zaterdag, augustus 29, 2015

Biercrisis in Venezuela

Column uit De Telegraaf.
-----------------------------------------------------------------------------------
Apart 'nieuwtje' uit Venezuela afgelopen week. 'Lading mout uit Frankrijk komt aan in Venezolaanse haven. Genoeg om de markt vier weken van bier te voorzien.'

In een ander land zou het de krant vermoedelijk niet halen. Maar in het afglijdende buurland van het koninkrijk is zo'n levering momenteel best bijzonder.

Na het toiletpapier, meel, luiers en medicijnen raakt nu ook het gerstenat op. Er komt zo weinig hop en mout binnen dat twee grote brouwerijen onlangs plat gingen. Zelf produceert het land maar één grondstof: olie.

Sollen met de biertoevoer is spelen met vuur voor een Venezolaanse president. De dorstige kiezer in het zwoele Caribische land - goed voor een plek in de mondiale top tien als het gaat om veel pils drinken - kan dat absoluut niet waarderen.

Zelfs de overleden dictator Chávez, een geheelonthouder die 'kapitalistische' alcohol verfoeide, hield het gouden goedje goedkoop en ruim voorradig. Onder opvolger Maduro verdwijnt weliswaar steeds meer voedsel uit de schappen, het populaire Polar-bier was tot dusver heilig.

De bodem van de schatkist komt echter in zicht. De economie krimpt dit jaar 7% door de lage olieprijs. De regering geeft de brouwerijen nauwelijks dollars meer.

De biercrisis komt, een paar maanden voor cruciale parlementsverkiezingen, op een bitter moment voor Maduro. Zo bitter dat het hoofd van de landelijke drankkoepel laatst werd opgepakt toen hij alarm sloeg. De klokkenluider hangt twee tot vijf jaar cel boven het hoofd wegens 'zaaien van paniek en onrust' en 'valse informatie'.

Bierdrinkers weten wel beter. De prijskaartjes bij de slijter liegen niet. De kosten van een kratje Polar lopen op tot een derde minimumloon. Voor Heineken betaal je nog een paar keer meer.

"Een vriend van me heeft het land verlaten vanwege de bierschaarste", zo signaleert studentenleider Roderick Navarro een nieuwe type vluchteling.

maandag, augustus 17, 2015

Column Belo Monte

Uit De Telegraaf.
-------------------------------------------------------------------------------------
Het gaat hard met de bouw van de omstreden Belo Montedam. Komende maand moet het stuwmeer vollopen in het Amazonewoud. Later dit jaar begint de eerste turbine te draaien van 's werelds op twee na grootste waterkrachtcentrale.

Ik nam er in 2011 een kijkje bij de start van de bouw. Indianen verzetten zich toen hevig tegen het miljardenproject in hun heilige Xingurivier.

Het beroemde opperhoofd Raoni reisde de wereld rond voor steun. Vips als Sting, Arnold Schwarzenegger en Jacques Chirac sloten zich aan bij zijn strijd. "De Braziliaanse president zal me moeten vermoorden om Belo Monte te bouwen", dreigde de getooide ereburger van Parijs.

Raoni is met 85 lentes de jongste niet meer. Andere stamhoofden lieten hun bezwaren afkopen met speedboten en Hilux-jeeps. Ook het merendeel van de achtduizend gemengde families die moeten wijken voor Belo Monte, heeft inmiddels een deal gesloten met de dambouwers.

Het verzet komt nu vooral van het lokale openbaar ministerie. Dat heeft 22 aanklachten lopen tegen Belo Monte omdat het staatsgecontroleerde bouwconsortium voorwaarden voor de vergunning aan zijn laars lapt.

Zo komt er van de geëiste bescherming van omliggende indianenreservaten bar weinig terecht. Gelukszoekers uit Altamira - het wetteloze stadje bij Belo Monte waar tienduizenden ingenieurs, bouwvakkers en prostituees zijn neergestreken - maken daar ongehinderd hout buit.

Maar afbraak van de vergevorderde dam is natuurlijk geen optie meer. Het met droogte kampende zuiden van Brazilië zit te springen om stroom uit het natte noorden. Een Chinees bedrijf is al bezig met de duizenden kilometers lange transmissielijn.

De bulldozertactiek rond Belo Monte belooft weinig goeds voor de rest van het Amazonegebied. De Braziliaanse regering wil nog tientallen stuwdammen bouwen in 's werelds grootste regenwoud. Het volgende mikpunt is de Tapajós, een andere maagdelijke indianenrivier.

Opperhoofd Raoni

donderdag, augustus 13, 2015

Pleidooi voor vrij wapenbezit

Uit De Telegraaf.
-------------------------------------------------------------------------------------
Vijf Braziliaanse mannen schuifelen begerig langs de vitrines van wapenwinkel Ao Gaucho in hartje São Paulo. "Kijken, kijken, niet kopen", treurt eigenaar Sergio Maresca nadat de groep onverrichter zake naar buiten is gelopen.

