woensdag, december 21, 2011

Spruitjesteelt biedt ontsnapping aan Argentijns landbouwbeleid

Uit de Financiële Telegraaf.
-------------------------------------------------------------------------------------
Terwijl de Argentijnse pampa afgelopen tien jaar in één grote sojazee veranderde, bleef teler Adri Botman zweren bij zijn oer-Hollandse spruitjes en witlof.

Het geduld van de pionier uit het Westfriese Venhuizen wordt beloond, want na een moeizame start groeit zijn bedrijf Endivias Belgrano (omzet: € 2,2 miljoen) met ruim 20% per jaar.

Botman (54) begon zijn Argentijnse avontuur nadat hij zijn exportbedrijf Botman International in 1998 had verkocht.

“Het was me al jaren voor de wind gegaan, dus ik dacht het hier ook wel even te gaan flikken. Het klimaat en de bodems zijn gunstig en Buenos Aires lijkt op het eerste gezicht een Europese stad. Maar dat gezicht is vals. Het lijkt hier soms meer op Nigeria.”

De Nederlander kreeg zijn eerste financiële mokerslag toen de Argentijnse peso in 2001 plots werd gedevalueerd. “Ik had toen nog drie ton aan btw tegoed van de Argentijnse fiscus en kreeg er uiteindelijk maar één terug. Dat zou ik zonder eigen vermogen nooit overleefd hebben.”

Er volgde meer ellende voor zijn bedrijf op 160 kilometer van Buenos Aires, zoals insectenplagen, extreme droogten en gesteggel met corrupte douanebeambten.

De agrariër maakte ook fouten, zo vindt hij zelf. “Ik dacht in die tijd nog te veel als handelaar en te weinig als teler. Ik ging te snel groot, met te veel soorten groenten. Terwijl specialisatie juist het geheim is van de Nederlandse vollegrondsteelt en tuinbouw.”

Tegenwoordig beperkt Botman zich voor 75% tot witlof en spruiten. Al zijn machines en zaden komen uit Nederland. “Het is de kunst om vast te houden aan de geavanceerde Nederlandse teeltmethoden. Qua kennis zit je in Argentinië op een eiland. De groentesector is veel minder ontwikkeld dan die van fruit en soja.”

Een groot voordeel van het telen van exotische Hollandse groenten is dat Botman onder de radar van het boeronvriendelijke Argentijnse landbouwbeleid blijft. De regering controleert de prijzen van producten in de Argentijnse voedselmand om het inflatiecijfer (officieel 9%, in werkelijkheid 25%) te drukken.

“Ik zou hier nooit in tomaten, paprika’s of aardappelen gaan. Als de prijs een keer gunstig uitvalt voor die producenten, dan pakt de regering het van hen af.”

Ook heeft Endivias Belgrano geen last van de hoge Argentijnse exportbelasting (35%) op commodities als soja.

Een tweede voordeel is het gebrek aan concurrentie. Mede daardoor is een kilo spruitjes in de Argentijnse supermarkt ruim 25% duurder dan in Nederland.

Maar Botman rekent zich niet rijk. De volgende stok tussen zijn spaken dient zich alweer aan. “Het minimumloon stijgt zo snel dat mijn loonkosten afgelopen jaar bijna verdubbeld zijn."

Zo is er altijd wat. "Ik wil geen mooi weer spelen: ondernemen in Argentinië is altijd knokken.”

Geen opmerkingen: