zondag, juni 15, 2008

Mexico levert de doden, de VS de wapens

Achtergrondstuk over de krankzinnige drugsoorlog in Mexico uit de krant van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Urenlange veldslagen in de steden en een ongekende 493 executies in één maand. De krankzinnige geweldsexplosie in Mexico toont volgens president Felipe Calderón dat hij de oorlog tegen drugs aan het winnen is. Nog geen kwart van de Mexicanen gelooft dat en critici spreken al van “het Irak van Calderón”.

“Wandelen, winkelen of naar een restaurant gaan, is net zoiets als flirten met de dood,” zo schreef de krant El Universal onlangs met gevoel voor drama. Dat weekend was een stad ter grootte van Rotterdam, Culiacán, collectief gegijzeld.

De bevolking bleef thuis uit vrees voor wraakacties van Mexico’s ‘most wanted’ drugsbaas, Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán, wiens zoon net per bazooka geliquideerd was voor een winkelcentrum.

De zondag daarop ontwaakte de hoofdstad van de provincie Sinaloa, nadat ’s nachts weer voorzichtig geswingd was op de vrolijke regionale trompetmuziek, met onheilspellende spandoeken aan de viaducten: ‘Tinnen soldaatjes, agenten van stro, dit is het gebied van Arturo Beltrán.’

‘Regeringen en andere lastposten worden verwijderd.’ ‘Ik ben de baas van het plein. Dit is pas het begin.’

Wat eens te meer bleek toen acht agenten doorzeefd werden in een hinderlaag na een valse melding bij de politiecentrale.

Mexico ziet geschokt toe hoe de niet aflatende drugsoorlog een nieuwe vlucht heeft genomen. Steden in het noorden van het land, waar 90 procent van de Amerikaanse cocaïne de grens overgaat, worden compleet ontwricht door de hondsbrutale drugskartels.

Als reactie heeft Calderón, die het bij zijn aantreden eind 2006 als eerste president waagde het leger massaal op de drugsmaffia af te sturen, duizenden extra militairen naar Sinaloa gestuurd.

Daar belanden ze in het kruisvuur van kartels en bendes die vechten om ‘la plaza’, het territorium. Genoemde Arturo Beltrán en zijn broers voelen zich verraden door Guzmán, de baas van het Sinaloa-kartel, en hebben hun oud-handlanger de oorlog verklaard.

Ze zijn in zee gegaan met de meest geoliede moordmachine van Mexico, Los Zetas, de militaire arm van het Golf-kartel. Een explosief pact dat het volgens analisten in zich heeft de andere kartels en het leger te overrompelen.

Nog geen kwart van de Mexicanen gelooft dat de regering aan de winnende hand is, terwijl 58 procent zijn geld op de kartels zou zetten.

Opvallend genoeg blijkt uit dezelfde peiling van El Universal dat ruim vier op de vijf Mexicanen de drugsoorlog toch steunen en vinden dat het leger moet doorvechten. De zwakke, corrupte politie wordt helemaal kansloos geacht tegen de steenrijke kartels met hun zware wapentuig.

“We gaan deze oorlog niet winnen, maar we kunnen er ook niet mee stoppen. Dit is het Irak van Calderón aan het worden,” aldus politiek analist Jorge Zepeda. De conservatieve president waarschuwt dat de strijd “lang en pijnlijk” zal zijn en laat het leger nog zeker twee jaar doorvechten.

Zijn bondgenoot in Washington, beducht voor het ontstaan van een grote narcostaat pal aan de zuidgrens, draagt met 1,4 miljard dollar een steentje bij komende drie jaar. Een schijntje, vindt Mexico, dat bovendien eist dat de Amerikanen de eigen snuivers harder aanpakken.

“De kartels halen hun bazooka’s en dollars uit de VS en Mexico levert de doden. Het is ironisch,” zegt Klaas Wellinga van de Universiteit Utrecht. De Mexico-kenner deelt de analyse van Calderón in zoverre dat het “onbeschrijflijke recente geweld” het gevolg is van scheuren in de kartels.

“Het leger deelt hen wel klappen uit. Maar de plaatsvervangers staan direct klaar zolang drugs in de criminele sfeer blijven. Het waterbedeffect.”

De woelingen in maffialand, dat voorheen tientallen jaren ongehinderd zijn zakken kon vullen, gaan gepaard met bizar sadisme. Vooral Los Zetas (van ‘Z’, niet te verwarren met de nobele held Zorro) lappen alle erecodes aan de laars en deinzen er niet voor terug slachtoffers te onthoofden en ook vrouwen en kinderen te executeren.

Maar deze voormalige elitesoldaten, veelal in de VS getraind in drugsbestrijding, zijn wel de droom van iedere drugsbaron. Ook oud-militairen uit Guatemala met veel ervaring uit de eigen vuile oorlog vechten mee.

En Los Zetas proberen net als andere kartels het leger uit te hollen met spandoeken in de trant van: ‘Bij ons krijg je wel een goed salaris en hoef je geen smerige soep te eten. Bel nu!’

Dat mist zijn uitwerking niet: dagelijks deserteren tientallen militairen, vaak rechtstreeks naar de gelederen van de vijand.

Wat als de oorlog tegen drugs uiteindelijk zelfs het leger te machtig blijkt? Een vorm van legalisering? In Washington is de animo daartoe nul, maar onder de murw gebeukte Mexicanen klinkt de roep steeds luider.

‘s Lands grootste schrijver Carlos Fuentes: “Dit is alleen op te lossen als een groep van zes, zeven, acht of tien landen zou beslissen de drugs geleidelijk uit de criminaliteit te halen.”

1 opmerking:

Anoniem zei

Mexico levert de doden,de VS de wapens,colombia de coke en wij de centen , stom he . . ! ? !