"Vraag naar wapens is er wel", vervolgt de vriendelijke kale Braziliaan, de vierde generatie van het negentig jaar oude familiebedrijf. "Veel zelfs. Vooral onder slachtoffers van geweld die zich willen verdedigen. Maar als ik uitleg hoe moeilijk het is om een vergunning te krijgen, haken ze af."

Er gloort sinds kort hoop op betere tijden voor de familie Maresca. Het strenge Ontwapeningsstatuut dat de firma sinds 2003 driekwart van de omzet heeft gekost, ligt zwaar onder vuur in het Braziliaanse Congres. De zogeheten 'Bancada da Bala' (Kogelfractie) stevent af op een meerderheid voor het versoepelen van wapenbezit.

Rechts drukt zijn agenda door nu de regerende Arbeiderspartij in de touwen hangt door economische krimp (2% in 2015) en corruptieschandalen. De minimumleeftijd voor wapenbezit gaat volgens het wetsvoorstel omlaag van 25 naar 21. Wie geen strafblad heeft en geestelijk in orde is, mag negen wapens hebben en vijftig kogels per maand kopen (nu zijn dat er vijftig per jaar).

Hoop op betere tijden in wapenwinkel Ao Gaucho

De conservatieven nemen ook het grootste obstakel voor wapenbezit op de korrel. Burgers krijgen sinds 2003 alleen een vergunning als hun 'fysieke integriteit' direct gevaar loopt. Het is de federale politie die de afweging maakt. Rijk zijn is in ieder geval geen geldige reden voor een wapen. In een onveilige buurt wonen evenmin.

Het ontwapenen van goedwillende burgers speelt criminelen in de kaart, betogen tegenstanders. Voor boeven is het immers een koud kunstje om illegaal wapentuig te kopen via Paraguay en Bolivia. "De Braziliaanse regering maakt een dubbele fout. Ze biedt de bevolking geen veiligheid én belet haar om zich te verdedigen", aldus de leider van de Kogelfractie, Alberto Fraga.

Het geweld in Brazilië is toegenomen sinds 2003. Er werden vorig jaar 60.000 moorden gepleegd, waarvan 70% via vuurwapens. Volgens voorstanders was dit aantal zonder het statuut nog hoger uitgevallen.

Zij vrezen voor wildwesttaferelen als de federale politie haar controletaak kwijtraakt. In steden als Rio de Janeiro, waar over een jaar de Olympische Spelen zijn, vliegen kogels nu al regelmatig in het rond. In de eerste zeven maanden van 2015 werden daarbij 111 nietsvermoedende voorbijgangers geraakt, telde de ngo Bala Perdida em Tiroteio.

zondag, augustus 09, 2015

Hete Winter

Column uit De Telegraaf.
------------------------------------------------------------------------------------
Waar Rio de stranden heeft, is São Paulo trots op zijn SESC. Miljoenen 'paulistanos' ontmoeten elkaar in deze grote buurtcentra waar je goedkoop kunt sporten, eten en cultuur snuiven. SESC wordt betaald door werkgevers en is bedoeld voor werknemers.

Helemaal sympathiek is dat ook een buitenlandse freelancer de voorzieningen (deels) mag gebruiken. Ik kom vaak bij de SESC in mijn buurt, vooral om warme kaasbroodjes weg te happen en kranten te lezen.

Al is het de laatste tijd wel erg rumoerig in de leeszaal. Het zit er vol gewone Brazilianen die zich zuchtend en vloekend door het nieuws worstelen. Geef ze eens ongelijk. De media staan in het jaar tussen WK en Olympische Spelen bol van de narigheid.

Een greep uit de recente krantenkoppen spreekt boekdelen: 'Recessie weer dieper dan verwacht'; 'Creditcardrente stijgt naar 312% per jaar'; 'Werkloosheid blijft oplopen'; 'Energierekening 70% omhoog in een jaar'; 'Groot corruptieschandaal in de elektriciteitsector'.

Een bejaarde Braziliaan met hazenoren ontploft boven zijn krant. 'We moeten in opstand komen tegen die klotepolitici,' tiert hij tegen zijn buurman. Een naar cachaça walmende tafelgenoot tekent ezelsoren boven foto's van de in ongenade gevallen president Dilma Rousseff. Een ontslagen textielarbeider mokt hardop over het gebrek aan vacatures in de krant .

Ook buiten het SESC-gebouw is de crisis pijnlijk zichtbaar. Een groeiend legertje werklozen staat kansloze rommel te slijten bij het stoplicht, van plastic muizen tot jarenoude edities van een Braziliaans opinietijdschrift.

Handiger pakt een verkoper van 'Weg met Dilma'-shirts het aan. Zijn handelswaar is flink in trek in de aanloop naar een landelijk protest tegen de regering volgende week. Het belooft nog een hete Braziliaanse winter te worden.