zondag, oktober 07, 2007

Ondernemers in Rio

Uit De Financiële Telegraaf van vanochtend..
-----------------------------------------------------------------------------------
De serie Het Portret gaat de grens over. De komende weken richten we de schijnwerpers op Nederlandse ondernemers in het buitenland. Deze week zijn dat Peter van Voorst Vader (53) en Boudewijn Rooseboom (31), nestor en benjamin van de Nederlandse Business Lunch in Rio de Janeiro.

De hamburger- en pizzahandel was de harde leerschool die beide nu van pas komt bij het gidsen van buitenlandse investeerders in het veelbelovende, maar complexe Brazilië

“Alles is hier intenser en groter, zowel de moeilijkheden als de kansen”, zegt Van Voorst, die de fastfoodketen Bob’s jarenlang door de Braziliaanse achtbaaneconomie loodste en voor het eerst het idee heeft dat het land structureel in de lift zit.

Rooseboom zal zijn met bloed, zweet en tranen opgebouwde restaurant koste wat kost in volle bloei zetten. “Ik ben al anderhalf jaar aan het ploeteren en vechten en dat zal verdomme niet voor niets zijn."
----------------------------------------------------------------------------------
Hoezo Brazilië?

R: Na mijn studie ben ik met de motor van Vuurland naar Alaska gereden, via Brazilië. Eenmaal terug, werd Nederland me algauw te krap, te uitgekauwd. Ik kreeg kans aan de rand van Rio een restaurant op te bouwen. Helemaal alleen, al googlend naar instructies metselde ik een pizza-oven. De zaak begint eindelijk te lopen. Daarnaast ruik ik via de Flexair Group aan het grotere geld.

V: Ik werd in 1985 door Shell naar Brazilië uitgezonden. Een land waar je op slippers naar een trouwerij kunt, heerlijk! Ik houd van de warmte, het geluid van de zee. Toen Vendex in 1996 Bob’s verkocht, heb ik de sprong gewaagd.

Volgens de Wereldbank zijn Nigeria, Bangladesh en de Palestijnse Gebieden meer ondernemersvriendelijk dan Brazilië. Moet je een avonturier zijn om hier te slagen?

V. Brazilië is verleidelijk, de mogelijkheden zijn onbegrensd, maar zakendoen vergt enorm doorzettingsvermogen. Plotse devaluaties, 6% rente per maand; ik heb een hoop opdonders gehad. Maar de economie is genormaliseerd.

R. Tja, avonturier, ik zie mezelf liever als een echte ondernemer. Ik zie kansen die Brazilianen niet zien. Soms loop ik met mijn kop tegen de muur met mijn Europese mentaliteit. De paradox is dat je hier veel vrijheid hebt, maar ook wordt teruggezogen in het lage tempo van het land.

De heren P.V. (l.) en B.R. poserend voor het Suikerbrood.

Hamburgers, pizza’s? De meeste Brazilianen zijn toch al blij met een potje bonen met rijst thuis op tafel? Besteden ze wel genoeg?

R: Ik moet het natuurlijk niet hebben van de sloppenbewoners. Maar de middenklasse groeit. En wát Brazilianen hebben, geven ze zo snel mogelijk uit. Het zijn geen spaarders.

V: Vergeet niet dat er 190 miljoen Brazilianen zijn. Als je 30 miljoen oma’s een ijsje van een euro kunt laten kopen, is dat 30 miljoen euro.

Los van de eetcultuur, staat Rio bekend als een een kannibaliserende stad. Het is eten of gegeten worden. Hoe houd je je staande in het gesjoemel?

V. Dat prettige informele is in Rio wat doorgeslagen, dat is wel eens moeilijk. Maar als buitenlander heb je nauwelijks last van corruptie, je houdt je gewoon van de domme. (Na enig aandringen). Eén keer heb ik de politie moeten betalen voor het vrijlaten van een filiaalmanager, bij wie een oude illegale waterleiding in het restaurant was ontdekt. We wisten daar niets van, maar in zo’n geval gaan je mensen voor.

R: Ik vecht ertegen en soms geef ik een beetje mee. Als ‘de irritante gringo’ zit ik mijn leveranciers en personeel flink achter de vodden. Maar zolang je blijft glimlachen, kunnen Brazilianen veel hebben.

Brazilië wordt wel het eeuwige land van de toekomst genoemd. De beurs in São Paulo explodeert, maar sociaal zit er weinig schot in. Waar zie je Brazilië en jezelf over tien jaar?

R: In Brazilië. Ik kwam met een rugzak en ik zal eindigen met een bloeiende zaak. De opportunities blijven hier uit de boom vallen. Wat betreft het macro-plaatje: de auto’s en shoppings zullen groter worden, maar aan de armoede in de onderlaag zie ik niet veel veranderen.

V: Geen idee waar ik dan zit. Maar Brazilië heeft de weg omhoog te pakken. De beursgroei en miljardeninvesteringen uit het buitenland zorgen voor een schoonmaak in Braziliaanse bedrijven. Het zwarte geld gaat eruit. En venture capitalists merken dat het rendement hier hoger is dan elders. Iedereen loopt achter die suffe ethanol aan, maar kijk eens naar de watermarkt, onroerend goed, carbon credits. Er is hier nog zoveel te doen.


woensdag, oktober 03, 2007

Column Kameleons

‘Politiek is overal smerig’, leerde ik ooit van een Nederlandse Cuba-kenner die een lans brak voor Fidel Castro (‘zonder de Amerikaanse vijandschap was Fidel een soort Charles de Gaulle geworden’).

Toch denk ik soms weemoedig aan Den Haag als het Braziliaanse parlement zijn dagelijkse portie moreel afval in het journaal uitstort. De heren en dames in Brasília houden zich zoals te doen gebruikelijk alweer maanden bezig met het roeren in eigen stront. Hetgeen gebeurt in pseudo-‘ethische commissies’ waarin criminele praktijken van collega’s onder een dikke laag vriendjespolitiek begraven worden.

Ook over partijtrouw hebben nogal wat parlementariërs een aparte opvatting, zoals vandaag in een Telegraaf-column valt te lezen. ------------------------------------------------------------------------------
Nerveuze gezichten in de wandelgangen van het Braziliaanse parlement. Terwijl vrijdag de politieke ‘transferperiode’ sluit, hangt vandaag een uitspraak van het hooggerechtshof boven de markt die het vrije verkeer van politici aan banden kan leggen.

Politici wisselen hier net zo makkelijk van partij als van stropdas. Neem kamerlid Hidekazu Takayama. Hij liet zich vorig jaar kiezen voor de centrumrechtse PMDB, stapte over naar de ouderenpartij, verhuisde verder naar de links-populistische PTB en verdedigt nu de kleuren van de onbestemd christelijke PSC. Eerder had de evangelische dominee al de liberale DEM en de socialistische PSB versleten.

Een rijtje waar een kameleon U tegen zegt.

Zo liep meer dan de helft van de huidige 513 kamerleden al eens over, van wie 46 afgelopen jaar. Daarbij helpt het dat de meeste politieke partijen inhoudelijk net zo verschillend zijn als concurrerende wasmiddelmerken.

De stoelendans voltrekt zich volgens een vast patroon: de oppositiebankjes lopen leeg en het regeringsblok bolt op. Daar dicht bij het vuur is het immers makkelijker meedingen naar allerhande geldpotjes en baantjes.

Kiezers en oppositiepartijen die op deze wijze in de maling worden genomen, veerden onlangs op toen het Braziliaanse kieshof oordeelde dat de overlopers in feite zeteldiefstal plegen. De groep van 46 zou met terugwerkende kracht het mandaat aan de partij verliezen. Vandaag heeft het hooggerechtshof het laatste woord over de partijtrouw.

Echter, de kamerleden zouden geen Braziliaanse politici zijn als ze, geoefend in het maken van wetten in eigen belang (zoals een verhoging van het eigen salaris met 91%!), zich niet hadden ingedekt tegen mogelijk onheil. Snel werd een nieuwe wet gemaakt die een vaste ‘transferperiode’ inlast en de 46 overlopers tegen zetelverlies beschermt.

Waarmee volksvertegenwoordiging en rechterlijke macht op ramkoers liggen.

Uit een enquête bleek vorige week dat politici onder slechts 11% van de bevolking vertrouwen genieten. Demonstranten zetten steeds vaker een clownsneus op om het gevoel van machteloosheid te uiten. En de kameleons in Brasilia trekken nog eens een lange neus.