zondag, augustus 10, 2014

Met weemoed terugdenken aan Hollandse tijd

Reportage die onlangs verscheen in een Brazilië-special van Elsevier.
-------------------------------------------------------------------------
Nederlanders zijn geliefd in Recife, de voormalige hoofdstad van Nederlands Brazilië (1630-1654). Dat is vooral te danken aan de erfenis van gouverneur-generaal Johan Maurits van Nassau-Siegen (1637-1644), een Duitser nota bene. "Hij heeft in zeven jaar meer voor Brazilië gedaan dan de Portugezen in driehonderd jaar."

Het is rustig vanochtend in Fort Frederik Hendrik (1630), een voormalig Nederlands fort dat tegenwoordig dienstdoet als het Stadsmuseum van de broeierige havenstad van 3,7 miljoen inwoners. Boven kuieren enkele bezoekers rond tussen zeventiende-eeuwse kanonnen en stenen met Nederlandse inscripties ('Niet sonder Got'; 'Anno 1637').

Beneden, in een gekoeld kamertje aan de met palmbomen beplante binnenplaats, buigt een groep Braziliaanse onderzoekers zich over een grote verzameling archeologisch materiaal. Tabakspijpen, kogels, dobbelstenen, scherven, knopen; alles wordt netjes gecatalogiseerd.

De voorwerpen zijn deels afkomstig uit de Nederlandse periode, weet onderzoeksleider Simone Reis (1957). “Het meeste materiaal is opgegraven in de jaren zeventig. Er is nu pas budget om alles in kaart te brengen.”

De tijdrovende klus zal in de loop van 2014 resulteren in een tentoonstelling over O Brasil Holandês, verzekert Reis. "Het is de rijkste stuk uit de geschiedenis van Recife. Het is het eerste waar bezoekers naar vragen. Belangrijk dus dat we er meer informatie over bieden."

Fort Frederik Hendrik (onder Brazilianen beter bekend als het Forte das Cinco Pontas) is een historische plek. In 1654 gaven de Nederlanders zich hier na 24 jaar bezetting over aan de Portugezen. De Pruisische kolonel Sigismund von Schoppe, één van de vele
buitenlandse huurlingen in het leger van de West-Indische Compagnie (WIC), overhandigde symbolisch de sleutel van zijn laatste militaire bolwerk in Recife.

"Eeuwig zonde", treurt Reis' collega Maria de Lourdes Cordeiro (1981) terwijl ze een stokoude kanonskogel onder de loep neemt in de onderzoeksruimte. Het koloniale bewind van de Portugezen, dat stand zou houden tot de Braziliaanse onafhankelijkheid in 1822, bracht het land daarna weinig goeds, verzucht Cordeiro.

Onderzoeker Maria de Lourdes Cordeiro

"Bureaucratie, corruptie, analfabetisme. Wat zou er gebeurd zijn als de Hollanders wel waren gebleven? Dat is de grote vraag die we ons hier altijd zullen stellen."

Museumdirectrice Betânia Corrêa de Araújo, een in Nederlands Brazilië gespecialiseerde architect, plaatst even later een kanttekening bij de nostalgie van haar stadsgenoten. "De Hollanders hadden over het algemeen een 'normaal' koloniaal project. Brazilië werd uitgebuit en er was slavernij."

Eén man maakte echter het verschil, meent Araújo. "Maurits was een visionair bestuurder. Hij bouwde hier de eerste geplande Braziliaanse stad. En door zijn goede gevoel voor marketing liet hij al zijn wapenfeiten vastleggen. Daardoor is zijn periode de best gedocumenteerde uit de koloniale geschiedenis van Brazilië.”

Graaf Maurits, een achterneef van Willem van Oranje, werd in 1604 geboren op slot Dillenburg (huidig Duitsland). In 1636 gaven de Heren Negentien van de WIC hem de opdracht om de suikerproductie te vergroten in Brazilië. Op eigen initiatief nam de humanistische mecenas een groep kunstenaars en wetenschappers mee om onderzoek te doen naar de verre, onbekende kolonie.

Dat leverde onder meer het boek Historia Naturalis Brasiliae op, met de eerste gedetailleerde beschrijvingen van de inheemse bevolking, flora en fauna. De schilders Frans Post en Albert Eckhout zorgden voor de eerste natuurgetrouwe afbeeldingen van Brazilië. Een belangrijk deel van hun werk is in Recife te bewonderen in het Instituto Ricardo Brennand (zie kader 1 onderaan de tekst).

Maurits van Nassau

Ook op militair gebied toonde Maurits zich een ambitieus leider. De jonge dertiger veroverde algauw de Afrikaanse slavenhavens Elmina (huidig Ghana, in 1637) en Luanda (Angola, in 1641) om de suikercyclus geheel onder controle te krijgen. Ook wist de gouverneur-generaal vanuit Mauritsstad (nu Recife) zeven van de vijftien Braziliaanse capitanías (provincies) in te lijven.

De expansiedrift is terug te vinden in de overblijfselen van Nederlandse forten langs duizenden kilometers Braziliaanse kust. De Amsterdamse archeoloog Oscar Hefting, directeur van de New Holland Foundation, doet hier sinds 2002 onderzoek naar. Met behulp van archieven, luchtfoto’s en veldonderzoek tekende hij er al 78 op in zijn digitale 'Atlas of Dutch Brazil', van het Amazonegebied tot iets ten noorden van Rio de Janeiro.

"Deze Amazone-forten komen niet uit de tijd van Maurits”, vertelt Hefting terwijl we in een taxi door het helse verkeer van Recife ploeteren. “Ze waren van de Zeeuwen die al rond 1585 naar Brazilië voeren voor tabak en Brazielhout."

Als Nederland vanaf 1630 vaste voet krijgt in Brazilië – mede dankzij het kapen van de Spaanse zilvervloot in 1628 kan de WIC zich het koloniale avontuur permitteren - neemt het aantal forten snel toe.

Een sinecure is het niet om de resten op te sporen, aldus fortenjager Hefting. “Anders dan de Portugezen bouwden Nederlandse ingenieurs forten van opgeworpen aarde, net als in Nederland. Daar was immers geen natuursteen voorhanden. Bovendien vestigden Nederlanders zich voornamelijk op zeeniveau, op strategische plekken bij riviermondingen. Veel sporen zijn daardoor weggespoeld."

Het tweede goed bewaarde fort van Recife is Fort de Bruyn (Forte do Brum, 1631). Het werd - net als Fort Frederik Hendrik - na de Nederlandse aftocht in steen herbouwd door de Portugezen.

Archeoloog Oscar Hefting voor Fort de Bruyn

Tegenwoordig fungeert het gave, hagelwitte fort in de vervallen stadshaven als kazerne en museum van het Braziliaanse leger. Bij de ingang worden we verwelkomd door de jonge soldaat Mendonça.

Binnen toont de geüniformeerde gids een bescheiden verzameling voorwerpen uit de Nederlandse tijd. Een paar zalen verderop blijkt dat er in Fort de Bruyn minder romantisch wordt gedacht over deze periode.

Er hangen schilderijen van de Batalhas dos Guararapes, de veldslagen in 1648 en 1649 waarin ‘de Hollandse indringers’ een pijnlijke nederlaag leden tegen een lokaal guerrillaleger. "Voor het eerst vochten de drie Braziliaanse rassen samen (blanken, zwarten en indianen, KK). Het was de geboorte van het Braziliaanse vaderland", ronkt een tekst bij een schilderij.

Schilderij van de Batalhas dos Guararapes

Maar Mendonça maakt desgevraagd een kanttekening. "Enerzijds vind ik het goed dat de Hollanders zijn verdreven. Ik ben een Braziliaanse soldaat. Anderzijds waren ze hier wel echt iets aan het opbouwen. Ze hadden nog meer voor Brazilië kunnen betekenen."

Een kleine kilometer verderop ligt de meest 'Nederlandse' straat in het oude centrum van Recife, de Rua do Bom Jesus (Straat van de Goede Jezus). Dit was van 1636 tot 1654 de Jodenstraat.

Archeologische opgravingen in 1999 bewezen dat hier onder Maurits de eerste synagoge van de Nieuwe Wereld was gehuisvest, de Kahal Zur Israel (Rots van Israël). Op de ruïnes van het gebouw staat nu een joods cultureel centrum met een museum.

We worden binnen opgewacht door directrice Tânia Kauffman (1939), een Braziliaanse met Europese, joodse ouders die in de jaren dertig hun toevlucht in Recife zochtten. Trots toont ze de resten van de oorspronkelijke muren van de synagoge (gemaakt van Hollandse bakstenen) en de mikwe, een put voor joodse reinigingsrituelen.

"De Nederlandse periode was een bloeitijd voor joden”, weet Kauffman. “Zeker onder Maurits, die een relatieve godsdienstvrijheid invoerde. Hij had de joden namelijk nodig voor de opbouw van zijn kolonie.”

Al vóór 1630 kende Pernambuco, de provincie waarvan Recife de hoofdstad is, een omvangrijke joodse gemeenschap. Deze bestond voornamelijk uit Portugese joden die door de inquisitie van het Iberisch Schiereiland waren verjaagd. Als verplicht bekeerde ‘nieuwe christenen’ werd hun aanwezigheid in de Portugese kolonie Brazilië wel gedoogd.

Naambordje in de vroegere Jodenstraat

De joden controleerden de Pernambucaanse suiker- en slavenhandel, aldus Kauffman. "Ze waren belangrijk voor Maurits. Hij stond hen toe hun christelijke masker te laten vallen. Er waren in Nederlands Brazilië nog wel pesterijen tegen joden, maar de synagoge werd gerespecteerd. Dit tot woede van veel Portugese katholieken en Nederlandse protestanten."

In Nederlands Brazilië konden joden beroepen vrij uitoefenen, anders dan in Nederland en de rest van Europa. Ter illustratie van de religieuze tolerantie wordt in het museum verteld over de Jodenwacht. Leden van deze joodse militie in het WIC-leger konden tegen betaling van veertien stuivers vrijaf nemen tijdens de sabbat.

De Portugese joden in Brazilië gaven het goede nieuws door aan land- en geloofsgenoten in Amsterdam. Daarop reisden velen Maurits achterna. Joden vormden 15% tot 25% van de bevolking van Recife (zes- tot achtduizend inwoners). "Joden waren de brains van de kolonie", stelt Kauffman. "Ze werkten als bankier, dokter, ingenieur en tolk" (dankzij hun Nederlands Portugese tweetaligheid).

Toen Maurits vertrok in 1644 brokkelde de godsdienstvrijheid langzaam af. Na de Portugese machtovername in 1654 was het helemaal gedaan met de vrijheid van joden. Ze kregen drie maanden om hun bezittingen te verkopen en Brazilië te verlaten (zie kader).

Even verderop in de sfeervolle Rua do Bom Jesus herinneren ook de smalle, hoge, vrolijk gekleurde herenhuizen aan de Nederlandse tijd. "De funderingen stammen nog uit die periode”, vertelt Daniel Breda (1983), een Braziliaanse historicus die de 'Nederlandse' plekjes in Recife op zijn duimpje kent. “Maar alles wat je boven de grond ziet, is later herbouwd door Portugezen en Brazilianen."

Herenhuizen in de Rua do Bom Jesus

We lopen langs de zogeheten Ambassade van de Reuzenpoppen – een eerbetoon aan het carnaval van Recife, één van de grootste van Brazilië – door naar een oranje pand op nummer 143. "Dit is de uitzondering op wat ik net zei. Kijk, je kunt nog Hollandse bakstenen zien." Even verderop bezoeken we een kunstgalerij. Binnen is onder een glazen plaat een oorspronkelijke Nederlandse dijk te zien.

“Pas op, nu naderen we een ramp," lacht Breda terwijl we doorlopen naar Marco Zero (Nulpunt), het modern ogende oudste plein van Recife. "Alle koloniale architectuur is hier eind 19e eeuw vernietigd. Er heerste een antikoloniaal klimaat; de jonge Braziliaanse republiek wilde afrekenen met het verleden.”

Recife wordt door de vele bruggen en kanalen ook wel het 'Venetië van Brazilië' genoemd. Ook dat is een Nederlandse erfenis. We steken de Mauritsbrug over, die het oude centrum verbindt met het vroegere Mauritsstad (nu ook Recife) op het Antônio Vaz-eiland. De houten brug uit 1640, de eerste van Brazilië, is tegenwoordig van beton.

Mauritsstad is volgens Breda "het meest Hollandse stuk van de stad. Toen de Nederlanders aankwamen in 1630, telde het oude centrum al twee, drie straten. Maar dit stadsdeel is vanaf nul opgebouwd door Maurits", verzekert de historicus terwijl we een blauw huis zien waar de graaf even woonde na aankomst. De woning fungeerde tevens als 'eerste sterrenwacht van de Amerika's' en weerstation, aldus een begeleidend bordje op de muur.

Een paar honderd meter verderop belanden we op het Plein van de Republiek. Hier liet de gouverneur-generaal zijn regeringspaleis Vrijburg bouwen, op de oever van de Beberibe-rivier. Er is niets van overgebleven. Evenmin van zijn botanische tuin en dierentuin met jaguars, neusberen en miereneters. De enige herinnering op het plein is een standbeeldje van Maurits. “Een geschenk van de Duitse regering”, staat er op het plakkaat.

Daniel Breda voor het beeld van Maurits van Nassau

Breda zucht. "We geven in Recife hoog op over de Hollandse tijd. Maar er wordt weinig geïnvesteerd in historisch onderzoek. Terwijl er nog veel archeologische schatten in de bodem moeten liggen.”

Het ophemelen van een ver verleden is volgens de nuchtere Braziliaans een vorm van gemakzucht. "Brazilië heeft zijn hedendaagse kwalen toch echt aan zichzelf te wijten. Maar het is makkelijker om de Portugezen overal de schuld van te geven.”

Hoog boven Recife steekt de zusterstad Olinda uit. Hier heerst beduidend minder enthousiasme over de Nederlandse nalatenschap. De over zeven heuvelen gedrapeerde kerkenstad is ouder dan Recife, maar werd in 1631 in brand gestoken door de Nederlanders.

Olinda (De Schone) is met zijn bochtige, steile straatjes vormgegeven als een Portugese stad. De bezetters uit de Lage Landen voelden zich er niet thuis na de verovering in 1630. Ze besloten daarom Recife (Rif) uit te bouwen, een toen nog piepkleine nederzetting op zeeniveau die makkelijker verdedigbaar was door een groot rif pal voor de kust.

Tegenwoordig is Olinda hersteld in zijn oude barokluister. De stad geldt als Unesco-werelderfgoed. Maar de locals zijn de “schandelijke Hollandse aanval op vaderland en religie” niet vergeten, getuige een woedende tekst op een kerk op het centrale plein Alto da Sé.

Tirade in Olinda tegen de 'criminele Hollandse indringers'

"Wat jullie in Olinda deden, kon echt niet", zo stoot de Braziliaanse ambtenaar Edson Lima de Nederlandse verslaggever aan. "Al die prachtige kerken afbranden, een calvinistische wraakactie. Maurits had dat nooit goedgekeurd. Jammer dat hij pas in 1637 in Brazilië arriveerde."

Veertig kilometer ten noorden van Olinda drukten de Nederlanders ook een flinke stempel op de geschiedenis van het Ilha de Itamaracá. Het eiland was door zijn natuurlijke haven, suikerplantages en vruchtenteelt van groot strategisch belang voor de continu met voedseltekorten en ziekten als scheurbuik kampende Nederlanders.

Het WIC-leger deed er tot 1634 over om het te veroveren. De Portugezen verdedigden zich zoals gewoonlijk vanuit een hooggelegen nederzetting, Vila Velha, het latere Schoppestad (naar de genoemde Pruisische kolonel).

In het landerige dorp is weinig terug te vinden van de Nederlandse aanwezigheid. Locals vinden sporadisch nog een Hollandse kleipijp in het zand rond een 16e-eeuws kerkje. Een dorpeling houdt er thuis een archeologisch museumpje op na, maar is helaas niet aanwezig vandaag.

Kunstwerk in het vroegere Schoppestad

Schoppestad werd het trieste lot van Olinda bespaard, maar de Nederlanders bouwden wel weer een eigen steunpunt op zeeniveau, genaamd Fort Oranje. We lopen over het zogeheten Pad van de Hollanders (Trilha dos Holandeses) onder de zinderende tropenzon door naar het fort aan de monding van het Santa Cruz-kanaal.

De ligging van Fort Oranje is schitterend. De toeristische trekpleister ligt ingeklemd tussen een hagelwit palmstrand, een opvangcentrum voor bedreigde zeekoeien en het luxueuze Oranjehotel waar oud-koningin Beatrix in 2003 verbleef tijdens een staatsbezoek.

Binnen lezen in zwembroek gehulde Braziliaanse bezoekers dat Fort Oranje feitelijk bestaat uit twee forten. Archeoloog Hefting ontdekte hier in 2002 dat de Portugezen hun latere stenen fort tegen een kleiner, Nederlands zandfort hadden aangebouwd (zie kader). Het dubbelfort is nu een boeiend museum met een schat aan informatie over Nederlands Brazilië.

Enige smet is de vieze, krakkemikkige buitenmuur, die restauratie behoeft. Lokale autoriteiten steggelen echter al vele jaren over de financiering. “Het duurt veel te lang”, klaagt Bento Minervino de Araújo (1946) in zijn tegenover het fort gelegen Bar Aconchegante (Gezellige Bar). “Braziliaanse politici investeren liever in hun eigen broekzak. Hadden we onze Maurício hier nog maar”, mijmert de Braziliaan.

