Uit de krant van gisteren.
------------------------------------------------------------------------------------
Venezuela heeft sinds kort twee legers. President Hugo Chávez heeft de zogeheten Bolivariaanse militie, zijn snel groeiende rode 'volksleger', via een omstreden decreet buiten de hiërarchie van het reguliere leger geplaatst.
De militie, met 125.000 leden al groter dan dit gewone leger, valt voortaan onder directe verantwoordelijk van 'El Comandante' Chávez. Het krijgt eigen wapens (maar voorlopig geen zwaar oorlogstuig), kan zelf officieren benoemen en iedere niet-soldaat kan lid worden. Het aantal militiestrijders loopt volgens plan dit jaar op tot 500.000 en in 2012 tot een miljoen.
Hun missie is het verdedigen van de socialistische revolutie van de president. De Venezolanen krijgen via staatsmedia ingeprent dat het Zuid-Amerikaanse olieland net als Libië een invasie boven het hoofd hangt door de gehate VS en bondgenoten.
En Chávez twijfelt sinds een mislukte staatsgreep in 2002 aan de loyaliteit van delen van zijn gewone leger.
De scheiding tussen leger en militie opent de weg naar een gewapend conflict tussenbeide, zo stellen critici. De bekende journalist Teodoro Petkoff vergelijkt de militie met de Praetoriaanse garde van Romeinse keizers. “Ze staat in dienst van de president en zijn partij en níet van het land. Erg zorgelijk, want Chávez is tot alles in staat aan om aan de macht te blijven.”
Anderhalf jaar voor de cruciale presidentsverkiezingen van 2012 hangt er een gevaarlijke militaristische sfeer in het gespleten Venezuela. Chávez, al twaalf jaar aan de macht, wil opnieuw herkozen worden. Maar volgens een recente peiling zou hij de stembusstrijd nu nipt verliezen van een (nog onbekende) tegenkandidaat.
Chávez krijgt geen vat op de enorme criminaliteit, inflatie, corruptie en voedselschaarste in zijn land. Toch blijft hij populair onder arme Venezolanen, die blij zijn met de sociale programma's van zijn regering.
Meerdere militieleden laten deze krant dan ook weten dat een verkiezingsnederlaag voor hen onacceptabel zou zijn. “Anders is twaalf jaar revolutie in één keer naar de knoppen”, zegt een jonge ‘soldaat’ op een militiepost op een steenworp van het presidentiële paleis in Caracas.
Zijn collega Jhanko Torrealba (18) vertelt hoe makkelijk het was om militielid te worden. “Ik was klaar met de middelbare school en dit leek me mooi werk.” Hij ging anderhalve maand op cursus, leerde hoe je wapens gebruikt en een guerrillaoorlog voert en ontvangt nu een minimumloon (200 euro) om met een geweer op straat te patrouilleren.
Even verderop ligt het hoofdkwartier van de militie, een fort in de beruchte sloppenwijk Barrio 23 de Enero. Op de binnenplaats marcheren de strijders, van huisvrouwen tot olie-ingenieurs. Boven hun hoofden hangt een groot spandoek met een breeduit lachende Chávez en de tekst: ‘Het volk bewapend’.
Het fort in '23 de Enero'
zondag, april 17, 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten