Uit De Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
In zijn zelfgemaakte 'zonnesmederij' staat afvalkunstenaar Jan Eric Visser een juweel te branden onder de tropenzon van São Paulo. "Voor prinses Máxima. Ik heb al het materiaal op straat gevonden, van het brandglas tot het goudpapier. Afval is het nieuwe goud", vertelt de excentrieke Rotterdammer in de tuin van het Museu da Casa Brasileira.
Prins Willem-Alexander, die deze week met prinses Máxima in het kielzog van een Nederlandse handelsdelegatie een werkbezoek brengt aan Brazilië, kan het sieraad vandaag, als hij de expositie komt bekijken, zó meenemen.
Binnen bezoeken nieuwsgierige Brazilianen nu al dagen de tentoonstelling 'My waste is your waste', die volgend jaar verhuist naar het Museum of the Image (MOTI) in Breda.
Nadat de bezoekers bij de ingang langs een hoop vuilnis zijn geschuifeld, kunnen ze zich in een 'live atelier' uitleven op de lege blikjes, melkpakken en afgedankte telefoonkabels.
'Zonnesmid' Jan Eric Visser
Drie Nederlandse en drie Braziliaanse afvalartiesten geven het goede voorbeeld door er speelgoed, meubelen en sieraden van te maken.
Een Braziliaanse vrouw poseert trots met haar nieuwe afvalring. "Ik ga thuis meteen in mijn vuilniszak kijken wat er voor waardevols in zit!"
Curator Joanna van der Zanden is in haar nopjes. "We willen mensen leren anders tegen afval aan te kijken, als materiaal dat een tweede kans verdient." Om dat te bereiken zijn ook de Arnhemse afvaldesigner Klaas Kuiken en de Haagse afvalarchitect Damian van der Velden naar Brazilië meegereisd.
Het rijke en moderne São Paulo wordt wel het 'New York van Zuid-Amerika' genoemd. Maar op het gebied van afvalverwerking valt er voor de Brazilianen nog een wereld te winnen. De stad van elf miljoen inwoners weet maar een magere 2% van zijn huisvuil te recyclen.
"We verspillen zo een enorme rijkdom", vindt Rodrigo Bueno, een beeldend kunstenaar die dagelijks de straten van São Paulo afspeurt op zoek naar bruikbaar afval. "Ik ben verslaafd aan afval. Mijn hele meubilair thuis is ervan gemaakt", lacht de Braziliaan terwijl hij trots een kapotte stoel laat zien die hij tot plantenbak heeft omgetoverd.
Volgens de Rotterdamse 'zonnesmid' Visser berust het begrip 'afval' op een misvatting. "Wat is afval? Dingen die zijn weggegooid. Maar hoezo 'weg'? Waarheen dan?"
Een vuilnishoop is volgens hem "een brevet van collectief onvermogen. Er is geen dier dat zijn eigen nest bevuilt, maar de mens wel", aldus de kunstenaar die zijn vuilniszakken als zijn "muze" beschouwt.
woensdag, november 21, 2012
dinsdag, november 20, 2012
Interview Guido Mantega
Uit De Financiële Telegraaf van vandaag.
------------------------------------------------------------------------------------
Bemoedigende woorden voor Nederlandse bedrijven die kansen in Brazilië willen verzilveren, maar aanhikken tegen het moeilijke ondernemersklimaat in het land van de samba. „We zijn keihard bezig om de belastingen en bureaucratie te verminderen”, verzekert minister van Financiën Guido Mantega in een e-mail-interview met deze krant.
De drukbezette Mantega (63) zou gisteren in de hoofdstad Brasília een ontmoeting hebben met kroonprins Willem-Alexander en kroonprinses Máxima, die de enorme Nederlandse handelsmissie begeleiden.
De minister liet echter om onbekende redenen verstek gaan, waardoor de prins en prinses de formaliteiten met zijn stand-in Nelson Barbosa moesten afwikkelen.
Desondanks, zei Mantega voorafgaand aan het bezoek, is Nederland voor de Brazilianen „een zeer belangrijke handelspartner. Het is één van de grootste buitenlandse investeerders en onze vierde exportbestemming. Ik hoop dat de missie excellente resultaten oplevert. In tijden van crisis in Europa is het belangrijk dat we de wederzijdse investeringen op voeren.”
Volgens de in het Italiaanse Genua geboren minister kan Nederland een grote rol spelen in de voorbereidingen voor het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016). „Primair op het gebied van havens, vliegvelden, duurzaamheid en toerisme.” Ook in de booming olie-en gassector ziet de linkse econoom goede mogelijkheden voor onze bedrijven.
In september 2010 was Mantega wereldnieuws door als eerste te spreken van een wereldwijde ’valuta-oorlog’. Vooral de ’monetaire tsunami’die van de geldpers van de Federal Reserve blijft rollen, irriteert de voormalige directeur van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES.
De waarde van de Braziliaanse real liep hierdoor op, waardoor de Braziliaanse goederenexport ook duurder en daarmee minder aantrekkelijk werd. „Brazilië is voorstander van vrije wisselkoersen. Maar we kunnen niet lijdzaam toezien hoe we onze markt verliezen aan landen die doelbewust hun munt verzwakken om aan de crisis te ontsnappen.”
Ruim twee jaar later heeft de kleine, machtige Braziliaan zijn oorlog voorlopig gewonnen. De Braziliaanse munt is ruim 20% gedaald ten opzichte van de dollar. Dat is mede te danken aan een belasting op speculatief buitenlands kapitaal (IOF) en een forse daling van de Braziliaanse rente (nu 7,25%).
Maar Mantega benadrukt „dat directe buitenlandse investeringen en aankopen van aandelen niet zijn belast. Die blijven zeer welkom.”
Het historisch lage rentepeil is volgens de minister ’een blijvertje’ en zal de Braziliaanse economie ingrijpend veranderen. „Goedkoper krediet stimuleert ondernemerschap en het doen van investeringen.”
Ook op andere fronten is het ondernemersklimaat aan de beterende hand, stelt Mantega. „Voor kleinere bedrijven (tot €1,4 miljoen jaaromzet, red.) hebben we de belastingen flink verlaagd en versimpeld, via het Simples-programma.”
Dit jaar komt daar een belastingverlaging van €17 miljard overheen. „We snijden in de werkgeverslasten van veertig sectoren en volgend jaar wordt elektriciteit 20% goedkoper.” Ook andere ingewikkelde belastingen als de ICMS, PIS en Cofins gaan onder het mes, belooft de regering.
Een ander teken dat president Dilma Rousseff het bedrijfsleven gunstiger is gezind dan haar voorganger (en Mantega’s vorige baas) Lula, is een nieuw privatiseringspakket voor het Braziliaanse spoor- en wegennet ter waarde van €50 miljard.
Binnenkort zijn tientallen vliegvelden en havens aan de beurt, sectoren die dan ook goed vertegenwoordigd zijn in de Nederlandse handelsmissie. Voor volgend jaar rekent Mantega op minstens 4% groei, vooral dankzij een verwachte toename van 8 tot 10% van de investeringen.
------------------------------------------------------------------------------------
Bemoedigende woorden voor Nederlandse bedrijven die kansen in Brazilië willen verzilveren, maar aanhikken tegen het moeilijke ondernemersklimaat in het land van de samba. „We zijn keihard bezig om de belastingen en bureaucratie te verminderen”, verzekert minister van Financiën Guido Mantega in een e-mail-interview met deze krant.
De drukbezette Mantega (63) zou gisteren in de hoofdstad Brasília een ontmoeting hebben met kroonprins Willem-Alexander en kroonprinses Máxima, die de enorme Nederlandse handelsmissie begeleiden.
De minister liet echter om onbekende redenen verstek gaan, waardoor de prins en prinses de formaliteiten met zijn stand-in Nelson Barbosa moesten afwikkelen.
Desondanks, zei Mantega voorafgaand aan het bezoek, is Nederland voor de Brazilianen „een zeer belangrijke handelspartner. Het is één van de grootste buitenlandse investeerders en onze vierde exportbestemming. Ik hoop dat de missie excellente resultaten oplevert. In tijden van crisis in Europa is het belangrijk dat we de wederzijdse investeringen op voeren.”
Volgens de in het Italiaanse Genua geboren minister kan Nederland een grote rol spelen in de voorbereidingen voor het WK voetbal (2014) en de Olympische Spelen (2016). „Primair op het gebied van havens, vliegvelden, duurzaamheid en toerisme.” Ook in de booming olie-en gassector ziet de linkse econoom goede mogelijkheden voor onze bedrijven.
In september 2010 was Mantega wereldnieuws door als eerste te spreken van een wereldwijde ’valuta-oorlog’. Vooral de ’monetaire tsunami’die van de geldpers van de Federal Reserve blijft rollen, irriteert de voormalige directeur van de Braziliaanse ontwikkelingsbank BNDES.
De waarde van de Braziliaanse real liep hierdoor op, waardoor de Braziliaanse goederenexport ook duurder en daarmee minder aantrekkelijk werd. „Brazilië is voorstander van vrije wisselkoersen. Maar we kunnen niet lijdzaam toezien hoe we onze markt verliezen aan landen die doelbewust hun munt verzwakken om aan de crisis te ontsnappen.”
Ruim twee jaar later heeft de kleine, machtige Braziliaan zijn oorlog voorlopig gewonnen. De Braziliaanse munt is ruim 20% gedaald ten opzichte van de dollar. Dat is mede te danken aan een belasting op speculatief buitenlands kapitaal (IOF) en een forse daling van de Braziliaanse rente (nu 7,25%).
Maar Mantega benadrukt „dat directe buitenlandse investeringen en aankopen van aandelen niet zijn belast. Die blijven zeer welkom.”
Het historisch lage rentepeil is volgens de minister ’een blijvertje’ en zal de Braziliaanse economie ingrijpend veranderen. „Goedkoper krediet stimuleert ondernemerschap en het doen van investeringen.”
Ook op andere fronten is het ondernemersklimaat aan de beterende hand, stelt Mantega. „Voor kleinere bedrijven (tot €1,4 miljoen jaaromzet, red.) hebben we de belastingen flink verlaagd en versimpeld, via het Simples-programma.”
Dit jaar komt daar een belastingverlaging van €17 miljard overheen. „We snijden in de werkgeverslasten van veertig sectoren en volgend jaar wordt elektriciteit 20% goedkoper.” Ook andere ingewikkelde belastingen als de ICMS, PIS en Cofins gaan onder het mes, belooft de regering.
Een ander teken dat president Dilma Rousseff het bedrijfsleven gunstiger is gezind dan haar voorganger (en Mantega’s vorige baas) Lula, is een nieuw privatiseringspakket voor het Braziliaanse spoor- en wegennet ter waarde van €50 miljard.
Binnenkort zijn tientallen vliegvelden en havens aan de beurt, sectoren die dan ook goed vertegenwoordigd zijn in de Nederlandse handelsmissie. Voor volgend jaar rekent Mantega op minstens 4% groei, vooral dankzij een verwachte toename van 8 tot 10% van de investeringen.
woensdag, november 14, 2012
Column Candomblé
In november staat Brazilië traditioneel stil bij zijn slavernijverleden. Dit jaar zal president Dilma Rousseff dat doen door nieuwe rasquota te lanceren om onder meer het aantal zwarte ambtenaren op te krikken.
Verder gaan volgers van Afro-Braziliaanse religies de straat op voor hun godsdienstvrijheid. Die zou onder druk staan door de snelle opkomst van intolerante pinksterkerken.
Met name de Universele Kerk van Gods Rijk (ook actief in Nederland) voert een heksenjacht tegen afro-religies als candomblé en umbanda. Zo mag de evangelische aanhang niet naar een populaire soapserie kijken omdat deze de 'duivelse' candomblé zou ophemelen.
Laatst bezocht ik in Salvador, de zwartste stad van Brazilië, een candomblétempel om te zien wat er waar was van die enge verhalen.
In een arme buitenwijk werd ik ontvangen door priester Bruno, een donkere jongeman met fonkelende ogen die dwars door me heen leken te kijken. Er hing een loodzware energie in zijn tempel, die vol trommels stond.
"Candomblé is een feestgeloof", legde hij uit. "Die energie is van de aanwezige 'orixás', de natuurgoden die we vereren."
Een lokale Nederlandse journalist had me gewaarschuwd dat Bruno plots bezeten kan raken door zo'n god of geest. "Hij begint dan heel anders te praten en grote hoeveelheden bier en wijn te drinken. Maar zodra de orixá zijn lichaam verlaat, is hij weer broodnuchter. Heel maf."
Zeg dat wel. Niets menselijks is deze dorstige goden kennelijk vreemd.
Maar gelukkig behield Bruno zijn zelfcontrole in mijn bijzijn. Hij vertelde dat hij op zijn 14e, tijdens een religieuze drumsessie, voor het eerst bezeten raakte.
"Iedereen, van Eskimo's tot Afrikanen, wordt 'geregeerd' door drie orixás. Maar lang niet iedereen is vatbaar voor incorporatie."
Uiteindelijk draait candomblé, dat gebruik maakt van dierenoffers, om liefde en energie. "Er is niets 'duivels' aan. Dat is sowieso een fictief begrip."
De strijd van de steenrijke pinksterkerken tegen de afro-religies is een ongelijke. Terwijl al 22% van de Brazilianen zich evangelisch noemt, zitten candomblé en umbanda stabiel onder de 1%.
Bruno: "Wij proberen niemand te bekeren. Maar iedereen is welkom bij ons."
Verder gaan volgers van Afro-Braziliaanse religies de straat op voor hun godsdienstvrijheid. Die zou onder druk staan door de snelle opkomst van intolerante pinksterkerken.
Met name de Universele Kerk van Gods Rijk (ook actief in Nederland) voert een heksenjacht tegen afro-religies als candomblé en umbanda. Zo mag de evangelische aanhang niet naar een populaire soapserie kijken omdat deze de 'duivelse' candomblé zou ophemelen.
Laatst bezocht ik in Salvador, de zwartste stad van Brazilië, een candomblétempel om te zien wat er waar was van die enge verhalen.
In een arme buitenwijk werd ik ontvangen door priester Bruno, een donkere jongeman met fonkelende ogen die dwars door me heen leken te kijken. Er hing een loodzware energie in zijn tempel, die vol trommels stond.
"Candomblé is een feestgeloof", legde hij uit. "Die energie is van de aanwezige 'orixás', de natuurgoden die we vereren."
Een lokale Nederlandse journalist had me gewaarschuwd dat Bruno plots bezeten kan raken door zo'n god of geest. "Hij begint dan heel anders te praten en grote hoeveelheden bier en wijn te drinken. Maar zodra de orixá zijn lichaam verlaat, is hij weer broodnuchter. Heel maf."
Zeg dat wel. Niets menselijks is deze dorstige goden kennelijk vreemd.
Maar gelukkig behield Bruno zijn zelfcontrole in mijn bijzijn. Hij vertelde dat hij op zijn 14e, tijdens een religieuze drumsessie, voor het eerst bezeten raakte.
"Iedereen, van Eskimo's tot Afrikanen, wordt 'geregeerd' door drie orixás. Maar lang niet iedereen is vatbaar voor incorporatie."
Uiteindelijk draait candomblé, dat gebruik maakt van dierenoffers, om liefde en energie. "Er is niets 'duivels' aan. Dat is sowieso een fictief begrip."
De strijd van de steenrijke pinksterkerken tegen de afro-religies is een ongelijke. Terwijl al 22% van de Brazilianen zich evangelisch noemt, zitten candomblé en umbanda stabiel onder de 1%.
Bruno: "Wij proberen niemand te bekeren. Maar iedereen is welkom bij ons."
zondag, november 11, 2012
Repo over de Nederlandse consul van Salvador
Uit De Telegraaf van gisteren.
-----------------------------------------------------------------------------------
Precies een halve eeuw geleden emigreerde consul en tabaksbaron Hans Leusen naar Brazilië om een stuk Atlantisch regenwoud plat te leggen. Nu probeert de 75-jarige Venloënaar hetzelfde bedreigde bos van de ondergang te redden. "Ik ben geen spijtoptant. Ik deed toen wat iedereen deed."
In 1962 krijgt de dan net afgestudeerde tropisch landbouwingenieur een baan aangeboden door een Duitse tegelfabrikant. "Hij had veel zwart geld verdiend bij de bouw van Brasília (de Braziliaanse hoofdstad, red) en hiervoor vijfhonderd hectare bosland gekocht", vertelt Leusen in Salvador de Bahia, de strandmetropool waar hij al 24 jaar onze consul is. "Hij zocht iemand die dat kon ontginnen."
De Nederlander ziet het avontuur wel zitten. In zijn eentje verhuist hij van Limburg naar een boshut in de zuidelijke deelstaat Paraná. Zijn gezelschap is daar jarenlang beperkt tot spinnen, slangen en vijftig Braziliaanse houthakkers die het vuile werk opknappen.
