donderdag, juli 26, 2007

Paard vertrapt meisje (8)

Uit De Telegraaf van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Een achtjarig Nederlands meisje is gisterochtend op een Braziliaans strand overleden bij een ongeval met een op hol geslagen paard.

Het drama voltrok zich op het strand Cumbuco bij de noordelijke toeristenstad Fortaleza, waar het meisje met haar ouders en twee zussen op vakantie was.

Lauren Eenhoorn was net opgezadeld voor een ritje langs de kustlijn toen het dier steigerde en haar uit het zadel wierp. Volgens ooggetuigen bleef ze met haar voet in de stijgbeugel ondersteboven hangen en werd ze 150 meter meegesleept en vertrapt.

Het panische paard werd pas tot bedaren gebracht tussen de tafels en stoelen in een strandtent. Het hevig bloedende meisje leefde toen nog, maar bezweek in het ziekenhuis aan een schedeltrauma.

De politie heeft een klopjacht geopend op de verhuurder van het paard, die direct na het ongeval gevlucht is op het bewuste dier. “Dit is doodslag”, zegt de verantwoordelijke inspecteur Antônio Harley Alencar vanuit Fortaleza, die de assistent van de verhuurder al verhoord heeft. “Hij heeft het dier twee weken geleden gekocht en het was nog veel te wild.”

Volgens de Nederlandse eigenaar van het hostal waar de familie Eenhoorn sinds zaterdag verbleef, zijn de familie en de omgeving “in shock. Er worden hier veel paarden verhuurd en dat gaat altijd goed. Ook Lauren had al eerder paardgereden deze week.”

De familie Eenhoorn vliegt terug naar Nederland zodra het stoffelijk overschot is vrijgegeven.


Verslagenheid voor het ziekenhuis in Fortaleza

maandag, juli 23, 2007

Manicure op de cel

Tsja, moet je nou lachen of huilen om deze column in de krant van vandaag? 'Só no Brasil', zoals ze hier zeggen, 'alleen in Brazilië'.
---------------------------------------------------------------------------------
Een verblijf in een Braziliaanse gevangenis is niet voor iedereen even akelig. Neem Aílton Guimarães, gokmaffiabaas en als oud-voorzitter van de Liga van Sambascholen verdacht van omkoping van Rio’s carnavalsjury dit jaar. Als afgestudeerde zit hij in een speciale gevangenis voor de knappe koppen van de stad, genaamd Ponto Zero (Nulpunt).

Daar gaf de oud-legerkapitein, die tijdens de dictatuur (1964-1985) politieke gevangenen folterde, onlangs een feest voor zijn jarige kleindochter, compleet met figuranten in Disneypakken. Ook laten zijn bewakers regelmatig een manicure toe op de cel, vertelt een bron die – begrijpelijkerwijs – anoniem wil blijven.

In ruil voor nog wat steekpenningen mag zijn vrouw maaltijden klaarmaken in de gevangeniskeuken. Niet alleen de bul komt goed van pas, ook zijn criminele spaargeld verzacht dus het leed.

Een andere bekende hooggeleerde gevangene is de Tilburgse apenkenner dr. Marc van Roosmalen, de ’Held van de Planeet’ die vocht voor het Amazonewoud en daarbij lak had aan het Braziliaanse regelwoud. Hij omschrijft zijn reguliere gevangenis in Manaus als „een concentratiekamp, waarin door overbevolking in de cellen de sterkste en meest geperverteerde elementen het langst overleven”.

Gelukkig heeft de geruïneerde doctor sinds enkele dagen een eigen plekje in de ziekenboeg van de gevangenis. Niet dat hij ziek is, verzekert een woordvoerder, maar als doctor wordt hij weggehouden bij de ’João’s met de pet’ die met tientallen in helse cellen zitten gestapeld.

Dat zo’n kerker linke soep is, merkte een Braziliaanse huishoudster die tot anderhalf jaar celstraf werd veroordeeld voor een poging tot diefstal van een fles shampoo. In januari kwam ze vrij, blind aan één oog, mishandeld door moordenaars en verkrachters met wie ze als onbetekenende werkster een cel moest delen.

Het moge duidelijk zijn dat Vrouwe Justitia hier niet bepaald blind is voor status, geld en goede contacten. Van Roosmalen beschikt alleen over status ruimschoots. En Guimarães mag dan vuile handen hebben, deze blijven in elk geval goed verzorgd achter de tralies.

vrijdag, juli 20, 2007

Gecrashte TAM-toestel had mankement

Terwijl met het aangekondigde ontslag van de Braziliaanse defensieminister het koppenrollen is begonnen, wordt het waarom van de vliegramp in São Paulo stilaan duidelijk.

De Airbus A-320 die dinsdag met van de landingsbaan schoot, kampte met een kapotte ‘straalomkeerder’, zo geeft de vliegmaatschappij TAM nu toe. Eerder meldde TAM dat het toestel in “perfecte staat” verkeerde.

De zogeheten ‘thrust reversers’ in de motoren remmen direct na landing veel snelheid weg, waarna vleugelkleppen en wielremmen de rest doen. Volgens TAM was de rechter ‘reverser’ sinds vorige week vrijdag stuk, maar dat zou geen beletsel voor een veilige landing hebben betekend. “Behalve op een erg vervuilde landingsbaan”, aldus een woordvoerder.

De onlangs opgeknapte piste van vliegveld Congonhas was dinsdagavond nat en nog niet voorzien van afwateringsribbels. Volgens TV Globo was hetzelfde vliegtuig, dat met 186 mensen mudvol zat tijdens de ramp, bij een regenachtige landing een dag eerder nipt aan het eind van de piste tot stilstand gekomen.

Zo’n anderhalf uur voor de ramp werd de piste gedurende 23 minuten gesloten, nadat een piloot had geklaagd over de gladheid. Vliegveldbeheerder Infraero gaf de baan na inspectie weer vrij.

In afwachting van de analyse van de zwarte doos gaan specialisten ervan uit dat de piloot een doorstart probeerde te maken, wat op een korte landingsbaan als die van Congonhas tot mislukken zou zijn gedoemd. Zeker na het mogelijke activeren van de wél functionerende linker ‘reverser’, die de afwijking naar links tijdens de landing kan verklaren.

President Lula komt vanavond met tv- en radiotoespraak over de ramp. Uitgelekt is al dat defensieminister Pires en waarschijnlijk de gehele Infraero-top het veld moeten ruimen. De regering zou het vliegverkeer op het uit zijn voegen barstende Congonhas met bijna 20% willen terugdringen. Verder worden de luchtvaartautoriteiten gecentraliseerd en mogelijk gedeeltelijk geprivatiseerd. Infraero zal inderhaast remgroeven aanbrengen op de baan.

“Wat me het meest schokt in deze tragedie, is dat andermaal zoveel mensen moeten doodgaan voordat er iets gedaan wordt”, verwoordt Maria Stockler de mengeling van woede en moedeloosheid die veel Brazilianen voelen. “Zijn financiële belangen soms belangrijker dan mensenlevens? Dat is toch onbegrijpelijk!”

De Braziliaanse luchtvaart is sinds vorig jaar september in crisis, toen een Gol-vliegtuig met 154 inzittenden neerstortte in het Amazonewoud.

woensdag, juli 18, 2007

Follow up vliegramp

Terwijl Brazilië rouwt om de megavliegramp in São Paulo waarbij dinsdagavond zo'n 200 mensen in de vlammen stierven, wordt koortsachtig gezocht naar de oorzaak van deze ‘aangekondigde tragedie’, zoals de krant O Globo vanochtend opende.

Dat de belangrijkste landingsbaan van het drukste vliegveld van Brazilië nodig opgeknapt moest worden, was vier jaar geleden al duidelijk. Enkele uitglijders in nat weer later, werd de baan vanwege de gebrekkige lengte en waterafvoer in februari op last van de rechter tijdelijk gesloten voor grote vliegtuigen.

Omdat een half uurtje regen op vliegveld Congonhas voor urenlage kettingvertragingen in het hele land bleef zorgen, begon vliegveldbeheerder Infraero in mei eindelijk met de renovatie.

Dat het noodlot uitgerekend drie weken na de opknapbeurt toeslaat, wordt, hangende het onderzoek, door de meeste specialisten geweten aan het nog ontbreken van landingsgroeven die het remmen vergemakkelijken. Deze zouden pas aankomende maand worden aangebracht. Maandag was een kleiner vliegtuig al in de regen van de baan geschoven.

Ook wordt rekening gehouden met een fout van de piloot, die te ver op de baan geland zou zijn, mogelijk een verklaring voor de enorme snelheid waarmee het TAM-toestel zich over de snelweg langs het vliegveld in een opslagdepot boorde.

Het inerte Infraero is alvast de gebeten hond in de speculaties. “Infraero is schuldig aan collectieve moord”, aldus luchtvaartconsultant Gianfranco Betting. Ook de regering krijgt ervan langs. “Niemand in de regering wilde luisteren”, stelt de woordvoerder van de verkeersleiders, die met verontruste piloten had aangedrongen op automatische sluiting van de baan bij nat weer.

De regering Lula II ligt onder vuur sinds de vliegramp boven het Amazonewoud tien maanden geleden een luchtvaartcrisis zonder weerga ontketende. Continue vertragingen, bijna botsingen, zwarte gaten in het radarsysteem, stakende luchtverkeersleiders; een ramp hing in de lucht.

De crisis liet zien dat de verantwoordelijkheid over het met 12% per jaar groeiende Braziliaanse vliegverkeer – groei die maakt dat Congonhas 25% boven zijn capaciteit opereert – hopeloos versnipperd is. Regering, Infraero, verkeersleiding en toezichthouders blonken uit in zwartepieten, terwijl een broodnodige infrastructurele inhaalslag uitbleef. Op de avond van de ramp was niet één autoriteit bereikbaar voor commentaar.

De bevolking is woedend over het politieke gedoe over de ruggen van de veiligheid van miljoenen passagiers. De ramp dwingt de Braziliaanse luchtvaart tot bezinning. Het is droevig dat daar de grootste vliegramp ooit in Latijns-Amerika voor nodig is geweest.

dinsdag, juli 17, 2007

'Aangekondigde tragedie' in São Paulo

Rond de tweehonderd mensen zijn gisteravond gedood bij een vliegtuigcrash in São Paulo die ‘een aangekondigde tragedie’ wordt genoemd in Brazilië.

Een Airbus 320 van de Braziliaanse luchtvaartmaatschappij TAM gleed in de regen met 176 inzittenden van de landingsbaan, kruiste een drukke autoweg en boorde zich in een opslagdepot vol vracht en brandstof.

Getuigen hoorden een enorme knal, waarna reddingswerkers machteloos stonden in de urenlange vlammenzee. Rond vijf uur Nederlandse tijd werden de eerste 25 verkoolde lichamen uit de wrakstukken ontzet.

De gouverneur van São Paulo, José Serra, acht de kans op overlevenden nihil. De piloot riep volgens hem vlak voor de crash “draai, draai, draai” over de radio.

Specialisten gaan ervan uit dat hij een doorstart probeerde te maken. “Ik denk dat hij te veel snelheid had om te remmen en te weinig om op te stijgen,” aldus luchtvaartkenner Ivan Sant’Anna.

In het getroffen opslagdepot, dat ook van TAM is, waren tijdens de crash 100 à 200 mensen aan het werk, van wie zeker 25 de dood vonden. De brandstofinstallaties ontploften wonderwel niet.

Inmiddels is de passagierslijst van vlucht JJ 3054 uit de zuidelijke stad Porto Alegre bekend gemaakt. Afgaande op de namen staan hier geen Nederlanders op.

Vliegveld Congonhas in het hart van São Paulo vormt hier het zwakke, overbelaste hart van het binnenlandse vliegverkeer. De landingsbaan in kwestie was na vier eerdere glijpartijen juist opgeknapt vorige maand, omdat er in natte omstandigheden slipgevaar bestond. Dat kon niet voorkomen dat een kleiner vliegtuig van de baan gleed bij een bui op de dag voor de ramp.

Meerdere piloten hadden zich na de renovatie nog beklaagd over de korte landingsbaan, die nog niet van een antisliplaag was voorzien. Volgens de vliegveldautoriteit Infraero zou deze in september, na de doorgaans droge Braziliaanse winter, worden opgeleverd en was er tot die tijd geen gevaar.

“Het was al duidelijk dat het bij regen veel te gevaarlijk is om op deze baan te landen”, stelt Sant'Anna. “Dit is een aangekondigde tragedie.”

Hoewel er vannacht nog veel onduidelijkheid was over de oorzaken, klonk er al veel woede over het stuntelende optreden van de regering en de luchtvaartautoriteiten in de al bijna tien maanden aanhoudende luchtvaartcrisis.

Sinds er in september vorig jaar een Gol-vliegtuig in botsing kwam met een privé-vliegtuigje en er 154 passagiers neerstortten in het Amazonewoud, is het luchtruim één grote puinhoop van continue vertragingen, bijna botsingen en zwarte gaten in het radarsysteem.

De investeringen in de infrastructuur en de luchtverkeersleiding zijn ver achtergebleven bij de snelle groei van de Braziliaanse luchtvaart. De verkeersleiders, die in Brazilië militairen zijn, legden het vliegverkeer al een paar keer plat met stakingen.

De ramp is de grootste uit de Braziliaanse luchtvaartgeschiedenis. President Lula heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd.

zondag, juli 15, 2007

Rio zondagpagina

Terug van weggeweest, de rest van het continent stond niet stil afgelopen week.

Maar vandaag een hele pagina over Rio in de krant! Gevuld met respectievelijk een achtergrondstuk over de slag in de sloppenwijken, een column over mijn beleving van het geweld en een stukje over het ultieme middel tegen Rio's drugsprobleem: legalisering.
-------------------------------------------------------------------------------------
Rio de Janeiro bidt dat het rustig blijft. Terwijl de autoriteiten de oorlog hebben verklaard aan de ‘parallelle macht’ in de sloppenwijken, zijn vrijdag de Pan-Amerikaanse Spelen begonnen in de stad. “Ik zie reden genoeg om de noodtoestand uit te roepen,” zegt de burgemeester van Rio, Cesar Maia, op zijn stadspaleis in een gesprek met De Telegraaf.

De rest van het land bidt mee met Rio, want de wereldmacht in wording ziet de minispelen als opstapje naar het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016. "We mogen niet langer behandeld worden als derdewereldland”, aldus de zelfbewuste president Lula.

Rio laat niets aan het toeval over om het gebutste internationale imago op te poetsen. Liefst 15.000 politieagenten waken over 5600 atleten en een half miljoen toeristen. De spelen zijn acht keer zo duur geworden als begroot, maar de stad heeft nu wel stadions van ‘allereerste wereldniveau’, waaronder een modern broertje van Maracanã, het nieuwe João Havelange-stadion.

Niks verkwisting, stelt Maia, nadat hij zoals het ‘de bloggende burgemeester’ betaamt nog even zijn stukje heeft afgetikt. “We hebben de ambities gewoon gaandeweg bijgesteld.”

Net zo min laat de liberaal, die alweer aan zijn derde burgemeesterstermijn bezig is, zijn humeur bederven door de continue kritiek op zijn afgezakte 'Cidade Maravilhosa' (Wondermooie Stad').

Nee, Maia betoogt vurig dat Rio in de lift zit. Qua scholing en werkgelegenheid gaat de stad voorop in Brazilië, het geboortecijfer in de sloppenwijken is in vijf jaar 25% gedaald en werkelijk “niemand” heeft er een Afrikaanse hongerbuik, verzekert hij.

Als klap op de vuurpijl is het Christusbeeld op de Corcovado-berg één van de zeven nieuwe wereldwonderen, een fikse opsteker voor het toerisme.

Maar op één punt is Maia het eens met de zwartkijkers: de openbare orde is een totale chaos. “Het is ongelooflijk dat we hebben geaccepteerd dat grote delen van de stad door drugsbendes worden bezet.”

Eén op de vijf cariocas woont in de ruim vijfhonderd sloppen van Rio, de ‘favelas’, grotendeels gecontroleerd door drugsbendes. Alleen al in het ‘Complex van de Duitser’, niet ver van het internationale vliegveld, leeft een compleet Lelystad tussen de wapen- en drugsdepots van het Rode Commando.

Sinds de moord op twee agenten begin mei wordt het heuvelcomplex omsingeld door de politie. Maar vele invallen met pantserwagens en – officieel – 44 doden later, zwaaien de drugssoldaatjes nog altijd uit de hoogte met veel te grote AK-15’s en AK-47’s.

“Zo bont heb ik het nog niet meegemaakt”, zegt Maia. “Tot deze crisis lukte het de politie om, zo gewild, welke favela dan ook in te nemen. De voorzieningen in de wijk liggen plat door de patstelling. Grondwettelijk zie ik reden genoeg om de noodtoestand uit te roepen.”

Volgens de burgemeester is het zaak de sloppen stuk voor stuk, met hulp van het leger en in weerwil van mensenrechtenorganisaties, met bliksemaanvallen te heroveren en bezet te houden.

“Braziliaanse VN-troepen in de sloppen van Haïti en illegale milities in Rio lukt dat toch ook? Heus, als je genoeg overmacht toont, geven de bandieten zich vanzelf over. Het probleem in ‘De Duitser’ is dat het verrassingseffect eraf is.”

De burgemeester kan het beleg een “mislukking” noemen, omdat hij door de – alom als rampzalig voor Rio beschouwde – bestuurlijke fusie tussen de stad en de omliggende provincie op veel terreinen geen baas in eigen stad is.

Ook het bestuur van de deelstaat Rio denkt dat het complex in een uur te ontzetten is. Maar alleen ten koste van een bloedbad zonder weerga onder de bewoners. Uitroken is derhalve het devies, met af en toe een inval om wapens en drugs op te sporen. Al is de overlast enorm voor de tussen twee vuren levende bewoners, de nieuwe gouverneur Cabral oogst vooral lof met de operatie.

Na acht verloren jaren onder zijn voorganger, laat hij op zijn minst zien dat de staat nog intenties heeft om de sloppen te heroveren. Meer cruciale favela's volgen, belooft Cabral. Want: “Rio staat op een tweesprong tussen beschaving en barbarij.”

De vraag is nu: neemt het Rode Commando tijdens de spelen wraak met een aanslag? De Nederlandse Bernice van Bronkhorst, specialist voor de Wereldbank in Latijns-Amerikaanse steden, woonde drie jaar in Rio en is net terug uit de ‘mislukte staat’ Haïti.

“Sommigen vergelijken Rio met Haïti, maar dat is onzin. In Haïti wordt in de sloppen op houtskool gekookt en heeft niemand drinkwater. Rio heeft al een grote slag gemaakt. Het is een rijke stad in een gemiddeld rijk land. Met grote ongelijkheid, dat wel.”

Van Bronkhorst vergelijkt het Rio van nu met de Colombiaanse hoofdstad Bogotá van begin jaren negentig. Toen de gevaarlijkste stad ter wereld, nu een bron van inzicht voor Latijns-Amerikaanse stadsbestuurders.

De belangrijkste les van Bogotá? “Politie, politie, politie,” hamert Maia. “Net als de Colombiaanse politie respect herwinnen met beter opgeleide agenten. En meer onderzoek.” Rio’s politie presteert het om slechts 3% van de moordzaken op te lossen.

Bronkhorst benadrukt dat slimmer politiewerk hand in hand moet gaan met forse sociale investeringen. “Iedere dollar die je aan preventie van criminaliteit besteedt, spaart op lange termijn zes dollar aan repressie.”

In dat licht is het hoopvol dat president Lula Rio bijna anderhalf miljard euro heeft toegezegd voor het opknappen van sloppenwijken als het Complex van de Duitser. Goed voor riolering – ruim 30% van de stadsbevolking zit zónder – scholen en, in navolging van die andere gewezen moordstad Medellín, een kabelbaan van een metrostation naar de heuvels. Een ambitieus plan in een wijk waar nu geen piloot durft over te vliegen vanwege het gevaar van rondfluitende kogels.

Terwijl deskundigen peinzen over het medicijn voor de stad die in de jaren vijftig jaar zijn politieke en economische hoofdrol verloor aan Brasília en São Paulo, zijn voor de spelen bussen vol straatarme gelukszoekers uit het noordoosten aangekomen op zoek naar werk. Eindpunt: de favela's. Ziehier de boemerang die Rio als culturele hoofdstad van Brazilië nog altijd in het gezicht slingert. Rio blijft de spiegel van Brazilië. Opgepoetst voor de komende weken, maar onveranderd gebarsten.
------------------------------------------------------------------------------------

Sommige vrienden in Nederland leken zich af te vragen of ik levensmoe was toen ik aanstalten maakte om naar Rio te vertrekken. Ergens wel begrijpelijk. Als de strandmetropool de wereldpers haalt, is er immers meestal een bloedbad in het spel.

Ook het lezen van Braziliaanse kranten op internet werkte niet bepaald bemoedigend als voorbereiding op mijn reis. Berichten over mensen die zappend voor de tv of zomaar tijdens het tanken worden geraakt door kilometers ver afgedwaalde kogels; een betrapte undercover journalist die door bandieten verbrand wordt in een stapel banden; autodieven op de ‘Gaza-strook’ tussen vliegveld en centrum die slachtoffers thuis aan de varkens voeren; je verzint het zo gek niet.

Zo wil het dat je ietwat nerveus met je boedeltje in de taxi zit na de landing. Op alles voorbereid als je bent, laat je je mobiele telefoon de eerste dagen thuis (handig apparaat dan!), stop je je pinpas veilig in je sok en zit in je broekzak steevast twintig euro klaar voor die dreumes die ieder moment ‘je geld of je leven’ kon roepen.

Twee jaar leven in Rio en niet één vervelend voorval later is de verleiding groot om het gevaar te relativeren. Afkloppen! Maar toch: die aangeprate paranoia is nergens voor nodig.

De geografie van het geweld in Rio redelijk voorspelbaar. De moordcijfers in het rijkere zuiden van de stad liggen ‘slechts’ een keer of zes boven Amsterdams peil. Die huiveringwekkende uitwassen in de krant vinden zelden plaats buiten de grenzen van de bendeoorlog. En aangezien de criminaliteit bij uitstek economisch van aard is – zeldzaam zijn de dronken Brazilianen die voor de lol een pub vernielen of een buitenlander in elkaar slaan – valt er al een wereld te winnen door niet luid neuriënd met je iPod over straat te gaan.

Voeg daarbij de wonderlijk constante vriendelijkheid die je tot in de meest vluchtige straatcontacten met de ‘cariocas’ ten deel valt, en ja, je kunt in deze beruchte stad oprecht fluitend over straat.

En als je toch aan de beurt komt, blijf dan rustig en bedenk: dat is nu eenmaal de merkwaardige paradox van een stad waar het leven een aangenaam losse loop heeft, maar ook nog op het scherpst van de snede wordt uitgevochten.
-----------------------------------------------------------------------------------
Het ultieme middel tegen Rio’s drugsgezwel is legalisering van soft- en harddrugs. Gouverneur Sergio Cabral heeft met die mening de knuppel in het hoenderhok gegooid. Maar burgemeester Maia en 2/3 van de stadsbewoners zien niets in zo’n taboebreuk.

Volgens Cabral zijn de resultaten van de strijd tegen drugs zo waardeloos en de kosten zo hoog dat Brazilië een debat in de VN moet openen over wereldwijde legalisering. Hij vindt de deelstaat Rio te klein voor een experiment, maar Brazilië kan wat hem betreft vooropgaan als gidsland.

Maia: “Het land wordt dan één grote wietplantage. En aanbod schept vraag. Bovendien gaan de bendes gewoon door met cocaïne- en heroïnehandel. Ik denk dat mijn collega een grap maakt.”

Maar Cabral, naar eigen omschrijving een “radicaal neutrale” pragmatist, is ook voor vrijgave cocaïne en heroïne. Hij denkt dat de vraag met ontmoedigingsbeleid te temmen is.

“Het Nederlandse model is niet slecht en niet ideaal”, stelt hij in het tijdschrift Época. “Het is veiliger als mensen wiet in de coffeeshop halen dan aan de voet van een sloppenwijk. Maar zolang je cocaïne niet vrijgeeft, blijft het model halverwege hangen.”

De discussie is in ieder geval aangeslingerd. Volgens de Braziliaanse Princeton-econoom José Scheinkman is dat een goede zaak. “Het zal erg moeilijk zijn om het geweld in Rio te controleren zolang de drugshandel zo lucratief is. En deze is zo lucratief door de repressie.”

woensdag, juli 11, 2007

Zuurstof, verse vruchten, geiten

Column in De Telegraaf van vandaag. Op de foto de officieuze burgemeester van de Quilombo do Sacopã, José Luiz Pinto Jr. De zuurstof, verse vruchten en geiten doen hem zichtbaar goed; je zou hem - tevens zanger van de sambaband Rola Preguiçosa (Luie Penis) - toch geen 65 jaar geven.

Onderaan de tekst foto's van nog twee mooie mensen: Braulio Nazaret en Aninha Pinheiro, de enige niet-Pinto in de quilombo (aangetrouwd). Heerlijk land dat Brazilië, overal verhalen!
------------------------------------------------------------------------------------
Achter de miljoenenvilla’s langs de lagune van Rio de Janeiro ligt tussen mango- en papajabomen een curieus dorpje verscholen. “Speculanten hebben ons 1,5 miljoen euro geboden om te vertrekken”, zegt José Luiz Pinto Jr. (65), de kleinzoon van een gevlucht slavenpaar dat hier rond 1880 beschutting zocht. “Maar zo goed als hier krijgt mijn familie het nergens. Zuurstof, verse vruchten, geiten.”

Ze schieten in heel Brazilië als paddenstoelen uit de grond. ‘Quilombos’, groepjes afstammelingen van ontsnapte slaven, die als pleister op de historische wonden de verstopplek van hun voorvaderen mogen bewonen.

Sinds president Lula het makkelijker heeft gemaakt om een eigen ‘Afro-Braziliaans cultureel gebied’ aan te vragen, zijn al ruim vijfhonderd quilombos op de regeling ingesprongen. De regering schat dat het aantal kan oplopen tot 3400, samen goed voor een lap land vijf keer groter dan Nederland.

Eindelijk gerechtigheid, vindt de Braziliaanse zwartenbeweging, al is er onvrede over de trage procedure tot erkenning. Critici zien het beleid als een uitnodiging tot landjepik, omdat de belangrijkste maatstaf bij het keuren van de aanvraag is of de groep zichzelf als telgen van gevluchte slaven beschouwd.

Neem de tweede quilombo van Rio, op een steenworp van de haven waar tot diep in de 19e-eeuw slaven werden verhandeld. Historici achten het onmogelijk dat in het centrum van de stad een enclave ontglipte slaven zou zijn geduld.

“Wat dan nog!,” reageert quilombo-leider Damião Braga. “De wieg van de samba staat in onze buurt. We hebben recht op deze grond, al was het maar om dat erfgoed te bewaren.”

Aan het bestaansrecht van het dorpje van de familie Pinto wordt niet langer getornd. De idylle wordt enkel nog verstoord door het feit dat bijna alle 35 bewoners werkeloos zijn.

“We moeten het hebben van de verkoop van ‘feijoada’ (het slavenmaal van bonen en resten varkensvlees dat tot het nationale gerecht van Brazilië uitgroeide, red.) in de buurt”, zegt José Luiz. “We willen een hostel bouwen voor toeristen, maar het is nog wachten op de eigendomsrechten. Maar dat kan er na ruim honderd jaar strijd voor erkenning wel bij.”

dinsdag, juli 10, 2007

Wereldwonderen 'een farce'

In De Telegraaf van vandaag:

Van onze correspondent
RIO DE JANEIRO, dinsdag

“Een farce. Uitgedokterd door een marketinggenie dat de wereld nu zit uit te lachen.” Aldus de Spaanse krant El Mundo gisteren over de verkiezing van de moderne wereldwonderen.

Dat nieuwbakken betonbeeld op de berg in Rio de Janeiro – één van de zeven uitverkorenen – kan toch niet in de schaduw staan van het eeuwenoude Alhambra-paleis?

Slechte verliezers, die Spanjaarden, kaatst Brazilië. Het fantastische uitzicht aan de voet van het beeld is alleszins wereldwonderwaardig. Toch waagt ook een enkele Braziliaanse commentator het vraagtekens te zetten bij alle euforie.

Het Christusbeeld stond lang kansloos buiten de toptien in de race die volgens de organisatie wereldwijd 100 miljoen stemmen genereerde. Totdat Braziliaanse politici, bedrijven en media zich een maand voor de deadline en bloc achter hun Onze-Lieve-Heer schaarden. Per sms kon gratis gestemd worden. Het landelijke halfachtjournaal eindigde met de boodschap: ‘Stem Christus!’ Zelfs president Lula maande 185 miljoen Brazilianen te stemmen via een speciale website.

Waar Brazilië in hoog tempo digitaliseert, lopen 14 miljoen Cambodjanen niet bepaald voorop in massacommunicatie. Ze zijn wel trots op hun bijna duizend jaar oude tempelcomplex Angkor Wat, maar een wereldwonder zal dat na dit weekend niet meer worden.

Volgens de Unesco is de verkiezing van nul historische en culturele waarde, maar dat drukt de Braziliaanse pret geenszins. De overwinning levert volgens de eerste – niet zuinige – schattingen 20% meer toeristen, 200 miljoen euro en 250.000 banen op.

maandag, juli 09, 2007

Verslagje Live Earth Copa

Prettig dat er zaterdagavond op Copacabana 400.000 i.p.v. de door mij fout voorspelde 700.000 mensen op de been waren, dat scheelde een hoop gedrang. De show begon vlak voor de deadline van de zondagkrant; onderstaand stukje maakte ik in de uren voorafgaand.

Het werd een relaxed strandfeestje met matige optredens. Hoogtepunt Lenny Kravitz speelde zouteloos, repte met geen woord over het milieu (interactie: eenmaal 'obrigado') en gaf geen toegift. Nee, dan was O Rappa stukken leuker.

Ik had op mijn stukje strand, omringd door zatte Schotten, niet het idee dat de boodschap veel gehoor vond, maar de bierblikjes werden in ieder geval razendsnel geraapt door het imposante leger freelancers dat bij deze evenementen zijn slag pleegt te slaan.
----------------------------------------------------------------------------------
De mondiale concertmarathon Live Earth is gisteren voor naar schatting 700.000 Brazilianen afgesloten op het strand van Copacabana in Rio de Janeiro.

Een tweede poging van justitie om de show om veiligheidsredenen te verbieden, strandde op de valreep op het groene licht van de politie.

Brazilië kon als enige land gratis genieten van de optredens. Blikvangers waren rocker Lenny Kravitz en soulzangeres Macy Gray.

Brazilianen zijn volgens onderzoek van AC Nielsen het meest bezorgd om de opwarming van de aarde. Op het zonovergoten Copacabana wordt ‘Live Earth’ unaniem “belangrijk” genoemd, al vinden de meeste bezoekers dat de bal niet bij hen ligt.

“Ik heb geen auto, ik reis nooit. Ik kan moeilijk mijn koelkast uitzetten”, zegt matéverkoper Miller.

Het nationale milieugeweten wordt geprikkeld door tv-zender O Globo, die veelvuldig de alarmbel luidt over het wassende oceaanwater. Met een kustlijn van 8000 kilometer en een relatief vlak achterland is dan ook niet veel fantasie nodig voor een nat en somber Braziliaans toekomstscenario.

“Dit evenement komt te laat”, zegt landmeter Moises Limeira turend over het strand. “Copacabana ligt hoog en breed genoeg om een halve meter hoger water op te vangen. Maar voor Ipanema zie ik het somber in.”

Menigeen vindt het irritant dat uitgerekend een vervuilende Amerikaan zich als redder van de aarde opwerpt. H. Bezerra: “Al Gore stond tot voor kort de internationalisering van het Amazonewoud voor. Nu moeten we hem zeker helpen president van de VS te worden.”

De politieke rol van Brazilië ten aanzien van het broeikaseffect is dubbelzinnig van aard. Terwijl president Lula de wereld afreist om zijn groene benzine (ethanol) aan de man te brengen, is het land door het afbranden van het Amazonewoud de vierde CO2-uitstoter ter wereld.

Maar de gemeente Rio heeft in ieder geval een milieuprotocol opgesteld, dat onder meer voorziet in jaarlijks 10% méér bomen in de stad en in het opschonen van de lokale busvloot.

vrijdag, juli 06, 2007

De politie is je beste vriend

Je ziet ze patrouilleren 's avonds, terwijl hun automatische geweren losjes uit het autoraam bungelen. Beetje vrouwtjes imponeren, kijken of er iemand valt af te persen, het is een afwisselende baan.

Ik heb het geluk dat er een als schild functionerende correspondentenpas tevoorschijn komt als agenten me zonder aanleiding beginnen te fouilleren, want ze zijn doorgaans creatief als het aankomt op het vragen van een kleine bijdrage voor een onbekommerde tocht huiswaarts ('weet je zeker dat je geen drugs op zak hebt'?)

Nee, de politie is niet bepaald een factor van rust op straat. Kijk eens naar de opgefokte wijze waarop deze (klik 'assista ao vídeo' aan) twee jongemannen worden benaderd.

De 29-jarige beveiligingsbeambte Rubineu Nobre pikt het niet dat een agent zomaar begint te slaan en moet dat met zijn leven bekopen. Ongewapend, zonder criminele antecedenten, om te huilen.

Een beginnend agent mag hier na een korte opleiding voor een loontje van driehonderd euro dagelijks zijn leven in de waagschaal leggen. Waar je in Nederland journalist wordt als je echt niets anders kunt, kun je je hier dus nog altijd een uniform en een pistool laten aanmeten.

Men is het erover eens dat een revival van Rio zou kunnen beginnen bij een zuivering van de door en door corrupte en gewelddadige politie, zoals andere Zuid-Amerikaanse steden als Bogotá en Medellín dat met enig succes hebben voorgedaan.

De gouverneur en burgemeester van Rio laten zich tegenwoordig inspireren door Colombia, dus er is hoop. Mijn zondagpagina over het reilen en zeilen van Rio moet dit weekend wijken voor Live Earth – dat zoals verwacht gewoon doorgaat op Copa – maar volgende week ben ik aan de beurt.

woensdag, juli 04, 2007

Walviskist

Geen wereldnieuws, maar wel grappig.
------------------------------------------------------------------------------------
Familie van de aan overgewicht overleden Braziliaanse huisvrouw Nair Domingues da Silva zint op juridische stappen tegen de begrafenisonderneming van de gemeente Londrina.

In de rekening voor de uitvaart was een doodskist van het type ‘002 walvis’ opgenomen. Kwetsend, aldus de nabestaanden van de 140 kg zware vrouw. Volgens de gemeente zijn de typeringen ‘walvis’ en ‘dik’ inmiddels vervangen door ‘groot’ en ‘extra groot’.

maandag, juli 02, 2007

Even een afspraakje maken

Het moet niet te persoonlijk worden, maar dit kan net. Even een kijkje in een mailwisseling die ik laatst met een Braziliaanse had. Het geeft een aardig beeld van de huurlingmentaliteit waar je hier als gringo tegenaan loopt. Voor de duidelijkheid: het betreft uiteraard geen prostitué.

G- Hoi. We hebben elkaar laatst ontmoet, weet je nog? Wil je iets afspreken?

B- Het zou geweldig zijn om je te ontmoeten. Maar ik woon in het verre noorden. De bus en de metro zijn erg gevaarlijk en ik heb geen geld voor de taxi.

G - Ben benieuwd naar jouw buurt (arm). Ik reis wel vaker naar het noorden van de stad, geen probleem. Heb je suggesties daar? Of zullen we in het centrum afspreken? Daar woon ik dichtbij.

B - Ik vind het niks hier. Ik ontmoet je liever ver in het zuiden (luxe). Wat vind jij?

G - Goed, maakt mij niet zoveel uit waar. Maar een taxi van het verre noorden naar het verre zuiden is erg duur en je zegt dat je geen geld hebt. Weet je het zeker?

B - Hahaha, sorry, maar jouw soort gast ben ik niet gewend. Ik ben gentlemen gewend. We kunnen dit beter vergeten.

G - Haha, zoiets verwachtte ik al. Succes met je zoektocht naar een gringo-miljonair.

B - Beter een miljonair dan een hoef van een koe (gierigaard).

G - Ik geloof dat je een beetje in de war bent.

Goed, als blonde krullenbol vraag je er ook om natuurlijk. Toch geeft het een optatertje als je zo opzichtig tot wandelende portemonnee wordt gereduceerd. Zonde van wat een boeiende date met een tweede Braziliaanse Patty Brard had kunnen worden.