Toeristen in Fort Oranje

Terug in Recife raadpleegt Elsevier tot slot één van de grootste Maurits-kenners, José Luiz Mota Menezes (1936). De Braziliaanse architect was in 2004 voorzitter van een feestcomité ter ere van het vierhonderdjarige jubileum van de geboortedag van Maurits. Eerder voorspelde Menezes via analyse van oude kaarten de exacte locatie van de genoemde synagoge. Zijn indrukwekkende thuisbibliotheek (10.900 boeken!) bevat veel atlassen en kunstwerken van Nederlands Brazilië.

“Het bijzondere van die periode was dat de WIC een man van het kaliber van Maurits naar Brazilië stuurde. Men was hier gewend aan dikwijls analfabete Portugese bestuurders. Maurits was een geletterde man, een veelzijdig leider. En hij was zelf ook dol op Brazilië.”

Het klikte tussen 'de Braziliaan' (Maurits’ bijnaam) en de lokale bevolking. "Hij benaderde hen niet als vijand maar als burgers. Hij bevorderde vrijhandel en er ontstond voor het eerst een middenklasse. Maurits was een natiebouwer, een staatsman.”

Onder zijn leiding bloeide de lokale suikerindustrie op. Na jaren van oorlog heerste er vrede in Nederlands Brazilië tussen 1637 en 1644. Het terugroepen van de gouverneur-generaal, die in de ogen van de Heren Negentien te hoge kosten maakte in de kolonie, was een typisch geval van “goedkoop is duurkoop”, meent Menezes.

“De joodse gemeenschap bood de WIC 12.000 gulden om hem te laten blijven. Hadden ze beter kunnen accepteren. Door het vertrek van Maurits ontstonden veel conflicten en dat was slecht voor de suikeropbrengsten.”

José Menezes (achter hem de ouders van zijn held Maurits van Nassau)

Als de WIC hem in 1647 vraagt terug te keren naar Brazilië, wordt dat geweigerd door de gekrenkte graaf. Na de rampzalige veldslagen in de Guararapes is het begin van de Nederlands-Engelse oorlog (1652-1654) uiteindelijk de doodsteek voor de kolonie.

Ter compensatie van het verlies dwingt Nederland bij de Vrede van Den Haag (1661) wel nog 63 ton goud en handelsvoordelen af bij de Portugezen. Maurits was ondertussen naar Duitsland vertrokken om stadhouder te worden van Kleef, vlak over de grens bij Nijmegen.

Menezes lijkt er nog steeds kapot van. “We zullen hem nooit vergeten. Hij is de beste burgemeester die Recife ooit heeft gehad."
-----------------------------------------------------------------------
Kader 1 - Sprookjesachtig kasteel

Aan de rand van Recife gaat het chaotische stadslandschap abrupt over in een kaarsrechte weg onder een haag van keizerspalmen. Aan het einde ligt het Instituto Ricardo Brennand, een sierlijk park vol fonteinen, beelden en een museum dat is ontworpen als een sprookjesachtig kasteel.

De excentrieke Braziliaanse industrieel Ricardo Brennand toont hier de grootste particuliere verzameling van kunst uit Nederlands Brazilië. Naast schilderijen van Frans Post en wandtapijten van werken van Albert Eckhout zijn er boeken, kaarten en munten uit de Nederlandse tijd te zien. Oud-koningin Beatrix en het huidige koningspaar Willem-Alexander en Máxima verrichtten in 2003 de officiële opening van de Frans Post-vleugel.
-----------------------------------------------------------------------
Kader 2 - De 23 joden

Een groep van 23 joden begint aan een dramatische tocht na het gedwongen vertrek uit Brazilië in 1654. Hun schip zet koers naar Amsterdam, maar drijft door een sterke oceaanstroom af naar de Cariben. Daar wordt het geënterd door Spanjaarden die dreigen met uitlevering aan de inquisitie. Maar de Spanjaarden worden op hun beurt overmeesterd door een Frans schip. De Fransen brengen de joden naar Nieuw Amsterdam, het latere New York. Daar kopen de 23 zich vrij en zetten ze de eerste synagoge van Noord-Amerika op.

-----------------------------------------------------------------------
Kader 3 - Dubbel fort

"Rond kerst 2002 begon ik het Spaans benauwd te krijgen", vertelt archeoloog Oscar Hefting over het onderzoek dat hij toen deed in Fort Oranje op Ilha de Itamaracá.

"Koningin Beatrix zou op 23 maart 2003 op bezoek komen. En ik had nog geen bewijs gevonden voor mijn stelling dat er een Nederlands fort lag verborgen onder het stenen fort van de Portugezen."

Terwijl Braziliaanse archeologen geloofden dat het Nederlandse fort was vernietigd, kon Hefting door een archeologische doorbraak bewijzen dat de oude structuur inderdaad nog deels intact was. "Eerst zochten we in de randen van het Portugese fort naar resten van de Nederlandse wallen. Maar op een dag ontdekten we de resten van de Hollandse waterput uit het midden van het Portugese fort. Toen pas besefte ik dat het Nederlandse fort kleiner was geweest. Daarna vielen alle puzzelstukjes op hun plek. We vonden de Nederlandse poort, de kruitkamer en de wallen."

Oscar Hefting in Fort Oranje

Het is belangrijk om de forten te lokaliseren, vindt het lid van de Commissie Overzeese Vestingwerken van de Stichting Menno van Coehoorn. "Bekend is dat Nederlanders van de zestiende tot de negentiende eeuw minimaal vijfhonderd forten hebben gebouwd in het buitenland. Ze zijn een typisch exportproduct dat de Nederlanders over de hele wereld hebben neergezet om hun handelspositie te verstevigen.

Door de forten in kaart te brengen, creëren we kennis over het gedeelde verleden met andere landen. Zo kunnen vroegere militaire objecten bijdragen aan vriendschappelijke banden voor de toekomst."

donderdag, augustus 07, 2014

Column Megatempel

Uit De Telegraaf.
---------------------------------------------------------------------------
Is Brazilië in 2050 nog het land van caipirinha, strakke bikini's en een losse seksuele moraal? Niet als het aan de ultraconservatieve pinksterkerken ligt die steeds meer zieltjes winnen in het grootste katholieke land ter wereld.

Al bijna een kwart van de Brazilianen is evangelisch (tegen 6% in 1980). De stille revolutie werd afgelopen week geïllustreerd met de opening van de zogeheten Tempel van Salomo in São Paulo. De replica van de mythische tempel in Jeruzalem is de nieuwe hoofdzetel van de ook in Nederland actieve Universele Kerk van Gods Rijk (UKGR).

"Twee keer zo hoog als het Christusbeeld", zo ronkt de pinksterkerk over de pompeuze kolos midden in de arme volkswijk Brás. De steenrijke UKGR-leider Edir Macedo liet er speciaal Italiaans marmer en 'heilige' stenen uit Israël voor invliegen.

Templo de Salomão (credit: IURD)

De gepeperde rekening (220 miljoen euro) werd deels opgehoest door zijn arme aanhang. Giften aan zijn kerk worden volgens de 'welvaartstheologie' van Macedo met rente terugbetaald door Onze-Lieve-Heer, niet in de hemel maar in het hier en nu.

"Dit unieke gebouw is het waard. Ik ben zo blij dat ik dit mee mag maken," zwijmelt de Braziliaanse huisvrouw Zelinda Pacheco (69), een van de vele nieuwsgierigen die voor een gebed of selfie naar de tempel is afgereisd. Souvenirwinkels doen goede zaken rond de nieuwe ansichtkaart van de stad.

Bars en restaurants doen alcohol en sigaretten in de ban om vrome pelgrims te lokken. Ook uitdagende kleding is taboe bij de tempel. "Ik kan niet eens een glaasje cachaça krijgen. Het lijkt wel of de Taliban de wijk heeft overgenomen", moppert een jonge katholieke loodgieter in een naastgelegen kroeg.

Evangelische politici hijsen bij de presidentsverkiezingen van oktober voor het eerst een eigen kandidaat op het schild, genaamd dominee Everaldo. De herkiesbare president Dilma Rousseff - niet gelovig maar wel aanwezig bij de opening van de megatempel - kiest eieren voor haar geld en paait evangelische kiezers met de belofte om homo- en abortuswetten niet te versoepelen.

In het libertijnse Rio gaan verrassend twee evangelische kandidaten aan kop in de strijd om het gouverneurschap, onder wie de neef van Macedo. Deze oud-gospelzanger Marcelo Crivella wil een lokale wet tegen homodiscriminatie torpederen en de verkoop van drank aan banden leggen.