kilometer verderop gelegen Chapada dos Guimarães, een rustig, georganiseerd stadje in het gelijknamige natuurgebied. Door de ligging op een achthonderd meter hoog rotsplateau is het hier minder heet dan in Cuiabá. Bovendien liggen er schitterende canyons, grotten en watervallen in de omgeving, waaraan de bewoners van Cuiabá zich in de weekenden komen laven.
Een goede plek om te verblijven is de herberg (pousada) Solar do Inglês. De ietwat foute Engelse eigenaar jaagde vroeger illegaal op jaguars in de nabijgelegen Pantanal, maar serveert zijn gasten nu iedere dag braaf thee en scones om 16u.
Het weinig verheffende Cuiabá
---------------------------------------------------------------------------------
Jungle-archipel met roze dolfijnen
Op een kilometer of 150 van Manaus ligt de jungle-archipel Anavilhanas, een tropische variant op de Biesbosch. Bij boottochten door het maagdelijk groene eilandenrijk in de kilometers brede Rio Negro, kun je kaaimannen, toekans en roze rivierdolfijnen zien. Afhankelijk van het seizoen vaar je langs rivierstranden (laag water) of boomtoppen (hoog water). Een bijzonder ritueel vindt plaats in Novo Airão, het enige stadje van het gebied. Dolfijnen eten uit de hand van een oud vrouwtje, terwijl toeristen in het water springen. Overnachtingstip: Anavilhanas Jungle Lodge (anavilhanaslodge.com).
---------------------------------------------------------------------------------
Oase voor hippies en biologen
Op tweehonderd kilometer van Brasília ligt Chapada dos Veadeiros, een bergachtig natuurpark met waanzinnig mooie valleien en watervallen. De oase van groen in de droge binnenlanden trekt veel hippies en biologen, die jaguars en andere dieren komen spotten. Tip: er liggen in tegenstelling tot in Brasília veel leuke herbergen (pousadas genoemd in het Portugees) in het park. Het is het overwegen waard om Chapada dos Veadeiros als uitvalsbasis te gebruiken voor wedstrijden in de hoofdstad, waar het moeilijk ontsnappen is aan de dure eenheidsworst in de lokale hotelsector.
---------------------------------------------------------------------------------
Papegaaien
Cuiabá is een uitvalsbasis naar de schitterende wetlands van de Pantanal, de beste plek in Brazilië om wilde dieren te zien. Voor een trekking moet je wel minstens een halve week uittrekken. Wie die tijd niet heeft en wel dieren wil zien, kan een tocht maken naar het op honderd kilometer (anderhalf uur rijden) van Cuiabá gelegen Nobres. Je kunt er duiken en snorkelen in een kristalheldere rivier met tetravissen en dourados. Bij de Lagoa das Araras landen er aan het einde van de dag meer gele ara's in de bomen dan duiven op de Dam. De hels krijsende papegaaien gebruiken de bomen in de lagune als toevlucht voor jaguars.
---------------------------------------------------------------------------------
Na een lange vlucht over een zee van oneindig groen landen we in Manaus, de merkwaardig gelegen hoofdstad van de deelstaat Amazonas. Waarom zou je een miljoenenstad bouwen midden in de grootste tropische jungle op aarde?
Dat wordt toegelicht tijdens een rondleiding door het imponerende Amazonetheater in het centrum van Manaus. Het roze koepelgebouw stamt uit 1896, toen Manaus nog één van de rijkste steden ter wereld was dankzij het Braziliaanse rubbermonopolie.
We vergapen ons binnen aan het bizar luxe interieur vol Italiaans marmer en kroonluchters van Muranoglas. De lokale rubberbaronnen waren zo rijk dat ze hun was in Parijs lieten doen, vertelt de gids. Totdat een Britse biopiraat (Henry Wickham) het Braziliaanse feestje verstoorde door een lading rubberzaden het land uit te smokkelen. Bezoek het theater als het even kan op zondag, want dan geeft het beroemde Filharmonisch Amazoneorkest regelmatig optredens.
Het Amazonetheater (credit: Werner Zotz)
Na een pitstop op een gezellig terras naast het theater lopen we door naar de centrale markt bij de Rio Negro (Zwarte Rivier). Kramen liggen er vol exotisch fruit en reusachtige zoetwatervissen als de pirarucu, een malse meerval die wel drie meter groot kan worden.
Een gerimpeld marktvrouwtje probeert ons een zak gemalen kattennagels aan te smeren. Werkt goed tegen aids en kanker, zo weet het etiket te melden. We slaan een rondje over maar drinken verderop wel een vermeend potentieverhogend sapje met guaranábessen en koekoekseieren. Bij ijssalon Glacial kun je je op de markt ook verlekkeren aan typische Amazonesmaken als açaí, cupuaçu en bacuri.
Kattennagels tegen aids en kanker
Een dag later pakken we een stadsbus naar het rivierstrand van de rijke wijk Ponta Negra. Locals zoeken hier massaal verkoeling in het frisse water van de Rio Negro. De joekels van kaaimannen die hier volgens lokale media sporadisch opduiken, boezemen kennelijk weinig angst in. Wie liever op het droge blijft, kan zich op de levendige boulevard weer tegoed doen aan allerlei sapjes en vishapjes.
Ook vertrekken in Ponta Negra bootjes naar de Meeting of the Waters, de samenkomst van de donkere Rio Negro en de zandkleurige Amazone. Door het verschil in temperatuur en dichtheid duurt het kilometers voordat het water zich mengt. Goede kans dat er onderwijl hongerige rivierdolfijnen opduiken die komen profiteren van de verwarring onder de vissen.
De zee van groen rond Manaus (credit: Rui Faquina, Embratur)
Tweeduizend kilometer ten zuiden van de oerwoudstad ligt de savannestad Brasília. De Braziliaanse hoofdstad werd tussen 1955 en 1960 uit het niets uit de grond gestampt en is een feest voor liefhebbers van moderne architectuur.
Om ons een beetje te oriënteren op de als een vliegtuig ontworpen stad beklimmen we eerst de tv-toren bij de hotelbuurt. Je hebt er een weids uitzicht over de zogeheten Monumentale As met in de verte de Twin Towers van het Braziliaanse parlement.
Weer beneden denken we hier wel even naartoe te wandelen, maar dat valt nog vies tegen onder de verzengende zon van vandaag.
Afstanden zijn groter dan ze lijken in deze autostad pur sang en de zesbaans snelweg dwars door het stadscentrum is ook niet bevorderlijk voor ons wandelplezier op het naastgelegen stoepje. Via twee creaties van de beroemde architect Oscar Niemeyer (een op een bloem lijkende kathedraal en een piramidevormig theater) belanden we met de tong op de schoenen bij het parlement op het Plein van de Drie Machten, het hart van de Braziliaanse republiek.
Tip: verken de uitgestrekte stad per comfortabele dubbeldekker. Bij de tv-toren vertrekt er om de paar uur een city tour die stopt bij de meeste bezienswaardigheden. Het is alleen jammer dat de route de Dom Bosco-kerk overslaat. Het vlakbij de metro gelegen (halte 102 Sul) kerkgebouw is een apart bezoekje waard vanwege de mooie blauwe glas-in-lood-ramen.
De Dom Bosco-kerk
Een van de gezelligste plekken om 's avonds te vertoeven in de ambtenarenstad is Pontão. Dit is een trendy horecagebied op de oever van het lokale Paranoá-meer, waar tout hip en rijk Brasília te vinden is in tientallen bars en restaurants.
Weer duizend kilometer ten westen van Brasília ligt Cuiabá, de booming hoofdstad van sojadeelstaat Mato Grosso. Het centrale Volksplein (Praça do Povo) heeft gezellige horecagelegenheden waar je je op de terrassen kunt vergapen aan prachtig lokaal vrouwelijk schoon.
Verder is er weinig te doen in Cuiabá zelf. We raden bezoekers daarom aan om te verblijven in het zeventig kilometer verderop gelegen Chapada dos Guimarães, een rustig, georganiseerd stadje in het gelijknamige natuurgebied. Door de ligging op een achthonderd meter hoog rotsplateau is het hier minder heet dan in Cuiabá. Bovendien liggen er schitterende canyons, grotten en watervallen in de omgeving, waaraan de bewoners van Cuiabá zich in de weekenden komen laven.
Een goede plek om te verblijven is de herberg (pousada) Solar do Inglês. De ietwat foute Engelse eigenaar jaagde vroeger illegaal op jaguars in de nabijgelegen Pantanal, maar serveert zijn gasten nu iedere dag braaf thee en scones om 16u.
Het weinig verheffende Cuiabá
---------------------------------------------------------------------------------
Jungle-archipel met roze dolfijnen
Op een kilometer of 150 van Manaus ligt de jungle-archipel Anavilhanas, een tropische variant op de Biesbosch. Bij boottochten door het maagdelijk groene eilandenrijk in de kilometers brede Rio Negro, kun je kaaimannen, toekans en roze rivierdolfijnen zien. Afhankelijk van het seizoen vaar je langs rivierstranden (laag water) of boomtoppen (hoog water). Een bijzonder ritueel vindt plaats in Novo Airão, het enige stadje van het gebied. Dolfijnen eten uit de hand van een oud vrouwtje, terwijl toeristen in het water springen. Overnachtingstip: Anavilhanas Jungle Lodge (anavilhanaslodge.com).
---------------------------------------------------------------------------------
Oase voor hippies en biologen
Op tweehonderd kilometer van Brasília ligt Chapada dos Veadeiros, een bergachtig natuurpark met waanzinnig mooie valleien en watervallen. De oase van groen in de droge binnenlanden trekt veel hippies en biologen, die jaguars en andere dieren komen spotten. Tip: er liggen in tegenstelling tot in Brasília veel leuke herbergen (pousadas genoemd in het Portugees) in het park. Het is het overwegen waard om Chapada dos Veadeiros als uitvalsbasis te gebruiken voor wedstrijden in de hoofdstad, waar het moeilijk ontsnappen is aan de dure eenheidsworst in de lokale hotelsector.
---------------------------------------------------------------------------------
Papegaaien
Cuiabá is een uitvalsbasis naar de schitterende wetlands van de Pantanal, de beste plek in Brazilië om wilde dieren te zien. Voor een trekking moet je wel minstens een halve week uittrekken. Wie die tijd niet heeft en wel dieren wil zien, kan een tocht maken naar het op honderd kilometer (anderhalf uur rijden) van Cuiabá gelegen Nobres. Je kunt er duiken en snorkelen in een kristalheldere rivier met tetravissen en dourados. Bij de Lagoa das Araras landen er aan het einde van de dag meer gele ara's in de bomen dan duiven op de Dam. De hels krijsende papegaaien gebruiken de bomen in de lagune als toevlucht voor jaguars.
Column WK-haters
Hierbij enkele artikelen die afgelopen twee weken in De Telegraaf stonden.
-------------------------------------------------------------------------------
Een kleine maand voor de grote aftrap is er in Brazilië nog weinig van een WK-sfeer te bespeuren. Anders dan bij voorgaande edities hangen er nauwelijks groengele versieringen in de straten van São Paulo en Rio.
Terwijl de Braziliaanse regering druk campagne voert om de zegeningen van de ‘Copa der Copa’s’ aan te prijzen, heerst onder de bevolking bovenal chagrijn over de dure en chaotische organisatie. Volgens een peiling verwacht 55% van de Brazilianen meer kwaads dan goeds van het WK.
Een kleine minderheid poogt op de valreep zelfs een stokje te steken voor het mega-evenement. In meerdere speelsteden gaan demonstranten de straat op met de leus ‘Não vai ter Copa’ ('Het WK gaat niet door').
