Uit de krant van vandaag.
----------------------------------------------------------------------------------
Twee indianen van de bijna uitgestorven Piripkura-stam zijn inzet van een kat en muisspel tussen indianenbeschermers en illegale houthakkers aan de zuidrand van het Amazonewoud.
De geïsoleerd levende mannen, genaamd Tamandua en Tititi, zwerven tussen twee rivieren in één van de snelst ontbossende gemeenten van Brazilië, Colniza, in het noorden van de deelstaat Mato Grosso.
Omdat het opgejaagde duo “in groot gevaar is”, zocht Leonardo Lênin van het overheidsorgaan voor indianenzaken Funai hen onlangs op met twee tolken van een verwant volk.
“Ze zijn als de dood voor het kabaal van de boskranen. De houthakkers hebben de routes naar hun voedselvindplaatsen afgesneden. Toch blijven ze liever in het bos leven. We kunnen hen niet dwingen mee te komen.”
Een rechter heeft hun leefgebied, bijna zo groot als Drenthe, tot verboden terrein verklaard. Er wordt een helikopteroperatie voorbereid om alle indringers te verwijderen.
Intussen zouden houthakkers de sporen van het duo proberen uit te wissen om te voorkomen dat het gebied een indianenreservaat wordt. “Het is een race tegen de klok”, vertelt Lênin telefonisch.
Bij het eerste contact met de Piripkura in de jaren tachtig, waren ze nog met 15 à 20. “Dit zijn vermoedelijk de laatste overlevenden van de stam”, zegt de Braziliaanse antropologe Inês Hargreaves.
De Piripkura (‘vlinders’) staan bij andere volkeren bekend om hun beweeglijkheid, kleine gestalte en grote penis. “Ze spreken Tupi-Kawahib en vormen een oertak van de Tupi’s. Dat zijn de trotse krijgers die na de komst van de Portugezen landinwaarts zijn gevlucht en nu worden uitgeroeid in Mato Grosso”, aldus een verontruste Hargreaves.
Funai heeft momenteel 66 meldingen van geïsoleerde indianenstammen in Brazilië, van wie er negen leven in Mato Grosso.
Onder niet-indianen in de landbouwprovincie kan de geplande operatie op weinig bijval rekenen. Het heersende idee is dat indianenreservaten economische ontwikkeling in de weg zitten.
Een grootgrondbezitter in Colniza klaagt in de Braziliaanse pers: “Indianenbeschermers vinden dat de soort moet worden bewaard. Maar hoe gaan die twee mannen dan kinderen krijgen?” Een derde overlevende Piripkura, Rita, is getrouwd met een man van een andere stam, omdat ze nabije familie is van Tamandua en Tititi.
Tamandua en Tititi bij het laatste contact. (Credits: Funai)
dinsdag, november 11, 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten