zondag, december 06, 2009

Over gletsjers, Evo en kralen

Drie verhalen uit De Telegraaf van vandaag en gisteren.
-------------------------------------------------------------------------------------
De Chacaltaya is de favoriete Andespiek (5421 meter) van Bolivianen die de heksenketel La Paz even willen ontvluchten. Families rijden in het weekend naar boven om sneeuwpoppen te maken en flessen drank te offeren aan Pachamama (Moeder Aarde). Vroeger kon er ook geskied worden op de hoogste piste ter wereld.

De berg is intussen uitgegroeid tot een symbool van de opwarming van de aarde. In een jaar of dertig is de oeroude gletsjer onder de top bijna helemaal weggesmolten. Het is dus gedaan met de skipret. Op de top hangt de kabel van de sleeplift er werkloos bij. Twee serveersters in de Club Andino Boliviano schenken het Hollandse bezoek een kop cocathee tegen de hoogteziekte. Toeristen zijn er vandaag verder niet.

Edson Ramirez, de bekendste gletsjerwetenschapper van Bolivia, volgt het lot van de Chacaltaya op de voet. In de aanloop naar de klimaattop in Kopenhagen wordt hij plat gebeld door de media. Afgaande op de uitspraken die hij daarin doet, zullen alle gletsjers in de Andes tot 2050 verdwijnen. Dat zou een ramp zijn voor miljoenen Bolivianen en Peruanen die voor hun drinkwatervoorziening deels op gletsjers leunen.

“Mijn woorden worden vaak verdraaid door journalisten en milieuclubs met een politieke agenda”, vertelt Ramirez tijdens een dag veldwerk bij andere gletsjers buiten La Paz. “Ik heb nooit gezegd dat alle Andesgletsjers gaan verdwijnen. Wel zal de evenwichtslijn (waarop de gletsjer evenveel verse sneeuw tot ijs verwerkt als er ijs wegsmelt bij de gletsjertong, red) iets stijgen. De grotere gletsjers boven 5500 meter zullen standhouden. Maar voor de Chacaltaya is het te laat om zich te herstellen.”

Voor de duidelijkheid: Ramirez maakt zich welzeker zorgen over de krimpende gletsjers in de Andes. Sinds begin jaren tachtig zijn ze zo’n kwart van hun volume kwijtgeraakt. Tegelijkertijd steeg de temperatuur in de regio ruim een halve graad. Eén plus één is twee, zou je zeggen. Maar dat is volgens de gletsjergoeroe te simpel geredeneerd.

Edson Ramirez met op de achtergrond één van zijn smeltende onderzoeksobjecten

“Gletsjervorming is een complex proces, waarin temperatuur slechts één van meerdere factoren is. De crux is de neerslag. En hogere temperaturen betekenen niet automatisch minder neerslag. Hier in Bolivia is dat voorlopig wel het geval, maar in de Peruaanse Andes bij voorbeeld niet.”

De neerslag in de toch al kurkdroge regio valt wel steeds onregelmatiger. “Dat komt voor een deel door het vaker optreden van El Niño (perioden van droogte en warmte door opwarming van het oceaanwater), een natuurlijk fenomeen.” Kortom, Ramirez vindt de menselijke rol in het gletsjerleed nog lastig in te schatten.

Hoe dan ook hebben La Paz en de satellietstad El Alto te kampen met een groeiend waterprobleem. Tomas Quisbert, productiechef van waterbedrijf Epsas, constateert op de oevers van zijn belangrijkste stuwmeer (Tuni) dat het water historisch laag staat. Stuwmeren lessen 80 procent van de dorst van La Paz en El Alto. Zo’n 20 procent hiervan is smeltwater van gletsjers, de rest directe neerslag.

“Onze watercyclus is in de war en de steden blijven groeien. Als het zo doorgaat, gaat de kraan een keer dicht”, aldus Quisbert. Hij vertelt dat vroeger bij lange droogte wel eens een gletsjer werd opgeblazen, een tijdelijke en destructieve ‘oplossing’ die nu illegaal is.

Het bestuur van La Paz wil het probleem aanpakken door meer stuwmeren aan te leggen. In het uiterste geval overweegt het bewoners met zachte dwang te verhuizen naar neerslagrijke gebieden, zoals de Boliviaanse Amazone.
-------------------------------------------------------------------------------------
door Kieran Kaal
LA PAZ, zondag
In het Boliviaanse Andesdorp Asunta Quillviri stemt iedereen op president Evo Morales, die vandaag vrijwel zeker herkozen wordt.

De bewoners tonen zich in een kringgesprek onder de felle hoogtezon gematigd positief over hun socialistische leider. “Hij is de eerste in 184 jaar republiek die oog voor ons heeft”, zo opent een oude Aymara-indiaan de discussie in het gehucht dat leeft van lamawol en vlees.

“Hij is van ons bloed, hij weet hoe zwaar het leven op de hoogvlakte is. Maar voor een totale verandering heeft hij nog vijf jaar nodig. Of misschien wel vijftig.” Terwijl de mannen verder oreren, kijken vrouwen in bonte hoepeljurken en bolhoeden instemmend toe.

Voor de lang onderdrukte indiaanse meerderheid is hun ‘Evo’ een bevrijder à la Nelson Mandela. Maar dat lijkt wel erg veel eer voor een president die de tegenstellingen in zijn land voedt.

“Evo heeft de indianen weer zelfvertrouwen gegeven”, zegt Hernan Pacajes, directeur van Chakana, een organisatie die Aymara’s helpt met landbouwprojecten op de kurkdroge hoogvlakte. “Het punt is dat de discriminatie nu wordt omgedraaid. Evo wakkert de revanchegevoelens onder indianen aan."


Aymara in rode poncho (een teken van autoriteit

Toch weet Morales ook onder niet-indianen in de rijkere laaglanden menig stem te scoren. De oppositie stelt namelijk niets voor en de Boliviaanse economie doet het redelijk. Het armste land van Zuid-Amerika heeft dankzij hogere opbrengsten uit de genationaliseerde gassector een ongekende acht miljard dollar aan reserves in kas. De economie groeit dit crisisjaar met 3 procent. De explosieve groei van cocateelt en cocaïneproductie is daar volgens de VN mede debet aan.

De regering maakt zich verder populair met een reeks nieuwe uitkeringen. Zo zijn er ‘bonos’ voor ouders van schoolgaande kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. In dorpen als Asunta Quillviri druppelen beetje bij beetje elektriciteit- en watervoorzieningen binnen. Ook is het analfabetisme sterk teruggedrongen.

Bolivia’s achilleshiel blijft het gebrek aan banen. Het werkloosheidscijfer is, officieel tenminste, 11 procent. Los van grondstoffen produceert het land vrijwel niets.

De regeringszetel La Paz, die tot op de laatste lantaarnpaal is beschilderd met pro-Evo-leuzen, is dan ook één grote marktplaats van informele straatventers. Morales belooft komende jaren werk te maken van de industrialisatie van het land.

De spanning zit hem vandaag bovenal in de verkiezingen voor de senaat, de enige institutie die de regering afgelopen jaren dwars zat. Als de socialistische partij van Morales tweederde van de zetels veroverd, kan hij snel een honderdtal wetten door het parlement drukken.

Dit ter invulling van de eerder dit jaar aangenomen grondwet die de wederopstanding van de indianen moet vormgeven. “De revolutie begint nu pas”, concluderen de bewoners van Asunta Quillviri.
-------------------------------------------------------------------------------------
“Rijke Braziliaanse vrouwen vinden het prachtig.” De Amsterdamse ondernemer Frans Kemper staat op de antiekmarkt van São Paulo een Oudhollands exportproduct te verkopen. “Kijk, deze ketting doet ruim duizend euro. Deels gemaakt van antieke Hollandse kralen, door de Fulani-stam uit Mali.”

Het kan verkeren. De – op zichzelf waardeloze – glaskralen waarmee Europeanen eeuwenlang goede zaken deden in overzeese gebieden, worden nu voor een leuk prijsje terugverkocht door Afrikaanse ambachtslieden.

De Amsterdamse glasmaker Jan Hendriksz Soop was in de 17e een belangrijke leverancier van onder andere de VOC. Zijn kralen duiken over de hele wereld (Indonesië, Afrika, New York, Sint Eustatius) op.

Aanvankelijk dienden ze als ballast op houten schepen, die op de heenweg (zonder lading) hoog op het water lagen. Toen bleek dat de kralen bij aankomst geruild konden worden voor slaven, specerijen en goederen, explodeerde de Europese glasindustrie.

“De koloniale kralen die in Afrika worden gevonden, komen allemaal uit Venetië, de Bohemen (het huidige Tsjechië, red) en Amsterdam. Dat waren de drie productiecentra”, vertelt Kemper, een voormalige Philips-directeur die zijn carrière in 2007 over een andere boeg gooide.

Hij koopt zijn kettingen in bij West-Afrikaanse stammen als de Dogon, de Touareg en de Fulani, in Mali. “Dat was in de Gouden Eeuw het logistieke handelscentrum van Afrika. Er kwamen dus veel kralen terecht. We merken wel dat ze schaarser worden door de grote vraag. We moeten steeds verder landinwaarts om zaken te doen. Sommige stammen breken hun graven zelfs open voor meer kralen.” De glaskralen worden niet meer gemaakt in Europa.

De tijd van uitbuiting van de lokale bevolking is voorbij, verzekert Kemper. “We betalen fatsoenlijke prijzen. We werken met het keurmerk van Fairtrade.”

Voor het topexemplaar van de collectie, de Fulani-ketting van een goede duizend euro, betaalde hij de stamleden “honderd à 150 euro. We hanteren normale winkeliermarges, maar we laten wel wat achter ter plaatse. Vergeet ook niet dat Brazilië een importheffing van 80 procent rekent op sieraden. Dat jaagt de prijzen omhoog.”

Gelukkig voor Kemper zitten de klanten op de antiekmarkt van Jardim Europa, de goudkust van São Paulo, niet krap bij kas.

2 opmerkingen:

Charlotte zei

deBeste,

een heel leuk berichtje heb je hier! Momenteel ben ik bezig met het organiseren van een tentoonstelling die onder anders over lichaamsversiering en kralen gaat. Ja kan even googlen op 'Hoe anders is het andere' en/of 'Overgansrituelen' van de HoGent. Nu is mijn vraag aan jou ik je relaas over kralen in Sao Paulo zou mogen gebruiken als illustratie bij de kralen die wij tentoonstellen. Laat je me iets weten op charlotte(punt)dekock(at)hogent(punt)be ?

alvast heel erg bedankt!

Kindersieraden zei




Wat een pracht stuk ! ik maak ook sieraden maar deze zijn TOP !!
je kan eens kijken wat ik met mijn dochter zoal maak.
Vind meer
Kindersieraden
Kinderarmband