woensdag, april 03, 2013

Rotterdams charmeoffensief in Brazilië

Uit De Telegraaf van vandaag.
-----------------------------------------------------------------------------
Plannen voor een revolutie in de Braziliaanse havensector bieden grote kansen voor Rotterdamse bedrijven. Brazilië wil via een gedeeltelijke privatisering komende vijf jaar ruim € 20 miljard in havens investeren, met hulp van het buitenland.

Reden voor een lokaal charmeoffensief van de Rotterdam Port Promotion Council (RPPC) deze week. Voorafgaand aan de gisteren begonnen logistiekbeurs van São Paulo (Intermodal) werd voor Braziliaanse ondernemers en politici een zeiltocht gemaakt met de driemaster Oosterschelde, een drijvend museumstuk uit 1917 dat is opgeknapt door de stichting Het Rotterdamse Zeilschip.

"We wilden iets nieuws doen. We vonden de beurs vorig jaar niet geslaagd", vertelt RPPC-directeur Marjolein Warburg. Rotterdam presenteerde zich toen samen met de kleinere havens van Rotterdam, Zeeland en Groningen als Holland Ports, maar profileert zich nu liever in zijn uppie als hub naar het Europese achterland voor Brazilië.

Het Zuid-Amerikaanse land is een belangrijke groeimarkt voor Havenbedrijf Rotterdam. In 2010 was ruim 5% van de overslag afkomstig uit Brazilië. Een tiental Braziliaanse bedrijven opende reeds een kantoor in Rotterdam. Warburg: "We zijn hier om meer lading en bedrijven te lokken."

De privatisering van Braziliaanse staatshavens zal de export naar verwachting verder katapulteren. In de concurrentie-index van het World Economic Forum staat Brazilië pas op plek 135 (van 144 landen) als het gaat om havenkwaliteit.

V. l. n. r.: Peter Lugthart (Havenbedrijf Rotterdam), Marjolein Warburg (RPPC), Floris de Waard (kapitein Oosterschelde), Jan-Gijs Schouten (consul in São Paulo), Louis Kanters (voorzitter stichting Het Rotterdamse Zeilschip).

"De Braziliaanse regering ziet in dat het zo niet langer kan", zegt Peter Lugthart, de lokale manager van Havenbedrijf Rotterdam, aan boord van de Oosterschelde. Aan de horizon ligt een lange rij schepen te wachten voor de overbelaste haven van Santos, de grootste van Brazilië.

Volgens Lugthart is Rotterdam gepolst voor de bouw van een nieuwe industriehaven ten noorden van Rio de Janeiro (Porto Central) en deelname in het management van de noordoostelijke haven Suape. Door de nieuwe havenwetgeving lonken méér klussen.

"Hoewel de details van de nieuwe regels nog moeten uitkristalliseren, zie ik grote kansen ", zegt ook de Braziliaans-Duitse directeur Daniel Lisak van Vopak Brasil. Het Rotterdamse overslagbedrijf is reeds in drie Braziliaanse havens actief. "Uitbreiden wordt aantrekkelijk als we zelf kades mogen beheren, zonder de gebruikelijke tegenwerking van de overheid."

Intussen is de Oosterschelde vanuit Santos vertrokken naar Kaapstad. De zeilschoener maakt via oude Hollandse handelsroutes een reis over de wereld. "Het schip heeft niet alleen een elegant silhouet, maar is ook enorm zeewaardig", glundert de jonge Rotterdamse kapitein Floris de Waard (32). "Dit is de grootste eer van mijn leven."

vrijdag, maart 08, 2013

Waarom ik Hugo missen zal

Eén van mijn stukjes over de dood van Chávez die afgelopen dagen in De Telegraaf stonden.
-----------------------------------------------------------------------------
Ik zal hem missen. Zoals veel journalisten rouw ik een beetje mee met de rode mensenzee rond de tombe van Hugo Chávez in Caracas.

De spraakmakende socialist was voor ons gilde - dat massaal is uitgerukt naar de Venezolaanse hoofdstad - een onuitputtelijke bron van reuring en inkomsten.

