maandag, juni 14, 2010

Vertaling bekentenis Joran

Terug in Sampa na elf dagen Joran-craze in Peru. Fijn, zonneschijn! Lima wordt de hele winter bedekt door een dikke drijfnatte nevel. Ook los daarvan is het een tamelijk troosteloze stad. Alleen de ceviche zal ik missen.

Vandaag staat Jorans bekentenis integraal op telegraaf.nl. De Peruaanse politie is namelijk zo lek als een mandje. Leuk voor journalisten, wat minder voor Joran. Ik heb de tekst vertaald, het is sappig materiaal.
---------------------------------------------------------------------------------
Verklaring van Joran Andreaus Petrus van der Sloot (22)

In de stad Lima, om 11.25u op 6 juni 2010, in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie te Lima, Roxana Rosado Soto, op de afdeling Moordzaken.

Joran Andreaus Petrus van der Sloot (22) uit Arnhem, geboren op 6 augustus 1987. Burgerlijke status: vrijgezel. Zoon van Paul van der Sloot en Anita van der Sloot. Opleiding: Bachiller aan de Han Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Woonachtig op Aruba, maar ingeschreven in Arnhem.

Aanwezig is de advocaat Luz Marina Romero Chinchay en de getuige en vertaler van de Nederlandse ambassade Maurice Steins.

Vragen van de politie en de vertegenwoordiger van het OM

1.Via de vertaler: Heeft u advies van een advocaat nodig voor deze verklaring?
-Mijn advocaat is aanwezig.

2. Leg uit waarom u uw verklaring over de moord op Stephany Tatiana Flores Ramirez (21) op 5 juni niet heeft afgemaakt, ondanks de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het OM, de vertaler en de advocaat?

- Omdat ik moe was en 24 uur niet had geslapen. Ik wilde mijn verklaring afleggen en mijn advocaat zei me dat ik dat beter kon wachten tot het einde van het politieonderzoek en voor de rechter te praten.

3. Sinds wanneer bevindt u zich op de afdeling Moordzaken en weet u waarom u wordt vastgehouden?

- Ik zit hier sinds 5 juni en dat is vanwege de moord op Stephany Flores.

4. Wat doet u voor werk, waar, sinds wanneer en hoeveel verdient u daarmee?

- Ik heb een zaak in Thailand. Pizzaverkoop, broodjes en koffie, waarmee ik jaarlijks 20.000 euro verdien. Dit doe ik al 2,5 jaar.

5. Waarom bent u naar Peru gekomen en hoe en wanneer bent u naar Lima gekomen?

- Ik ben in Lima aangekomen om mee te doen aan het internationale pokertoernooi, per vliegtuig uit Aruba, via Bogotá, op 14 mei 2010.

6. Kent u de persoon Elton Garcia en de persoon die bij leven Stephany Tatiana Flores Ramirez (21) heette? Zo ja, geef dan u waar en wanneer u hen leerde kennen en vertel over uw relatie tot hen.

-Elton Garcia is een vriend van me. Ik leerde hem twee weken geleden kennen in het casino Atlantic City in Lima. Stephany Flores heb ik ook leren kennen in casino Atlantic City, op ongeveer 27 mei. Ze was een kennis die ik nog niet lang kende.

7. Verklaart u nader welke bezigheden u had tussen 14 mei, de dag waarop u in Lima aankwam, en 30 mei?

- Ik ben vaak naar casino Atlantic City geweest. Ik heb gewinkeld in Larco Marco en in het centrum van Lima. En ik ging naar de casino’s van het Marriott Hotel en Fiesta, tegenover Atlantic City.

8.Waar verbleef u sinds u Lima op 14 mei binnenkwam en hoeveel betaalde u daarvoor?

- Ik zat in kamer 309 van Hotel TAC, tegenover de WONG-supermarkt in Miraflores, en betaalde daar 50 soles per nacht voor.

9. Wat deed u tussen 18.00h op 29 mei en 2.00 op 30 mei?

- Op 29 mei ging ik om 18.00h naar casino Atlantic City om black jack en poker te spelen. Ik dronk pisco sour en whiskey-cola. Ik denk dat ik van 18.00 tot 2.00u black jack speelde en van 2.00u tot 5.00u poker.

10. Vertelt u, gedetailleerd, wat er is gebeurd tussen de moord op Stephany Flores in kamer 309 van Hotel TAC en uw vlucht naar Chili.

- Op 30 mei was ik om 2.00u met verschillende mensen aan het pokeren toen Stephany Flores bij mijn tafel aanschoof. Daarna heb ik zo’n twee à drie uur gekaart, steeds in haar aanwezigheid.

Om vijf uur zei ze tegen me dat ze op Internet verder wilde spelen. Ze stelde ze voor om samen weg te gaan. We speelden nog even door en zijn toen naar hotel TAC vertrokken in Stephany’s auto, een zwarte 4x4.

We kwamen om circa half zes aan en gingen naar mijn kamer om te pokeren op mijn laptop. Op een gegeven moment opende ik mijn mailbox en zag ik een bericht: ‘Ik ga je vermoorden, mongooltje’, verwijzend naar de zaak Holloway.

Ik begon met Stephany Flores over de zaak te praten. Ik legde uit dat ik vijf jaar geleden was gearresteerd, dat ik werd verdacht van de verdwijning van dat meisje. Dat was een half uur nadat we kamer 309 waren binnengekomen.

Terwijl ik dit vertelde, sloeg ze me links op mijn hoofd met haar vuist. Ik reageerde impulsief door haar met mijn rechterelleboog een klap te geven, precies op haar neus.

Er was overal bloed. Ze leek half buiten bewustzijn. Ik was zo kwaad dat ik haar met beide handen bij haar keel pakte en haar wurgde, een minuut lang. Toen realiseerde ik me wat ik aan het doen was.

Ik stond op om te denken wat ik moest doen. Er zat ook bloed op mijn overhemd en op het bed. Toen pakte ik mijn overhemd en drukte ik het hard op haar gezicht, totdat ze dood was.

Daarna dacht ik: wat nu? Ik verliet het hotel, maar de receptioniste zei me dat ik de auto moest verplaatsen. Ik ging terug naar kamer 309. Ik wilde het hotel uitvluchten. Ik pakte mijn twee tassen en ik reed weg met de auto. Ik weet niet meer waarheen. Ik heb ongeveer vijf minuten rondgereden.

Daarna pakte ik een taxi naar het internationale vliegveld ‘Jorge Chavez’. Toen bedacht ik me dat ik beter niet met het vliegtuig kon gaan. Ik pakte een taxi naar de andere kant van de stad, naar een busterminal.

Daar pakte ik voor 600 soles een taxi naar een andere stad waarvan ik me de naam niet herinner. Daar nam ik voor 500 soles een andere taxi naar Nazca. In Nazca reed iemand me voor 100 soles naar de volgende steden.

Toen we aankwamen praatte ik met de taxichauffeur over de moord op Stephany Flores. “Ik heb een moord gepleegd, ik wil Peru uit”, zei ik. “Wacht tot we in de volgende stad zijn”, antwoordde hij.

Daar aangekomen zei hij: “Mijn vrienden zijn er nu niet, misschien is het beter als je een bus pakt.” “Je hebt me gezegd dat je me naar Arica zou brengen, doe dat dan svp ook”, zei ik terug. De chauffeur: “Rustig aan, we gaan iets eten.”

Dat deden we en toen kwamen zijn vrienden aanzetten. Ze vroegen 1500 dollar voor de rit. Ik ging akkoord. Ik had op dat moment alleen maar 500 dollar contant geld op zak. Ik zei dat ik de rest zou pinnen bij een geldautomaat.

We vertrokken in een wit minibusje, maar onderweg vroeg de wegpolitie om onze papieren. De chauffeurs raadden me daarna aan een tas weg te gooien. Ik gooide mijn beige sportkoffertje weg.

Toen zeiden ze dat ze me niet naar Arica zouden brengen als ik mijn spullen niet zou aangeven. Ze wilden mijn mobiele telefoon, mijn horloge, twee parfums, boeken, kledingstukken (zoals een spijkerbroek en enkele polo’s van het merk Lacoste) en nog wat spullen. Toen we bij de grenspost aankwamen, bij Tacna, bleef één van de bestuurders achter omdat zijn ID vals was.

Ik ging de grens over met de twee Peruanen die het stuk vanaf Nazca hadden gereden. Totdat we om ongeveer 16.00u, op 31 mei, in Chili aankwamen. Ik probeerde met mijn betaalpas duizend dollar op te nemen, maar ik kon er maar vijfhonderd krijgen. De Peruanen zeiden dat ik de rest ook moest betalen.

Om geen problemen met hen te krijgen, vertelde ik dat ik twee horloges had, één van het merk Ferrari, met een waarde van 7000 dollar.

Ik gaf het horloge aan één van hen, maar de ander hield het bij zich. Ik beloofde dat ik een dag later zou bellen en dat ik per Western Union de resterende 500 dollar zou overmaken.

Op het moment van overmaken zou ik hen zeggen waar zij het horloge moesten teruggeven. Als ik dat binnen zou hebben, zou ik die 500 dollar betalen. Na dat te hebben afgesproken, vertrokken ze.

Ik overnachtte in een hotelletje in Arica, de naam herinner ik me niet. Een dag later, op 1 juni, ben ik de hele dag in de stad gebleven en heb ik ’s avonds de bus naar Antofagasta gepakt.

Daar nam ik het vliegtuig naar Santiago, waar ik om 14.00u aankwam. Ik ging naar een plaats genaamd Vasco de Gama, waar ik een douche nam in een hotel. Ik liet mijn spullen achter en pakte een taxi naar Santiago.

Iemand benaderde me en vroeg me of ik wel eens ‘Koffie met voeten’ had gedronken. Ik zei van niet. Toen nam hij me mee naar een bar waar blote vrouwen koffie serveerden. Ik raakte bevriend met deze meneer en hij nodigde me bij hem thuis uit. Daar bleef ik likeur drinken. Ik bleef er slapen omdat ik te dronken werd.

Een dag later vertrok ik, weer naar Vasco de Gama, en zag ik in de taxi dat mijn foto in de krant stond en dat ze een Hollandse moordenaar zochten. Ik vroeg de taxichauffeur me naar een politiebureau te brengen.

Op het politiebureau in Vasco de Gama praatte ik met de agenten. Ik zei: “Ik heb net in de krant gezien dat de Peruaanse politie me zoekt voor moord.” Ze keken me raar aan en zeiden ‘wacht even’. Toen kwam er een vrouwelijke agent. “Het is beter als je naar een ander politiebureau gaat want wij weten hier niets van.”

Ik vertelde de volgende taxichauffeur dat ik me wilde overgeven. “Een neef van me is politiechef in Santiago. Als je wil, kan ik hem bellen”, zei hij. Ik vroeg hem dat te doen. Hij praatte vijf minuten en gaf me de telefoon door.

In het Spaans, dat ik beheers, legde ik hem uit dat de Peruaanse politie mij zocht. Hij vroeg me waar ik vandaan kwam. Uit Nederland, zei ik. Toen hij even later terugbelde, zei hij dat ik naar het hoofdbureau van politie in Santiago moest gaan.

Onderweg bleef de taxichauffeur bellen. Hij zei: “Mijn neef zegt me dat ze je om veiligheidsredenen gaan onderscheppen.” Het duurde nog een uur voordat de politie mijn taxi onderschepte.

Ze reden me in een particuliere wagen naar de Migratiedienst in Santiago. Ze legden uit dat ik niet gearresteerd was, dat ik mocht doen wat ik wilde. Ik gebruikte de computer en at. Totdat ik te horen kreeg dat Peru om mijn uitlevering vroeg.

Ik zei dat ik niet akkoord was, dat ik met een advocaat wilde praten. Ze zeiden me dat ik daarover niks te vertellen had. Dat het een beslissing van de regering was.

Ik vroeg of ik niet aan Nederland kon worden uitgeleverd. Dat zouden ze bekijken. Daarna herhaalden ze dat ik niet gearresteerd was, maar dat ze me wegens een beslissing van hogerhand het land zouden uitzetten, naar Peru.

11. Hoe waren u en Stephany gekleed op 30 mei?

- Ik had een blauwe spijkerbroek aan, van welk merk weet ik niet. Ik heb er verschillende. Verder een beige overhemd met lange mouwen en de witte Nike-sportschoenen die ik nu draag. Stephany had een blauwe spijkerbroek aan. En een polo en schoenen, geloof ik.

12. Heeft u een slagvoorwerp gebruikt om Stephany te doden?

- Nee

13. Specificeer waar u haar heeft geslagen en hoe vaak.

- Ik heb haar maar één keer op haar neus geslagen, met mijn rechterelleboog.

14. Is het Prince-tennisracket dat in de hotelkamer is gevonden gebruikt voor de moord?

- Het racket dat u me heeft laten zien, heb ik niet gebruikt om het slachtoffer te slaan.

15. Is dit kledingstuk van One Star Converse, beige en met lange mouwen en bloedvlekken, hetzelfde kledingstuk dat u op 30 mei droeg en gebruikte om Stephany te laten stikken?

- Ja.

16. Van wie is deze wit-turqoise portemonnee die op de plaats van delict is gevonden en wat zat er precies in?

- Van Stephany. Er zaten drie passen in, één van Visa, één van een bank, een id-kaart. En een bedrag van 850 soles.

17. Wat is er met de inhoud van de portemonnee gebeurt nadat u Stephany had gedood?

- Ik wist dat Stephany geld had, maar ik wist niet hoeveel en ik wist niet van die passen. Ze wisselde haar fiches in voor het verlaten van het casino. Na haar te hebben vermoord nam ik haar passen en haar geld mee.

18. Heeft u na de moord nog meer eigendommen (zoals juwelen) van Stephany gestolen?

- Ze had geen juwelen. Ik heb alleen haar jeep gestolen.

19. Waarom heeft u de jeep achtergelaten bij de passage Jorge Chavez-Surco?

- Dat weet ik niet, omdat ik niet helder nadacht en de stad Lima ook niet ken.

20. Wat was het ware motief om Stephany te vermoorden?

- Weet ik niet. Maar op het moment dat ze me voor mijn hoofd sloeg, raakte ik de controle over mijn handelingen kwijt. Ik wist niet wat ik deed. Ik weet nu wat ik deed, maar het motief is me onbekend. Het was een impulsieve daad, nadat ik een klap voor mijn hoofd had gehad.

21. Waarom vluchtte u na de moord naar Chili en gaf u zich daar over aan de politie, terwijl u dat ook in Peru had kunnen doen?

- Ik dacht niet helder na. Ik wilde alleen zo snel mogelijk weg bij de plaats van delict en het land verlaten. Maar toen ik in Chili aankwam en mijn foto in de kranten zag, besloot ik me over te geven aan de Chileense autoriteiten.

22. Waarom verliet u kamer 309 na de moord om terug te keren met twee koppen koffie in de hand?

- Weet ik niet. Ik weet simpelweg niet wat ik toen dacht.

23. Heeft u na de moord op enig moment overwogen om het lichaam van het slachtoffer te verbergen?

- Ja, die gedachte is door mijn hoofd gegaan. Maar ik kon het niet meer aanzien, er was erg veel bloed in de kamer.

24. Hoe verklaart u de wonden in het gezicht en op diverse delen van het lichaam en de schedelbreuk die zijn geconstateerd bij de autopsie?

- Ik weet niet hoe deze verwondingen tot stand zijn gekomen.

25. Zoals u eerder aangaf heeft u Stephany met beide handen gewurgd. Geeft u aan waar het slachtoffer zich toen bevond en welke positie u toen aannam.

- Zij zat op het bed toen ik haar een harde elleboog gaf. Ik denk dat haar hoofd naar achteren tegen de muur sloeg. Daarna begon ze te bloeden. Toen ben ik meteen op haar gaan zitten en begon ik haar met twee handen te wurgen. Ik heb haar een minuut zo vastgehouden.

Daarna heb ik haar op de grond gelegd. Maar ze ademde nog. Toen heb ik mijn overhemd uitgedaan en in hard n haar gezicht gedrukt. Ik weet niet hoe lang maar ze stopte met ademen. Ik denk dat ik haar zo gedood heb.

26. Is het waar dat u daarna haar kleren heeft aangetrokken en zo ja, waarom?

- Dat weet ik echt niet, maar ik denk van wel. Het gebeurde na haar te hebben gedood. Het gng om haar broek en haar schoenen, maar verder niets. Ik weet niet waarom ik het deed.

27. Waar zou u het lichaam van Stephany hebben willen verstoppen?

- Geen idee, maar het is even in me opgekomen.

28. Welk kledingstuk trok u na de moord aan, gezien het feit dat het overhemd onder het bloed zat?

- Een roodzwart gestreepte polo met een V-hals.

29. Heeft u het bloed van de vloer geveegd en zo ja, waarmee?

- Ja. Met het dekbed en de lakens.

30. Geeft u een beschrijving van het uiterlijk van de personen die uw vlucht naar Arica mogelijk maakten.

- Drie mannen hebben me naar Arica gereden. De eerste was dun, harig, klein en had een getinte huid. Hij bracht me van Ica naar Nazca. De tweede was zwaar gebouwd, donker haar, lang; hij bracht me van Nazca naar Arica en had een getinte huid. De derde was de broer van de eerste en leek op hem, maar zijn gezicht was wat voller.

Hij was de eigenaar van het voertuig. Ze vroegen me geld en hebben me beroofd van mijn Nokia-telefoon, verscheidene kledingstukken, mijn Ferrari-horloge ter waarde van 7000 dollar en twee parfums waarvan ik het merk ben vergeten. Ze zeiden dat ze me zouden aangeven als ik het geld niet zou geven.