Schuldig voelt de Nederlander zich allerminst om de klus. "Het waren gewoon andere tijden. Ontbossen stond nog gelijk aan vooruitgang, de Braziliaanse regering moedigde het aan," vertelt de diplomaat terwijl we het ontboste achterland van Salvador in rijden.
Toch stopt hij er in 1965 mee. "Ik had prachtige muziek gehoord waarin de schoonheid van vrouwen uit Bahia werd bezongen. Ik was vrijgezel en wilde dat wel eens met eigen ogen zien."
De verhuizing naar Salvador (Bahia's hoofdstad) levert hem twee grote passies op: zijn vrouw Emilie en Bahiaanse sigaren. Hij rolt binnen bij het Zwitserse sigarenconcern Dannemann (van het Nederlandse merk Ritmeester) en is daar al sinds 1981 tot president.
Onder zijn leiding begint het bedrijf op grote schaal vers Atlantisch regenwoud te planten bij de tabaksplantages. Er is namelijk nog maar 7% over van het bos dat ooit de gehele Braziliaanse kustlijn bedekte en een nog grotere biodiversiteit bezit dan het Amazonewoud.
"De natuur is hier ook altijd gul voor het bedrijf geweest," zo verklaart de consul zijn 'bekering'. Dankzij de vruchtbare bodems horen de sigaren van Bahia bij de beste ter wereld. "Cuba heeft de Rolls Royce van de sigaren, maar wij maken de Cadillac", lacht hij terwijl hij één van zijn topsigaren (de Robusto) opsteekt op de Dannemann-fabriek in het pittoreske plaatsje São Félix.
Een deel van zijn verdiensten steekt de Nederlander in zijn consulschap. "Ik ben honorair consul en als je dat goed wilt doen, dan kost het geld. Je krijgt een vergoeding, maar veel kosten gaan buiten 's lands schatkist om. Ik doe dit puur voor de show en de eer om mijn land te dienen."
Apetrots is hij op zijn roze consulaatsgebouw in hartje Salvador, een 17e-eeuws pand met een majestueus uitzicht over de Allerheiligenbaai van de vroegere hoofdstad. "Het ligt aan het oudste plein van Brazilië, een historische plek voor Nederland. In 1625 tekenden we hier de overgave aan de Portugezen."
Salvador had toen een jaar onder Hollandse controle gestaan. "Helaas kwam Piet Heyn twee weken te laat om onze vloot te versterken. Schitterend toch dat we nu weer terug zijn op dit plein?"
Het consulaat doet ook dienst als expositieruimte van Leusens stichting Amei. Het staat vol indianenvoorwerpen en er hangt een foto waarop de blonde Hollander als een indiaan is beschilderd.
De consul leefde vorig jaar twee maanden bij de Huni Kuin-stam in een uithoek van de Amazone. Hij steunt de indianen bij het op schrift stellen van eeuwenoude kennis van hun medicijnmannen.
De expeditie werd hem bijna fataal. Hij werd doodziek van het drinken van een hallucinerend plantensap ('ayahuasca') en tijdens de lange terugreis naar de bewoonde wereld liep hij een levensgevaarlijke infectie op. "Zo zie je maar dat elk avontuur zijn grenzen kent. Toch was het een erg verrijkende trip."
De indianen, "die alleen een paar potten en pannen bezitten", hebben de consul geïnspireerd tot een minder materialistische levensstijl. "Ik ben al mijn spullen aan het weggeven. Ik wil alles ontmantelen."
Sinds kort woont hij een deel van de week in een sloppenwijk van Salvador, één van de meest gewelddadige grote steden van Brazilië. "Het is hier lekker levendig op straat", vertelt de Limburger in zijn bescheiden huisje aan een smalle steeg.
Gevaarlijk vindt hij zijn ongebruikelijke pied-à-terre niet. "Ik heb hier toch geen waardevolle spullen." De hele week in zijn 'favela' wonen gaat echter niet. "Omdat ik hier geen gasten kan ontvangen en internet slecht werkt."
Salvador is in 2014 één van de speelsteden van het WK Voetbal. Leusen maakt dat niet meer als consul mee, want hij heeft de ambassadeur net laten weten dat hij er volgend jaar mee stopt na 25 jaar.
Na vijftig jaar in Brazilië is hij "teleurgesteld" in zijn tweede thuisland. De Zuid-Amerikaanse reus had allang een echte wereldmacht kunnen zijn. "Maar dat willen de Brazilianen helemaal niet. Ze hebben alles gekregen van Onze-Lieve-Heer: goud, ijzererts, zon, olie, goede bodems. Het land is de laatste tien jaar ook wel rijker geworden, puur dankzij de Chinese vraag naar grondstoffen."
Onderwijs, corruptie en wetteloosheid blijven echter bedroevend. "Politici hebben hier nooit begrepen dat je voor wezenlijke vooruitgang je hele bevolking moet scholen. Brazilië beschikt alleen over een goed opgeleide bovenlaag."
De Brazilianen zouden het liefst een muur om hun land zetten. "Zodat ze lekker kunnen blijven rotzooien volgens hun eigen regels. Brazilië zal een economisch gesloten land blijven. Het moet wel, want het is niet concurrerend."
Wat hem al die tijd in Brazilië heeft gehouden, is vrijheid. "Voor een avonturier is het een ideaal land. Teruggaan naar Nederland is geen optie, daar is het leven mij te voorspelbaar."
Na de dood van zijn vrouw Emilie, ruim twintig jaar geleden, is de einzelgänger uit Venlo niet hertrouwd. "Ik kan goed alleen zijn, ik ben een echte ik-persoon. Nu wil ik iets nalaten, aan de natuur en de indianen."
Op de Dannemann-fabriek
Gringo's herbebossen Brazilië
-----------------------------------------------------------------------------------
Precies een halve eeuw geleden emigreerde consul en tabaksbaron Hans Leusen naar Brazilië om een stuk Atlantisch regenwoud plat te leggen. Nu probeert de 75-jarige Venloënaar hetzelfde bedreigde bos van de ondergang te redden. "Ik ben geen spijtoptant. Ik deed toen wat iedereen deed."
In 1962 krijgt de dan net afgestudeerde tropisch landbouwingenieur een baan aangeboden door een Duitse tegelfabrikant. "Hij had veel zwart geld verdiend bij de bouw van Brasília (de Braziliaanse hoofdstad, red) en hiervoor vijfhonderd hectare bosland gekocht", vertelt Leusen in Salvador de Bahia, de strandmetropool waar hij al 24 jaar onze consul is. "Hij zocht iemand die dat kon ontginnen."
De Nederlander ziet het avontuur wel zitten. In zijn eentje verhuist hij van Limburg naar een boshut in de zuidelijke deelstaat Paraná. Zijn gezelschap is daar jarenlang beperkt tot spinnen, slangen en vijftig Braziliaanse houthakkers die het vuile werk opknappen.
Schuldig voelt de Nederlander zich allerminst om de klus. "Het waren gewoon andere tijden. Ontbossen stond nog gelijk aan vooruitgang, de Braziliaanse regering moedigde het aan," vertelt de diplomaat terwijl we het ontboste achterland van Salvador in rijden.
Toch stopt hij er in 1965 mee. "Ik had prachtige muziek gehoord waarin de schoonheid van vrouwen uit Bahia werd bezongen. Ik was vrijgezel en wilde dat wel eens met eigen ogen zien."
De verhuizing naar Salvador (Bahia's hoofdstad) levert hem twee grote passies op: zijn vrouw Emilie en Bahiaanse sigaren. Hij rolt binnen bij het Zwitserse sigarenconcern Dannemann (van het Nederlandse merk Ritmeester) en is daar al sinds 1981 tot president.
Onder zijn leiding begint het bedrijf op grote schaal vers Atlantisch regenwoud te planten bij de tabaksplantages. Er is namelijk nog maar 7% over van het bos dat ooit de gehele Braziliaanse kustlijn bedekte en een nog grotere biodiversiteit bezit dan het Amazonewoud.
"De natuur is hier ook altijd gul voor het bedrijf geweest," zo verklaart de consul zijn 'bekering'. Dankzij de vruchtbare bodems horen de sigaren van Bahia bij de beste ter wereld. "Cuba heeft de Rolls Royce van de sigaren, maar wij maken de Cadillac", lacht hij terwijl hij één van zijn topsigaren (de Robusto) opsteekt op de Dannemann-fabriek in het pittoreske plaatsje São Félix.
Een deel van zijn verdiensten steekt de Nederlander in zijn consulschap. "Ik ben honorair consul en als je dat goed wilt doen, dan kost het geld. Je krijgt een vergoeding, maar veel kosten gaan buiten 's lands schatkist om. Ik doe dit puur voor de show en de eer om mijn land te dienen."
Apetrots is hij op zijn roze consulaatsgebouw in hartje Salvador, een 17e-eeuws pand met een majestueus uitzicht over de Allerheiligenbaai van de vroegere hoofdstad. "Het ligt aan het oudste plein van Brazilië, een historische plek voor Nederland. In 1625 tekenden we hier de overgave aan de Portugezen."
Salvador had toen een jaar onder Hollandse controle gestaan. "Helaas kwam Piet Heyn twee weken te laat om onze vloot te versterken. Schitterend toch dat we nu weer terug zijn op dit plein?"
Het consulaat doet ook dienst als expositieruimte van Leusens stichting Amei. Het staat vol indianenvoorwerpen en er hangt een foto waarop de blonde Hollander als een indiaan is beschilderd.
De consul leefde vorig jaar twee maanden bij de Huni Kuin-stam in een uithoek van de Amazone. Hij steunt de indianen bij het op schrift stellen van eeuwenoude kennis van hun medicijnmannen.
De expeditie werd hem bijna fataal. Hij werd doodziek van het drinken van een hallucinerend plantensap ('ayahuasca') en tijdens de lange terugreis naar de bewoonde wereld liep hij een levensgevaarlijke infectie op. "Zo zie je maar dat elk avontuur zijn grenzen kent. Toch was het een erg verrijkende trip."
De indianen, "die alleen een paar potten en pannen bezitten", hebben de consul geïnspireerd tot een minder materialistische levensstijl. "Ik ben al mijn spullen aan het weggeven. Ik wil alles ontmantelen."
Sinds kort woont hij een deel van de week in een sloppenwijk van Salvador, één van de meest gewelddadige grote steden van Brazilië. "Het is hier lekker levendig op straat", vertelt de Limburger in zijn bescheiden huisje aan een smalle steeg.
Gevaarlijk vindt hij zijn ongebruikelijke pied-à-terre niet. "Ik heb hier toch geen waardevolle spullen." De hele week in zijn 'favela' wonen gaat echter niet. "Omdat ik hier geen gasten kan ontvangen en internet slecht werkt."
Salvador is in 2014 één van de speelsteden van het WK Voetbal. Leusen maakt dat niet meer als consul mee, want hij heeft de ambassadeur net laten weten dat hij er volgend jaar mee stopt na 25 jaar.
Na vijftig jaar in Brazilië is hij "teleurgesteld" in zijn tweede thuisland. De Zuid-Amerikaanse reus had allang een echte wereldmacht kunnen zijn. "Maar dat willen de Brazilianen helemaal niet. Ze hebben alles gekregen van Onze-Lieve-Heer: goud, ijzererts, zon, olie, goede bodems. Het land is de laatste tien jaar ook wel rijker geworden, puur dankzij de Chinese vraag naar grondstoffen."
Onderwijs, corruptie en wetteloosheid blijven echter bedroevend. "Politici hebben hier nooit begrepen dat je voor wezenlijke vooruitgang je hele bevolking moet scholen. Brazilië beschikt alleen over een goed opgeleide bovenlaag."
De Brazilianen zouden het liefst een muur om hun land zetten. "Zodat ze lekker kunnen blijven rotzooien volgens hun eigen regels. Brazilië zal een economisch gesloten land blijven. Het moet wel, want het is niet concurrerend."
Wat hem al die tijd in Brazilië heeft gehouden, is vrijheid. "Voor een avonturier is het een ideaal land. Teruggaan naar Nederland is geen optie, daar is het leven mij te voorspelbaar."
Na de dood van zijn vrouw Emilie, ruim twintig jaar geleden, is de einzelgänger uit Venlo niet hertrouwd. "Ik kan goed alleen zijn, ik ben een echte ik-persoon. Nu wil ik iets nalaten, aan de natuur en de indianen."
Op de Dannemann-fabriek
Gringo's herbebossen Brazilië
Abonneren op:
Posts (Atom)