Menig collega heeft zijn carrière aan Chávez te danken. Zo ken ik een buitenlandse journalist in Caracas die 5000 dollar per maand verdiende met tv-kijken. Op ieder moment van de dag kon de grillige president daar immers een sappige uitspraak doen die zijn opdrachtgever niet wilde missen.

Chávez praatte afgelopen veertien jaar 3500 uren vol op de beeldbuis. Met als record een toespraak van 9,5 uur die zelfs naar de maatstaven van mentor Fidel Castro aan de wijdlopige kant was.

Verhalen over kapitalistische marsmannetjes die het leven op de rode planeet vernietigden, live aangekondigde nationalisaties ('Onteigen die bank!'), oeverloze scheldpartijen ('Zwijn, duivel, ezel!'); saai was het met Chávez nooit.

In die zin was zijn 'Bolivariaanse' revolutie een paradijs voor persmuskieten. Én voor linkse intellectuelen die vanachter hun Europese schrijftafels verkondigden dat de socialistische heilstaat in de maak was in 21e-eeuws Zuid-Amerika.

Maar verder?

Ik moet zeggen dat ik altijd opgelucht ben als ik in Caracas weer in het vliegtuig richting mijn relaxte standplaats Brazilië stap. Het Venezuela dat Chávez achter laat, is namelijk een grote puinhoop.

Mede door de diepe tweespalt die de rode comandante zaaide, is het olieland nu chaotischer en crimineler dan vroeger. De corruptie nam eerder toe dan af, volledig in strijd met de verkiezingsbelofte die Chávez in 1999 aan de macht bracht.

Zijn grote verdienste is dat hij arme Venezolanen meer zelfvertrouwen gaf. Hij strooide daarbij een grote zak oliegeld uit boven de sloppenwijken, geholpen door een ruime vertienvoudiging van de olieprijs tijdens zijn bewind.

Neemt niet weg dat meer marktvriendelijke landen als Brazilië armoede veel effectiever bestreden dan de vermeende Venezolaanse Robin Hood.

Het land produceert vrijwel niets meer buiten olie. De oliepoet wisselde onder Chávez slechts van eigenaar.

Terwijl zijn corrupte 'bolibourgeoisie' gouden tijden beleefde, ging het grote potverteren rustig door. De Venezolaanse leider die dáár heel revolutionair mee breekt, moet nog opstaan.

woensdag, februari 13, 2013

Carnavalsparade Rio is witwasfestijn

Terwijl de uitslag van Rio's carnavalsparade net bekend werd (winnaar is de sambaschool Vila Isabel), hier nog even een stuk over de donkere kant van dit jaarlijkse festijn.

Het stond in de Elsevier van afgelopen weekend.
---------------------------------------------------------------------------------
Het carnaval van Rio de Janeiro heeft een keerzijde die buiten Brazilië weinig bekend is. Het spectaculaire defilé in Rio’s sambastadion is een witwasfestijn voor gewelddadige gokbazen.

Zij staan bekend als de ‘Beestenmaffia’, naar een populaire illegale straatloterij (Spel van het Beest) waarin jaarlijks honderden miljoenen omgaan.

De maffiosi zijn gelieerd aan sambascholen die danseressen en praalwagens naar de parade sturen. Het spektakel wordt zo gebruikt om een deel van de loterij-opbrengst wit te wassen, zo bleek onlangs uit onderzoek van het Openbaar Ministerie.

‘De loterij lijkt onschuldige folklore, maar is een dekmantel voor wapen- en drugshandel, ontvoeringen en moorden,’ vertelt oud-hoofdaanklager Antônio Carlos Biscaia (60), die de top van de Beestenmaffia in 1993 tijdelijk achter de tralies kreeg.

Tot zijn frustratie zijn de loterijbazen twintig jaar later nog altijd rijk en machtig. ‘Ze sponsoren grote sambascholen als Beija-Flor, Mocidade Independente, Salgueiro en Grande Rio,’ aldus Biscaia, die een moordaanslag overleefde en tegenwoordig advocaat is.

‘Schandelijk, gezien de internationale uitstraling van carnaval.’ De sambascholen en hun duizenden gekostumeerde dansers trekken miljoenen toeristen naar Rio.

Ook het stadsbestuur, dat samen met staatsoliebedrijf Petrobras 27,5 miljoen euro per jaar in de optocht pompt, zit in zijn maag met de verstrengeling. Burgemeester Eduardo Paes probeerde de banden tussen de scholen en de maffia te verbreken via een openbare aanbesteding van de optocht.

Daar voelde de organiserende koepel van sambascholen (Liesa) echter niets voor. ‘Vervelend. Maar moet ik dan stoppen met carnaval?’ zo schetste Paes zijn dilemma.

Justitie legde enkele loterijcriminelen vorig jaar wel weer een celstraf op, maar hun machtsbasis blijft groot. Menige deelnemer heeft meer vertrouwen in illegale loterijen dan in de legale Braziliaanse staatsloterij.

‘Er zijn drie trekkingen per dag en ze betalen meteen uit op straat. Voor 1 real (37 eurocent) doe je al mee,’ zegt Eduardo Garcia bij een van de vele verkooppunten in Rio. De gokbazen betalen politieagenten steekpenningen om zich afzijdig te houden.

Verder maken ze zich populair met giften aan de bewoners van sloppenwijken, waar de overheid veelal afwezig is. En juist in deze arme buurten liggen de wortels van veel sambascholen.

Imagine na Copa!

Uit De Telegraaf van afgelopen maandag.
-----------------------------------------------------------------------------
‘Imagine na Copa’ (´Stel je voor tijdens het WK´), is een zinnetje dat je veel hoort in Rio de Janeiro, waar ik me momenteel onderdompel in het carnavalsgedruis.

Over een dag of vijfhonderd wordt de finale van het WK voetbal afgetrapt in het Maracanã-stadion. De Braziliaanse sambametropool
komt daarmee steeds meer onder een internationaal vergrootglas te liggen.

Onlangs viel de stroom twee uur lang uit op Rio’s internationale vliegveld Galeão. Imagine na Copa! Er wordt een filerecord gebroken. Imagine na Copa!

Hoewel de cariocas (inwoners van Rio) van nature een optimistisch volkje zijn, vrezen velen voor een grote afgang door gebrekkige organisatie van het WK en de Olympische Spelen van 2016.

Niet nodig, als je het mij vraagt. Ik ben voor het eerst in drie jaar terug in mijn oude woonplaats en het valt me op dat er wel degelijk schot zit in de voorbereidingen.

Rio, dat in diep verval raakte nadat de Braziliaanse hoofdstad in 1960 naar Brasília werd verplaatst, beleeft een indrukwekkende revival.

Het havengebied wordt opgeknapt, het openbaar vervoer wordt verbeterd en de moordcijfers zijn flink gedaald, mede dankzij een ‘vredespolitie’ die tientallen sloppenwijken herovert op drugsbendes.

Geweldig om te zien dat de stad steeds toegankelijker wordt”, zegt de Nederlandse carnavalstoerist Martyn Menke (43) op de top van favela Vidigal, een vroeger drugsbolwerk waar we bij zonsopgang een fabelachtig uitzicht hebben op Rio’s stranden en tropisch regenwoud.

Hij is één van de miljoen toeristen die tot Aswoensdag los gaan tussen de vele honderden sambabands (‘blocos’) die de straten van Rio hebben bezet.

Het megafeest verloopt gemoedelijk en vrijwel vlekkeloos, los van een legertje irritante zakkenrollers tussen de bier en
caipirinha’s hijsende menigte.

„De sfeer is geweldig, er heerst een georganiseerde chaos”, zegt Blake (29), een financieel journalist uit Michigan met een rode rastapruik op zijn bol.

„Het WK wordt gewoon een groot feest. Wat zou het als de stroom een keer uitvalt? Dat gebeurde laatst zelfs in de finale van de Superbowl.”

woensdag, januari 30, 2013

Een dagje Caracas

Uit De Telegraaf van afgelopen zaterdag.

Disclaimer: Caracas is zeker niet de eerste Zuid-Amerikaanse hoofdstad die ik toeristen aan zou raden (eerder de laatste of een-na-laatste, na Lima), maar wel een dagje rondkijken waard als je toch in het mooie Venezuela bent.
---------------------------------------------------------------------------------
Toeristen die in de Venezolaanse hoofdstad Caracas landen, reizen meestal zo snel mogelijk door naar de adembenemende palmstranden, Amazonewatervallen en Andestoppen van het Zuid-Amerikaanse land. Zonde, want de 'Stad van de Eeuwige Lente' is niet alleen een chaotische betonjungle, maar ook een swingende metropool vol lekker eten en tropische natuur.

Onze dag begint met een tegenvaller: Caracas doet zijn zonnige bijnaam vanochtend geen eer aan. Het miezert in de tropische valleistad en de naastgelegen Ávila-berg is compleet in nevelen gehuld.
De vallei van Caracas op een mooiere dag.

Toch springen we in een taxi naar het kabelbaanstation Ávila Mágica. De chauffeur vrolijkt ons op met wat harde salsa, de muziek die je trouwens overal hoort in Venezuela.

Zijn taxi is een brullende Buick uit de jaren zeventig. Het Venezolaanse wagenpark is door de bizar lage benzineprijzen ($0,02 per liter) een attractie op zich. Het wemelt in de straten van het olieland van dit soort sierlijke Amerikaanse benzineslurpers.

Even later zweven we in een comfortabele cabine de imposante groene berg op. Bij het eindpunt op 2150 meter hoogte is het zo'n tien graden kouder. Het is nog altijd een graad of vijftien, maar dat blijkt voor de locals reden genoeg om de ijzers onder te binden. Er ligt een heuse tropische ijspiste in het gezellige Ávilapark, waarop Venezolaanse kinderen onwennig rond schaatsen.
We lopen weg om te genieten van het naaldwoud, de frisse berglucht en de straatartiesten in het park. Op heldere dagen schijn je hier een prachtig uitzicht op de Caribische Zee te hebben. De nevel gooit roet in het eten, dus storten we ons maar op de culinaire opties op de berg.

Er is fondue en Duitse worst te koop, maar wij kiezen voor een Venezolaanse koek-en-zopie: soep met arepa, het nationale maïsbroodje, gevuld met vlees en kaas. Smullen!
Tijd om weer af te zakken in de kom van Caracas, waar we het koloniale centrum willen bezoeken. Dat is de laatste jaren flink opgeknapt en er zijn veel monumenten en musea te vinden.

Ietwat eentonig is het oude stadshart wel. Bijna alle culturele attracties staan namelijk in het teken van de Simón Bolívar, de Venezolaanse vrijheidsstrijder die begin 19e eeuw vijf Zuid-Amerikaanse landen van het Spaanse juk verloste. Zo kuieren we van het Bolívar-standbeeld op Plaza Bolívar naar het praalgraf en geboortehuis van de grote held van president Hugo Chávez.

Het geboortehuis stelt weinig voor, maar het naastgelegen Bolivariaanse museum is een bezoekje waard. We bewonderen de zwaarden, kanonnen en vergeelde sokken van Bolívar en worden aangesproken door een sympathieke suppoost, Iván.
Standbeeld en sokken van El Libertador

Hij wil weten wat wij Europeanen zo eng vinden aan de ernstig zieke 'dictator' Chávez. Iván: "Chávez wil met zijn Bolivariaanse revolutie de kant op van een land als Nederland. Hij is de eerste leider die serieus belasting heft en investeert in zorg en onderwijs. Voor Zuid-Amerikanen is dat revolutionair, maar voor jullie toch niet?"
Tja. Iván vergeet er wat dingen bij te vertellen, maar we willen geen tijd verliezen met een oeverloze politieke discussie.

We zeggen gedag en pakken de metro (veilig, vlot en goedkoop) terug naar de wijk van ons hotel, Altamira. De overgang van het 'rode' centrum naar deze anti-Chávez-buurt is groot. Hier zie je geen posters van Bolívar en Ché Guevara op straat, maar shopping malls, Amerikaanse fastfoodketens en ravissante vrouwen met agressieve siliconenboezems.

De zon schijnt gelukkig weer en er wordt geflaneerd en geflirt dat het een lieve lust is. We duiken La Estancia in, één van de vele stadsparken waar je lekker uit kunt blazen.
Tegen het einde van de middag beginnen we honger en dorst te krijgen. Na een tussenstop bij de bekende arepa-tent El Budare de la Castellana (24 uur per dag lekker Venezolaans fastfood) lopen we naar Fuente de Soda El León. Op het grote terras van deze bar, mooi gelegen naast een fontein, genieten we van een ijskoud Polar-biertje en de zwoele Caribische avond.

Caracas staat bekend om zijn bruisende nachtleven, variërend van dure jetsetclubs (shopping San Ignacio, Las Mercedes) tot grote salsa-schuren in de volksbuurten van de stad.

Wij besluiten in onze wijk te blijven en belanden in El Puto Bar. Dat klinkt als een bordeel, maar het is een gezellige alternatieve pub, met veel live-optredens van bands en dichters. We drinken een glas goede rum en lopen tevreden terug naar het hotel. Wie de juiste plekjes op zoekt, merkt dat de heksenketel Caracas ook best relaxed kan zijn.
---------------------------------------------------------------------------------
Uitstapjes

Revolutietoerisme

Wat Harry Mulisch in de jaren zestig naar Cuba lokte, trekt linkse jongeren in de 21e eeuw naar het Venezuela van Hugo Chávez.

Tip: wie wil begrijpen waarom de rode president populair is bij de armen, moet eens een kijkje nemen in Ciudad Caribia.

Deze nieuwe 'socialistische stad' aan de noordkant van Caracas is één van de weinige Chávez-bolwerken waar een toerist veilig op eigen houtje kan rondlopen.

Na een mooie taxirit (45 minuten) door de groene bergen, belanden we in een aangeharkt stadje dat in Nederland niet zou misstaan. Er wonen 8000 mensen en dat moeten er komende jaren 100.000 worden.

Vrijwel alle voorzieningen zijn gratis, van de gemeubileerde appartementen tot een kliniek met Cubaanse artsen. Geen wonder dat de stad vol Chávez-posters hangt.

Wie een beetje Spaans spreekt, kan een babbeltje maken met de vriendelijke bewoners, die vroeger allemaal in de ruige sloppen van Caracas woonden.

"Het is heerlijk hier. In Caracas kon ik nooit buiten spelen, hier wel," zegt Netzai (13) terwijl ze op een fietsje door de straten scheurt.

"Maar er zijn ook problemen hoor. Er is hier helemaal geen werk. Als de olieprijs zakt, wordt dit allemaal onbetaalbaar", zo kraakt Pedro (68) Chávez' sinterklaassocialisme.
Netzai is blij met haar verhuizing
---------------------------------------------------------------------------------
Wandeling naar Ávila-top

We vroegen twee Nederlanders die al lang in Caracas wonen om een tip voor De Reiskrant.

Beiden raadden aan om de Ávila-berg op te wandelen, dwars door een nationaal park.

De klim voert van 900 naar 2200 meter hoogte. "Dat kost een uur of drie, vier", vertelt Titus van den Oever. "Je loopt door tropisch regenwoud met watervallen en papegaaien. Wel flessen water en een warme trui meenemen, want boven kan het fris zijn. En kies een heldere dag uit voor de klim. Dan heb je vanaf de top een prachtig uitzicht, tot aan de Caribische Zee."

Laurens Trebes begint de tocht gewoonlijk bij Sabas Nieves, maar er zijn meerdere vertrekpunten. Zijn tip: bij de ingang van het park een foto van de kaart maken. Of print de routes van tevoren op de site www.el-avila.com. "Want die zijn onderweg soms niet duidelijk aangegeven."

Nog twee tips: "Boven in het Ávila-park een gesubsidieerde 'socialistische' arepa eten en een bezoek brengen aan het Humboldt-hotel."

Er worden ook begeleide groepswandelingen georganiseerd (informeer bij uw hotel).
Uitzicht Ávila-park op een betere dag (hier zie je Caracas, de Caribische Zee ligt aan de andere kant van de berg)
---------------------------------------------------------------------------------
La Estancia: groene oase in de betonjungle

Even ontsnappen aan Caracas' betonjungle kan in La Estancia, een groene oase in het financiële hart van Caracas. De voormalige Spaanse koffieplantage is door staatsoliebedrijf PDVSA opgetuigd tot een gezellig parkje met vijgenbomen en veel culturele activiteiten.

Bijna iedere dag zijn er gratis tentoonstellingen en concerten. Bij de vroegere paardenstallen van het landgoed ligt een mini-museum met een kelder waar vroeger koffieslaven sliepen. Sommige medewerkers spreken een beetje Engels en vertellen graag wat meer over de geschiedenis. Wie geluk heeft, kan inspringen bij een cursus tango of capoeira.

Om dieren te zien, is het beter om het nabijgelegen Parque del Este te bezoeken. Hier leven onder meer toekans, apen en capibara's, deels in het wild en deels achter tralies.
La Estancia is een prettige plek om een boek te lezen.

---------------------------------------------------------------------------------
Duits bier/palmstranden

Een leuke trip voor een halve of hele dag is Colonia Tovar, een tropisch Duits bergdorp op zestig kilometer van Caracas. De bewoners leefden tot 1960 in isolement en spreken - naast Spaans - nog een zeldzaam 19e-eeuws dialect uit het Zwarte Woud. Obers in klederdracht serveren braadworst, Schwarzwalder kersentaart en lokaal gebrouwen Tovar-bier. De curieuze enclave trekt in weekenden veel Venezolaanse toeristen.

Geen zin in culturele of sportieve uitspattingen? Dan kunt u op een half uur van Caracas ook op een klassiek Caribisch palmstrand gaan liggen. De betere stranden liggen ten noordoosten van de stad, bij Macuto en La Guaira (de vertrekhaven van de ferry naar vakantie-eiland Isla Margarita). Surfers kunnen zich amuseren op de woeste golven van Playa los Caracas.
---------------------------------------------------------------------------------
Praktisch

Reiswijzer

Prijzen voor een vliegretour Amsterdam-Caracas beginnen bij 600 euro (bij de Spaanse prijsvechter Air Europa). Ook Lufthansa, Air France, TAP en Alitalia vliegen met één tussenlanding op Caracas. Er zijn geen directe vluchten. De reistijd is circa 14 uur. Vanaf Caracas' internationale luchthaven Maiquetía rijden er bussen naar de stad. Een taxi kost 250 tot 300 bolivars (rond 50 euro volgens de officiële wisselkoers, zie kader Geld).

Slapen/Veiligheid

Caracas staat bekend als onveilig, maar daar merk je weinig van in de oostelijke wijken Altamira, Las Mercedes, El Rosal, La Castellana en Sabana Grande. Tip: overnacht in één van deze buurten. Het centrum van de stad is ruig en de buitenwijken zijn ronduit gevaarlijk.

Vijfsterhotels: Lidotel (www.lidotel.com.ve) en Eurobuilding (www.eurobuilding.com.ve).

Vierster: Hotel Ávila (www.hotelavila.com.ve), gebouwd door Nelson Rockefeller. Het ligt wat afgelegen (op een kwartier van het centrum), maar dat wordt gecompenseerd door de mooie groene omgeving.

Driester: Hotel La Floresta: http://registro.hotellafloresta.com. Ietwat sjofel, maar gunstig geprijsd en ideaal gelegen aan het relaxte plein rond metrostation Altamira.
Obelisk op Plaza de Altamira


Eten

In de migrantenstad Caracas kun je goed en gevarieerd eten. Vooral de Spaanse, Italiaanse en Arabische keuken zijn sterk vertegenwoordigd. En de Venezolaanse natuurlijk: El Budare de La Castellano (Av. Principal La Castellana) serveert dag en nacht lokale snacks als de arepa (hartig gevuld maïsbroodje) en de cachapa (zoete pannenkoekjes).

Luxer zijn paellarestaurant La Estancia (www.restaurantlaestancia.com) en grillvleesspecialist Lee Hamilton (Av. San Felipe, hoek El Bosque). La Montanara (Calle Caroní/Calle Madrid in de wijk Las Mercedes) is één van de beste pizzaria's. Heerlijk zijn ook de shoarmapannenkoeken van El Mesoncito de Altamira (hoek Av. Avila en Francisco De Miranda), even verderop weg te spoelen bij de verse sapjesbar La Holandesa (Av. Luis Roche).

Geld

Geld is een heikel punt in Venezuela. Het land is erg aan de prijs voor reizigers die hun geld lokaal pinnen. De officiële koers van de Venezolaanse munt (1 euro = 5,5 bolívar) twee tot drie keer zo laag is als de zwarte straatkoers. Veel reizigers nemen daarom contante dollars of euro's mee. Wij ook en het wisselen ging makkelijk, via de hotelreceptie nota bene. Zie www.lechugaverde.com voor de actuele zwarte dollarkoers (maar reken op een iets lagere koers).

Overige tips

Taxi's in Caracas rijden zonder meter. Om niet afgezet te worden, is het handig om bij de hotelreceptie te vragen naar het gebruikelijke tarief voor de beoogde rit en dit vooraf met de chauffeur af te spreken.

Een visum hebben toeristen niet nodig in Venezuela (tot drie maanden verblijf). Ook inentingen zijn niet verplicht. Vaccinaties tegen DTP, hepatitis A en gele koorts worden wèl aangeraden.

Beste reistijd: Caracas kent het hele jaar door een stabiel, mild tropisch klimaat.

maandag, december 24, 2012

São Paulo is blij met verbod op billboards

Uit de Financiële Telegraaf van vanochtend.
-------------------------------------------------------------------------------------
São Paulo is sinds zes jaar een megastad zonder billboards. Door de 'Wet Schone Stad' (Lei Cidade Limpa) zijn reclame-uitingen vrijwel overal taboe in de straten van de financiële hoofdstad van Brazilië.

Een ramp voor reclamemakers, maar 90% van de 11,3 miljoen inwoners steunt de gemeentelijke strijd tegen 'visuele vervuiling'. Reden voor de nieuwe burgemeester Haddad om vanaf 1 januari door te gaan met de wet van zijn voorganger Kassab (beide komen uit de grote Libanese gemeenschap van São Paulo).

"Het was alsof ik mijn stad opnieuw leerde kennen in 2007", zo juicht de advocate Sara Santos (24) dit toe. "Hele pleinen en parken waren tot dan onzichtbaar door reclame en politieke campagnes, die gelukkig ook onder de wet vallen."

Een minderheid van de 'paulistanos' vindt echter dat de stad, die verder overigens allesbehalve schoon is, aan charme heeft ingeboet. De betonzee São Paulo is door de wet nog grauwer geworden, treuren zij.

Ook kleine middenstanders klagen over de strenge regels. Zo mag een kleine winkel (tot tien meter breed) een naambord van hooguit 1,5 vierkante meter op de gevel dragen. Uithangborden zijn verboden. Per overtreding geldt een boete van € 3800. De wet wordt on-Braziliaans strak gehandhaafd, vooral in de rijkere, centrale wijken.

"Waardeloos, want ik heb geen geld om via media te adverteren", moppert Edivaldo Satunino terwijl hij een stel verwijderde uithangborden laat zien in het berghok van zijn kapperszaak. "Ik ben nu helemaal aangewezen op mond-op-mondreclame. Optreden tegen wildgroei prima, maar dit is veel te radicaal."

Op straatmeubilair, zoals bushokjes en digitale klokken, mag er wèl worden geadverteerd. Ook voor bepaalde evenementen, zoals het WK Voetbal in 2014, gelden uitzonderingen. Maar billboards en mascottes van FIFA-sponsoren worden alleen gedoogd rond en richting het Itaquerão-stadion, dat 1,5 jaar voor de openingswedstrijd nog in volle aanbouw is.

De reclame-industrie, die massaal op digitaal adverteren is overgestapt, zoekt intussen door naar mazen in de wet. Zo zie je vooral in weekenden veel 'levende reclamezuilen' op straat: scholieren en werklozen die bereid zijn om voor € 15 de hele dag een bord omhoog te houden. Dit is niet verboden.
Marcelo verdient € 15 per dag als 'levende reclamezuil'

Verder vechten adverteerders de 'Lei Cidade Limpa' nog steeds aan via justitie. In 2007 oordeelde het Braziliaanse hof dat de wet door de grondwettelijke beugel kan.

Maar onlangs was er een succesje voor de tegenstanders, toen twee 77-jarige dames uit São Paulo in beroep gingen tegen een boete van €25.000 wegens reclameborden in hun achtertuin. Een lokale rechter vond deze straf "buitenproportioneel".

dinsdag, december 04, 2012

Argentinië smult van Nina

Uit de krant van vanochtend.
------------------------------------------------------------------------------------
Argentinië ligt aan de voeten van 'La Holandesa'. Het sexy Aalsmeerse model Nina Schreuders (23) brak afgelopen weken door in de populairste tv-show van het land van Máxima.

"Ik kan het nog steeds niet geloven", vertelt de groenogige brunette in een trendy bar in de zonovergoten hoofdstad Buenos Aires. Een tafel achter haar zitten drie Argentijnse playboy's aandachtig naar haar ultrakorte broekje en doorschijnende blouse te kijken. "Mochten ze willen", lacht de diva na het afwimpelen van hun zoveelste aanval.
Na een paar geslaagde vakanties in Argentinië verhuisde Schreuders in 2010 van de polder naar de pampa. "Ik zat in een sleur in Nederland. Bovendien moet je in Europa een halve anorexiapatiënt zijn om hogerop te komen als model. Ik heb meer volle vormen en dat wordt hier wèl gewaardeerd."

Toch kon ze tot voor kort nog betrekkelijk rustig over straat in haar hippe buurtje Palermo Soho. Alles veranderde toen een vriendin haar uitnodigde voor een opname van Showmatch en haar voorstelde aan de bekende presentator Marcelo Tinelli. "Hij vroeg of ik één van zijn danseressen wilde worden. Ik ben helemaal geen danseres, dus het was best eng in het begin. 80% van de Argentijnen kijkt naar die show!"

Voorlopig hoogtepunt was een aflevering met een gastoptreden van sint en piet, waarin 'La Holandesa' liet zien dat ze vlot Spaans heeft geleerd. "Ik probeerde Tinelli uit te leggen dat sinterklaas geen Hollandse kerstman is, maar dat is geloof ik niet echt gelukt."
Omgerekend krijgt de oud-havoscholiere 1600 euro per maand om vier keer per week live op te draven in Showmatch. "Daar kan ik goed van leven hier. En ik krijg allerlei extraatjes. Ik word zelfs betaald om uit te gaan in bepaalde nachtclubs."

Ook de gevreesde Argentijnse roddelpers heeft 'Nina Francisca' (haar tweede naam bekt in het Spaans lekkerder dan 'Schreuders') inmiddels ontdekt. Volgens de paparazzi beleefde ze onlangs een hete nacht met de Uruguayaanse topvoetballer Diego Forlán. Ook speculeren ze druk over haar kansen om de 52-jarige Tinelli te veroveren, de meest gewilde vrijgezel van Argentinië.

"Hij is mijn baas, kom nou! En met Forlán heb ik alleen een avondje gezoend. Ik heb überhaupt nog nooit een serieuze relatie gehad. Ik woon alleen met mijn kat Miú en dat is voorlopig prima zo."

Nederland missen doet ze helemaal niet. "De mensen zijn hier warmer en er wordt veel meer op straat geleefd. Buenos Aires is een heerlijke stad."

Al te ver vooruit kijken wil ze verder niet. Komende zomermaanden duikt ze in het glamourcircuit van de Uruguayaanse badplaats Punta del Este, het Saint-Tropez van Zuid-Amerika. "Ik ga lekker genieten van dit succes. Dit moet je doen als je jong bent. Terug naar school gaan, dat kan altijd nog."