Sommigen zeggen daar echt in te geloven. "Vorig jaar begonnen de protesten ook klein. Uiteindelijk werden ze zo groot dat de Confederations Cup bijna werd gestaakt”, zegt de gehandicapte geschiedenisleraar Maurício (32) terwijl hij mee hinkt met een stoet WK-haters in São Paulo.
Vindt hij annulering dan niet zonde van al die blinkende nieuwe stadions? “Het is gewoon nodig om de wereld te laten zien dat Brazilië andere prioriteiten heeft. We willen zorg en onderwijs van FIFA-kwaliteit, geen stadions!”
Er zijn meer ME'ers dan demonstranten (circa achthonderd) op de been. Enkele gemaskerde studenten verbranden een album met WK-plakplaatjes voor de camera's van het met helmen en gasmaskers uitgeruste journaille.
Het verder vreedzaam verlopende protest krijgt geen centimeter ruimte van de opgetrommelde agenten. Intussen worden lichtbundels op de demonstranten gepriemd vanuit politiehelikopters die hen als horzels achtervolgen.
"Zo denken ze de protesten klein te houden. Het is een schande”, briest protestleider Júlio Cesar (30) terwijl hij omstanders vergeefs oproept om zich aan te sluiten bij de optocht.
De informaticastudent is niet zo naïef om te denken dat de Copa nog is tegen te houden. Oranjefans hoeven zich ook geen zorgen te maken over hun veiligheid, verzekert Júlio. "De protesten zijn niet gericht tegen WK-toeristen. Maar we gaan zeker proberen om het feestje te verstoren."
-------------------------------------------------------------------------------
Een kleine maand voor de grote aftrap is er in Brazilië nog weinig van een WK-sfeer te bespeuren. Anders dan bij voorgaande edities hangen er nauwelijks groengele versieringen in de straten van São Paulo en Rio.
Terwijl de Braziliaanse regering druk campagne voert om de zegeningen van de ‘Copa der Copa’s’ aan te prijzen, heerst onder de bevolking bovenal chagrijn over de dure en chaotische organisatie. Volgens een peiling verwacht 55% van de Brazilianen meer kwaads dan goeds van het WK.
Een kleine minderheid poogt op de valreep zelfs een stokje te steken voor het mega-evenement. In meerdere speelsteden gaan demonstranten de straat op met de leus ‘Não vai ter Copa’ ('Het WK gaat niet door').
Sommigen zeggen daar echt in te geloven. "Vorig jaar begonnen de protesten ook klein. Uiteindelijk werden ze zo groot dat de Confederations Cup bijna werd gestaakt”, zegt de gehandicapte geschiedenisleraar Maurício (32) terwijl hij mee hinkt met een stoet WK-haters in São Paulo.
Vindt hij annulering dan niet zonde van al die blinkende nieuwe stadions? “Het is gewoon nodig om de wereld te laten zien dat Brazilië andere prioriteiten heeft. We willen zorg en onderwijs van FIFA-kwaliteit, geen stadions!”
Er zijn meer ME'ers dan demonstranten (circa achthonderd) op de been. Enkele gemaskerde studenten verbranden een album met WK-plakplaatjes voor de camera's van het met helmen en gasmaskers uitgeruste journaille.
Het verder vreedzaam verlopende protest krijgt geen centimeter ruimte van de opgetrommelde agenten. Intussen worden lichtbundels op de demonstranten gepriemd vanuit politiehelikopters die hen als horzels achtervolgen.
"Zo denken ze de protesten klein te houden. Het is een schande”, briest protestleider Júlio Cesar (30) terwijl hij omstanders vergeefs oproept om zich aan te sluiten bij de optocht.
De informaticastudent is niet zo naïef om te denken dat de Copa nog is tegen te houden. Oranjefans hoeven zich ook geen zorgen te maken over hun veiligheid, verzekert Júlio. "De protesten zijn niet gericht tegen WK-toeristen. Maar we gaan zeker proberen om het feestje te verstoren."
Abonneren op:
Posts (Atom)