Uit de krant van vandaag.
------------------------------------------------------------------------
"De wereld ziet in augustus maar één kant van de Guanabarabaai", zegt Alexandre Anderson (45). De Braziliaanse visser dobbert in zijn houten bootje achter de imposante Rio-Niteróibrug. Het dertien kilometer lange bouwwerk splijt de schitterende stadsbaai volgens hem in twee werelden.
Vóór de brug liggen de bekende plaatjes van de Suikerbroodberg, het Flamengostrand en de chique Gloria-jachthaven waar de Olympische zeilwedstrijden worden gehouden. Een vloot 'ecoboten' van de gemeente is al druk bezig met het opvissen van drijvend afval rond het parcours. "Maar het vuil áchter de brug kan niemand wat schelen", mokt de welsprekende visser. "Aan deze kant is het oorlog."
Het mag een wonder heten dat Anderson nog leeft. Hij is voorzitter van de Vereniging van de Mannen van de Zee (Ahomar), een vissersverbond tegen de oprukkende petrochemische industrie in de dikke bil van de baai.
Sinds Ahomar in 2009 de aanleg van een gaspijpleiding wist te blokkeren, werden vijf vissers vermoord. "Allemaal achter de brug. Twee werden vastgebonden in het water gegooid", rouwt de 'caiçara' (oorspronkelijke bewoner van de Braziliaanse zuidkust).
Twee andere vissers verdwenen spoorloos. Ook Anderson was doelwit van een reeks aanslagen, zelfs in de periode dat de politie hem vierentwintig uur per dag bewaakte. Hij toont twee littekens van kogelwonden.
"Ik heb geluk gehad. Petrobras is een machtige vijand", vervolgt hij laverend tussen megatankers van het staatsoliebedrijf en toeleveranciers. Het water ruikt naar kerosine. Een schip loost een onbestemde vloeistof. Vanuit de verte nadert een patrouilleboot.
Alexandre Anderson
"Dat zijn particuliere beveiligers van de bedrijven. Ze dragen geen uniform, wel een wapen. Als je geluk hebt krijg je een waarschuwing. Als je pech hebt, schieten ze je boot lek." De patrouille laat de pottenkijkers echter ongemoeid, mogelijk omdat de buitenlandse journalist aan boord is gespot.
Petrobras ontkent betrokkenheid bij de moorden. Zeker is dat de visstand decimeerde sinds de baai begin deze eeuw werd omgetoverd in een logistiek knooppunt voor de offshore-industrie. Het aantal vissers is sindsdien gedaald van circa twintigduizend naar vierduizend.
Hun hoop op een grote schoonmaak in de aanloop naar de Olympische Spelen bleek ijdel. De organisatie beloofde het IOC zuivering van tachtig procent van Rio's rioolwater in 2016. Die doelstelling is inmiddels uitgesteld tot 2030.
"We hebben alleen maar last van de Spelen", zegt Andersons rechterhand Kleber Garcia (49) bij het Ahomar-kantoor in Magé, een ruige stad in de uithoek van de baai. "Er komen nu nog meer tankers en platforms achter de brug te liggen. Ze moeten uit het zicht blijven van toeristen."
Wat de vissers momenteel wél in de kaart speelt, is het enorme corruptieschandaal rond Petrobras. De bouw van een megaraffinaderij (Comperj) aan de baai loopt flinke vertraging op door de crisis bij de oliereus.
"De groei van deze industrie wordt de dood van onze baai", vreest Anderson. Het verzet heeft volgens de taaie Braziliaan ook een religieuze component. "Caiçaras stammen af van de tupi-indianen. De baai was heilig voor onze voorvaderen. We geven de strijd niet op."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten