Uit De Telegraaf van gisteren.
-----------------------------------------------------------------------------------
Precies een halve eeuw geleden emigreerde consul en tabaksbaron Hans Leusen naar Brazilië om een stuk Atlantisch regenwoud plat te leggen. Nu probeert de 75-jarige Venloënaar hetzelfde bedreigde bos van de ondergang te redden. "Ik ben geen spijtoptant. Ik deed toen wat iedereen deed."
In 1962 krijgt de dan net afgestudeerde tropisch landbouwingenieur een baan aangeboden door een Duitse tegelfabrikant. "Hij had veel zwart geld verdiend bij de bouw van Brasília (de Braziliaanse hoofdstad, red) en hiervoor vijfhonderd hectare bosland gekocht", vertelt Leusen in Salvador de Bahia, de strandmetropool waar hij al 24 jaar onze consul is. "Hij zocht iemand die dat kon ontginnen."
De Nederlander ziet het avontuur wel zitten. In zijn eentje verhuist hij van Limburg naar een boshut in de zuidelijke deelstaat Paraná. Zijn gezelschap is daar jarenlang beperkt tot spinnen, slangen en vijftig Braziliaanse houthakkers die het vuile werk opknappen.
Schuldig voelt de Nederlander zich allerminst om de klus. "Het waren gewoon andere tijden. Ontbossen stond nog gelijk aan vooruitgang, de Braziliaanse regering moedigde het aan," vertelt de diplomaat terwijl we het ontboste achterland van Salvador in rijden.
Toch stopt hij er in 1965 mee. "Ik had prachtige muziek gehoord waarin de schoonheid van vrouwen uit Bahia werd bezongen. Ik was vrijgezel en wilde dat wel eens met eigen ogen zien."
De verhuizing naar Salvador (Bahia's hoofdstad) levert hem twee grote passies op: zijn vrouw Emilie en Bahiaanse sigaren. Hij rolt binnen bij het Zwitserse sigarenconcern Dannemann (van het Nederlandse merk Ritmeester) en is daar al sinds 1981 tot president.
Onder zijn leiding begint het bedrijf op grote schaal vers Atlantisch regenwoud te planten bij de tabaksplantages. Er is namelijk nog maar 7% over van het bos dat ooit de gehele Braziliaanse kustlijn bedekte en een nog grotere biodiversiteit bezit dan het Amazonewoud.
"De natuur is hier ook altijd gul voor het bedrijf geweest," zo verklaart de consul zijn 'bekering'. Dankzij de vruchtbare bodems horen de sigaren van Bahia bij de beste ter wereld. "Cuba heeft de Rolls Royce van de sigaren, maar wij maken de Cadillac", lacht hij terwijl hij één van zijn topsigaren (de Robusto) opsteekt op de Dannemann-fabriek in het pittoreske plaatsje São Félix.
Een deel van zijn verdiensten steekt de Nederlander in zijn consulschap. "Ik ben honorair consul en als je dat goed wilt doen, dan kost het geld. Je krijgt een vergoeding, maar veel kosten gaan buiten 's lands schatkist om. Ik doe dit puur voor de show en de eer om mijn land te dienen."
Apetrots is hij op zijn roze consulaatsgebouw in hartje Salvador, een 17e-eeuws pand met een majestueus uitzicht over de Allerheiligenbaai van de vroegere hoofdstad. "Het ligt aan het oudste plein van Brazilië, een historische plek voor Nederland. In 1625 tekenden we hier de overgave aan de Portugezen."
Salvador had toen een jaar onder Hollandse controle gestaan. "Helaas kwam Piet Heyn twee weken te laat om onze vloot te versterken. Schitterend toch dat we nu weer terug zijn op dit plein?"
Het consulaat doet ook dienst als expositieruimte van Leusens stichting Amei. Het staat vol indianenvoorwerpen en er hangt een foto waarop de blonde Hollander als een indiaan is beschilderd.
De consul leefde vorig jaar twee maanden bij de Huni Kuin-stam in een uithoek van de Amazone. Hij steunt de indianen bij het op schrift stellen van eeuwenoude kennis van hun medicijnmannen.
De expeditie werd hem bijna fataal. Hij werd doodziek van het drinken van een hallucinerend plantensap ('ayahuasca') en tijdens de lange terugreis naar de bewoonde wereld liep hij een levensgevaarlijke infectie op. "Zo zie je maar dat elk avontuur zijn grenzen kent. Toch was het een erg verrijkende trip."
De indianen, "die alleen een paar potten en pannen bezitten", hebben de consul geïnspireerd tot een minder materialistische levensstijl. "Ik ben al mijn spullen aan het weggeven. Ik wil alles ontmantelen."
Sinds kort woont hij een deel van de week in een sloppenwijk van Salvador, één van de meest gewelddadige grote steden van Brazilië. "Het is hier lekker levendig op straat", vertelt de Limburger in zijn bescheiden huisje aan een smalle steeg.
Gevaarlijk vindt hij zijn ongebruikelijke pied-à-terre niet. "Ik heb hier toch geen waardevolle spullen." De hele week in zijn 'favela' wonen gaat echter niet. "Omdat ik hier geen gasten kan ontvangen en internet slecht werkt."
Salvador is in 2014 één van de speelsteden van het WK Voetbal. Leusen maakt dat niet meer als consul mee, want hij heeft de ambassadeur net laten weten dat hij er volgend jaar mee stopt na 25 jaar.
Na vijftig jaar in Brazilië is hij "teleurgesteld" in zijn tweede thuisland. De Zuid-Amerikaanse reus had allang een echte wereldmacht kunnen zijn. "Maar dat willen de Brazilianen helemaal niet. Ze hebben alles gekregen van Onze-Lieve-Heer: goud, ijzererts, zon, olie, goede bodems. Het land is de laatste tien jaar ook wel rijker geworden, puur dankzij de Chinese vraag naar grondstoffen."
Onderwijs, corruptie en wetteloosheid blijven echter bedroevend. "Politici hebben hier nooit begrepen dat je voor wezenlijke vooruitgang je hele bevolking moet scholen. Brazilië beschikt alleen over een goed opgeleide bovenlaag."
De Brazilianen zouden het liefst een muur om hun land zetten. "Zodat ze lekker kunnen blijven rotzooien volgens hun eigen regels. Brazilië zal een economisch gesloten land blijven. Het moet wel, want het is niet concurrerend."
Wat hem al die tijd in Brazilië heeft gehouden, is vrijheid. "Voor een avonturier is het een ideaal land. Teruggaan naar Nederland is geen optie, daar is het leven mij te voorspelbaar."
Na de dood van zijn vrouw Emilie, ruim twintig jaar geleden, is de einzelgänger uit Venlo niet hertrouwd. "Ik kan goed alleen zijn, ik ben een echte ik-persoon. Nu wil ik iets nalaten, aan de natuur en de indianen."
Op de Dannemann-fabriek
Gringo's herbebossen Brazilië
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten