donderdag, september 30, 2010

Een dagje São 'Power'

Uit het reiskatern van De Telegraaf.
------------------------------------------------------------------------------------
São Paulo in één dag willen zien? Een stad van twintig miljoen inwoners? Gekkenwerk! Maar als je bezoek uit Nederland krijgt, dan draai je wat je gevraagd wordt. De enige echte Braziliaanse wereldstad staat nu eenmaal niet bekend als een paradijs voor toeristen. Dus we gaan een poging wagen. Start de klok!

Om gelijk even de kracht en het tempo van São Paulo te voelen, pakken we in de ochtendspits de metro naar het ‘Braziliaanse Manhattan', de Avenida Paulista. We kuieren tussen zakenmannen en kantoorkolossen naar het einde van de vier kilometer lange ansichtkaart van de stad.

Hier (metro Paraiso) ligt het Casa das Rosas, een oud landhuis dat mooi standhoudt tussen het betongeweld. Op het terras in een parkje vol rozen en fruitbomen kun je lekker rustig koffie drinken.

Kantoorkolos op Avenida Paulista

We lopen terug richting het Museum voor Moderne Kunst (MASP). Een topmuseum waar je de tijd voor moet nemen, dus een bezoek zit er vandaag niet in. We laten het gekrioel van ‘de Paulista’ achter ons.

Na een steile afdaling komen we uit in Bixiga, een pittoresk Italiaans wijkje vol ‘cantinas’ en gekleurde huisjes. Smeltkroes als São Paulo is, lopen we even later alweer tussen Aziatische gezichten en boeddhistische tempels in de wijk Liberdade. Hoewel deze van origine Japanse buurt gestaag wordt overgenomen door Chinezen, Koreanen en Brazilianen, blijft het een toplocatie om sushi te eten.

In een sakebar op de hoofdstraat (Galvão Bueno 364) kunnen ook exclusieve viseieren worden geproefd, ‘karasumi’, “het meest verfijnde, duurste en lekkerste aperitief voor sake.” Japanners schijnen er een moord voor te doen.

Japanse supermarkt in Liberdade

Via Liberdade lopen we het historische centrum binnen. Dat is niet bepaald moeders mooiste, zoals schoonheid sowieso niet het sterkste punt is van ‘Sampa’ (al maken we een uitzondering voor de vrouwen op straat).

Maar ook lelijkheid kan indrukwekkend zijn. Kijk maar vanaf de 35e verdieping van de Banespa-toren, waar je op doordeweekse dagen (10h-15h) gratis de lift kunt pakken. Je kunt hier op het dak een rondje lopen en je 360 graden lang vergapen aan de woekerende betonjungle.

“Ik heb nog nooit zo’n rare skyline gezien. Er is geen enkel oriëntatiepunt,” zegt mijn Nederlandse bezoek. Jammer dat de suppoost ons binnen vijf minuten wegbonjourt. Dat is gebruikelijk, vertelt hij, vanwege de beperkte ruimte boven. Begin dus gelijk met foto’s maken. Wie de tijd wil nemen voor het uitzicht, kan elders in het centrum voor zeven euro terecht op de 45e verdieping van het Edificio Italia (metro República).

Oriëntatiepunt?

Na al dat gewandel wordt het hoog tijd voor de lunch. In São Paulo heeft zowat elke keuken ter wereld een eigen restaurant, dus aan keus geen gebrek. We lopen langs het klooster van São Bento over de Rua 25 de Março.

Deze mierenhoop vormt de bekendste straatmarkt van Brazilië. Leuk om rond te kijken, maar pas een beetje op. Een aantrekkelijk geprijsde USB-stick (64 GB!)die ik hier onlangs aanschafte bij een straatventer, bleek thuis op de computer geen sjoege te geven.

Achter de Rua 25 de Março ligt een leuke eetgelegenheid: de Mercado Municipal. In deze gezellige oude markthal is werkelijk alles te krijgen op culinair gebied, van kaaimanbiefstuk tot Braziliaanse kazen tot de betere merken van de suikerrietdrank cachaça (de basis voor caipirinha, de beroemde nationale cocktail).

Culinaire anatomie van de kaaiman

De Brazilianen storten zich bij de lunch op twee traditionele snacks: het broodje mortadela (geen aanrader als je niet van moddervette worst houdt) en balletjes kabeljauw (wel erg lekker). Boven worden op volle terrassen ook visschotels en koud tapbier geserveerd.

We slenteren nog wat langs de bonte marktkramen en duiken vervolgens de metro weer in (station São Bento). Het is namelijk tijd voor de misschien wel leukste wijk van de stad, Vila Madalena.

Om te beginnen staat deze voormalige bohemienbuurt vol bloeiende tropische bomen (hibiscussen, palmen, acacia’s). Ook is het verkeer er minder dominant aanwezig dan elders in de stad. Liefhebbers van winkelen komen aan hun trekken bij de vele hippe boetiekjes, waar je de mafste dingen kunt kopen (van matroesjka’s tot Indonesische maskers).


Voor ieder wat wils in Vila Madalena

Ook het tiental restaurants waar je voor 15 à 20 euro onbeperkt sushi kunt eten, is zonder meer een sterk punt van deze heuvelachtige buurt. Maar Vila Madalena is vooral populair door de talloze kroegen.

De ‘paulistanos’ verzamelen zich na het werk rond het hart van de wijk (de kruising Rua Aspicuelta/Rua Mourato Coelho). Plots blijkt de stad van auto’s en hekken ook op straat gezellig te kunnen zijn. Cafés als Filial en Genesio zitten ook doordeweeks tot laat in de nacht vol.

Café in Vila Madalena

“Ik heb in Londen en New York gewoond, maar alleen in São Paulo gaat het echt altijd door”, vertelt een jonge Nederlandse zakenbankier.

Buiten Vila Madalena kan ook in buurten als de Rua Augusta, Barra Funda (beide meer underground) en Itaim Bibi (meer Miami-achtig) dagelijks tot in de vroege uurtjes worden doorgehaald. Van sambarock tot house tot Braziliaanse volksmuziek, er is voor ieder wat wils in deze stapstad van 1001 stammen.

Tegen het einde van de nacht nog zin om te eten? Geen probleem, São Paulo is een stad waarin weinig geslapen wordt. Het broodje warme ham van 24-uurs bar Estadão (Viaduto 9 de Julho, centrum) is bij voorbeeld een nachtelijke klassieker. Stop de klok!

-------------------------------------------------------------------------------------
Veiligheid

São Paulo is afgelopen tien jaar één van de veiligste grote Braziliaanse steden geworden. Toeristen hebben er minder last van criminaliteit dan in Rio. Daar ligt een deel van de sloppenwijken pal achter de strandwijken, terwijl de armoede in São Paulo naar de buitenwijken is verdreven. In het historische centrum is het wel oppassen geblazen (vooral voor crackverslaafden), zeker in het weekend als kantoren zijn gesloten en er weinig mensen op straat lopen.

-------------------------------------------------------------------------------------
Verkeer

Het verkeer is ergernis nummer één in São Paulo. Gelukkig is de metro wel snel, overzichtelijk en schoon. De meeste bezienswaardige wijken zijn bereikbaar per metro. Ook de benenwagen is een goed alternatief, al zijn de afstanden en de heuvels soms pittig. Pak ’s avonds de taxi. Veel straten zijn dan uitgestorven. Het kan handig zijn om het adres op een briefje te schrijven. Braziliaanse taxichauffeurs spreken nauwelijks Engels.

Topmetro
-------------------------------------------------------------------------------------
Jetset

De steenrijke elite van São Paulo is een bezienswaardigheid op zich. In ‘AAA’-disco’s als Pink Elephant betaalt een man ruim honderd euro entree en loop je kans om Ronaldo en andere bekende Brazilianen tegen het lijf te lopen. Wie zich zonder te betalen onder de jetset wil begeven, kan terecht in de Skyebar, bovenin Hotel Unique. Op het verwarmde dakterras geniet je op zachte banken van een weids uitzicht. Een watermeloencocktail kost elf euro (het hotel oogt van buiten als een stuk meloen).
-------------------------------------------------------------------------------------
Reiswijzer

KLM vliegt zeven keer per week rechtstreeks van Amsterdam naar São Paulo. Iberia en TAP bieden over het algemeen de laagste tarieven. Je maakt dan wel een overstap in respectievelijk Madrid en Lissabon.
-------------------------------------------------------------------------------------
Restaurants

Braziliaanse grill: Barbacoa, Fogo do Chão (meerdere vestigingen)
Japans: Zeni Sushi (Rua Delfina 131)
Arabisch: Al Kebab (Rua Mourato Coelho 1168)
Peruaans: Killa (Rua Tucuna 689)
Marokkaans: Tanger (Rua Fradique Coutinho 1664)
-------------------------------------------------------------------------------------
Uitgaan

Studio SP (poprock, Rua Augusta 591)
Grazie a Dio (samba rock, Rua Girassol 67)
Clash Club (elektronisch, Rua Barra Funda 969)
D-Edge (elektronisch, Alamedo Olga 170)
Canto da Ema (forró  volksmuziek, Av. Brig. Faria Lima 364)
-------------------------------------------------------------------------------------
Overnachten

Vila Madalena Hostal (hostel, Rua Francisco Leitão 686)
Hotel Ibis São Paulo (midden, Rua Eduardo Viana 163)
Renaissance São Paulo (duur, Alameda Santos 2233)


Zelfs strand in São Paulo!(een vlonder bij SESC Pompeia, een oude fabriek die is opgeknapt tot een cultuur- en sportcomplex)

dinsdag, september 21, 2010

Elsevier-repo: Achterland nu voorop

Uit Elsevier van eind vorige week.
------------------------------------------------------------------------------------
Imperatriz, een provinciestad in Maranhão, de op één na armste deelstaat van Brazilië. Begin van de middag, 35 graden. Een paard en wagen sjokt langs een showroom vol glimmende terreinwagens. Bouwvakkers doen een tukje op de steigers van een nieuwe shopping mall. In dure visrestaurants langs de Tocantins-rivier lunchen de lokale rijken hun buiken rond.

De 191 miljoen inwoners van het grootste land van Zuid-Amerika zijn massaal aan het consumeren geslagen. De economie groeit als een komkommer, vooral dankzij de snel expanderende interne markt. En het land dat als laatste de slavernij afschafte, begint op sociaal vlak iets evenwichtiger te worden.

Imperatriz (250.0000 inwoners) ligt in het noordoostelijke binnenland, een regio die onder president Luiz Inácio Lula da Silva een ‘Chinese’ inhaalslag heeft gemaakt. In een recente enquête beschouwde 97% van de bewoners van Maranhão hem als een ‘goede’ of ‘uitstekende’ president.

“De stadseconomie groeit sinds 2002 met gemiddeld 14% per jaar,” zegt voorzitter Gilson Kyt van de lokale Vereniging van Handel en Industrie (ACII). Imperatriz zuigt als logistieke draaischijf de nieuwe relatieve rijkdom van deze regio naar zich toe.

De stad heeft een vliegveld, een spoor- en rivierverbinding met de kust en ligt langs de vijftig jaar oude snelweg van de hoofdstad Brasília naar de Amazonestad Belém. De zwaarbevochten weg door ooit bosrijk gebied (de hoofdingenieur vond zelfs de dood toen er in Maranhão een boom op zijn tent viel) wordt vervloekt door milieugroeperingen, maar is voor de bevolking de belangrijkste levensader.

Gilson Kyt

De meeste handel wordt gegenereerd door de veeteeltsector, vertelt Kyt op zijn Handelspaleis. “Ons potentieel komt er eindelijk uit. Dat is begonnen door de stabilisering van de economie.”

De Braziliaanse economie is afgelopen tien jaar volwassen geworden. In 2002 leidde de eerste verkiezing van Lula nog tot paniek op de beurzen. Nu maakt geen buitenlandse investeerder zich druk over de vraag wie de marktvriendelijke socialist zal opvolgen.

Na twee opeenvolgende termijnen als president mag hij volgens de kieswet niet meedoen aan de verkiezingen van 3 oktober. Voor het eerst sinds Brazilië in 1985 weer een democratie werd, prijkt zijn naam niet op het stembiljet.

In de campagne is de economie nauwelijks onderwerp van debat. Zowel de kandidaat van Lula’s Arbeiderspartij (PT), Dilma Rousseff (zie kader), als voornaamste opponent José Serra van de sociaaldemocraten (PSDB) prediken continuïteit. Een strakke rijksbegroting zal gepaard blijven gaan met sociale herverdeling.

Lula stond op zijn beurt op de schouders van zijn voorganger Fernando Henrique Cardoso. Deze partijgenoot van Serra wist in de jaren negentig de torenhoge inflatie te beteugelen met een nieuwe munt, de inmiddels keiharde Braziliaanse reaal.

Krabben

Nieuw is dat de groei in de 21e eeuw wordt aangejaagd vanuit het Braziliaanse binnenland. Eeuwenlang was dit het ruige domein van indianen en avonturiers. De Portugezen bleven als volk van zeevaarders als krabben aan de kust van hun kolonie kleven. Alle grote steden ontstonden langs de Atlantische kust.

Omwille van het evenwicht werd Brasília eind jaren vijftig in het hart van het land uit de grond gestampt. Daarna gaf de steeds sterkere Braziliaanse landbouw het achterland nog een flinke slinger. De economie helt nu minder zwaar over naar de kant van de oceaan, zo blijkt uit cijfers van economisch onderzoeksinstituut Ipea.

Het bestaande beeld van Brazilië is dat van een land met enerzijds grote kuststeden met veel armoede, maar ook middenklasse en veel rijkdom. En anderzijds de ongerepte oerwouden in het binnenland, vol met arme boertjes, waar de enige veranderingen bestaan uit het afbranden van grote stukken bos.

De gemeente Imperatriz ligt in het uiterste oosten van het officiële Amazonegebied, maar is door de (afgelopen jaren overigens sterk afgenomen) ontbossing inmiddels ver verwijderd van het Amazonewoud zelf.

De kwaliteit van het leven heeft hier allesbehalve onder geleden. Het inkomen per hoofd is afgelopen acht jaar ruim verdubbeld (over heel Brazilië steeg dit met 24% tot 7520 euro per jaar). En dat terwijl de bevolking snel groeit door de exodus uit het arme platteland van Maranhão.

Door de ontwikkeling van Imperatriz eindigen dus minder gelukszoekers in de overvolle sloppenwijken van Rio de Janeiro en São Paulo. In heel Brazilië bestaat deze trend van middelgrote binnenlandse groeisteden.

Gelokt door het verbeterde consumptiepatroon in Imperatriz, hebben Walmart en Carrefour beide plannen voor een grote supermarkt. “Ook de showrooms van buitenlandse automerken zijn allemaal nieuw hier”, juicht de journalist Conor Farias, de baas van een lokale tv-zender en krant. “Vroeger hadden we hier alleen hout- en goudhandel. Vijf jaar geleden kenden we nog amper een middenklasse.”

Volgens cijfers van de regering zijn 31 miljoen Brazilianen afgelopen acht jaar opgeklommen naar de middenklasse, die daarmee voor het eerst in de meerderheid is.
Brazilië is volgens de VN het op acht na meest ongelijke land ter wereld. Maar het verschil tussen rijk en arm wordt iets kleiner. Het Gini-coëfficiënt, een indicator voor inkomensverschillen, is dalende.

De bodem van de Braziliaanse inkomenspiramide versmalt. Dat komt vooral door de Bolsa Familia (Gezinsbeurs) van Lula. Twaalf miljoen arme families met schoolgaande kinderen krijgen een uitkering tot negentig euro per maand. Dat levert Dilma Rousseff op 3 oktober vooral veel stemmen op in het noordoosten, de thuisregio en machtsbasis van Lula.

Verder steeg het minimumloon afgelopen acht jaar met ruim 50% boven de inflatie, tot 220 euro. Tegelijkertijd werden er veertien miljoen banen gecreëerd. Brazilië blijft door de hoge rente (10,75%) een paradijs voor renteniers, maar ook laaggeschoolde arbeid begint dus een beetje te lonen.

Wolkenkrabbers in het woud

De bouwsector is de belangrijkste banenmotor. Dat terwijl de voorbereidingen voor het WK Voetbal nog op gang moeten komen, tot grote ergernis van de Fifa.

De Amazonemetropool Belém werd verrassend gepasseerd voor het WK. Desalniettemin verrijst er een imposante skyline in de zwoele stad met 2,1 miljoen inwoners en prachtige mangobomen.

Skyline Belém

“Er zijn 150 torens in aanbouw. Tot veertig verdiepingen hoog, dat is hier ongekend. En ook steden in het binnenland krijgen al een skyline”, vertelt Jose Roberto Marquez Rodrigues van de regionale bouwkoepel Sinduscon.

“Er zit in Brazilië enorm veel rek in de huizenmarkt”, vervolgt de econoom. “Het land heeft geen traditie van hypotheken. Dat begint te veranderen, vooral door de daling van inflatie en rente.”

De waarde van hypotheken bedraagt nu slechts 3% van het nationaal inkomen van Brazilië (in Nederland is dat 100%). Analisten schatten dat dit aandeel komende vijf jaar stijgt tot 10%.

Dit wordt in de hand gewerkt door een grootschalig sociaal woningbouwproject van de regering. Vorig jaar begon de bouw van een miljoen gesubsidieerde koopwoningen (à gemiddeld 35.000 euro). Het project (‘Mijn Huis, Mijn Leven’) is het stokpaard van presidentskandidaat Rousseff en bereikt honderden gemeenten over het hele land, waaronder Imperatriz en Belém.

“Hier heb ik jaren van gedroomd”, aldus de verpleegster Liliane Lopes (26) uit Belém. Ze is dolblij met haar nieuwe stulpje van 42 vierkante meter. “Nu ga ik mijn appartement meteen inrichten.”

Tweevijfde van de woningen wordt gereserveerd voor huishoudens die tot drie minimumlonen verdienen. Een staatsbank zorgt voor een goedkope lening. De afbetaling mag over dertig jaar worden uitgesmeerd. De toeloop is zo groot dat Rousseff nog twee miljoen woningen belooft als ze gekozen wordt.

In Belém is goed te merken dat ook rijkere Brazilianen goed hebben geboerd onder Lula. Er is veel nieuw geld in omloop.

Dure jachten tieren welig in de badplaatsen rond de stad. Er rijden steeds meer geblindeerde wagens door de straten. Er worden zoveel auto’s verkocht dat het verkeer dichtslibt. Sommige superrijken hoppen al liever per helikopter van toren naar toren.

’s Avonds zitten de terrassen vol op de chique Gastronomieboulevard langs de rivier. Even verderop wordt er luxe gewinkeld de nieuwe kooptempel van Belém, Boulevard Shopping. Het moderne gebouw van marmer en glas telt zeventien juwelenzaken. Op de spiegelgladde gangen ruikt het naar parfum. Buiten stroomt een open riool voorbij.

Boulevard Shopping

Het geurige contrast is een mooie illustratie van een treurig gegeven. Brazilië staat als achtste economie van de wereld op een 75e plek op de menselijke ontwikkelingsindex (HDI) van de VN (meetjaar 2007). De infrastructuur en de sociale voorzieningen blijven achter bij de economie, ondanks de hoge belastingdruk.

Om met zo’n 6% per jaar te blijven groeien, moeten de investeringen in infrastructuur (‘fysiek kapitaal’) omhoog van de huidige 18% naar zeker 25% van het nationaal inkomen, zo berekende de Beweging Efficiënt Brazilië, een onlangs door ondernemers opgerichte lobbygroep. Helemaal nu het land het WK en de Olympische Spelen mag organiseren.

Volgens de regering zijn die investeringen dit jaar voor het eerst hoger dan de kosten van het zware ambtenarenapparaat. Ook beweert ze dat de 75e plek in de genoemde VN-index achterhaald is. Sinds 2007 zijn er miljarden in riolering geïnvesteerd. In 2008 was het aantal Brazilianen met riolering gestegen tot 45% (tegen 33% in 2000). En de (bescheiden) verbeteringen in het onderwijs werken nu eenmaal langzaam door, aldus Brasília.

Lula’s gedoodverfde opvolger Rousseff denkt met veel extra oliegeld de volgende sociale slag te kunnen maken. Dankzij gigantische voorraden onder de diepzee bij Rio wordt tot 2020 een verdubbeling van de productie verwacht (nu twee miljoen vaten per dag).

Er is dus alle reden voor optimisme. Ook omdat Lula het toenemende economische gewicht diplomatiek heeft weten te verzilveren. In de mondiale fora over handel, financiën en klimaat zit Brazilië tegenwoordig aan de beslissende tafels.

De president waagde zich dit jaar zelfs in de nucleaire crisis rond Iran. Die broek bleek nog te groot. De VN-Veiligheidsraad negeerde het Braziliaans-Turks akkoord met Teheran. De sancties tegen Iran werden verscherpt, tot grote irritatie van de altijd verzoenende Lula.

Brazilië zal niet rusten tot het een permanente zetel in de Veiligheidsraad heeft veroverd. Met ‘soft power’ kweekt het over de hele wereld sympathie voor deze zaak. Onder Lula zijn in acht jaar werden veertig nieuwe ambassades geopend, met een focus op Afrika en Azië.

De grote vriendelijke reus van Zuid-Amerika is de eigen regio ontgroeid. In 2032 is Brazilië volgens Goldman Sachs de vijfde economie ter wereld. Of het daarmee ook een ontwikkeld land wordt? Rousseff zegt van wel.

“Imperatriz ligt er nog bij als een stad uit de Derde Wereld,” geeft Kyt toe. “De bestrating is slecht, er ligt overal afval. Het bedrijfsleven loopt in Brazilië harder dan de overheid. Maar de stad heeft bij voorbeeld wel al zes universiteiten. Talentvolle jongeren blijven tegenwoordig in de stad. Uiteindelijk is de vooruitgang hier niet te stoppen.”