zondag, december 02, 2007

Verkiezingen bij Fluminense

Het fijne van mijn lidmaatschap van de sportclub Fluminense is niet alleen dat je er van 4.00u ’s ochtends tot middernacht baantjes kunt trekken in het zwembad (lang leve de goedkope arbeid van Braziliaanse badmeesters en portiers!), maar ook dat het afgelopen week een kijkje in de keuken gaf van de presidentiële Latijns-Amerikaanse democratie.

De deftige club uit het rijkere zuiden van Rio koos dinsdag een nieuwe voorzitter. Voorzitter Roberto Horcades was herkiesbaar, en liet over zijn campagne geen gras groeien.

Daags voor de verkiezingen rinkelt de telefoon . ‘Gaat u morgen stemmen?’, vraagt een mevrouw die kennelijk de ledenlijst afbelt.

‘Jawel.’

‘Op wie?’

'Mevrouw, dat gaat u toch niets aan?’

‘Op Horcades?’

‘Doet u geen moeite.’

Horcades paaide de leden in de campagne met de belofte van een nieuw zwembad voor ‘de hele familie’. (Om een idee te geven: dat zijn blanke gezinnen die in het weekend vanuit de ligstoel toekijken hoe overwegend zwarte zwembadjongens de bladeren uit het water vissen.)

Het eerbiedwaardige ‘lid van het Strategische Comité van de Fifa’ (zo kopte de jongste editie van het clubblad) vond het evenwel niet ethisch om de namen van “vier versterkingen” voor Flu’s voetbalteam in volle campagne te onthullen.

Dat zou Horcades dinsdagavond pas doen, mits herkozen uiteraard. U begrijpt dat er voor de tegenkandidaten weinig eer te behalen was.

Het meest serieuze tegengeluid klonk eigenlijk nog in onderonsjes met de badmeesters en portiers. Het is dat ze geen stemrecht hebben, maar ze zijn niet zo te spreken over de clubleiding. Geregeld maanden moeten wachten op een toch al onmogelijk loon van 140 euro maakt het leven van een kostverdiener er namelijk niet makkelijker op.

Brazilië mag nog sporen van de slavernij dragen, het is een volbloed democratie. Net als Venezuela, zo verdedigt president Lula (die er in weerwil van geruchten niet over zegt te peinzen om de grondwet open te breken om een derde ambtstermijn mogelijk te maken) zijn collega keer op keer in de Chávez-vrezende Braziliaanse media.

De machtige Venezolaanse president organiseert vandaag immers een zoveelste referendum, ditmaal over een grondwetswijziging die hem onbeperkt herkiesbaar zou maken én de kiezers een zesurige werkdag voorspiegelt.

zondag, november 25, 2007

Drieluik Colombia

Dat was me het reisje wel. Leuk volk, de Colombianen. En Bogotá is een verademing in vergelijking met het vreselijke, verknipte Caracas. Na deze eerste indruk (zie foto beneden) van de snelweg van het vliegveld naar stad kon de meest fietsvriendelijke stad van het continent eigenlijk al niet meer stuk.

In het volgende drieluik lees je over mijn bevindingen in Colombia: respectievelijk een stukje over de benarde situatie van Tanja, het vluchtelingendrama op het Colombiaanse platteland en de inspanningen om gedeserteerde guerrillero's en paramilitairen aan een nieuw bestaan te helpen. Smeuïge details van de reis zijn vanaf 12 december in Amsterdam verkrijgbaar, want ik kom weer een paar weken terug.
------------------------------------------------------------------------------------
'Tanja nu gijzelaar'

De gedeserteerde FARC-strijdster ‘Sonja’ (23) begrijpt wel wat de Denekampse guerrillera Tanja Nijmeijer naar de Colombiaanse jungle heeft gelokt. “De verhalen zijn mooi, over Ché, de Bolivariaanse idealen, sociale rechtvaardigheid. In de dorpen geniet je respect als guerrillera, je krijgt eten en drank van de mensen. En de feesten tussen kerst en nieuwjaar zijn chevere (leuk).

De Colombiaanse vertelt dat ze op haar 14e vrijwillig toetrad tot de FARC, in drie maanden leerde een AK-15 te hanteren en op haar 15e opdracht kreeg een ‘pad’, ofwel informant, in de eigen eenheid dood te schieten.

Net als Tanja, die op slag wereldberoemd werd toen haar kritische dagboek werd ontdekt bij een legeraanval op haar kamp, zag Sonja de romantiek langzaam afbrokkelen. “Elke dag om vier uur op, om 4.15u klaarstaan, tot 6.00u op wacht; het leek wel een kantoorbaan.”

Toen ze voor de tweede keer straf kreeg na een ruzie met een kameraad, brak er iets. “Ik moest vijfhonderd keer brandhout halen en twintig meter loopgraf en latrines graven. Ik ben weggerend, drie dagen lang.” Ze dook onder bij een tante en gaf zich later over bij een politiepost.

Oud-FARC-man ‘Bruno’ (38), die drugs dealde voor de guerrilla en de benen nam toen hij werd geacht een gouverneur te ontvoeren, ziet het somber in voor Tanja. “Ze heeft een ideologisch delict gepleegd en daar staat de doodstraf op. Ze heeft het geluk dat ze buitenlandse is. Maar ontsnappen zal nu nog lastiger zijn.”

De tweede man van de FARC, ‘Raúl Reyes’, vertelde in het tv-programma NOVA dat Tanja best een maandje op verlof mag om haar familie in Nederland op te zoeken, mits ze daarna terugkeert in de gelederen. En of de Nederlandse regering gelijk even kon lobbyen om de FARC van de EU-terroristenlijst te krijgen.

“Schaamteloos. PR van jaren ‘60/’70-gehalte”, aldus de Nederlandse FARC-kenner Liduine Zumpolle. Ze hielp onlangs bemiddelen om Tanja vrij te krijgen, maar kreeg nul op het rekest van de FARC. “Tanja is nu een gijzelaar”, stelde de krant El Mundo deze week, daarbij Den Haag tot actie manend.

In diplomatieke kringen wordt gevreesd dat de FARC door alle aandacht een tweede Ingrid Bétancourt in de schoot geworpen krijgt, ofwel, onderhandelingsaas met een hoge politieke prijs.

Maar anders dan de gegijzelde Frans-Colombiaanse politica, hoeft Tanja op weinig medeleven van de Colombianen te rekenen. Het wil er bij hen niet in dat een afgestudeerde vrouw uit het rijke Nederland haar leven vergooit voor een club bejaarde revolutionairen en ordinaire bandieten, waar het land massaal de buik van vol heeft.
------------------------------------------------------------------------------------
Gevecht om land en cocaïne

“Ik had 3325 cacaobomen op mijn boerderij”, vertelt Severino Moquera Blan (60) in zijn blubberige tuintje in de sloppen van Quibdó, een Colombiaanse oerwoudstad waar het vrijwel elke dag regent.

“Het Subversieve Front (de marxistische guerrilla FARC, red.) gaf ons een uur om te vertrekken. Ze vermoordden mijn broer en mijn schoonvader. We zijn ontsnapt onder een berg bananen in een kano. We wonen hier al elf jaar, teruggaan kan niet. Ik ben boer, maar wat kan ik zaaien op een paar vierkante meter? Meneer, wij zijn jodidos.

De pisang, zijn ze, vrij vertaald. Land kwijt, spullen kwijt, familie kwijt, wortels kwijt. Jaarlijks worden zo’n 200.000 Colombianen van huis en haard verdreven; opgeteld zo’n drie van de 42 miljoen inwoners van het Zuid-Amerikaanse land. Maar druppelsgewijs als de volksverhuizing zich voltrekt, staat de ‘grootste humanitaire ramp van het westelijke halfrond’ (aldus de VN) nauwelijks op het internationale netvlies.

In de provincie die Quibdó als hoofdstad heeft, de Chocó, is in tien jaar 20% van de bevolking op de vlucht geslagen. Grote boerenfamilies van weduwen en veel kinderen die stranden in de steden, waar hen, zo te zien, weinig anders rest dan zittend voor vermolmde huisjes hun tijd stuk te slaan.

De boosdoeners zijn extreemlinkse guerrillero’s en extreemrechtse (oud-)paramilitairen, die de bevolking geen rust en neutraliteit gunnen in hun bloedige twist om de jungle. De Chocó is daarin een strategisch brandpunt. De streek aan de Panamese grens is een labyrint van rivieren en heeft zowel een Caribische als een Pacifische kust; ideaal voor de drugshandel waarmee beide groepen zich financieren.

“Het conflict explodeerde in 1997 met de Operatie Genesis, toen paramilitairen met steun van het leger een offensief begonnen om de guerrilla terug te dringen”, zegt documentairemaker Jesús Durán. “In wezen is het niets meer dan een ordinair gevecht om land en drugs. Boeren die voedsel verbouwen, worden weggejaagd ten faveure van het cocablad en de oliepalm. Als excuus voor het landjepik wordt gezegd dat de grond nodig is als buffer tegen de vijand. Of ze beweren dat de boer gecollaboreerd heeft.”

Een varkensboer die varkens verkocht aan guerrillero’s die zijn dorp controleerden? Laat de binnengevallen paramilitairen het niet horen. Een winkelier die paramilitairen op krediet liet kopen? Collaboratie, oordeelt de nieuwe lokale guerrillacommandant. En met een beetje pech staat daarop de doodstraf.

Colombia-kenner Piet Spijkers heeft een buitenverblijf bij Paz de Ariporo, een provincieplaatsje waar guerrillero’s en paramilitairen actief waren. “Er werden iedere nacht een paar mensen vermoord. De bevolking kon geen kant op."

Maar Spijkers zegt dat hij dit jaar voor het eerst weer veilig naar zijn buitenhuis kan reizen, omdat het Colombiaanse leger het gebied heeft terugveroverd op de illegale groepen. “De veiligheid is enorm verbeterd onder president Álvaro Uribe. Bij zijn aantreden in 2002 had één op de vijf Colombiaanse gemeenten geen politiebureau. Nu hebben ze dat allemaal.”

Dat dit nog geen garantie op bewegingsvrijheid geeft, blijkt als De Telegraaf Quibdó niet uit kan door diverse schermutselingen in de omgeving, met tientallen doden en zo’n duizend vluchtelingen als gevolg.

Volgens de Colombiaanse grondwet hebben de ontheemden recht op opvang. In 2004 tikte het Constitutioneel Gerechtshof de regering op de vingers vanwege de “systematische ontkenning” van het recht op veiligheid, onderwijs en zorg.

“Een historische uitspraak,” zegt Fanny Uribe van Plan Internacional Colombia, een kindgerichte ontwikkelingsorganisatie. “Te meer daar het hof oordeelde dat er geen specifieke aandacht is voor kinderen, terwijl 60% van de vluchtelingen kind is.”

Veel is er sindsdien niet verbeterd, vinden mensenrechtenorganisaties. Plan springt derhalve bij om de jonge vluchtelingen te helpen met het wegpraten van trauma’s, het inhalen van verloren schooljaren en het vullen van de maag via gaarkeukens.

De 12-jarige Jessenia Mina Rivas uit de vluchtelingenwijk Brisas del Poblado in Quibdó zou niet eens meer naar haar dorp terug wíllen. “Ik mis het wel, maar hier heb ik meer kansen. Ik kan gratis met de bus naar school en er is muziekles. Ik wil zangeres worden”, zegt ze gedecideerd. Een originele ambitie, zo blijkt, want de meeste buurtgenootjes worden liever soldaat of politieagent om guerrillero’s dood te schieten.

Verderop in de krottenwijk El Futuro (De Toekomst) zijn de hulporganisaties nog niet neergestreken. Bewoners drinken water uit de regenton en in de moerasjes rond de krotten drijven drollen.

Julia del Carmen Santos (33) zit met tien familieleden thuis te wachten op haar broer, die vandaag een karweitje heeft in de stad en hopelijk weldra een lunch meebrengt. Waarom deze gezond ogende vrouw intussen niet zelf wat ontplooit? Een beetje zelfstudie wellicht? “Dat lukt niet, je ziet toch hoe we erbij zitten? Je raakt hier uit vorm.”

En wat ze ervan vindt dat een guerrillaleger dat zich al 43 jaar als belangenbehartiger van de arme boeren opwerpt, haar rustige boerenleven heeft geruïneerd? “Tja, over die zaken kun je beter niets zeggen.” Twee seconden later. “Het is maluco” (krankzinnig).
----------------------------------------------------------------------------------
Tussen vrede en gerechtigheid

Mede dankzij de gewaagde ‘Wet van Recht en Vrede’ van president Uribe, is de stroom binnenlandse vluchtelingen licht geslonken de laatste jaren. De wet is uniek in de zin dat ze illegale groepen die in volle strijd zijn, uitnodigt de wapens neer te leggen in ruil voor strafverlaging en hulp bij de opbouw van een nieuw leven.

In een klaslokaal aan de krioelende hoofdstraat van Quibdó is de Colombiaanse verzoening in volle gang. Veertien atletische jonge kerels spreken elkaar gebroederlijk toe over ‘De Inspanning’ die nodig is om ‘De Verandering’ te verwezenlijken.

Ze vertellen hoe ze door geldgebrek of gedwongen rekrutering in de guerrilla of contraguerrilla verzeild raakten. “Ze zijn vaak zo jong begonnen met vechten dat ze nog niet weten dat de ‘o’ rond is”, zegt lerares Aleida Moreno. Een baan vinden is haar leerlingen nog niet gelukt, maar zolang ze de lessen en psychotherapie volgen, krijgen ze een uitkering.

Het pardonprogramma van de regering heeft al 45.000 strijders verleid tot ontwapening. Nadat de grootste paramilitaire groep AUC dat collectief deed, zijn het nu vooral twijfelende guerrillero’s die zich uit de jungle laten weglokken.

Vermoedelijk geprikkeld door het feit dat het leger terrein wint in de oorlog met de FARC, melden zich dagelijks gemiddeld negen gevluchte guerrillero’s voor desertie.

Toch is er internationaal veel kritiek op de wet, die daders zou voortrekken boven slachtoffers. Paramilitaire kopstukken die duizend moorden op hun geweten hebben, komen weg met maximaal acht jaar celstraf. Veel misdaden tegen de menselijkheid worden niet eens onderzocht en van financiële genoegdoening voor de slachtoffers is nog nauwelijks sprake.

In Quibdó leidt dat tot wrange contrasten. Neem ‘Gerson’ (28) , een gezellige Colombiaan, maar wel eentje met de nodige moorden op zijn kerfstok.

Niets van justitie te vrezen als de gewezen paramilitair commandant heeft, wandelt hij onbekommerd door de stad. Op school gaat het zo goed dat zijn droom in vervulling lijkt te gaan: dierkunde studeren aan de universiteit. Schuldig tegenover kansloze vluchtelingen voelt hij zich niet echt. “Tja, als wij hun land niet innamen, dan deed de vijand het.”

“We moeten ergens een streep zetten,” verdedigt een regeringswoordvoerder. “Dat is de prijs van de vrede. En het is vijf keer goedkoper een ontwapende strijder op weg te helpen, dan hem te bevechten in het oerwoud.”

De uitkering voor re-integrerende strijders is na kritiek verlaagd van een dubbel naar een enkel minimumloon. Momenteel is 56% van hen aan het werk, van wie driekwart in de informele sector.





Foto's:
- Fietsen op de snelweg.
- Niet het ROC te A'dam-Zuidoost, maar een klasje oud-guerrillero's en paramilitairen in de Chocó.
- Ever the rain. Julia del Carmen Santos in Villa Futuro in Quibdó.

zondag, november 04, 2007

WK Voetbal in het land der blinden

Schrik niet. Toen duizend random Brazilianen onlangs een wereldkaart werd voorgelegd, was het resultaat als volgt, zo bericht het blad Veja dit weekend.

- 50% kon Brazilië niet aanwijzen op de kaart.

- 84% had geen idee waar buurman Argentinië ligt.

- 18% wist de VS wel te vinden en 3% kende de ligging van Frankrijk (Nederland bleef wijselijk buiten beschouwing).

- 10% van de Brazilianen met een universitaire achtergrond wist niet dat Brazilië in Zuid-Amerika ligt.

- 50 % van de respondenten met basisschoolniveau, bleek onbekend met het feit dat Brazilië in Zuid-Amerika ligt.

Je kunt je afvragen of een land dat nauwelijks weet waar het zelf ligt, niet iets anders aan het hoofd zou moeten hebben dan de organisatie van het WK Voetbal in 2014 – deze week met veel tamtam binnengehaald door een legertje Braziliaanse politici (o.m. Lula) en politici in spe (Romario is gepolst voor het vice-burgemeesterschap van Rio) dat speciaal naar Zürich was afgereisd, ofschoon er geen tegenkandidaten waren. Dat betekent dat weer miljarden opgaan aan brood en spelen, terwijl het onderwijs een puinhoop blijft.

Op deze blog is de topografische blindheid in kaart gebracht.


donderdag, november 01, 2007

Nicht Máxima: 'Mijn leven is een puinhoop'

Het zwarte schaap van de familie Zorreguieta beleeft zwarte tijden en stapt liefst vandaag nog op een vliegtuig naar Nederland. Laura Viña, het ondeugende paaldansende achternichtje van prinses Máxima, vertelt tussen twee stripacts in een nachtclub in Buenos Aires openhartig over de tragische dood van haar vriend. “Ik heb op het punt gestaan om zelfmoord te plegen.”

Máxima’s relativerende woorden over de Nederlandse identiteit vindt Viña “niet zo slim” in haar positie. Maar de onbereikbare nicht “die met haar neus in de lucht loopt” heeft wel gelijk, aldus de kleine, donkere tegenpool.

De 26-jarige Laura, onlangs door een blad verkozen tot één van de twintig meest sensuele vrouwen van Argentinië, is de ster van de club New Shampoo in Recoleta, de chique wijk waar Máxima´s ouderlijk huis staat. Na middernacht klautert ze om het uur als een volleerde turnster hoog de paal in.

Terwijl harde rockmuziek door de donkere kelder dreunt, blijft ze secondenlang horizontaal gestrekt aan de paal hangen. Dan glijdt de gelaarsde diva behendig naar beneden en werpt haar zwarte stola en met siliconen gevulde bh af. Ze springt van het podium en eindigt in een split op de vloer tussen een groep wild applaudisserende mannen.

Tien minuten later komt komt ze opgewekt en half aangekleed aan de bar staan voor een gesprek met het bezoek uit Nederland.

Hoe gaat het met je?

“Mijn leven is een puinhoop”, lacht ze grimmig. “Mijn vriend is twee maanden geleden vermoord. (Gonzalo Acro, lid van de harde supporterskern van voetbalclub River Plate, neergeschoten in een bendeoorlog, red.). Hij was de liefde van mijn leven. De vader van mijn 8-jarige dochtertje Camila was ook al dood.

Ik heb de laatste tijd huilend thuis gezeten. Maar God zegt me dat ik door moet gaan. Ik moet voor mijn dochter zorgen.”

Wat vindt zij ervan dat je op deze manier de kost verdient?

“Ik speel open kaart met haar. Ik zie geen alternatief. Ik heb geen zin om voor een loontje van duizend pesos iedere dag acht uur op kantoor te gaan zitten. Ik doe dit puur voor de ‘plata’ (poen), het betaalt erg goed.

Klopt het dat je plannen hebt voor een acteercarrière?

Ik weet nog niet wat ik na dit werk wil doen, ik leef van dag tot dag. Ik zou dolgraag weer in Nederland optreden, het Ex Porn Star feest in Amsterdam (waar ze op Koninginnenacht 2005 getooid met kroontje al strippend furore maakte, red.) was geweldig om te doen. Ik houd van die stad.”

Heb je iets meegekregen van de recente ophef rond je nicht Máxima?

“Nee.” (Na te zijn bijgepraat). “Tja, dat is niet zo slim om te zeggen als prinses. Maar ik begrijp wat ze bedoelt. Natuurlijk is er niet zoiets als één Nederlandse identiteit. Argentinië heeft die ook niet.”

Zou je de banden met Máxima en haar tak van de familie willen aanhalen?

“Ik zit er niet op te wachten. Ze is maar een verre nicht, onze oma´s zijn zussen. Vroeger kwam ze vaak bij ons thuis over de vloer om met mijn broer uit te gaan.

Maar ze wil niets meer van me weten, ze loopt met haar neus in de lucht. Ik zal altijd het zwarte schaap van de familie blijven. Het kan me niet schelen. Hier ben ík de prinses.”

En daar gaat ze weer, huppelend de coulissen in om zich om te kleden voor de volgende act.



Laura in actie (credit: New Shampoo) en met haar dochtertje.


zondag, oktober 07, 2007

Ondernemers in Rio

Uit De Financiële Telegraaf van vanochtend..
-----------------------------------------------------------------------------------
De serie Het Portret gaat de grens over. De komende weken richten we de schijnwerpers op Nederlandse ondernemers in het buitenland. Deze week zijn dat Peter van Voorst Vader (53) en Boudewijn Rooseboom (31), nestor en benjamin van de Nederlandse Business Lunch in Rio de Janeiro.

De hamburger- en pizzahandel was de harde leerschool die beide nu van pas komt bij het gidsen van buitenlandse investeerders in het veelbelovende, maar complexe Brazilië

“Alles is hier intenser en groter, zowel de moeilijkheden als de kansen”, zegt Van Voorst, die de fastfoodketen Bob’s jarenlang door de Braziliaanse achtbaaneconomie loodste en voor het eerst het idee heeft dat het land structureel in de lift zit.

Rooseboom zal zijn met bloed, zweet en tranen opgebouwde restaurant koste wat kost in volle bloei zetten. “Ik ben al anderhalf jaar aan het ploeteren en vechten en dat zal verdomme niet voor niets zijn."
----------------------------------------------------------------------------------
Hoezo Brazilië?

R: Na mijn studie ben ik met de motor van Vuurland naar Alaska gereden, via Brazilië. Eenmaal terug, werd Nederland me algauw te krap, te uitgekauwd. Ik kreeg kans aan de rand van Rio een restaurant op te bouwen. Helemaal alleen, al googlend naar instructies metselde ik een pizza-oven. De zaak begint eindelijk te lopen. Daarnaast ruik ik via de Flexair Group aan het grotere geld.

V: Ik werd in 1985 door Shell naar Brazilië uitgezonden. Een land waar je op slippers naar een trouwerij kunt, heerlijk! Ik houd van de warmte, het geluid van de zee. Toen Vendex in 1996 Bob’s verkocht, heb ik de sprong gewaagd.

Volgens de Wereldbank zijn Nigeria, Bangladesh en de Palestijnse Gebieden meer ondernemersvriendelijk dan Brazilië. Moet je een avonturier zijn om hier te slagen?

V. Brazilië is verleidelijk, de mogelijkheden zijn onbegrensd, maar zakendoen vergt enorm doorzettingsvermogen. Plotse devaluaties, 6% rente per maand; ik heb een hoop opdonders gehad. Maar de economie is genormaliseerd.

R. Tja, avonturier, ik zie mezelf liever als een echte ondernemer. Ik zie kansen die Brazilianen niet zien. Soms loop ik met mijn kop tegen de muur met mijn Europese mentaliteit. De paradox is dat je hier veel vrijheid hebt, maar ook wordt teruggezogen in het lage tempo van het land.

De heren P.V. (l.) en B.R. poserend voor het Suikerbrood.

Hamburgers, pizza’s? De meeste Brazilianen zijn toch al blij met een potje bonen met rijst thuis op tafel? Besteden ze wel genoeg?

R: Ik moet het natuurlijk niet hebben van de sloppenbewoners. Maar de middenklasse groeit. En wát Brazilianen hebben, geven ze zo snel mogelijk uit. Het zijn geen spaarders.

V: Vergeet niet dat er 190 miljoen Brazilianen zijn. Als je 30 miljoen oma’s een ijsje van een euro kunt laten kopen, is dat 30 miljoen euro.

Los van de eetcultuur, staat Rio bekend als een een kannibaliserende stad. Het is eten of gegeten worden. Hoe houd je je staande in het gesjoemel?

V. Dat prettige informele is in Rio wat doorgeslagen, dat is wel eens moeilijk. Maar als buitenlander heb je nauwelijks last van corruptie, je houdt je gewoon van de domme. (Na enig aandringen). Eén keer heb ik de politie moeten betalen voor het vrijlaten van een filiaalmanager, bij wie een oude illegale waterleiding in het restaurant was ontdekt. We wisten daar niets van, maar in zo’n geval gaan je mensen voor.

R: Ik vecht ertegen en soms geef ik een beetje mee. Als ‘de irritante gringo’ zit ik mijn leveranciers en personeel flink achter de vodden. Maar zolang je blijft glimlachen, kunnen Brazilianen veel hebben.

Brazilië wordt wel het eeuwige land van de toekomst genoemd. De beurs in São Paulo explodeert, maar sociaal zit er weinig schot in. Waar zie je Brazilië en jezelf over tien jaar?

R: In Brazilië. Ik kwam met een rugzak en ik zal eindigen met een bloeiende zaak. De opportunities blijven hier uit de boom vallen. Wat betreft het macro-plaatje: de auto’s en shoppings zullen groter worden, maar aan de armoede in de onderlaag zie ik niet veel veranderen.

V: Geen idee waar ik dan zit. Maar Brazilië heeft de weg omhoog te pakken. De beursgroei en miljardeninvesteringen uit het buitenland zorgen voor een schoonmaak in Braziliaanse bedrijven. Het zwarte geld gaat eruit. En venture capitalists merken dat het rendement hier hoger is dan elders. Iedereen loopt achter die suffe ethanol aan, maar kijk eens naar de watermarkt, onroerend goed, carbon credits. Er is hier nog zoveel te doen.


woensdag, oktober 03, 2007

Column Kameleons

‘Politiek is overal smerig’, leerde ik ooit van een Nederlandse Cuba-kenner die een lans brak voor Fidel Castro (‘zonder de Amerikaanse vijandschap was Fidel een soort Charles de Gaulle geworden’).

Toch denk ik soms weemoedig aan Den Haag als het Braziliaanse parlement zijn dagelijkse portie moreel afval in het journaal uitstort. De heren en dames in Brasília houden zich zoals te doen gebruikelijk alweer maanden bezig met het roeren in eigen stront. Hetgeen gebeurt in pseudo-‘ethische commissies’ waarin criminele praktijken van collega’s onder een dikke laag vriendjespolitiek begraven worden.

Ook over partijtrouw hebben nogal wat parlementariërs een aparte opvatting, zoals vandaag in een Telegraaf-column valt te lezen. ------------------------------------------------------------------------------
Nerveuze gezichten in de wandelgangen van het Braziliaanse parlement. Terwijl vrijdag de politieke ‘transferperiode’ sluit, hangt vandaag een uitspraak van het hooggerechtshof boven de markt die het vrije verkeer van politici aan banden kan leggen.

Politici wisselen hier net zo makkelijk van partij als van stropdas. Neem kamerlid Hidekazu Takayama. Hij liet zich vorig jaar kiezen voor de centrumrechtse PMDB, stapte over naar de ouderenpartij, verhuisde verder naar de links-populistische PTB en verdedigt nu de kleuren van de onbestemd christelijke PSC. Eerder had de evangelische dominee al de liberale DEM en de socialistische PSB versleten.

Een rijtje waar een kameleon U tegen zegt.

Zo liep meer dan de helft van de huidige 513 kamerleden al eens over, van wie 46 afgelopen jaar. Daarbij helpt het dat de meeste politieke partijen inhoudelijk net zo verschillend zijn als concurrerende wasmiddelmerken.

De stoelendans voltrekt zich volgens een vast patroon: de oppositiebankjes lopen leeg en het regeringsblok bolt op. Daar dicht bij het vuur is het immers makkelijker meedingen naar allerhande geldpotjes en baantjes.

Kiezers en oppositiepartijen die op deze wijze in de maling worden genomen, veerden onlangs op toen het Braziliaanse kieshof oordeelde dat de overlopers in feite zeteldiefstal plegen. De groep van 46 zou met terugwerkende kracht het mandaat aan de partij verliezen. Vandaag heeft het hooggerechtshof het laatste woord over de partijtrouw.

Echter, de kamerleden zouden geen Braziliaanse politici zijn als ze, geoefend in het maken van wetten in eigen belang (zoals een verhoging van het eigen salaris met 91%!), zich niet hadden ingedekt tegen mogelijk onheil. Snel werd een nieuwe wet gemaakt die een vaste ‘transferperiode’ inlast en de 46 overlopers tegen zetelverlies beschermt.

Waarmee volksvertegenwoordiging en rechterlijke macht op ramkoers liggen.

Uit een enquête bleek vorige week dat politici onder slechts 11% van de bevolking vertrouwen genieten. Demonstranten zetten steeds vaker een clownsneus op om het gevoel van machteloosheid te uiten. En de kameleons in Brasilia trekken nog eens een lange neus.

dinsdag, september 25, 2007

Niks bananen, drank (96%) willen ze!

Ik waag me toch maar eens de grens over. Wat volgt is een reisverslag van mijn bezoek aan de zilvermijn in Potosí en andere trekpleisters in de Boliviaanse hooglanden. Op de foto's zie je de survivalkit die je voor de kompels dient in te kopen, een kronkelende 1.93m lange gestalte met laarsmaat 45 en de Rijke Berg zelf, die wat mij betreft één van de mooiste verhalen op het continent herbergt. Komt dat zien, je kunt lachen met de Bolivianen.
-----------------------------------------------------------------------------------
Goed te drinken eigenlijk, die ‘Boliviaanse whisky’ (96%!) zo vlak na het ontbijt. “Doet u maar twee flesjes.” “Anders nog iets?”. “En twee zakjes cocabladeren en een staaf dynamiet.” Tja, de mijnwerkersmarkt van Potosí is even wat anders dan de Albert Cuyp.

Als toeristen worden we geacht cadeautjes te kopen voor de kompels in de bergmijn die hoog boven de Andesstad uittorent. En nee, verzekert gids Marco, met broodjes en bananen kunnen we echt niet aankomen. Soit, anderhalve euro voor een dynamietstaaf, moet kunnen. Nog even een mijnwerkerspakje met helm en lamp aantrekken en klaar: op naar wat ooit de rijkste én de bloedigste zilvermijn ter wereld was.

De Hollandse piraat Piet Hein is een bekende naam in deze boomtown van weleer. Zoveel zilvervloten bevatte de Rijke Berg van Potosí, dat de enthousiaste Spaanse kolonisator er een brug naar Madrid van kon bouwen. Optie 2: een brug van de botten van de indianenslaven die als muggen stierven in de mijn, zo wil de wrange overlevering.

Nu is het pure zilver zo goed als op en schrapen de Bolivianen de resten zink, tink en lood bij elkaar. Potosí is de armste provincie van Bolivia en kan dus wel wat ramptoeristen gebruiken.

Zodoende stuitert onze auto even later over het roodbruine maanlandschap op de bergflank. Op ruim vier kilometer hoogte waait een ijzige, gruizige wind, dus bij het uitstappen duiken we snel een schacht in.

Binnen blijkt algauw dat de mijn niet op maat is gesneden voor iemand van 1.93m. Hortend en stotend gaat het de ijle diepte in. “Pas op, asbest aan de wand,” waarschuwt Marco. Alsof die te zien valt met zo’n ellendige Calimerohelm voor je ogen. “Listo, amigo.” Hé hé, even uithijgen.

Klop, klop, klop’, we zijn een kompel op het spoor. Even later stuiten we in een nauwe holte op een gehurkte man met wangen die, zoals alle wangen hier, bol staan van de cocabladeren. Don Julián is de naam, en hij neemt vandaag een zinkader onder handen. Moederziel alleen op die paar kubieke meter is hij wel in voor een beetje gezelligheid. “Alcohol, alsjeblieft,” kiest hij zijn cadeautje uit.

Boem, boem, boem, boem.’ Ditmaal zijn het doffe dynamietdreunen die boven ons klinken. Kijken mag niet, want Marco is bang dat er los gruis naar beneden komt. Hij doet derhalve iets anders spannends. Stel, je lamp valt uit in dit labyrint, wat dan? Volmaakte stilte en duisternis. “Op de tast kom je nooit de mijn uit”, fluistert de oud-kompel. “Je kunt het beste gaan zitten en wachten op hulp.”

Ook in slaap vallen door overmatig alcoholgebruik en onderwijl stikken in giftige gassen is een vervelende praktijk in de mijn, vertelt hij. Voor zover bekend zijn dit jaar al 26 kompels verongelukt, los van de sluipende ziekte die deze mannen een levensverwachting van veertig tot 45 jaar geeft, de stoflong.

Met zoveel onheil op de loer is het maar goed dat er een geluksduivel over de ingewanden van de berg waakt, El Tío. We zoeken rond lunchtijd zijn tempeltje op, waar de rode Tío, die met zijn Cervantes-baard en fors geschapen tampeloeres een macho Spaanse conquistador moet voorstellen, te vriend wordt gehouden. We bestrooien hem met cocabladeren, sprenkelen alcohol over zijn voeten en steken een sigaret in zijn mond.

Twee kompels schuiven aan voor de lunch: een handje cocabladeren tegen de honger, dorst en vermoeidheid. Verder dan dat en de alcohol strekken de dagelijkse arbeidsvitaminen niet, zeggen ze. Het is moeilijk te geloven. Terwijl ook mijn wang vrolijk bol staat van de sappige groene blaadjes, hadden ze me zonder broodpakketje allang kunnen wegdragen na de inspanningen van vanochtend.

We zakken verder naar de 5e etage en begeven ons in een lorrietunnel dat door indianen met de hand is uitgebikt. Met een laatste krachtinspanning kruipen we richting een lichtbundel. Buiten! Dit is onze wereld niet. Maar we hadden het voor geen goud willen missen.
----------------------------------------------------------------------------------

Andere trekpleisters op de Boliviaanse hooglanden.

Sucre

De charmante Boliviaanse hoofdstad zou niet misstaan in het Spaanse Andalusië. Het smetteloos witte koloniale centrum is Unesco-werelderfgoed en heeft fijne slentermarkten. Sucre ligt ruim een kilometer lager dan Potosí, wat het klimaat stukken aangenamer maakt.

Eettips: lunch onder het hoogtezonnetje op het pleintje naast het Recoleta-klooster, met uitzicht over de stad en lekkere Latijnse muziek. Probeer ’s avonds in restaurant La Fontana een ‘Picante de Pollo’ (pikante kip) met rijke aardappelvarianten van de Andes.

Wie het echt niet meer weet, haalt Hollands bier, kroketten en raad in het Nederlandse Joy Ride Café, vlakbij het centrale Plaza 25 de Mayo.
-----------------------------------------------------------------------------------

De zoutvlakte van Uyuni

Overweldigende stilte op een wit tapijt zo groot als Gelderland, Noord-Brabant en Limburg samen. De leegte wordt slechts onderbroken door huizenhoge oercactussen en een hotel uit zoutsteen (wie het niet gelooft, mag het bed en de bar aflikken). De vlakte is één grote speeltuin voor fotografen, dankzij de scherpe kleurcontrasten en het bedrieglijke gebrek aan diepte. Wees voorbereid: de zon is ongemeen fel en het verschil tussen dag- en nachttemperatuur is verraderlijk, groter nog dan elders in het Boliviaanse hoogland.
-------------------------------------------------------------------------------

La Paz

Bruisende stad, tot diep in de doordeweekse nacht aan toe. Spectaculair gelegen in een kloof omringd door besneeuwde Andesreuzen. Maar de grote trekpleisters liggen buiten de stad.

Op een uur rijden begint het Titicacameer. Wie niet doorreist naar Copacabana voor de overtocht naar het heilige Zonne-eiland van de inca’s, krijgt in het plaatsje Huatajata een solide voorproefje van de schoonheden van dit hoogste bevaarbare meer ter wereld. Proef de meesterlijke Titicaca-forel (lichtgezouten) en huur een bootje om kennis te maken met inheemse bewoners op het Suriqui-eiland.

Tevens geschikt voor een dagtocht vanuit La Paz zijn de ruïnes van Tiwanaku, een hoogontwikkelde pre-Inca stad.
-----------------------------------------------------------------------------------

Reiswijzer

Om hoogteziekte te voorkomen is het beter de reis niet in La Paz (3600m) te beginnen. Vlieg op Sucre (2900m) of op Santa Cruz (400m) en reis per bus verder naar Potosí, Uyuni en La Paz. Regionaal busvervoer is goed geregeld en – zoals alles in Bolivia – spotgoedkoop. Wie graag ’s nachts reist, doet er goed aan de bedbus (‘bus cama’) te pakken, want de stoelen zijn bemeten op Boliviaanse benen.




woensdag, september 05, 2007

Afspreken met Alves

Voor de geïnteresseerden: het verhaal achter de soap rond Afonso Alves, die maandag culmineerde in zijn afwezigheid bij het gala waar hij de Gouden Schoen in ontvangst zou nemen.

Met een anonieme bijrol voor mij in Belo Horizonte, alwaar ik - tevergeefs, zo bleek achteraf - een filmpje met Alves' familie opnam.

Met dank aan de woede van de redacteur én mede-organisator van het gala Jaap de Groot- na eerdere ervaringen met Romário toch al redelijk door de wol gewerfd in het afspreken met Brazilianen - is het een grappig staaltje cultuurclash geworden.
------------------------------------------------------------------------------------
Alves wel op tijd voor visum…

AZ WILDE TRANSFERSOM IN VIJF JAAR BETALEN

door Jaap de Groot
AMSTERDAM, woensdag
Ineens was hij niet ziek, zwak en misselijk. Op de ’on-Braziliaanse’ tijd van 08.45 uur stond Afonso Alves gisterochtend keurig in de rij voor het Amerikaanse consulaat in Amsterdam. Natuurlijk weer samen met een adviseur. Want alleen een visum ophalen is voor deze profvoetballer blijkbaar niet mogelijk. En dat had de 26-jarige aanvaller wel nodig om dit weekeinde met Brazilië uit te komen tegen de Verenigde Staten.

Saillant detail is dat Alves de laatste tijd niets meer met Heerenveen te maken wilde hebben, maar de Friese club wel steeds opbelde om zijn Amerikaanse visum te regelen, nadat zijn managers vergeten waren dit aan te vragen.

Daarmee is de Braziliaan het symbool geworden van de profvoetballer die boven de wet denkt te staan en de fatsoensnormen aan zijn laars lapt. Nadat op 30 april het eerste gesprek met Afonso Alves had plaatsgevonden op het Friese landgoed Lauswolt, is de organisatie van het gala Voetballer van het Jaar maandenlang bezig geweest om de uitreiking van de Gouden Schoen volgens zijn wensen in te vullen.

Al in juni werd zijn familie in Brazilië bezocht, om te regelen dat zijn moeder, broer, zus en zoontje Felipe Henrique op 3 september bij de uitreiking aanwezig zouden zijn. Omdat dit een verrassing moest blijven, werd met de familie afgesproken niets hierover aan Afonso te vertellen. Daarna werd voor 11.000 euro aan tickets geregeld en werd medio augustus voor een filmimpressie opnieuw zijn familie in Belo Horizonte bezocht.

Toen in die periode weer contact met de Heerenveenaanvaller werd opgenomen, blonk de Zuid-Amerikaan uit door structureel niet op telefoontjes te reageren en doodleuk afspraken te vergeten. Toen er eindelijk wel in huize Alves in Heerenveen rond te tafel kon worden gezeten, deed hij onder meer het verzoek zijn familie uit Brazilië over te laten komen (wat dus al geregeld was), tevens deed hij de toezegging onder alle omstandigheden naar het gala te komen. Dus los van welke transfer of wat dan ook.

Nadien werd niets meer van Alves vernomen. Slechts één telefoontje van één van zijn adviseurs, dat Afonso boos was op Heerenveen en geen zin had in een feest. Waarop geantwoord werd dat als dit het geval was, hij of zijn vriendin dit zelf aan de organisatie diende te melden. Daarna bleef het weer stil.

Intussen hield de organisatie contact met de familie in Brazilië, terwijl Afonso hen niets zei over zijn twijfel om naar het gala te gaan. Toen afgelopen vrijdag weer met zijn broer werd gebeld, meldde deze enthousiast dat de koffers gepakt stonden. Alleen toen zondagmiddag de familie Alves op Schiphol werd opgewacht, bleek het viertal in Sao Paolo niet op het vliegtuig te zijn gestapt. Wat er daarna ook werd gebeld, de telefoon werd niet meer opgenomen.

Dat deed zijn vriendin Lottie later wel om te vertellen dat Afonso boos was dat zijn familie niet voor het gala was uitgenodigd. Inmiddels is duidelijk geworden dat Alves zaterdag zelf met zijn broer heeft gebeld om te zeggen dat de familie niet naar Nederland hoefde te komen. Intussen hield hij zondagavond en maandagochtend vol dat er niets met zijn familie was geregeld.

Nadat maandagmiddag én de gemaakte dvd met zijn zoontje Felipe Henrique én kopieën van de complete correspondentie met zijn familie thuis bij hem waren afgeleverd, werd hij gedwongen zijn komedie te staken. Hij liet toen weten zijn komst naar het gala te heroverwegen, waarna besloten werd dat rond halfzeven een bevriende chauffeur hem op zou halen. Alleen toen de vertrouwenspersoon op het afgesproken tijdstip arriveerde, weigerde de spits de deur open te doen. Rond zeven uur was wel duidelijk, dat Alves niet naar het gala zou komen. Overigens heeft hij tot vandaag de dag niet de moeite genomen om zich persoonlijk af te melden.

Met ingehouden woede namen bestuur, technische staf en selectie vervolgens plaats in Studio 21. Daarna werd de Friese selectie bij de ceremonie rond de Gouden Schoen naar voren geroepen, als blijk van waardering voor de wijze waarop Heerenveen zich onder de chantage van Alves en zijn managers heeft opgesteld. Het applaus dat trainer Gertjan Verbeek en zijn spelers ten deel viel, zei daarna veel over hoe het vaderlandse topvoetbal over de situatie denkt.

Daarna werd ’Mr. Heerenveen’, Riemer van der Velde, in de gelegenheid gesteld om zijn club publiekelijk een hart onder de riem te steken. De duidelijk emotionele ex-voorzitter kon niet nalaten een verkapte sneer richting AZ uit te delen, omdat de Friezen de Alkmaarders duidelijk als veroorzaker van het probleem met Alves zien. „De situatie rond Alves heeft duidelijk gemaakt dat er in het voetbal nogal wat wolven in schaapskleren rondlopen, waarvan sommigen hier ook in de zaal zitten…”, was een opmerking die als een bom insloeg.

Bij Heerenveen bestaat sterk het vermoeden dat AZ twee maanden geleden al met Afonso Alves heeft onderhandeld. Verder zijn de Friezen boos dat zowel publiekelijk als richting Alves de indruk is gewekt dat er uiteindelijk 16 miljoen euro op de spits is geboden. Alleen is daar volgens Heerenveen niet bij verteld, dat de betaling van het eerste bod van 14,5 miljoen euro over vijf jaar werd uitgesmeerd: het eerste jaar 4,5 miljoen en daarna vier keer 2,5 miljoen per jaar. Het laatste bod van 16 miljoen werd vlak voor het sluiten van de transfermarkt per sms gedaan, zonder dat er secundaire voorwaarden werden genoemd.

Intussen is Afonso Alves woedend dat hij zijn ’droomtransfer’ mis is gelopen, daarbij opgefokt door zijn management dat zelf een groot financieel belang bij een lucratieve overgang heeft. Het heeft allemaal geleid tot een chantage van de club Heerenveen, die hem vorig jaar nog voor 4,1 miljoen euro uit de anonieme Zweedse competitie weghaalde, waarna hij via zijn voltreffers zelfs het Braziliaanse nationale elftal wist te halen.

Zaken die nu door het riool zijn gespoeld, omdat de speler zijn zin niet gekregen heeft.

maandag, augustus 20, 2007

Op naar Yucatán en Amsterdam

Brazilië, tsja, dat land gaat dus echt helemaal aan me voorbij de laatste weken. Meer dan een aardige uitvalsbasis is Rio dezer dagen niet.

Bolivia is momenteel stukken boeiender dan Brazilië, maar dat vertel ik vanaf volgende week wel, wanneer ik even terugkom naar Nederland.

De aardbeving in Peru heb ik via internet gevolgd, maar morgen hoop ik in Mexico wel te kunnen debuteren als rampreporter ter plaatse.

Ik lees dat het vliegveld van Cancún vanavond om 22.00u lokale tijd sluit vanwege de orkaandreiging; kijken wat er terecht komt van mijn vlucht uit Miami morgenochtend. Mocht dat niets zijn, lukt het wellicht om het gebied via Belize te bereiken, ook een lekker landje om weg te strepen op het ‘to travel’-lijstje.

Ter afleiding enkele foto’s van lokale fauna rond het Titicaca-meer (o.a. een lunchende alpaca) en Evo op onafhankelijksdag 6-8 in Sucre.

Hemel en aarde bewogen voor het gewenste interview, maar zonder succes. Evo is naar verluidt nog lastiger te strikken dan Lula.







woensdag, augustus 01, 2007

Onze 'Braziliaanse' toekomst

Uit de Elsevier van afgelopen week.
------------------------------------------------------------
Niet de VS, maar Brazilië is ons voorland. De wereld gaat op in een groengele spiraal van carnaval en tragedie, orgie en pest, tegenpolen die elkaar versterken.

Dat stelt de Italiaanse politicoloog Giuliano da Empoli in ‘Hedonisme en angst. De Braziliaanse toekomst van de wereld’, net vertaald in het Portugees.

“Ik gebruik Brazilië als metafoor. Amerikanisering is een directe invloed van de VS, maar ‘Brasilisering’ gaat buiten Brazilië om”, licht hij toe.

Zijn theorie is als volgt: aangezwengeld door de terreuraanslagen van 11 september 2001, toen volgens Da Empoli een rationeel wereldbeeld met al zijn zekerheden ontplofte, slingert de wereld tussen een 'carnavaleske pool' van theatrale genotcultuur en een 'tragische pool' van conflict in alle lagen van de samenleving.

Het carnaval – “de enige echte Braziliaanse ideologie” – uit zich in vele gedaanten: voetbalgekte, soapcultuur, banalisering van plastische chirurgie en seks. Maar ook in ‘Braziliaanse’ culturele samensmelting en grensvervaging, aangedreven door televisie, IT en globalisering.

De Braziliaanse tragedie is het groeiende welvaartsgat tussen winners en losers en een staat van permanente angst onder de stadsbevolking. Angst voor een aanslag, maar ook voor verlies van je flexibele baan. De spiegel van zo’n samenleving is de verscheurde, paranoïde realiteit van Rio de Janeiro, met zijn sloppen, ‘gated communities’ en stadsoorlog.

Volgens Da Empoli zijn roes en spektakel de enige rationele uitweg uit continue onzekerheid en dreiging. Daarom opent een land in oorlog als de VS het nieuws met Paris Hilton.

Het boekje eindigt niet in een tirade tegen de massacultuur, maar juist tegen intellectuelen die deze niet serieus nemen. Levenslust, hoe vluchtig ook, is het belangrijkste wapen tegen fanatisme en zeker tegen de doodscultus van Bin Laden. Zoals het in Brazilië nooit tot revolutie kwam dankzij voetbal, strand, soap en samba.

Geheel in lijn met de cruciale rol van de televisie heeft het prikkelende boekje dat Brazilië eindelijk in het centrum van de wereld plaatst niet de kleinste rimpeling veroorzaakt in het land.

donderdag, juli 26, 2007

Paard vertrapt meisje (8)

Uit De Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Een achtjarig Nederlands meisje is gisterochtend op een Braziliaans strand overleden bij een ongeval met een op hol geslagen paard.

Het drama voltrok zich op het strand Cumbuco bij de noordelijke toeristenstad Fortaleza, waar het meisje met haar ouders en twee zussen op vakantie was.

Lauren Eenhoorn was net opgezadeld voor een ritje langs de kustlijn toen het dier steigerde en haar uit het zadel wierp. Volgens ooggetuigen bleef ze met haar voet in de stijgbeugel ondersteboven hangen en werd ze 150 meter meegesleept en vertrapt.

Het panische paard werd pas tot bedaren gebracht tussen de tafels en stoelen in een strandtent. Het hevig bloedende meisje leefde toen nog, maar bezweek in het ziekenhuis aan een schedeltrauma.

De politie heeft een klopjacht geopend op de verhuurder van het paard, die direct na het ongeval gevlucht is op het bewuste dier. “Dit is doodslag”, zegt de verantwoordelijke inspecteur Antônio Harley Alencar vanuit Fortaleza, die de assistent van de verhuurder al verhoord heeft. “Hij heeft het dier twee weken geleden gekocht en het was nog veel te wild.”

Volgens de Nederlandse eigenaar van het hostal waar de familie Eenhoorn sinds zaterdag verbleef, zijn de familie en de omgeving “in shock. Er worden hier veel paarden verhuurd en dat gaat altijd goed. Ook Lauren had al eerder paardgereden deze week.”

De familie Eenhoorn vliegt terug naar Nederland zodra het stoffelijk overschot is vrijgegeven.


Verslagenheid voor het ziekenhuis in Fortaleza

maandag, juli 23, 2007

Manicure op de cel

Tsja, moet je nou lachen of huilen om deze column in de krant van vandaag? 'Só no Brasil', zoals ze hier zeggen, 'alleen in Brazilië'.
---------------------------------------------------------------------------------
Een verblijf in een Braziliaanse gevangenis is niet voor iedereen even akelig. Neem Aílton Guimarães, gokmaffiabaas en als oud-voorzitter van de Liga van Sambascholen verdacht van omkoping van Rio’s carnavalsjury dit jaar. Als afgestudeerde zit hij in een speciale gevangenis voor de knappe koppen van de stad, genaamd Ponto Zero (Nulpunt).

Daar gaf de oud-legerkapitein, die tijdens de dictatuur (1964-1985) politieke gevangenen folterde, onlangs een feest voor zijn jarige kleindochter, compleet met figuranten in Disneypakken. Ook laten zijn bewakers regelmatig een manicure toe op de cel, vertelt een bron die – begrijpelijkerwijs – anoniem wil blijven.

In ruil voor nog wat steekpenningen mag zijn vrouw maaltijden klaarmaken in de gevangeniskeuken. Niet alleen de bul komt goed van pas, ook zijn criminele spaargeld verzacht dus het leed.

Een andere bekende hooggeleerde gevangene is de Tilburgse apenkenner dr. Marc van Roosmalen, de ’Held van de Planeet’ die vocht voor het Amazonewoud en daarbij lak had aan het Braziliaanse regelwoud. Hij omschrijft zijn reguliere gevangenis in Manaus als „een concentratiekamp, waarin door overbevolking in de cellen de sterkste en meest geperverteerde elementen het langst overleven”.

Gelukkig heeft de geruïneerde doctor sinds enkele dagen een eigen plekje in de ziekenboeg van de gevangenis. Niet dat hij ziek is, verzekert een woordvoerder, maar als doctor wordt hij weggehouden bij de ’João’s met de pet’ die met tientallen in helse cellen zitten gestapeld.

Dat zo’n kerker linke soep is, merkte een Braziliaanse huishoudster die tot anderhalf jaar celstraf werd veroordeeld voor een poging tot diefstal van een fles shampoo. In januari kwam ze vrij, blind aan één oog, mishandeld door moordenaars en verkrachters met wie ze als onbetekenende werkster een cel moest delen.

Het moge duidelijk zijn dat Vrouwe Justitia hier niet bepaald blind is voor status, geld en goede contacten. Van Roosmalen beschikt alleen over status ruimschoots. En Guimarães mag dan vuile handen hebben, deze blijven in elk geval goed verzorgd achter de tralies.

vrijdag, juli 20, 2007

Gecrashte TAM-toestel had mankement

Terwijl met het aangekondigde ontslag van de Braziliaanse defensieminister het koppenrollen is begonnen, wordt het waarom van de vliegramp in São Paulo stilaan duidelijk.

De Airbus A-320 die dinsdag met van de landingsbaan schoot, kampte met een kapotte ‘straalomkeerder’, zo geeft de vliegmaatschappij TAM nu toe. Eerder meldde TAM dat het toestel in “perfecte staat” verkeerde.

De zogeheten ‘thrust reversers’ in de motoren remmen direct na landing veel snelheid weg, waarna vleugelkleppen en wielremmen de rest doen. Volgens TAM was de rechter ‘reverser’ sinds vorige week vrijdag stuk, maar dat zou geen beletsel voor een veilige landing hebben betekend. “Behalve op een erg vervuilde landingsbaan”, aldus een woordvoerder.

De onlangs opgeknapte piste van vliegveld Congonhas was dinsdagavond nat en nog niet voorzien van afwateringsribbels. Volgens TV Globo was hetzelfde vliegtuig, dat met 186 mensen mudvol zat tijdens de ramp, bij een regenachtige landing een dag eerder nipt aan het eind van de piste tot stilstand gekomen.

Zo’n anderhalf uur voor de ramp werd de piste gedurende 23 minuten gesloten, nadat een piloot had geklaagd over de gladheid. Vliegveldbeheerder Infraero gaf de baan na inspectie weer vrij.

In afwachting van de analyse van de zwarte doos gaan specialisten ervan uit dat de piloot een doorstart probeerde te maken, wat op een korte landingsbaan als die van Congonhas tot mislukken zou zijn gedoemd. Zeker na het mogelijke activeren van de wél functionerende linker ‘reverser’, die de afwijking naar links tijdens de landing kan verklaren.

President Lula komt vanavond met tv- en radiotoespraak over de ramp. Uitgelekt is al dat defensieminister Pires en waarschijnlijk de gehele Infraero-top het veld moeten ruimen. De regering zou het vliegverkeer op het uit zijn voegen barstende Congonhas met bijna 20% willen terugdringen. Verder worden de luchtvaartautoriteiten gecentraliseerd en mogelijk gedeeltelijk geprivatiseerd. Infraero zal inderhaast remgroeven aanbrengen op de baan.

“Wat me het meest schokt in deze tragedie, is dat andermaal zoveel mensen moeten doodgaan voordat er iets gedaan wordt”, verwoordt Maria Stockler de mengeling van woede en moedeloosheid die veel Brazilianen voelen. “Zijn financiële belangen soms belangrijker dan mensenlevens? Dat is toch onbegrijpelijk!”

De Braziliaanse luchtvaart is sinds vorig jaar september in crisis, toen een Gol-vliegtuig met 154 inzittenden neerstortte in het Amazonewoud.

woensdag, juli 18, 2007

Follow up vliegramp

Terwijl Brazilië rouwt om de megavliegramp in São Paulo waarbij dinsdagavond zo'n 200 mensen in de vlammen stierven, wordt koortsachtig gezocht naar de oorzaak van deze ‘aangekondigde tragedie’, zoals de krant O Globo vanochtend opende.

Dat de belangrijkste landingsbaan van het drukste vliegveld van Brazilië nodig opgeknapt moest worden, was vier jaar geleden al duidelijk. Enkele uitglijders in nat weer later, werd de baan vanwege de gebrekkige lengte en waterafvoer in februari op last van de rechter tijdelijk gesloten voor grote vliegtuigen.

Omdat een half uurtje regen op vliegveld Congonhas voor urenlage kettingvertragingen in het hele land bleef zorgen, begon vliegveldbeheerder Infraero in mei eindelijk met de renovatie.

Dat het noodlot uitgerekend drie weken na de opknapbeurt toeslaat, wordt, hangende het onderzoek, door de meeste specialisten geweten aan het nog ontbreken van landingsgroeven die het remmen vergemakkelijken. Deze zouden pas aankomende maand worden aangebracht. Maandag was een kleiner vliegtuig al in de regen van de baan geschoven.

Ook wordt rekening gehouden met een fout van de piloot, die te ver op de baan geland zou zijn, mogelijk een verklaring voor de enorme snelheid waarmee het TAM-toestel zich over de snelweg langs het vliegveld in een opslagdepot boorde.

Het inerte Infraero is alvast de gebeten hond in de speculaties. “Infraero is schuldig aan collectieve moord”, aldus luchtvaartconsultant Gianfranco Betting. Ook de regering krijgt ervan langs. “Niemand in de regering wilde luisteren”, stelt de woordvoerder van de verkeersleiders, die met verontruste piloten had aangedrongen op automatische sluiting van de baan bij nat weer.

De regering Lula II ligt onder vuur sinds de vliegramp boven het Amazonewoud tien maanden geleden een luchtvaartcrisis zonder weerga ontketende. Continue vertragingen, bijna botsingen, zwarte gaten in het radarsysteem, stakende luchtverkeersleiders; een ramp hing in de lucht.

De crisis liet zien dat de verantwoordelijkheid over het met 12% per jaar groeiende Braziliaanse vliegverkeer – groei die maakt dat Congonhas 25% boven zijn capaciteit opereert – hopeloos versnipperd is. Regering, Infraero, verkeersleiding en toezichthouders blonken uit in zwartepieten, terwijl een broodnodige infrastructurele inhaalslag uitbleef. Op de avond van de ramp was niet één autoriteit bereikbaar voor commentaar.

De bevolking is woedend over het politieke gedoe over de ruggen van de veiligheid van miljoenen passagiers. De ramp dwingt de Braziliaanse luchtvaart tot bezinning. Het is droevig dat daar de grootste vliegramp ooit in Latijns-Amerika voor nodig is geweest.

dinsdag, juli 17, 2007

'Aangekondigde tragedie' in São Paulo

Rond de tweehonderd mensen zijn gisteravond gedood bij een vliegtuigcrash in São Paulo die ‘een aangekondigde tragedie’ wordt genoemd in Brazilië.

Een Airbus 320 van de Braziliaanse luchtvaartmaatschappij TAM gleed in de regen met 176 inzittenden van de landingsbaan, kruiste een drukke autoweg en boorde zich in een opslagdepot vol vracht en brandstof.

Getuigen hoorden een enorme knal, waarna reddingswerkers machteloos stonden in de urenlange vlammenzee. Rond vijf uur Nederlandse tijd werden de eerste 25 verkoolde lichamen uit de wrakstukken ontzet.

De gouverneur van São Paulo, José Serra, acht de kans op overlevenden nihil. De piloot riep volgens hem vlak voor de crash “draai, draai, draai” over de radio.

Specialisten gaan ervan uit dat hij een doorstart probeerde te maken. “Ik denk dat hij te veel snelheid had om te remmen en te weinig om op te stijgen,” aldus luchtvaartkenner Ivan Sant’Anna.

In het getroffen opslagdepot, dat ook van TAM is, waren tijdens de crash 100 à 200 mensen aan het werk, van wie zeker 25 de dood vonden. De brandstofinstallaties ontploften wonderwel niet.

Inmiddels is de passagierslijst van vlucht JJ 3054 uit de zuidelijke stad Porto Alegre bekend gemaakt. Afgaande op de namen staan hier geen Nederlanders op.

Vliegveld Congonhas in het hart van São Paulo vormt hier het zwakke, overbelaste hart van het binnenlandse vliegverkeer. De landingsbaan in kwestie was na vier eerdere glijpartijen juist opgeknapt vorige maand, omdat er in natte omstandigheden slipgevaar bestond. Dat kon niet voorkomen dat een kleiner vliegtuig van de baan gleed bij een bui op de dag voor de ramp.

Meerdere piloten hadden zich na de renovatie nog beklaagd over de korte landingsbaan, die nog niet van een antisliplaag was voorzien. Volgens de vliegveldautoriteit Infraero zou deze in september, na de doorgaans droge Braziliaanse winter, worden opgeleverd en was er tot die tijd geen gevaar.

“Het was al duidelijk dat het bij regen veel te gevaarlijk is om op deze baan te landen”, stelt Sant'Anna. “Dit is een aangekondigde tragedie.”

Hoewel er vannacht nog veel onduidelijkheid was over de oorzaken, klonk er al veel woede over het stuntelende optreden van de regering en de luchtvaartautoriteiten in de al bijna tien maanden aanhoudende luchtvaartcrisis.

Sinds er in september vorig jaar een Gol-vliegtuig in botsing kwam met een privé-vliegtuigje en er 154 passagiers neerstortten in het Amazonewoud, is het luchtruim één grote puinhoop van continue vertragingen, bijna botsingen en zwarte gaten in het radarsysteem.

De investeringen in de infrastructuur en de luchtverkeersleiding zijn ver achtergebleven bij de snelle groei van de Braziliaanse luchtvaart. De verkeersleiders, die in Brazilië militairen zijn, legden het vliegverkeer al een paar keer plat met stakingen.

De ramp is de grootste uit de Braziliaanse luchtvaartgeschiedenis. President Lula heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd.

zondag, juli 15, 2007

Rio zondagpagina

Terug van weggeweest, de rest van het continent stond niet stil afgelopen week.

Maar vandaag een hele pagina over Rio in de krant! Gevuld met respectievelijk een achtergrondstuk over de slag in de sloppenwijken, een column over mijn beleving van het geweld en een stukje over het ultieme middel tegen Rio's drugsprobleem: legalisering.
-------------------------------------------------------------------------------------
Rio de Janeiro bidt dat het rustig blijft. Terwijl de autoriteiten de oorlog hebben verklaard aan de ‘parallelle macht’ in de sloppenwijken, zijn vrijdag de Pan-Amerikaanse Spelen begonnen in de stad. “Ik zie reden genoeg om de noodtoestand uit te roepen,” zegt de burgemeester van Rio, Cesar Maia, op zijn stadspaleis in een gesprek met De Telegraaf.

De rest van het land bidt mee met Rio, want de wereldmacht in wording ziet de minispelen als opstapje naar het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016. "We mogen niet langer behandeld worden als derdewereldland”, aldus de zelfbewuste president Lula.

Rio laat niets aan het toeval over om het gebutste internationale imago op te poetsen. Liefst 15.000 politieagenten waken over 5600 atleten en een half miljoen toeristen. De spelen zijn acht keer zo duur geworden als begroot, maar de stad heeft nu wel stadions van ‘allereerste wereldniveau’, waaronder een modern broertje van Maracanã, het nieuwe João Havelange-stadion.

Niks verkwisting, stelt Maia, nadat hij zoals het ‘de bloggende burgemeester’ betaamt nog even zijn stukje heeft afgetikt. “We hebben de ambities gewoon gaandeweg bijgesteld.”

Net zo min laat de liberaal, die alweer aan zijn derde burgemeesterstermijn bezig is, zijn humeur bederven door de continue kritiek op zijn afgezakte 'Cidade Maravilhosa' (Wondermooie Stad').

Nee, Maia betoogt vurig dat Rio in de lift zit. Qua scholing en werkgelegenheid gaat de stad voorop in Brazilië, het geboortecijfer in de sloppenwijken is in vijf jaar 25% gedaald en werkelijk “niemand” heeft er een Afrikaanse hongerbuik, verzekert hij.

Als klap op de vuurpijl is het Christusbeeld op de Corcovado-berg één van de zeven nieuwe wereldwonderen, een fikse opsteker voor het toerisme.

Maar op één punt is Maia het eens met de zwartkijkers: de openbare orde is een totale chaos. “Het is ongelooflijk dat we hebben geaccepteerd dat grote delen van de stad door drugsbendes worden bezet.”

Eén op de vijf cariocas woont in de ruim vijfhonderd sloppen van Rio, de ‘favelas’, grotendeels gecontroleerd door drugsbendes. Alleen al in het ‘Complex van de Duitser’, niet ver van het internationale vliegveld, leeft een compleet Lelystad tussen de wapen- en drugsdepots van het Rode Commando.

Sinds de moord op twee agenten begin mei wordt het heuvelcomplex omsingeld door de politie. Maar vele invallen met pantserwagens en – officieel – 44 doden later, zwaaien de drugssoldaatjes nog altijd uit de hoogte met veel te grote AK-15’s en AK-47’s.

“Zo bont heb ik het nog niet meegemaakt”, zegt Maia. “Tot deze crisis lukte het de politie om, zo gewild, welke favela dan ook in te nemen. De voorzieningen in de wijk liggen plat door de patstelling. Grondwettelijk zie ik reden genoeg om de noodtoestand uit te roepen.”

Volgens de burgemeester is het zaak de sloppen stuk voor stuk, met hulp van het leger en in weerwil van mensenrechtenorganisaties, met bliksemaanvallen te heroveren en bezet te houden.

“Braziliaanse VN-troepen in de sloppen van Haïti en illegale milities in Rio lukt dat toch ook? Heus, als je genoeg overmacht toont, geven de bandieten zich vanzelf over. Het probleem in ‘De Duitser’ is dat het verrassingseffect eraf is.”

De burgemeester kan het beleg een “mislukking” noemen, omdat hij door de – alom als rampzalig voor Rio beschouwde – bestuurlijke fusie tussen de stad en de omliggende provincie op veel terreinen geen baas in eigen stad is.

Ook het bestuur van de deelstaat Rio denkt dat het complex in een uur te ontzetten is. Maar alleen ten koste van een bloedbad zonder weerga onder de bewoners. Uitroken is derhalve het devies, met af en toe een inval om wapens en drugs op te sporen. Al is de overlast enorm voor de tussen twee vuren levende bewoners, de nieuwe gouverneur Cabral oogst vooral lof met de operatie.

Na acht verloren jaren onder zijn voorganger, laat hij op zijn minst zien dat de staat nog intenties heeft om de sloppen te heroveren. Meer cruciale favela's volgen, belooft Cabral. Want: “Rio staat op een tweesprong tussen beschaving en barbarij.”

De vraag is nu: neemt het Rode Commando tijdens de spelen wraak met een aanslag? De Nederlandse Bernice van Bronkhorst, specialist voor de Wereldbank in Latijns-Amerikaanse steden, woonde drie jaar in Rio en is net terug uit de ‘mislukte staat’ Haïti.

“Sommigen vergelijken Rio met Haïti, maar dat is onzin. In Haïti wordt in de sloppen op houtskool gekookt en heeft niemand drinkwater. Rio heeft al een grote slag gemaakt. Het is een rijke stad in een gemiddeld rijk land. Met grote ongelijkheid, dat wel.”

Van Bronkhorst vergelijkt het Rio van nu met de Colombiaanse hoofdstad Bogotá van begin jaren negentig. Toen de gevaarlijkste stad ter wereld, nu een bron van inzicht voor Latijns-Amerikaanse stadsbestuurders.

De belangrijkste les van Bogotá? “Politie, politie, politie,” hamert Maia. “Net als de Colombiaanse politie respect herwinnen met beter opgeleide agenten. En meer onderzoek.” Rio’s politie presteert het om slechts 3% van de moordzaken op te lossen.

Bronkhorst benadrukt dat slimmer politiewerk hand in hand moet gaan met forse sociale investeringen. “Iedere dollar die je aan preventie van criminaliteit besteedt, spaart op lange termijn zes dollar aan repressie.”

In dat licht is het hoopvol dat president Lula Rio bijna anderhalf miljard euro heeft toegezegd voor het opknappen van sloppenwijken als het Complex van de Duitser. Goed voor riolering – ruim 30% van de stadsbevolking zit zónder – scholen en, in navolging van die andere gewezen moordstad Medellín, een kabelbaan van een metrostation naar de heuvels. Een ambitieus plan in een wijk waar nu geen piloot durft over te vliegen vanwege het gevaar van rondfluitende kogels.

Terwijl deskundigen peinzen over het medicijn voor de stad die in de jaren vijftig jaar zijn politieke en economische hoofdrol verloor aan Brasília en São Paulo, zijn voor de spelen bussen vol straatarme gelukszoekers uit het noordoosten aangekomen op zoek naar werk. Eindpunt: de favela's. Ziehier de boemerang die Rio als culturele hoofdstad van Brazilië nog altijd in het gezicht slingert. Rio blijft de spiegel van Brazilië. Opgepoetst voor de komende weken, maar onveranderd gebarsten.
------------------------------------------------------------------------------------

Sommige vrienden in Nederland leken zich af te vragen of ik levensmoe was toen ik aanstalten maakte om naar Rio te vertrekken. Ergens wel begrijpelijk. Als de strandmetropool de wereldpers haalt, is er immers meestal een bloedbad in het spel.

Ook het lezen van Braziliaanse kranten op internet werkte niet bepaald bemoedigend als voorbereiding op mijn reis. Berichten over mensen die zappend voor de tv of zomaar tijdens het tanken worden geraakt door kilometers ver afgedwaalde kogels; een betrapte undercover journalist die door bandieten verbrand wordt in een stapel banden; autodieven op de ‘Gaza-strook’ tussen vliegveld en centrum die slachtoffers thuis aan de varkens voeren; je verzint het zo gek niet.

Zo wil het dat je ietwat nerveus met je boedeltje in de taxi zit na de landing. Op alles voorbereid als je bent, laat je je mobiele telefoon de eerste dagen thuis (handig apparaat dan!), stop je je pinpas veilig in je sok en zit in je broekzak steevast twintig euro klaar voor die dreumes die ieder moment ‘je geld of je leven’ kon roepen.

Twee jaar leven in Rio en niet één vervelend voorval later is de verleiding groot om het gevaar te relativeren. Afkloppen! Maar toch: die aangeprate paranoia is nergens voor nodig.

De geografie van het geweld in Rio redelijk voorspelbaar. De moordcijfers in het rijkere zuiden van de stad liggen ‘slechts’ een keer of zes boven Amsterdams peil. Die huiveringwekkende uitwassen in de krant vinden zelden plaats buiten de grenzen van de bendeoorlog. En aangezien de criminaliteit bij uitstek economisch van aard is – zeldzaam zijn de dronken Brazilianen die voor de lol een pub vernielen of een buitenlander in elkaar slaan – valt er al een wereld te winnen door niet luid neuriënd met je iPod over straat te gaan.

Voeg daarbij de wonderlijk constante vriendelijkheid die je tot in de meest vluchtige straatcontacten met de ‘cariocas’ ten deel valt, en ja, je kunt in deze beruchte stad oprecht fluitend over straat.

En als je toch aan de beurt komt, blijf dan rustig en bedenk: dat is nu eenmaal de merkwaardige paradox van een stad waar het leven een aangenaam losse loop heeft, maar ook nog op het scherpst van de snede wordt uitgevochten.
-----------------------------------------------------------------------------------
Het ultieme middel tegen Rio’s drugsgezwel is legalisering van soft- en harddrugs. Gouverneur Sergio Cabral heeft met die mening de knuppel in het hoenderhok gegooid. Maar burgemeester Maia en 2/3 van de stadsbewoners zien niets in zo’n taboebreuk.

Volgens Cabral zijn de resultaten van de strijd tegen drugs zo waardeloos en de kosten zo hoog dat Brazilië een debat in de VN moet openen over wereldwijde legalisering. Hij vindt de deelstaat Rio te klein voor een experiment, maar Brazilië kan wat hem betreft vooropgaan als gidsland.

Maia: “Het land wordt dan één grote wietplantage. En aanbod schept vraag. Bovendien gaan de bendes gewoon door met cocaïne- en heroïnehandel. Ik denk dat mijn collega een grap maakt.”

Maar Cabral, naar eigen omschrijving een “radicaal neutrale” pragmatist, is ook voor vrijgave cocaïne en heroïne. Hij denkt dat de vraag met ontmoedigingsbeleid te temmen is.

“Het Nederlandse model is niet slecht en niet ideaal”, stelt hij in het tijdschrift Época. “Het is veiliger als mensen wiet in de coffeeshop halen dan aan de voet van een sloppenwijk. Maar zolang je cocaïne niet vrijgeeft, blijft het model halverwege hangen.”

De discussie is in ieder geval aangeslingerd. Volgens de Braziliaanse Princeton-econoom José Scheinkman is dat een goede zaak. “Het zal erg moeilijk zijn om het geweld in Rio te controleren zolang de drugshandel zo lucratief is. En deze is zo lucratief door de repressie.”

woensdag, juli 11, 2007

Zuurstof, verse vruchten, geiten

Column in De Telegraaf van vandaag. Op de foto de officieuze burgemeester van de Quilombo do Sacopã, José Luiz Pinto Jr. De zuurstof, verse vruchten en geiten doen hem zichtbaar goed; je zou hem - tevens zanger van de sambaband Rola Preguiçosa (Luie Penis) - toch geen 65 jaar geven.

Onderaan de tekst foto's van nog twee mooie mensen: Braulio Nazaret en Aninha Pinheiro, de enige niet-Pinto in de quilombo (aangetrouwd). Heerlijk land dat Brazilië, overal verhalen!
------------------------------------------------------------------------------------
Achter de miljoenenvilla’s langs de lagune van Rio de Janeiro ligt tussen mango- en papajabomen een curieus dorpje verscholen. “Speculanten hebben ons 1,5 miljoen euro geboden om te vertrekken”, zegt José Luiz Pinto Jr. (65), de kleinzoon van een gevlucht slavenpaar dat hier rond 1880 beschutting zocht. “Maar zo goed als hier krijgt mijn familie het nergens. Zuurstof, verse vruchten, geiten.”

Ze schieten in heel Brazilië als paddenstoelen uit de grond. ‘Quilombos’, groepjes afstammelingen van ontsnapte slaven, die als pleister op de historische wonden de verstopplek van hun voorvaderen mogen bewonen.

Sinds president Lula het makkelijker heeft gemaakt om een eigen ‘Afro-Braziliaans cultureel gebied’ aan te vragen, zijn al ruim vijfhonderd quilombos op de regeling ingesprongen. De regering schat dat het aantal kan oplopen tot 3400, samen goed voor een lap land vijf keer groter dan Nederland.

Eindelijk gerechtigheid, vindt de Braziliaanse zwartenbeweging, al is er onvrede over de trage procedure tot erkenning. Critici zien het beleid als een uitnodiging tot landjepik, omdat de belangrijkste maatstaf bij het keuren van de aanvraag is of de groep zichzelf als telgen van gevluchte slaven beschouwd.

Neem de tweede quilombo van Rio, op een steenworp van de haven waar tot diep in de 19e-eeuw slaven werden verhandeld. Historici achten het onmogelijk dat in het centrum van de stad een enclave ontglipte slaven zou zijn geduld.

“Wat dan nog!,” reageert quilombo-leider Damião Braga. “De wieg van de samba staat in onze buurt. We hebben recht op deze grond, al was het maar om dat erfgoed te bewaren.”

Aan het bestaansrecht van het dorpje van de familie Pinto wordt niet langer getornd. De idylle wordt enkel nog verstoord door het feit dat bijna alle 35 bewoners werkeloos zijn.

“We moeten het hebben van de verkoop van ‘feijoada’ (het slavenmaal van bonen en resten varkensvlees dat tot het nationale gerecht van Brazilië uitgroeide, red.) in de buurt”, zegt José Luiz. “We willen een hostel bouwen voor toeristen, maar het is nog wachten op de eigendomsrechten. Maar dat kan er na ruim honderd jaar strijd voor erkenning wel bij.”

dinsdag, juli 10, 2007

Wereldwonderen 'een farce'

In De Telegraaf van vandaag:

Van onze correspondent
RIO DE JANEIRO, dinsdag

“Een farce. Uitgedokterd door een marketinggenie dat de wereld nu zit uit te lachen.” Aldus de Spaanse krant El Mundo gisteren over de verkiezing van de moderne wereldwonderen.

Dat nieuwbakken betonbeeld op de berg in Rio de Janeiro – één van de zeven uitverkorenen – kan toch niet in de schaduw staan van het eeuwenoude Alhambra-paleis?

Slechte verliezers, die Spanjaarden, kaatst Brazilië. Het fantastische uitzicht aan de voet van het beeld is alleszins wereldwonderwaardig. Toch waagt ook een enkele Braziliaanse commentator het vraagtekens te zetten bij alle euforie.

Het Christusbeeld stond lang kansloos buiten de toptien in de race die volgens de organisatie wereldwijd 100 miljoen stemmen genereerde. Totdat Braziliaanse politici, bedrijven en media zich een maand voor de deadline en bloc achter hun Onze-Lieve-Heer schaarden. Per sms kon gratis gestemd worden. Het landelijke halfachtjournaal eindigde met de boodschap: ‘Stem Christus!’ Zelfs president Lula maande 185 miljoen Brazilianen te stemmen via een speciale website.

Waar Brazilië in hoog tempo digitaliseert, lopen 14 miljoen Cambodjanen niet bepaald voorop in massacommunicatie. Ze zijn wel trots op hun bijna duizend jaar oude tempelcomplex Angkor Wat, maar een wereldwonder zal dat na dit weekend niet meer worden.

Volgens de Unesco is de verkiezing van nul historische en culturele waarde, maar dat drukt de Braziliaanse pret geenszins. De overwinning levert volgens de eerste – niet zuinige – schattingen 20% meer toeristen, 200 miljoen euro en 250.000 banen op.

maandag, juli 09, 2007

Verslagje Live Earth Copa

Prettig dat er zaterdagavond op Copacabana 400.000 i.p.v. de door mij fout voorspelde 700.000 mensen op de been waren, dat scheelde een hoop gedrang. De show begon vlak voor de deadline van de zondagkrant; onderstaand stukje maakte ik in de uren voorafgaand.

Het werd een relaxed strandfeestje met matige optredens. Hoogtepunt Lenny Kravitz speelde zouteloos, repte met geen woord over het milieu (interactie: eenmaal 'obrigado') en gaf geen toegift. Nee, dan was O Rappa stukken leuker.

Ik had op mijn stukje strand, omringd door zatte Schotten, niet het idee dat de boodschap veel gehoor vond, maar de bierblikjes werden in ieder geval razendsnel geraapt door het imposante leger freelancers dat bij deze evenementen zijn slag pleegt te slaan.
----------------------------------------------------------------------------------
De mondiale concertmarathon Live Earth is gisteren voor naar schatting 700.000 Brazilianen afgesloten op het strand van Copacabana in Rio de Janeiro.

Een tweede poging van justitie om de show om veiligheidsredenen te verbieden, strandde op de valreep op het groene licht van de politie.

Brazilië kon als enige land gratis genieten van de optredens. Blikvangers waren rocker Lenny Kravitz en soulzangeres Macy Gray.

Brazilianen zijn volgens onderzoek van AC Nielsen het meest bezorgd om de opwarming van de aarde. Op het zonovergoten Copacabana wordt ‘Live Earth’ unaniem “belangrijk” genoemd, al vinden de meeste bezoekers dat de bal niet bij hen ligt.

“Ik heb geen auto, ik reis nooit. Ik kan moeilijk mijn koelkast uitzetten”, zegt matéverkoper Miller.

Het nationale milieugeweten wordt geprikkeld door tv-zender O Globo, die veelvuldig de alarmbel luidt over het wassende oceaanwater. Met een kustlijn van 8000 kilometer en een relatief vlak achterland is dan ook niet veel fantasie nodig voor een nat en somber Braziliaans toekomstscenario.

“Dit evenement komt te laat”, zegt landmeter Moises Limeira turend over het strand. “Copacabana ligt hoog en breed genoeg om een halve meter hoger water op te vangen. Maar voor Ipanema zie ik het somber in.”

Menigeen vindt het irritant dat uitgerekend een vervuilende Amerikaan zich als redder van de aarde opwerpt. H. Bezerra: “Al Gore stond tot voor kort de internationalisering van het Amazonewoud voor. Nu moeten we hem zeker helpen president van de VS te worden.”

De politieke rol van Brazilië ten aanzien van het broeikaseffect is dubbelzinnig van aard. Terwijl president Lula de wereld afreist om zijn groene benzine (ethanol) aan de man te brengen, is het land door het afbranden van het Amazonewoud de vierde CO2-uitstoter ter wereld.

Maar de gemeente Rio heeft in ieder geval een milieuprotocol opgesteld, dat onder meer voorziet in jaarlijks 10% méér bomen in de stad en in het opschonen van de lokale busvloot.

vrijdag, juli 06, 2007

De politie is je beste vriend

Je ziet ze patrouilleren 's avonds, terwijl hun automatische geweren losjes uit het autoraam bungelen. Beetje vrouwtjes imponeren, kijken of er iemand valt af te persen, het is een afwisselende baan.

Ik heb het geluk dat er een als schild functionerende correspondentenpas tevoorschijn komt als agenten me zonder aanleiding beginnen te fouilleren, want ze zijn doorgaans creatief als het aankomt op het vragen van een kleine bijdrage voor een onbekommerde tocht huiswaarts ('weet je zeker dat je geen drugs op zak hebt'?)

Nee, de politie is niet bepaald een factor van rust op straat. Kijk eens naar de opgefokte wijze waarop deze (klik 'assista ao vídeo' aan) twee jongemannen worden benaderd.

De 29-jarige beveiligingsbeambte Rubineu Nobre pikt het niet dat een agent zomaar begint te slaan en moet dat met zijn leven bekopen. Ongewapend, zonder criminele antecedenten, om te huilen.

Een beginnend agent mag hier na een korte opleiding voor een loontje van driehonderd euro dagelijks zijn leven in de waagschaal leggen. Waar je in Nederland journalist wordt als je echt niets anders kunt, kun je je hier dus nog altijd een uniform en een pistool laten aanmeten.

Men is het erover eens dat een revival van Rio zou kunnen beginnen bij een zuivering van de door en door corrupte en gewelddadige politie, zoals andere Zuid-Amerikaanse steden als Bogotá en Medellín dat met enig succes hebben voorgedaan.

De gouverneur en burgemeester van Rio laten zich tegenwoordig inspireren door Colombia, dus er is hoop. Mijn zondagpagina over het reilen en zeilen van Rio moet dit weekend wijken voor Live Earth – dat zoals verwacht gewoon doorgaat op Copa – maar volgende week ben ik aan de beurt.

woensdag, juli 04, 2007

Walviskist

Geen wereldnieuws, maar wel grappig.
------------------------------------------------------------------------------------
Familie van de aan overgewicht overleden Braziliaanse huisvrouw Nair Domingues da Silva zint op juridische stappen tegen de begrafenisonderneming van de gemeente Londrina.

In de rekening voor de uitvaart was een doodskist van het type ‘002 walvis’ opgenomen. Kwetsend, aldus de nabestaanden van de 140 kg zware vrouw. Volgens de gemeente zijn de typeringen ‘walvis’ en ‘dik’ inmiddels vervangen door ‘groot’ en ‘extra groot’.

maandag, juli 02, 2007

Even een afspraakje maken

Het moet niet te persoonlijk worden, maar dit kan net. Even een kijkje in een mailwisseling die ik laatst met een Braziliaanse had. Het geeft een aardig beeld van de huurlingmentaliteit waar je hier als gringo tegenaan loopt. Voor de duidelijkheid: het betreft uiteraard geen prostitué.

G- Hoi. We hebben elkaar laatst ontmoet, weet je nog? Wil je iets afspreken?

B- Het zou geweldig zijn om je te ontmoeten. Maar ik woon in het verre noorden. De bus en de metro zijn erg gevaarlijk en ik heb geen geld voor de taxi.

G - Ben benieuwd naar jouw buurt (arm). Ik reis wel vaker naar het noorden van de stad, geen probleem. Heb je suggesties daar? Of zullen we in het centrum afspreken? Daar woon ik dichtbij.

B - Ik vind het niks hier. Ik ontmoet je liever ver in het zuiden (luxe). Wat vind jij?

G - Goed, maakt mij niet zoveel uit waar. Maar een taxi van het verre noorden naar het verre zuiden is erg duur en je zegt dat je geen geld hebt. Weet je het zeker?

B - Hahaha, sorry, maar jouw soort gast ben ik niet gewend. Ik ben gentlemen gewend. We kunnen dit beter vergeten.

G - Haha, zoiets verwachtte ik al. Succes met je zoektocht naar een gringo-miljonair.

B - Beter een miljonair dan een hoef van een koe (gierigaard).

G - Ik geloof dat je een beetje in de war bent.

Goed, als blonde krullenbol vraag je er ook om natuurlijk. Toch geeft het een optatertje als je zo opzichtig tot wandelende portemonnee wordt gereduceerd. Zonde van wat een boeiende date met een tweede Braziliaanse Patty Brard had kunnen worden.

vrijdag, juni 29, 2007

Amazonecarnaval

Helaas helaas, we zitten weer hopeloos op de verkeerde plek dit weekend, want het gebeurt tot zondag allemaal in het Bumbódromo op het Tupinambarana-eiland in de Amazonerivier.

Zo’n 100.000 mensen zijn daar komen aanvaren en vliegen voor het jaarlijkse festival van Parintins. Nadat ik me er vorige week zaterdag in Manaus door meerdere locals van liet overtuigen 's avonds een kijkje te nemen bij ‘De Os’ in het lokale sambastadion, kreeg ik daar een voorproefje van hét feest van het Amazonewoud voorgeschoteld.

Waar het op neerkomt, is een wedstrijd tussen twee dansende ossen, Boi Caprichoso (De grillige os) en Boi Garantido (De Verzekerde Os). De aanhang beider ossen vult dat op de tribune aan met een curieus omslachtig dansje, een soort macarena maar dan anders.

Dit alles gaat gepaard met teksten die op het eerste gehoor weinig toevoegen: ‘Oe, oe, os, os, oe, oe, os, os, niemand danst beter dan die os.’ De os van Caprichoso is blauwwit en die van Garantido roodwit en na drie dagen is er een winnaar.

De rivaliteit is fel: als je gesprek in de taxi in Manaus even stilvalt, vraag de chauffeur dan of hij Caprichoso of Garantido is. De kwestie verdeelt hele families. In het algemeen kun je stellen dat Garantido meer van het volk (povão) is en Caprichoso van de middenklasse, zo begreep ik.

Het feestelijke gebeuren wordt opgeluisterd met een pittige drumband, praalwagens en dansers met indianentooien, wat het geheel ook leuk maakt voor neutrale toeschouwers.

Voor de oorsprong van de traditie verwijs ik gemakshalve naar de Wikipedia. Het verhaal is toch enkel aankleding van wat in essentie rechttoe rechtaan plattelandsvertier is voor een hoop paraderende jongens en meisjes van Portugees-indiaanse bloede (de caboclos, het lokale ras – mooie vrouwen in Manaus!).

Mannenspoor Karrenspoor in het Amazonewoud, na een paar biertjes was het best aanstekelijk. Een vriend van me in Rio kent zelfs geen mooier feest en is er dit jaar weer bij. Willem, laat even weten hoe het was.