31. Bent u voor het kampioenschap van de Latin America Poker Tour in casino Atlancic City gekomen en, zo ja, stond u daarvoor ingeschreven?

- Ja, ik ben voor dit toernooi gekomen. Maar ik was nog niet ingeschreven, omdat de organisatie pas op 1 juni zou aankomen.

32- Op welk telefoonnummer belde Stephany u en waar is de telefoon?

- Ik had een Peruaanse simkaart, maar ik ben het nummer vergeten. Eén van de taxichauffeurs heeft de telefoon, het gaat om Carlos Alberto Euribe Pretil.

33. Welke spullen had je bij je toen je kamer 309 na de moord verliet?

-Een rugzak met documenten, een laptop, kleding en een beige tas met kledingstukken, boeken. Het geld dat ik uit Stephany’s portemonnee pakte, voegde ik bij mijn eigen geld.

34. Won Stephany geld toen ze met u in het casino speelde en zo ja, hoeveel?

- Ik geloof niet dat ze winst had.

35. Om welke reden ging u met Stephany naar kamer 309?

- Om op internet te blijven pokeren.

36. Wat zei Stephany tegen u toen ze u voor uw hoofd sloeg?

- Ik was haar aan het uitleggen dat ik vijf jaar eerder beschuldigd was van het laten verdwijnen van een meisje omdat ik daar via Facebook een bericht over had gekregen. Ze luisterde naar me en plots sloeg ze me. Ik weet niet waarom.

37. Waarom heeft u Stephany vermoord?

- Nadat ik haar een klap had gegeven was ik bang dat ze naar de politie zou stappen en dat ze me zouden aanhouden. Het was een impulsieve daad. Ik denk dat ik haar vermoordde omdat ik niet nadacht.

38. Volgens het autopsierapport had Stephany amfetamine in haar bloed. Heeft u haar iets te drinken gegeven dat amfetamine bevatte?

- Nee

39. Dronken jullie samen in het casino en zo ja, wat en hoeveel?

- Ik Pepsi, pisco sour en whiskey-cola. En Stephany wijn, geloof ik. Ik heb vanaf 18.00h iets van tien glazen gedronken.

40. Waar komt het geld vandaan waarmee u het land heeft verlaten?

- Ik had 25.000 dollar bij me toen ik Peru binnenkwam, maar dat heb ik niet aangegeven. Ik Chili heb ik op 2 juni 500 dollar gepind. Dat was van mijn Click2pay-rekening, een organisatie die betaling per internet vergemakkelijkt. Ik heb een pas maar die is in Chili achtergebleven met mijn bezittingen.

41. Waar komen die 25.000 dollar vandaan en waarom heeft u deze niet aangegeven?

- Ik maakte een tv-programma over bedrog via internet, en voor die informatie kreeg ik 25.000 dollar van Uri Geller uit Nederland. Eerst 10.000 dollar contant en daarna 15.000 dollar op mijn bankrekening van de SNS-bank in Nederland. Ik heb ook een ABN-rekening.

Verder had ik 9000 dollar gekregen voor het geven van informatie over de Holloway-zaak aan ene John Quinsy Kelly. Een week voordat ik in Peru aankwam had ik 6000 dollar gewonnen in casino’s op Aruba. Daarenboven heb ik enkele pokerrekeningen.

Ik reis de hele wereld rond om met veel geld te pokeren en ik geef dat nooit aan. Ik zou niet weten waarom ik dat wel zou moeten doen. Het kost alleen maar tijd, die vragen over de herkomst van het geld.

42. Heeft u al eens eerder een zwaar misdrijf gepleegd of bent u daarbij betrokken geweest? Zo ja, waarom en waar?

- Het enige geval was de zaak-Holloway vijf jaar geleden op Aruba, om verschillende verdenkingen.

VRAGEN VAN DE ADVOCAAT

43. Heeft u zich vrijwillig overgegeven of waren het de broers Aparcana Pisconte en Euribe Pretil die dat suggereerden?

- Ja, ik heb me vrijwillig overgegeven. Het was mijn beslissing.

44. Heeft u nog iets toe te voegen of te veranderen aan deze verklaring?

- Ik wil alles nalezen. En ik heb de wens om te praten over het geval Natalee Holloway. Er is kans dat, als het proces hier snel en soepel verloopt, ik aan Aruba wordt uitgeleverd. Ik wil over de zaak praten maar niet nu. Ik praat liever met de politie op Aruba. Als er kans is om de zaak af te sluiten, dan ben ik bereid te helpen bij het ophelderen ervan.”

Verder heeft hij niets toe te voegen.

Geen opmerkingen: